In het Financieel Beeld Zorg (FBZ) staat de ontwikkeling van het Budgettair Kader Zorg (BKZ) centraal. Hierin worden de financiële ontwikkelingen binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefionancierde BKZ-uitgaven (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), Jeugdwet en de overig begrotingsgefinancierd) afzonderlijk toegelicht.
Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:
-
1. Inleiding
1.1. Leeswijzer
1.2. Factsheet 2016–2018
-
2. Zorguitgaven in vogelvlucht
2.1. Financieel beeld op hoofdlijnen
2.2. Budgettair Kader Zorg
2.3. Ontwikkeling van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven
2.4. Verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
-
3. Uitgaven Budgettair Kader Zorg
3.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
3.1.1. Algemene doelstelling
3.1.2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
3.1.3. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
3.1.4. Zorgakkoorden
3.2. Wet langdurige zorg (Wlz)
3.2.1. Algemene doelstelling
3.2.2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
3.2.3. Verticale ontwikkeling van de Wlz
3.2.4. Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
3.3. Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en Jeugdwet en overig begrotingsgefinacierd)
-
4. Financiering van de zorguitgaven
4.1. Totaalbeeld
4.2. De financieringssystematiek
4.3. De financiering in 2018
4.3.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
4.3.2. Wet langdurige zorg (Wlz)
4.4. Wat betaalt de gemiddelde burger aan zorg
-
5. Meerjarige ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
5.1. Ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2008–2018
5.2. Horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven 2017–2021
-
6. Verdieping Financieel Beeld Zorg
6.1. Verdieping in de BKZ-deelsectoren
6.1.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
6.1.2. Wet langdurige zorg (Wlz)
6.2. Fiscale regelingen 2016–2018
Wijzigingen in het Financieel Beeld Zorg
Het FBZ in de ontwerpbegroting 2018 heeft ten opzichte van dat in de ontwerpbegroting 2017 de onderstaande veranderingen ondergaan:
– Leeswijzer
In paragraaf 1.1 is een leeswijzer opgenomen waarin uitleg wordt gegeven over de uitgavenkaders. Verder worden het Budgettair Kader Zorg (BKZ), de BKZ-uitgaven en -ontvangsten en de financiering van de zorguitgaven hierin uiteengezet. Vervolgens wordt het onderscheid tussen de premiegefinancierde uitgaven en de begrotingsgefinancierde uitgaven beschreven.
– Factsheet
In paragraaf 1.2 is een factsheet opgenomen waarin de opbouw van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau is weergegeven voor de jaren 2017 t/m 2022.
– Zorgakkoorden
Aangezien voor 2018 bestuurlijke afspraken zijn gemaakt voor verschillende Zvw sectoren (MSZ, ggz, huisartsen- en multidisciplinaire zorg (MDZ), wijkverpleging en paramedische zorg) is hierover in het FBZ een aparte paragraaf (paragraaf 3.1.4) opgenomen.
– Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Sinds 13 januari 2017 is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg van kracht, dat in paragraaf 3.2.4 wordt toegelicht.
– Horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven 2017–2021
In paragraaf 5.2 is de horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven voor de nieuwe kabinetsperiode voor de jaren 2017–2021 opgenomen. Daarnaast is een analyse gemaakt van de historische ontwikkeling van de zorguitgaven over de periode 1996–2021, onderverdeeld in een aantal tijdvakken.
-
– 1996–2005 vóór de introductie van de Zvw;
-
– 2006–2012 vanaf de introductie van de Zvw en vóór de kabinetsperiode Rutte II;
-
– 2012–2017 gedurende de kabinetsperiode Rutte II;
-
– 2017–2021 nieuwe kabinetsperiode.
– Totaal middelen geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz)
In het verdiepingshoofdstuk van de Zvw is in tabel 18A een totaal overzicht van alle ggz-middelen opgenomen. Deze middelen zijn verdeeld over de geneeskundige ggz (Zvw), de intramurale langdurige ggz (Wlz), de jeugd-ggz (Jeugdwet) en beschermd wonen (Wmo). In figuur 12 is de samenstelling van deze middelen grafisch weergegeven.
– Vereenvoudiging budget- en nacalculatieproces voor de Wet langdurige zorg
In het kader van vermindering van administratieve lasten wordt het budget- en nacalculatieproces voor de Wet langdurige zorg (Wlz) met ingang van 2018 vereenvoudigd. Om deze vereenvoudiging mogelijk te maken moet de tariefsoort van zorg in natura (ZIN) in de Wlz gewijzigd worden van vaste naar maximumtarieven. Omdat de Nederlandese Zorgautoriteit (NZa) in de nieuwe systematiek niet meer over de afgesproken prijzen beschikt, ontvangt VWS vanaf 2018 alleen nog het totale omzetplafond in de eerste en tweede contracteringsronde en de totale omzet bij de nacalculatie van de NZa.
Deze wijziging betekent dat bij de afrekening (waarbij de realisatie wordt afgezet tegen de begroting) van de uitgaven in het jaarverslag 2018 van VWS de totale contracteerruimte zorg in natura wordt afgerekend en niet de verschillende deelsectoren (ouderenzorg, gehandicaptenzorg, langdurige ggz, volledig pakket thuis, extramurale zorg en overig binnen contracteerruimte). In de begroting 2018 wordt hierop vooruitlopend in de budgettaire tabellen alleen een totaalreeks voor de zorg in natura opgenomen. Op basis van declaratiegegevens zal in het jaarverslag 2018 nog steeds informatie over de deelsectoren gepresenteerd worden, maar dan als beleidsinformatie.
– Fiscale regelingen 2016–2018
Er is een nieuwe paragraaf (paragraaf 6.2) opgenomen in het FBZ over de fiscale regelingen die betrekken hebben op het beleidsterrein van de zorg.
1.1 Leeswijzer
In deze leeswijzer wordt uitleg gegeven over de uitgavenkaders. Verder worden het Budgettair Kader Zorg (BKZ), de BKZ-uitgaven en -ontvangsten en de financiering van de zorguitgaven uiteengezet. Vervolgens wordt het onderscheid tussen de premiegefinancierde uitgaven en de begrotingsgefinancierde uitgaven beschreven.
Uitgavenkaders
In Nederland stelt het kabinet aan het begin van een kabinetsperiode zowel een uitgaven- als inkomstenkader vast. Het uitgavenkader maakt duidelijk hoeveel het kabinet tijdens de kabinetsperiode jaarlijks mag uitgeven. Het inkomstenkader maakt duidelijk met hoeveel het kabinet tijdens de kabinetsperiode de belastingen en premies per saldo wil verlichten of verzwaren via maatregelen.
Onder het uitgavenkader vallen verschillende categorieën uitgaven, de zogeheten deelkaders. Er zijn drie deelkaders (budgetdisciplinesectoren):
-
– het kader Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng);
-
– het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA);
-
– het Budgettair Kader Zorg (BKZ).
Het Budgettair Kader Zorg (BKZ) en uitgavenbegrippen
Het BKZ is het uitgavenkader (deelkader) waarbinnen de zorguitgaven moeten blijven, in overeenstemming met de afspraken in het Regeerakkoord.
Niet-belastinginkomsten
De eigen betalingen en de eigen bijdragen worden samen gerekend als niet-belastingontvangsten. De totale (bruto) BKZ-uitgaven minus deze niet-belastingontvangsten vormen de netto BKZ-uitgaven.
Kadertoets
De geraamde netto BKZ-uitgaven worden getoetst aan het BKZ.
Deze toets maakt duidelijk of de geraamde netto BKZ-uitgaven binnen het daarvoor gestelde uitgavenkader blijven, of dat er sprake is van overschrijding ervan. Omdat er voor de nieuwe regeerperiode nog geen kaders zijn vastgesteld bevat deze begroting alleen een kadertoets voor het jaar 2017.
Financiering van de zorguitgaven en de sociale fondsen
De collectieve zorguitgaven worden gefinancierd uit premies (nominale Zvw-premie, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en Wlz-premie), belastingmiddelen (rijksbijdragen), vanuit de begroting (rijksbijdrage voor de financiering van de premie voor jongeren onder de 18 jaar, Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK)), de eigen betalingen in de Zvw en de eigen bijdragen in de Wlz. De premie-inkomsten worden gerekend tot de collectieve lasten en tellen daarom mee in de inkomstenindicator van het kabinet. Dit betekent dat iedere verandering in de hoogte van de premies wordt gecompenseerd door lastenverzwaring of lastenverlichting elders.
De Zvw en de Wlz zijn verzekeringen, waar iedere volwassene ingezetene in Nederland verplicht premie voor betaalt en aanspraken aan ontleent. Een deel van de financiering loopt via de sociale fondsen, het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) en het Fonds langdurige zorg (Flz). Deze fondsen maken geen onderdeel uit van de rijksbegroting, maar behoren wel tot de overheid. Veranderingen in de financiële positie van de fondsen hebben daarom invloed op het EMU-saldo. De fondsen worden gevoed met premies die door het kabinet worden vastgesteld (de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de Wlz-premie) en de rijksbijdragen. Ook een eventueel exploitatietekort in het Zvf of Flz kan worden gezien als financiering van de zorguitgaven. Het exploitatiesaldo van de fondsen telt mee in het EMU-saldo en de EMU-schuld van het Rijk. Het Rijk moet hiervoor meer (of minder) lenen.
De nominale ziektekostenpremie wordt niet door het kabinet vastgesteld en wordt rechtstreeks door burgers betaald aan zorgverzekeraars. In de begroting is wel een raming opgenomen van de nominale premie. Het Zvf werkt als een vereveningsfonds voor zorgverzekeraars, dat moet zorgen voor een gelijk speelveld. Uit het Flz worden de aanspraken betaald die burgers en instellingen hebben op grond van de Wlz.
In hoofdstuk 4 van het Financieel Beeld Zorg wordt nader ingegaan op de financiering van de zorguitgaven.
Premiegefinancierde uitgaven (BKZ-uitgaven)
De BKZ-uitgaven zijn opgebouwd uit de geraamde premiegefinancierde uitgaven onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz), en de begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven (Wmo, Jeugdwet en overige uitgaven).
Bij de Wmo- en Jeugdwetuitgaven gaat het om middelen die in het gemeentefonds beschikbaar zijn gesteld voor de zorg en ondersteuning van jeugdigen, ouderen en mensen met beperkingen. Deze uitgaven staan op de begroting van het gemeentefonds van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), maar vallen gedeeltelijk onder het BKZ.
De overige begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven betreffen dat deel van de uitgaven dat verantwoord wordt op de VWS-begroting, maar dat toegerekend wordt aan het BKZ. Tot deze categorie behoren onder meer een deel van de uitgaven aan zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdhulp op Caribisch Nederland, en de subsidieregeling abortusklinieken.
In hoofdstuk 3 van het Financieel Beeld Zorg wordt per financieringsbron nader ingegaan op de aard en bijstellingen van de zorguitgaven.
In het verdiepingshoofdstuk «Verdieping Financieel Beeld Zorg» wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de ontwikkelingen binnen het Budgettair Kader Zorg op het niveau van de deelsectoren binnen de Zvw en de Wlz.
Begrotingsgefinancierde uitgaven (VWS-begroting)
De VWS-begroting bevat uitgaven voor onder meer preventie, jeugdhulp en sport. Ook uitgaven om het zorgstelsel goed te laten functioneren, maar die niet direct zijn te relateren aan de zorgverlening, komen rechtstreeks ten laste van de begroting. Voorbeelden hiervan zijn de exploitatiekosten van de zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s), zoals de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Zorginstituut Nederland. Deze uitgaven worden gerekend tot de budgetdisciplinesector Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng).
1.2 Factsheet
In de onderstaande factsheet wordt de opbouw van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau (uitgesplitst naar Zvw, Wlz en begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven) weergegeven voor de jaren 2017 t/m 2022.
Zvw-uitgaven per sector | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | 5.637 | 5.803 | 5.800 | 5.799 | 5.797 | 5.797 |
Huisartsenzorg | 2.924 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 483 | 495 | 495 | 495 | 495 | 495 |
Tandheelkundige zorg | 753 | 764 | 764 | 764 | 764 | 764 |
Paramedische zorg | 747 | 786 | 785 | 783 | 781 | 781 |
Verloskunde | 240 | 261 | 261 | 261 | 261 | 261 |
Kraamzorg | 309 | 315 | 315 | 315 | 315 | 315 |
Zorg voor zintuiglijk gehandicapten | 181 | 183 | 183 | 183 | 183 | 183 |
Tweedelijnszorg | 23.986 | 24.197 | 24.151 | 24.138 | 24.099 | 24.096 |
Medisch-specialistische zorg | 21.660 | 21.841 | 21.792 | 21.775 | 21.736 | 21.733 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf | 1.055 | 1.065 | 1.065 | 1.065 | 1.065 | 1.065 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 668 | 675 | 675 | 679 | 679 | 679 |
Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 | 54 |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg | 90 | 93 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Overig curatieve zorg | 459 | 469 | 469 | 469 | 469 | 469 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 3.866 | 3.852 | 3.913 | 3.913 | 3.913 | 3.913 |
Genees- en hulpmiddelen | 6.402 | 6.565 | 6.565 | 6.562 | 6.562 | 6.562 |
Geneesmiddelen | 4.854 | 4.969 | 4.968 | 4.966 | 4.966 | 4.966 |
Hulpmiddelen | 1.547 | 1.595 | 1.596 | 1.596 | 1.596 | 1.596 |
Wijkverpleging | 3.525 | 3.778 | 3.782 | 3.790 | 3.788 | 3.784 |
Ziekenvervoer | 707 | 730 | 728 | 728 | 730 | 731 |
Ambulancevervoer | 592 | 611 | 609 | 610 | 611 | 613 |
Overig ziekenvervoer | 115 | 119 | 119 | 119 | 119 | 119 |
Opleidingen | 1.311 | 1.286 | 1.283 | 1.272 | 1.225 | 1.247 |
Grensoverschrijdende zorg | 678 | 677 | 676 | 675 | 674 | 674 |
Nominaal en onverdeeld | 30 | 1.609 | 4.272 | 7.088 | 10.031 | 13.201 |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 46.141 | 48.495 | 51.169 | 53.966 | 56.819 | 60.006 |
Eigen betalingen Zvw | 3.187 | 3.308 | 3.493 | 3.677 | 3.863 | 4.053 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 42.954 | 45.187 | 47.676 | 50.289 | 52.956 | 55.953 |
Wlz-uitgaven per sector | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Zorg in natura binnen contracteerruimte | 17.256 | 18.107 | 18.655 | 19.197 | 19.707 | 20.002 |
Ouderenzorg | 9.188 | 9.840 | 10.378 | 10.947 | 11.459 | 11.754 |
Gehandicaptenzorg | 6.329 | 6.408 | 6.424 | 6.410 | 6.415 | 6.419 |
Langdurige ggz | 551 | 576 | 576 | 575 | 575 | 575 |
Volledig pakket thuis | 441 | 444 | 444 | 438 | 438 | 438 |
Extramurale zorg | 535 | 624 | 618 | 612 | 606 | 600 |
Overig binnen contracteerruimte | 211 | 215 | 215 | 215 | 215 | 215 |
Persoonsgebonden budgetten | 1.998 | 2.156 | 2.156 | 2.157 | 2.159 | 2.160 |
Buiten contracteerruimte | 1.192 | 1.548 | 2.907 | 4.527 | 6.299 | 8.169 |
Kapitaallasten (nacalculatie) | 438 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beheerskosten | 176 | 185 | 176 | 176 | 176 | 176 |
Overig buiten contracteerruimte | 577 | 397 | 475 | 476 | 476 | 476 |
Nominaal en onverdeeld | 1 | 966 | 2.255 | 3.875 | 5.647 | 7.516 |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 20.446 | 21.812 | 23.718 | 25.881 | 28.165 | 30.331 |
Eigen bijdragen Wlz | 1.858 | 1.879 | 1.938 | 2.012 | 2.094 | 2.179 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 18.588 | 19.933 | 21.780 | 23.868 | 26.071 | 28.152 |
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Wmo 2015 en Jeugdwet (gemeentefonds) | 6.777 | 6.888 | 6.872 | 6.877 | 6.943 | 6.940 |
Integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging | 1.336 | 1.350 | 1.350 | 1.360 | 1.412 | 1.412 |
Integratie-uitkering Sociaal domein deel Wmo 2015 | 3.562 | 3.626 | 3.610 | 3.604 | 3.615 | 3.612 |
Jeugdwet | 1.878 | 1.912 | 1.912 | 1.912 | 1.916 | 1.916 |
Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 509 | 549 | 559 | 482 | 487 | 434 |
Bruto begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 7.286 | 7.437 | 7.430 | 7.359 | 7.430 | 7.374 |
Totaal BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Bruto BKZ-uitgaven | 73.873 | 77.744 | 82.317 | 87.206 | 92.414 | 97.711 |
Ontvangsten | 5.045 | 5.187 | 5.430 | 5.689 | 5.957 | 6.232 |
Netto BKZ-uitgaven | 68.828 | 72.557 | 76.887 | 81.517 | 86.457 | 91.478 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.