Introductie
Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.
Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen. Waar voldoende groen is en voldoende en schoon water. En waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.
Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenM worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.
Producten en diensten
RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:
-
• Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.
-
• Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».
-
• Beheer, onderhoud en vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem.
-
• Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.
-
• Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.
-
• Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.
Totaal | Realisatie 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet IenM | 2.235.181 | 2.216.885 | 2.275.607 | 2.169.883 | 2.064.026 | 2.047.719 | 1.888.382 |
Omzet nutv werkzaamheden | 347.976 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Omzet overige departementen | 40.224 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 |
Omzet derden | 155.069 | 179.683 | 181.970 | 182.861 | 181.316 | 181.316 | 181.316 |
Rentebaten | 0 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 |
Vrijval voorzieningen | 22.608 | ||||||
Bijzondere baten | 3.407 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Totaal baten | 2.456.489 | 2.776.704 | 2.489.737 | 2.384.904 | 2.277.502 | 2.261.195 | 2.101.858 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 991.288 | 1.033.030 | 1.032.391 | 1.003.529 | 999.055 | 981.042 | 950.928 |
– Personele kosten | 786.627 | 779.957 | 788.468 | 763.444 | 758.795 | 740.834 | 710.721 |
– waarvan eigen personeel | 705.997 | 706.615 | 728.953 | 707.027 | 708.686 | 690.724 | 660.611 |
– waarvan externe inhuur | 80.630 | 71.842 | 58.015 | 54.917 | 48.609 | 48.610 | 48.610 |
– waarvan overige p-kosten | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
– Materiele kosten | 204.661 | 253.073 | 243.923 | 240.085 | 240.260 | 240.208 | 240.207 |
– waarvan apparaat ICT | 28.650 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
– waarvan bijdrage aan SSO's | 53.283 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 |
– waarvan overige M-kosten | 122.728 | 167.073 | 157.923 | 154.085 | 154.260 | 154.208 | 154.207 |
Onderhoud | 1.349.063 | 1.685.952 | 1.399.623 | 1.323.652 | 1.220.723 | 1.222.428 | 1.093.204 |
Rentelasten | 4.041 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.749 | 8.750 | 8.750 |
Afschrijvingskosten | 30.411 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 |
– materieel | 29.246 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 |
– waarvan apparaat ICT | 2.223 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 |
– immaterieel | 1.165 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 |
Overige kosten | |||||||
– dotaties voorzieningen | 7.112 | ||||||
– bijzondere lasten | 217 | ||||||
Totaal lasten | 2.382.132 | 2.767.704 | 2.480.737 | 2.375.904 | 2.268.502 | 2.252.195 | 2.092.858 |
Saldo | 74.357 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 10.269 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Te verdelen resultaat | 64.088 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet voor activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die RWS verricht voor IenM, zoals:
-
• het beheer en onderhoud van de infrastructuur en waterkwaliteit;
-
• de apparaatskosten (personeel en materieel) van RWS die verband houden met de aanleg, verkeers- en watermanagement en onderhoud van infrastructuur;
-
• de capaciteit die RWS levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken en de activiteiten in het kader van Leefomgeving.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Deltafonds | 423.979 | 443.148 | 435.796 | 412.168 | 403.288 | 396.138 | |
Artikel 1 | Investeren in Waterveiligheid | 5.009 | 406 | 406 | 406 | 406 | 406 |
Artikel 3 | Beheer Onderhoud en Vervanging | 132.926 | 151.038 | 148.803 | 107.763 | 122.720 | 124.553 |
Artikel 5 | Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven | 285.765 | 290.936 | 285.819 | 283.070 | 280.162 | 271.179 |
Waarvan programma | 199.480 | 214.409 | 211.815 | 190.943 | 185.287 | 187.303 | |
Artikel 7 | Investeren in Waterkwaliteit | 279 | 768 | 768 | 20.929 | 0 | 0 |
Infrastructuurfonds | 1.727.565 | 1.761.578 | 1.682.921 | 1.599.272 | 1.595.263 | 1.442.968 | |
Artikel 12 | Hoofdwegennet | 1.134.654 | 1.180.999 | 1.106.961 | 1.027.251 | 1.095.655 | 946.002 |
Waarvan programma | 681.973 | 733.650 | 666.788 | 587.647 | 665.562 | 531.261 | |
Artikel 15 | Hoofdvaarwegennet | 592.910 | 580.578 | 575.960 | 572.022 | 499.608 | 496.967 |
Waarvan programma | 312.033 | 302.324 | 300.557 | 297.642 | 227.089 | 230.148 | |
Hoofdstuk XII | 65.342 | 70.881 | 51.166 | 52.586 | 49.168 | 49.275 | |
Artikel 11 | Integraal Waterbeleid | 16.624 | 15.029 | 15.045 | 15.053 | 15.053 | 15.548 |
Artikel 13 | Ruimtelijke Ontwikkeling | 22.216 | 26.130 | 11.612 | 13.012 | 9.812 | 9.771 |
Artikel 14 | Wegen en Verkeersveiligheid | 6.043 | 5.205 | 5.205 | 5.205 | 5.205 | 5.205 |
Artikel 16 | Openbaar Vervoer en Spoor | 850 | 875 | 875 | 875 | 778 | 778 |
Artikel 17 | Luchtvaart | 86 | 5.172 | 424 | 424 | 424 | 49 |
Waarvan programma | 0 | 4.748 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Artikel 18 | Scheepvaart en Havens | 1.114 | 1.114 | 974 | 974 | 974 | 974 |
Artikel 19 | Klimaat | 3.305 | 3.244 | 3.116 | 3.120 | 3.011 | 3.019 |
Artikel 20 | Lucht en Geluid | 1.686 | 804 | 1.251 | 1.260 | 1.248 | 1.268 |
Artikel 21 | Duurzaamheid | 7.039 | 7.039 | 7.039 | 7.039 | 7.039 | 7.039 |
Artikel 22 | Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s | 3.761 | 3.690 | 3.045 | 3.045 | 3.045 | 3.045 |
Artikel 97 | Algemeen Departement | 2.618 | 2.579 | 2.580 | 2.579 | 2.579 | 2.579 |
Waarvan programma | 290 | 291 | 291 | 291 | 291 | 291 | |
Totaal | 2.216.885 | 2.275.607 | 2.169.883 | 2.064.026 | 2.047.719 | 1.888.382 | |
Van totaal omzet IenM | |||||||
– apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten | 1.023.110 | 1.020.184 | 990.431 | 987.503 | 969.491 | 939.377 | |
– programma | 1.193.775 | 1.255.422 | 1.179.451 | 1.076.522 | 1.078.228 | 949.004 |
Nog uit te voeren werkzaamheden
Dit betreffen middelen die RWS in 2016 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2016, maar waarvan de uitvoering doorloopt in 2017 (€ 348 miljoen). In de instandhoudingsbijlage van de Infrastructuurfonds en Deltafondsbegroting 2018 wordt aangegeven hoe de komende tijd wordt toegewerkt naar het bieden van nader inzicht in de mutaties binnen de post nog uit te voeren werkzaamheden.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 |
Ministerie van Financiën | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Ministerie van Economische zaken | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 |
Totaal | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden, opbrengsten uit vergunningverlening, beheeropbrengsten op het areaal, opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst en adviezen over leefomgeving aan onder meer gemeenten. De stijging ten opzichte van de begroting 2017 met € 4 miljoen wordt veroorzaakt door de opbrengsten grote wateren. Dit betreft het effectueren van overdrachtsafspraken tussen het Rijksvastgoedbedrijf en IenM/RWS.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Schaderijdingen/schadevaringen | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 |
Vergunningen WVO | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 |
Vergoeding provincies etc. | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 |
Nationale Bewegwijzeringsdienst | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Beheeropbrengsten areaal | 52.000 | 54.000 | 54.000 | 54.000 | 54.000 | 54.000 |
Overig | 26.183 | 26.470 | 27.361 | 25.816 | 25.816 | 25.816 |
Totaal | 179.683 | 181.970 | 182.861 | 181.316 | 181.316 | 181.316 |
Bijzondere baten
De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.
Lasten
Personele kosten
Realisatie 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal fte | 8.618 | 8.741 | 8.775 | 8.598 | 8.552 | 8.343 | 8.101 |
Eigen Personele kosten | 705.997 | 706.615 | 728.953 | 707.027 | 708.686 | 690.724 | 660.611 |
Inhuur | 80.630 | 71.842 | 58.015 | 54.917 | 48.609 | 48.610 | 48.610 |
Een aantal ontwikkelingen zorgt bij RWS voor een toename van het aantal FTE ten opzichte van de Begroting 2017. In 2017 en later neemt het aantal FTE toe door onderstaande zaken.
Omgevingswet
-
• Voor het deelprogramma «Aan de slag met de Omgevingswet» (www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl), als onderdeel van het programma Eenvoudig Beter, zijn bij begroting 2017 middelen gereserveerd op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds. De vrijgemaakte middelen worden tranchegewijs naar de begroting Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord. In 2017 wordt 89 FTE en in 2018 wordt 153 FTE toegevoegd, deze wordt in latere jaren weer afgebouwd omdat het piekinzet betreft gerelateerd aan de invoering. De FTE’s werken op het programmabureau dat gemeenten, provincies, waterschappen, departementen en verschillende uitvoeringsorganisaties ondersteunt bij de invoering van de omgevingswet. Rijkswaterstaat is de coördinerend opdrachtnemer namens alle partners: de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen en het rijk.
Areaalgroei
-
• Om een betere relatie te leggen tussen de gevraagde productie en de daarvoor benodigde capaciteit is binnen IenM voor RWS het instrument Strategisch Capaciteitsmanagement ontwikkeld. Daarbij wordt op basis van vastgestelde normen, rekenregels en tarieven voor alle werkprocessen van RWS doorgerekend wat de benodigde capaciteit voor de komende 5 jaar is op basis van de huidige verwachte producten en prestatieopgaven. Hieruit is naar voren gekomen dat RWS de komende jaren als gevolg van areaalgroei (autonome ontwikkeling) meer sluizen, stuwen en tunnels oplevert die op basis van de huidige capaciteit niet bemand kunnen worden. Dit leidt tot een extra capaciteitsbehoefte van 36 FTE in 2017 oplopend naar 68 FTE in 2022.
Waterveiligheid
-
• Begin 2016 is er bij een aantal stormvloedkeringen (Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Haringvlietsluizen) geconstateerd dat er een formatietekort van totaal 10,2 FTE is, als gevolg van de complexiteit van de objecten. Hierdoor is meer inzet nodig voor bijvoorbeeld het opstellen van faalkansrapportages en meer begeleiding van de aannemers van RWS ten aanzien van het beheer en onderhoud van de stormvloedkeringen.
-
• RWS is één van de vertegenwoordigers voor het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW). Om de kennis op het gebied van waterveiligheid te versterken wordt in samenspraak met de voorzitter van ENW 5 extra formatieplaatsen gecreëerd in 2017 en verder.
-
• In 2014 heeft RWS het beheer van de stormvloedkering Ramspol overgenomen van Waterschap Groot Salland (nu Waterschap Drents Overijsselse Delta). RWS voert het Beheer en Onderhoud middels een andere methodiek uit dan het waterschap. De RWS-eisen hebben tot gevolg dat voor het beheer en onderhoud aan de kering meer capaciteitsinzet nodig is dan aanvankelijk ingeschat. Hiervoor is 6,2 FTE toegevoegd in 2017 en latere jaren.
Connecting Mobility
-
• Connecting Mobility (CM) is een uitvoeringsprogramma dat werkt aan de realisatie van de Routekaart binnen het actieprogramma «Beter Geïnformeerd Op Weg». Hiervoor is 12 FTE toegevoegd in 2017 tot en met 2019.
Tolheffing
-
• De wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 is op 15 maart 2016 in werking getreden. De uitbreiding van de Rijksdienst, als gevolg van deze nieuwe taak, is door de ministerraad bekrachtigd. Tussen 2021 en 2023 is openstelling van beide wegen voorzien en moet ook het tolsysteem operationeel zijn. RWS is als een van de beoogde uitvoeringspartners (naast RDW, CJIB en ILT) gestart met de voorbereiding van de realisatie. Om door te kunnen gaan met de volgende fase wordt er binnen RWS een tolcluster opgericht, waarvoor 14 FTE wordt vrijgemaakt in de periode 2018 – 2021.
Wet Werk en Zekerheid
-
• Op basis van de wet Werk en Zekerheid is het sinds 1 mei 2016 niet meer mogelijk om gebruik te maken van payrolling binnen de rijksoverheid. Gevolg van de wet is dat 13 oud-payrollers, die binnen RWS kerntaken uitvoeren, conform wettelijke verplichting zijn verambtelijkt voor de jaren 2017 tot en met 2019.
Schadeschap
-
• De noodzaak tot een gemeenschappelijk loket (met andere overheden) voor schadeclaims is komen te vervallen. RWS volgt daarmee het Schadeschap op, waardoor 3,3 FTE wordt toegevoegd in 2018 en verder.
Eigen personeel
De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).
De bovengenoemde kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken). In de beleidsbegroting en verantwoording van lenM wordt de (externe) inhuur transparant inzichtelijk gemaakt in de baten-lastenparagraaf van het agentschap Rijkswaterstaat.
Inhuur apparaat (kerntaken)
RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken.
Door een aantal maatregelen zal de inhuur op kerntaken de komende jaren gaan dalen:
-
• extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;
-
• een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;
-
• versterking van cruciale kennis binnen de organisatie is geborgd met interne loopbaanontwikkeling;
Inhuur programma (niet-kerntaken)
Gelet op de omvang van de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn belegd (de niet -kerntaken) substantieel, maar wordt er een dalende trend verwacht. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is. Hierdoor zal de inhuur geleidelijk dalen.
De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.
Realisatie 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerntaken (IK) | 80.630 | 71.842 | 58.015 | 54.917 | 48.609 | 48.610 | 48.610 |
Niet kerntaken | 137.499 | 123.608 | 106.835 | 96.385 | 86.835 | 86.835 | 86.835 |
Totaal | 218.129 | 195.450 | 164.850 | 151.302 | 135.444 | 135.445 | 135.445 |
Materiële kosten
De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie.
Onderhoud
De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur.
Realisatie 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekening | 462.945 | 601.934 | 240.626 | 237.600 | 253.175 | 238.750 | 254.325 |
2a. | Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+/+) | 2.537.306 | 2.428.728 | 2.489.737 | 2.384.904 | 2.277.502 | 2.261.195 | 2.101.858 |
2b. | Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 2.387.273 | – 2.727.730 | – 2.440.762 | – 2.335.929 | – 2.228.527 | – 2.212.220 | – 2.052.882 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 150.033 | – 299.001 | 48.975 | 48.975 | 48.975 | 48.975 | 48.975 |
3a. | Totaal investeringen (–/–) | – 26.062 | – 47.500 | – 54.000 | – 95.500 | – 57.500 | – 61.500 | – 61.500 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+) | 4.338 | ||||||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 21.724 | – 47.500 | – 54.000 | – 95.500 | – 57.500 | – 61.500 | – 61.500 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 32.507 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4b. | Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 15.800 | 14.200 | 6.000 | 8.600 | 8.600 | 8.600 | 8.600 |
4c. | Aflossingen op leningen (–/–) | – 23.320 | – 34.000 | – 38.000 | – 42.000 | – 72.000 | – 42.000 | – 42.000 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 18.200 | 37.500 | 34.000 | 95.500 | 57.500 | 61.500 | 61.500 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 10.680 | – 14.807 | 2.000 | 62.100 | – 5.900 | 28.100 | 28.100 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december + stand depositorekening) (=1+2+3+4) | 601.934 | 240.626 | 237.600 | 253.175 | 238.750 | 254.325 | 269.900 |
(maximale roodstand 0,5 miljoen euro) |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten, zoals voertuigen, waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt. Investeringen in zeegaande schepen worden tot en met 2018 gefinancierd uit de bestemmingsreserve.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Investeringen in zeegaande schepen worden tot en met 2018 gefinancierd uit de bestemmingsreserve. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement (4b.). In 2017 is het surplus Eigen Vermogen (€ 32,5 miljoen) teruggestort naar het Moederdepartement (4a.).
Omschrijving | Realisatie 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal (bedragen x € 1) | |||||||
Hoofdwegennet | 26.580 | 26.327 | 26.185 | 25.712 | 25.329 | 25.115 | 23.328 |
Hoofdvaarwegennet | 25.920 | 27.806 | 27.995 | 27.581 | 27.706 | 26.243 | 24.347 |
Hoofdwatersystemen | 1.150 | 1.155 | 1.146 | 1.137 | 1.131 | 1.117 | 1.076 |
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | |||||||
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | 24% | 26% | 23% | 21% | 21% | 21% | 20% |
Tarieven per FTE (bedragen x € 1) | |||||||
Tarieven per FTE | 114.544 | 123.755 | 123.203 | 122.382 | 122.518 | 123.425 | 123.395 |
Omzet agentschap per product (bedragen x € 1.000) | |||||||
Hoofdwatersystemen | 486.599 | 423.979 | 443.148 | 435.796 | 412.168 | 403.288 | 396.138 |
Hoofdwegennet | 1.104.007 | 1.134.654 | 1.180.999 | 1.106.961 | 1.027.251 | 1.095.655 | 946.002 |
Hoofdvaarwegennet | 601.597 | 592.910 | 580.578 | 575.960 | 572.022 | 499.608 | 496.967 |
Overig | 42.978 | 65.342 | 70.881 | 51.166 | 52.586 | 49.168 | 49.275 |
TOTAAL | 2.235.181 | 2.216.885 | 2.275.607 | 2.169.883 | 2.064.028 | 2.047.719 | 1.888.382 |
Bezetting | |||||||
FTE formatie | 8.618 | 8.741 | 8.775 | 8.598 | 8.552 | 8.343 | 8.101 |
% overhead | 14,76% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% |
Exploitatiesaldo (% van de omzet) | |||||||
Exploitatiesaldo (% van de omzet | 3,0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
Publieksgerichtheid | 41% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWS | * | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWN | 81% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Gebruikerstevredenheid HVWN | 69% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Ontwikkeling PIN-waarden | |||||||
Hoofdwatersystemen | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdwegennet | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdvaarwegennet | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.
Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (deze omzet bestaat uit BLS en GVKA realisatie en planstudie) van RWS. Door stijging van de omzet vanaf 2018 en de daling van het aantal formatie fte daalt het percentage.
Tarieven per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke FTE. Wanneer deze kosten dalen kan dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn. In 2016 zijn de materiele kosten aanzienlijk lager uitgekomen dan verwacht waardoor de kosten per FTE lager uitvielen dan de jaren 2017 en verder.
Omzet agentschap per product
In de tabel is de Omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken. Deze daling wordt veroorzaakt door de meerjarige begrotingsstanden.
Bezetting
FTE formatie: deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt. Voor het jaar 2016 is de bezetting opgenomen. Voor een aantal projecten zoals de implementatie van de Omgevingswet wordt tijdelijk (tot en met 2021) extra fte ingezet.
Percentage overhead: deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.
Exploitatiesaldo (% van de omzet)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet.
Gebruikerstevredenheid
Publieksgerichtheid: deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».
Gebruikerstevredenheid (per netwerk): deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming, kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).
Ontwikkeling PIN-waarden
De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatie-indicator waarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2015. De bijlage instandhouding bij de begrotingen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.