Base description which applies to whole site

3.3 De beleidsartikelen (Nationale Schuld)

Artikel 11 Financiering Staatschuld

Tabel 15: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 11 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1 mln.)1
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1ste suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4=2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

46.645

45.110

494

331

45.934

waarvan garantieverplichtingen

         

Uitgaven

46.645

45.110

494

331

45.934

waarvan juridisch verplicht

100%

100%

   

100%

           

Rente

6.445

6.293

8

– 12

6.289

Rentelasten vaste schuld

6.445

6.293

– 37

– 12

6.244

Rentelasten vlottende schuld

0

0

0

0

0

Uitgaven voortijdige beëindiging schuld

0

0

45

0

45

Rente derivaten kort

0

0

0

0

0

           

Leningen

40.181

38.800

493

343

39.636

Aflossing vaste schuld

40.181

38.800

493

0

39.293

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

343

343

           

Opdrachten

19

17

– 7

0

9

Overige kosten

19

17

– 7

0

9

           

Ontvangsten

38.322

36.198

– 3.763

– 1.928

30.507

           

Rente

1.771

2.246

1.627

634

4.507

Rentebaten vaste schuld

0

0

0

0

0

Rentebaten vlottende schuld

237

341

– 96

– 10

235

Voortijdige beeindiging schuld

0

0

0

0

0

Rentebaten derivaten lang

1.534

1.425

– 166

– 50

1.209

Voortijdige beeindiging derivaten

0

480

1.889

694

3.063

           

Leningen

36.551

33.952

– 5.390

– 2.562

26.000

Uitgifte vaste schuld

36.551

26.000

0

0

26.000

Mutatie vlottende schuld

0

7.952

– 5.390

– 2.562

0

           

Overige baten

0

0

0

0

0

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ook worden hier de rentelasten op derivaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld onder Leningen in de tabel opgenomen. De derde post betreft onder Opdrachten de Overige kosten, die met name bestaan uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.

Verplichtingen en uitgaven

Rentelasten vaste schuld (– € 49 mln.)

De rentelasten vallen in 2018 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

Uitgaven voortijdige beëindiging schuld (+ € 45 mln.)

Het Agentschap kan ervoor kiezen staatsobligaties met een korte resterende looptijd voortijdig af te lossen. Het voortijdig aflossen brengt kosten met zich mee. In 2018 bedragen deze kosten naar verwachting € 45 mln. Doordat de rente de afgelopen jaren is gedaald, is de prijs waartegen een obligatie wordt ingekocht hoger dan de nominale waarde. Het verschil wordt geboekt als uitgave bij voortijdige beëindiging. Tegenover deze uitgaven staan lagere rentelasten omdat op de ingekochte obligaties geen rente meer betaald wordt. Het vervroegd aflossen van leningen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.

Aflossing vaste schuld (+ € 493 mln.)

De aflossingen zijn toegenomen doordat leningen met een vervaldatum in 2019 vervroegd zijn afgelost in 2018.

Mutatie vlottende schuld (+ € 343 mln.)

Als gevolg van het oplopende begrotingsoverschot zal de omvang van de vlottende schuld in 2018 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. Daarom is de mutatie op de vlottende schuld niet langer geraamd als een ontvangst (instroom van middelen als gevolg van extra lenen), maar als een uitgave.

Overige kosten (– € 7 mln.)

Er is jaarlijks budget voor de uitgifte van twee nieuwe staatsobligaties. In 2018 is echter gekozen voor de uitgifte van één nieuwe staatsobligatie. Overige langlopende financiering is ingevuld door het heropenen van bestaande leningen.

Ontvangsten

Rentebaten vlottende schuld (– € 106 mln.)

De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2018 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen doordat de omvang van de kortlopende schuld lager is uitgevallen als gevolg van het oplopende begrotingsoverschot.

Rente derivaten lang (– € 216 mln.)

Het Agentschap heeft rentederivaten beëindigd. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten op derivaten gedaald.

Voortijdige beëindiging derivaten (+ € 2.583 mln.)

Het voortijdig beëindigen van rentederivaten leidt tot eenmalige ontvangsten. Dit is in lijn met het riscokader staatsschuld 2016–2019 (Kamerstukken II, 2015–2016, 31 935-28) waarin het streven naar een verminderde afhankelijkheid van renteswaps eerder met uw Kamer is gecommuniceerd. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer binnengekomen.

Mutatie vlottende schuld (– € 7.952 mln.)

Als gevolg van het oplopende begrotingsoverschot zal de omvang van de vlottende schuld in 2018 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. De post «mutatie vlottende schud» wordt door deze mutatie op nul gezet, de post wordt nu aan de uitgavenkant geraamd.

Artikel 12 Kasbeheer

Tabel 16: Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 12 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1 mln.)1
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1ste suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4=2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.532

1.532

250

16

1.798

waarvan garantieverplichtingen

         

Uitgaven

1.532

1.532

250

16

1.798

waarvan juridisch verplicht

100%

100%

   

100%

           

Rente

32

32

0

0

32

Rentelasten

32

32

0

0

32

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

0

0

           

Leningen

1.500

1.500

250

16

1.766

Verstrekte leningen

1.500

1.500

250

16

1.766

           

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

0

0

Agentschappen

0

0

0

0

0

RWT’s en derden

0

0

0

0

0

Sociale fondsen

0

0

0

0

0

Decentrale Overheden

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten

11.522

10.635

329

1.000

11.964

           

Rente

174

115

3

3

121

Rentebaten

174

115

3

1

119

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

0

0

0

2

2

           

Leningen

1.031

1.244

504

12

1.760

Ontvangen aflossingen

1.031

1.244

504

12

1.760

           

Mutaties in rekening-courant en deposito's

10.317

9.276

– 178

985

10.083

Agentschappen

0

0

0

0

0

RWT’s en derden

0

0

0

500

500

Sociale fondsen

9.217

8.176

– 178

485

8.483

Decentrale Overheden

1.100

1.100

0

0

1.100

1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), decentrale overheden en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s, decentrale overheden en sociale fondsen in het kader van schatkistbankieren.

Verplichtingen en uitgaven

Verstrekte leningen (+ € 266 mln.)

Gewijzigde inzichten in het leengedrag van agentschappen en RWT’s (Rechtspersonen met een wettelijke taak) leiden tot een aanpassing van de voorziene uitgaven.

Ontvangsten

Ontvangen aflossingen (+ € 516 mln.)

Op basis van de actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen, die door de Agentschappen en RWT’s zijn afgesloten, hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s (+ € 807 mln.)

De mutatie in rekening-courant en deposito’s zal naar verwachting € 807 mln. hoger uitvallen dan eerder was geraamd. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.

Licence