Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2. Woonomgeving en bouw

A Algemene doelstelling

Het stimuleren van burgers, decentrale overheden, instellingen en bedrijven tot het realiseren van een goede kwaliteit van woningen, gebouwen en andere bouwwerken. Belangrijke aspecten daarbij zijn de veiligheid en gezondheid van gebouwen, alsmede het streven om energie te besparen, waarmee tevens de woonlasten kunnen worden beperkt. Het bevorderen van de woningbouw waarbij aanbod vraaggericht tot stand komt, zodat dit veel meer gaat aansluiten bij de woonwensen van mensen. Het stimuleren van burgers en andere partijen om de leefbaarheid in steden en dorpen te bevorderen.

B Rol en verantwoordelijkheid

Op basis van de Woningwet (hoofdstuk V) is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verantwoordelijk voor woningbouw. Deze verantwoordelijkheid omvat de zorg voor voldoende omvang, kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door innovatie te bevorderen, belemmeringen weg te nemen en mededinging te versterken, waardoor meer ruimte ontstaat voor woningbouw op die plekken waar de behoefte het grootst is. Hieronder valt ook het voorzien in de behoefte aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO) en meegroei-, mantel- en meergeneratiewoningen.

Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en is hij stelselverantwoordelijk om hiermee de bouwkwaliteit te borgen door middel van regisseren en doen uitvoeren.

Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord voor duurzame groei waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies en «zachte» leningen) en monitoring.

Op basis van de Woningwet (artikel 80a) draagt de Minister van BZK zorg voor de bevordering en ondersteuning van stedelijke vernieuwing. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten en vervolgens bij de provincie, in samenwerking met maatschappelijke organisaties, bedrijven en bewoners. De zorg van de Minister van BZK geldt met name voor het ondersteunen van partijen bij de versterking van de leefbaarheid in de stedelijke gebieden en krimp- en anticipeergebieden door onder meer verbetering van de woonomgeving en voorzieningen, veiligheid en economisch draagvlak. Belangrijke instrumenten van de Minister van BZK hiertoe zijn: het aanpassen van belemmerende wet- en regelgeving, advisering, kennisoverdracht, monitoring van resultaten en het aanspreken van medeverantwoordelijke departementen, met het oog op een integrale (gebiedsgerichte) aanpak.

Op basis van de Huisvestingswet stimuleert de Minister van BZK de huisvesting van bijzondere aandachtsgroepen.

Op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (artikel 5) kan de Minister van BZK op aanvraag van de gemeenteraad wooncomplexen, straten of gebieden aanwijzen waarin aan woningzoekende huurders eisen kunnen worden gesteld of voorrang wordt verleend. Het gaat hierbij om kwetsbare gebieden waar de leefbaarheid zwaar onder druk staat en waar sprake is van een opeenstapeling van problemen op sociaal, fysiek, economisch en veiligheidsterrein. Notoire overlast en criminaliteit kunnen ook een reden zijn voor gebiedsaanwijzing en selectieve woningtoewijzing.

Op basis van de Wet aanpak woonoverlast is de Minister van BZK stelselverantwoordelijk om hiermee gemeenten de mogelijkheid te bieden ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden tegen te gaan door middel van het opleggen van een gedragsaanwijzing.

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II 2010– 2011 32 660, nr. 17) staat dat de nieuwbouwprogrammering grotendeels wordt overgelaten aan provincies en gemeenten. In de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad maken de bestaande verstedelijkingsafspraken onderdeel uit van de integrale aanpak voor deze gebieden.

C Beleidswijzigingen

Verenigingen van eigenaars (VvE’s) zijn conform de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Staatsblad 2017, 241) met ingang van 1 januari 2018 verplicht om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw. De hoogte van het jaarlijks te reserveren bedrag wordt vastgesteld op basis van een meerjarig onderhoudsplan of is minstens 0,5% van de herbouwwaarde van het gebouw. Alleen als minstens 80% van de eigenaren akkoord is, kunnen zij afzien van storting van de gelden in het reservefonds. Dit is vooral van belang voor VvE’s die goed functioneren door alternatieve afspraken zoals bankgaranties. De wet stimuleert verbetering en verduurzaming van gebouwen die in beheer zijn van VvE’s. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de energiebesparingsdoelen uit het Energieakkoord voor duurzame groei. De wet verduidelijkt verder de mogelijkheid voor VvE’s om een lening aan te gaan en verbetert de regels over de hoofdelijke aansprakelijkheid.

Het kabinet beoogt een sterkere positie van de consument als opdrachtgever in de bouw, door in het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken II 2015–2016, 34 453, nr. 2) de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering van het bouwwerk te vergroten. Daarnaast wordt in dit wetsvoorstel de bouwplantoets door de gemeente voor nieuwbouw vervangen door toetsing van de kwaliteit van het gerede bouwwerk door een onafhankelijke private kwaliteitsborger. Naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 4 juli 2017 wordt bezien hoe aan nog levende zorgpunten ten aanzien van het wetsvoorstel tegemoet kan worden gekomen.

In 2016 zijn de partijen in het Energieakkoord voor duurzame groei overeengekomen dat er met het oog op de energiebesparingsdoelen een verplichting wordt ingevoerd tot realiseren van label C in de kantorenmarkt. Op basis daarvan is wetgeving in voorbereiding waarin is vastgelegd dat vanaf 2023 kantoren met een oppervlakte van 100m2 of meer, met uitzondering van monumentale panden en enkele andere categorieën, alleen nog gebruikt mogen worden als zij minstens energielabel C hebben (Kamerstukken II 2016–2017 30 196, nr. 485). In voorbereiding op de verplichting voert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in 2018 in opdracht van het Ministerie van BZK communicatieactiviteiten uit richting doelgroep en intermediaire partijen.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Art.nr.

Verplichtingen:

149.371

397.044

52.486

22.886

19.831

20.520

20.045

                 
 

Uitgaven:

82.607

176.054

247.486

222.886

19.831

20.520

20.045

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

99%

       
                 

2.1

Energie en bouwkwaliteit

54.497

81.255

233.924

212.311

10.186

10.675

10.550

 

Subsidies

51.934

75.001

221.298

202.858

2.487

2.612

2.487

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

8.270

4.438

1.467

1.237

1.236

1.361

1.236

 

Beleidsprogramma Bouwregelgeving

1.298

2.081

1.251

1.251

1.251

1.251

1.251

 

Energiebesparing Koopsector

7.169

47.762

21.817

0

0

0

0

 

Energiebesparing Huursector

0

0

196.763

200.370

0

0

0

 

FES IAGO

197

720

0

0

0

0

0

 

Fonds duurzaam funderingsherstel

0

20.000

0

0

0

0

0

 

Revolverend fonds EGO

35.000

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

1.663

3.294

2.700

2.680

2.681

2.731

2.731

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

973

1.485

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

 

Beleidsprogramma bouwregelgeving

690

1.809

1.600

1.580

1.581

1.631

1.631

 

Bijdrage aan agentschappen

900

2.739

8.860

5.570

3.965

4.479

4.479

 

Dienst Publiek en Communicatie

900

820

620

60

0

0

0

 

Diverse Agentschappen

0

0

1.100

0

0

0

0

 

ILT Handhaving Energielabel

0

0

500

500

500

500

500

 

ILT Toezicht EU-Bouwregelgeving

0

51

51

51

51

51

51

 

RVO Uitvoering Energieakkoord

0

1.868

6.589

4.959

3.414

3.928

3.928

 

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

0

0

650

650

500

300

300

 

Toelatingsorganisatie

0

0

650

650

500

300

300

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

0

221

416

553

553

553

553

 

Economische Zaken (beleidsprogramma Energiebesparing)

0

25

225

225

225

225

225

 

Infrastructuur en Milieu (omgevingsloket)

0

196

191

328

328

328

328

                 

2.2

Woningbouwproductie

25.029

18.354

11.054

7.600

7.421

7.418

7.418

 

Subsidies

641

400

300

100

100

100

100

 

Beleidsprogramma Woningbouw

641

400

300

100

100

100

100

 

Opdrachten

400

776

1.273

1.373

1.373

1.373

1.373

 

Beleidsprogramma Woningbouw

400

776

1.273

1.373

1.373

1.373

1.373

 

Bijdrage aan agentschappen

23.988

17.178

9.481

6.127

5.948

5.945

5.945

 

RVO Beleidsprogramma Woningbouw

23.988

17.178

9.481

6.127

5.948

5.945

5.945

                 

2.3

Kwaliteit woonomgeving

2.994

2.868

2.094

2.561

2.224

2.427

2.077

 

Subsidies

2.035

1.247

812

812

812

814

814

 

Beleidsprogramma woonomgeving

2.035

1.247

812

812

812

814

814

 

Opdrachten

959

1.236

1.282

1.749

1.412

1.613

1.263

 

Beleidsprogramma woonomgeving

959

1.236

1.282

1.749

1.412

1.613

1.263

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

385

0

0

0

0

0

 

Beleidsprogramma woonomgeving

0

385

0

0

0

0

0

                 

2.4

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

87

73.577

414

414

0

0

0

 

Leningen

0

72.800

0

0

0

0

0

 

Revolverend Fonds Energiebesparing verhuurders

0

72.800

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

87

777

414

414

0

0

0

 

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

87

777

414

414

0

0

0

                 
 

Ontvangsten:

912

91

91

91

91

91

91

D2 Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget van artikel 2 is 99% juridisch verplicht.

Subsidies

De subsidies voor de beleidsprogramma’s Energiebesparing, Bouwregelgeving, Woningbouw en Woonomgeving zijn voor het begrotingsjaar voor 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

De opdrachten zijn voor 70% juridisch verplicht.

In 2017 zullen opdrachten worden verleend die deels in 2017 en deels in 2018 tot uitbetaling zullen komen. Daarnaast zijn er meerdere onderwerpen die wettelijk en bestuurlijk gecommitteerd zijn.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdragen aan agentschappen zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een agentschapsbijdrage aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

De bijdrage aan ZBO’s/RWT’s zijn voor 77% juridisch verplicht.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken is 100% juridisch verplicht.

E Toelichting op de instrumenten

2.1 Energie en bouwkwaliteit

Subsidies

Beleidsprogramma Energiebesparing

In 2018 zet het Ministerie van BZK samen met de andere partijen uit het Energieakkoord de activiteiten voort ter uitvoering van de afspraken voor energiebesparing in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord voor duurzame groei. In dat verband verstrekt het Ministerie van BZK subsidies aan enkele partijen voor communicatieactiviteiten om energiebesparing in koop- en huurwoningen te stimuleren.

Beleidsprogramma Bouwregelgeving

In 2018 zet het Ministerie van BZK zich in overleg met consumenten- en bouwpartijen verder in om de vraaggerichtheid in de bouwsector en de positie van de bouwconsument te versterken door middel van private instrumenten zoals een consumentendossier en een benchmarkingsysteem. In dit kader worden subsidies verstrekt aan enkele partijen. Verder worden enkele subsidies verstrekt met het oog op de communicatie rond de inwerkingtreding van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Staatsblad 2017, 241). Volgens deze wet zijn verenigingen van eigenaars met ingang van 1 januari 2018 verplicht om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw.

Energiebesparing Koopsector

Van het totale bedrag van € 100 mln. in het kader van het Belastingplan 2016 voor energiebesparing in de koopsector zet het Ministerie van BZK in 2018 € 21,1 mln. in. Dit bedrag is enerzijds voor subsidie ten behoeve van verenigingen van eigenaars die energiebesparende maatregelen treffen en anderzijds voor gemeenten om samen met bedrijven en andere partijen woningeigenaren ertoe te stimuleren hun woningen energetisch te verbeteren.

De subsidie draagt bij aan het doel om de verduurzaming van de particuliere woningvoorraad op te schalen en te versnellen met energieneutraliteit (inclusief Nul op de Meter) voor de lange termijn als uitgangspunt (Kamerstukken II 2016–2017 30 196, nr. 477). Dit gebeurt daarnaast ook met een innovatieve aanpak van regionale coalities van gemeenten, bedrijven en andere stakeholders, waarbij de gemeenten de trekker zijn. De coalities bieden een aantrekkelijk totaalaanbod van bij de coalitie aangesloten bedrijven en geven informatie over de beschikbare financieringsfaciliteiten, waaronder extra hypotheekruimte, de Energiebespaarlening van het Nationaal Energiebespaarfonds, nationale en lokale subsidieregelingen.

Energiebesparing Huursector

In 2018 zet RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK de uitvoering voort van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector voor investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen. De regeling loopt tot en met 2018. De subsidies worden uitbetaald in 2018–2019.

Opdrachten

Beleidsprogramma Energiebesparing

In 2018 worden de activiteiten voortgezet ter uitvoering van de afspraken voor energiebesparing in de gebouwde omgeving uit het in 2013 gesloten Energieakkoord voor duurzame groei. In dat verband verstrekt het Ministerie van BZK diverse onderzoeksopdrachten, in het kader van de energietransitie van de gebouwde omgeving – transitiepad lage-temperatuurwarmte.

Beleidsprogramma Bouwregelgeving

Vanuit de verantwoordelijkheid van de Minister van BZK voor een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving op grond van de Woningwet in afstemming met de Europese regelgeving en normen ondersteunt het Ministerie van BZK ook in 2018 de werkzaamheden van NEN (Nederlands Normalisatie-instituut), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften financieel.

In 2018 wordt de uitvoering van de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» voortgezet en worden waar nodig wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 aangebracht.

In het kader van de implementatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (New York, 13-12-2006) wordt met betrokken organisaties gewerkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid van de gebouwde omgeving. Ook wordt met organisaties overlegd om de bruikbaarheid en een voldoende mate van brandveiligheid van de gebouwde omgeving te borgen en te stimuleren. In 2018 wordt ook verder gewerkt aan het integreren van de bouwparagraaf van de Woningwet inclusief het Bouwbesluit 2012 in de Omgevingswet.

In 2018 worden diverse werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing van het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken II 2015–2016 34 453, nr. 2) naar aanleiding van de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 4 juli 2017.

In 2018 geeft het Ministerie van BZK nadere invulling aan de onderdelen van de dan naar verwachting herziene Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD, 2010/31/EU) en samen met de Ministeries van Economische Zaken (EZ) en Infrastructuur en Milieu (IenM) aan het eerste Integrale Nationale Energie- en Klimaatplan voor de periode 2021–2030.

Mede met het oog op het feit dat vanaf 1 januari 2021 alle nieuwe gebouwen in Nederland bijna energieneutraal moeten zijn, op basis van de EPBD, ontwikkelt NEN in opdracht van het Ministerie van BZK een nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen (Kamerstukken II 2014–2015 30 196, nr. 352). Uiterlijk medio 2018 dient de nieuwe bepalingsmethode operationeel te zijn voor het overgrote deel van de nieuwbouw.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie

Deze middelen worden ingezet voor het campagnemanagement voor de activerende voorlichtingscampagne «Energie besparen doe je nu» (www.energiebesparendoejenu.nl) door de Dienst Publiek en Communicatie, een agentschap van het Ministerie van Algemene Zaken. Dit is een campagne van de rijksoverheid om meer woningen energiezuinig te maken. De campagne richt zich op particuliere woningeigenaren en VvE’s met een woning met label C of «slechter» die wel maatregelen overwegen, maar deze nog niet hebben genomen. Hoofddoel is de barrières voor energiebesparing te verlagen en de urgentie te verhogen.

Diverse agentschappen

Deze bijdragen zijn bedoeld voor de uitvoering van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis, door RVO.nl, specifiek de verlening van subsidie voor energiebesparende maatregelen door VvE’s, en voor bovengenoemde voorlichtingscampagne.

ILT Handhaving Energielabel

In 2018 zet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

ILT Toezicht EU-Bouwregelgeving

In 2018 voert de ILT toezicht en handhaving uit op de naleving van de Europese Verordening bouwproducten.

RVO Uitvoering Energieakkoord

RVO.nl zorgt in opdracht van het Ministerie van BZK ter uitvoering van afspraken uit het Energieakkoord voor duurzame groei ook in 2018 voor beheer en onderhoud van het systeem voor verkrijging van een definitief energielabel voor woningen op basis van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen. Het systeem wordt voortgaand gemonitord, waarbij de effecten van handhaving worden betrokken. De webtool voor verkrijging van het label wordt waar nodig verbeterd en aangepast op basis van actuele ontwikkelingen. RVO.nl beheert ook de energielabeldatabase.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Toelatingsorganisatie

Het Ministerie van BZK verstrekt een bijdrage voor de toelatingsorganisatie in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging voor het bouwen (zie ook onder Beleidsprogramma Bouwregelgeving).

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Economische Zaken (beleidsprogramma Energiebesparing)

Dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken voor onderzoekswerkzaamheden van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Dit onderzoek (NEV) is nodig om de voortgang van de maatregelen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving in het kader van het Energieakkoord voor duurzame groei te monitoren.

Infrastructuur en Milieu (omgevingsloket)

Dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ten behoeve van het Omgevingsloket online, waarbij particulieren en bedrijven een omgevingsvergunning kunnen aanvragen, een vergunningcheck en een melding kunnen doen.

2.2 Woningbouwproductie

Subsidies

Beleidsprogramma Woningbouw

Ook in 2018 verstrekt het Ministerie van BZK aan een aantal partijen subsidie ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid door middel van communicatieactiviteiten en het verspreiden van goede voorbeelden en innovaties.

Opdrachten

Beleidsprogramma Woningbouw

Om belemmeringen in de woningproductie en transformatie zoveel mogelijk weg te nemen, zet het Ministerie van BZK de expertteams Versnellen, Transformatie en Eigenbouw in. Uit de in 2016 uitgevoerde beleidsdoorlichting voor begrotingsartikel 2.2 (Kamerstukken II 2016–2017 34 120, nr. 10) is te concluderen dat – alhoewel de doelmatigheid lastig is te meten vanwege het ontbreken van kwantitatieve doelen – de drie teams effectief zijn.

Het Expertteam Versnellen helpt gemeenten en provincies regeldruk te verminderen en te werken in de geest van de nieuwe Omgevingswet, en ondersteunt de bouwsector om vastgelopen bouwprojecten samen met gemeenten en provincies vlot te trekken.

Het Expertteam Transformatie ondersteunt gemeenten en andere partijen die aan de slag willen met het transformeren van leegstaand vastgoed naar woonruimte. Daarbij komt in toenemende mate het gezamenlijk aanpakken van de problematiek van meerdere leegstaande panden in beeld door gebiedsgewijze transformatie. Het Expertteam Planschade adviseert over het vermijden van planschade bij voorgenomen bestemmingswijzigingen.

Het Expertteam Eigenbouw helpt gemeenten bij de opzet en uitwerking van beleid en projecten. Het expertteam ontwikkelt daarnaast pilotprojecten die aansluiten op nieuwe regelgeving en/of doelgroepen: wooncoöperaties, kleine huishoudens, afstemmen van vraag en aanbod van bouwkavels. De Expertteams Transformatie en Eigenbouw werken gezamenlijk aan nieuwe zelfbouwbouwjecten in utiliteitspanden.

Bijdrage aan agentschappen

RVO Beleidsprogramma Woningbouw

De op dit instrument opgenomen middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2018 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving, woningbouw en kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen over de hele breedte van het wonen- en bouwenbeleid.

In het kader van de jaaropdracht voert RVO.nl als een van de vele werkzaamheden communicatieactiviteiten uit richting kantooreigenaren en intermediaire partijen in het vooruitzicht van de verplichting dat vanaf 2023 kantoren met een oppervlakte van 100m2 of meer, met uitzondering van monumentale panden en enkele andere categorieën, alleen nog gebruikt mogen worden als zij minstens energielabel C hebben (Kamerstukken II 2016–2017 30 196, nr. 485).

2.3 Kwaliteit woonomgeving

Subsidies

Beleidsprogramma woonomgeving

Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) ontvangt in 2018 een subsidie voor het in algemene zin bevorderen van bewonersparticipatie.

Ook de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK) ontvangt in 2018 eenzelfde subsidie. Deze subsidie is gericht op activiteiten met als oogmerk het versterken van de zelforganisatie en burgerbetrokkenheid in dorpskernen.

Opdrachten

Beleidsprogramma woonomgeving

Aanpak overlast

In 2018 zullen gemeenten verder worden ondersteund bij de inzet van het instrumentarium op grond van de Woningwet, en de inzet en implementatie van de Wet aanpak woonoverlast.

Ingezet zal worden op o.a. kennis- en leertrajecten waarbij gemeenten onderling ervaringen uit kunnen wisselen en kennis kunnen opdoen. Tevens worden gemeenten ondersteund bij de voorbereiding van de aanvragen ten behoeve van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (bijv. woningzoekende screenen op overlastgevend en crimineel gedrag).

Maatschappelijke weerbaarheid en onbehagen

Om de kennisontwikkeling en -verspreiding op het terrein van «maatschappelijke weerbaarheid en onbehagen» te vergroten, wordt een kenniswerkplaats opgezet, gericht op de lokale praktijk. Ook worden pilots uitgevoerd bij en in samenwerking met een aantal gemeenten.

Ook wordt in 2018 het «Netwerk Weerbaar Bestuur» verder vormgegeven ter vergroting van de weerbaarheid van bestuurders en ambtenaren. Tevens wordt samen met gemeenten gewerkt aan de verbetering van het handelingsperspectief voor het bestrijden van de ondermijning van de democratische rechtsstaat vanuit antidemocratische groeperingen en ideologieën.

Informatie-uitwisseling en privacy

In de praktijk ervaren gemeenten knelpunten in de omgang met de wettelijke kaders voor de zorgvuldige omgang met persoonsgegevens. Om de privacy van burgers te beschermen, wordt ook in 2018 ingezet langs twee lijnen: versterken van de wettelijke kaders en versterken van de professionele kwaliteit van gemeenten in de omgang met deze kaders. Tevens wordt in 2018 verder uitvoering gegeven aan de City Deal «Zicht op ondermijning».

Programma Bevolkingsdaling

In 2018 blijft het Ministerie van BZK de samenwerking tussen rijksoverheid, provincies en gemeenten ondersteunen in het oplossen van knelpunten als gevolg van bevolkingsdaling, vergrijzing en ontgroening. De opgestelde samenwerkingsagenda’s uit het actieplan Bevolkingsdaling zijn hierbij leidend (Kamerstukken II 2015–2016 31 757, nr. 89). Deze hebben een looptijd tot en met 2019. Daar waar krimp- en anticipeerregio’s kansen zien voor versnelling van regionale krimpagenda’s, neemt het Ministerie van BZK het initiatief om de samenwerking met mede-overheden en maatschappelijke partners te intensiveren. Ondersteuning op het gebied van samenwerkend bestuur, regionale experimenten, kennis en expertise blijft hierbij van belang. Het Rijk geeft helderheid over wet- en regelgeving en zal bij belemmerende wet- en regelgeving naar mogelijke oplossingen zoeken.

Nationaal Programma Rotterdam-Zuid

Het samenwerkingsverband Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) tussen de rijksoverheid, de gemeente Rotterdam, de in Rotterdam-Zuid werkzame woningcorporaties (Havensteder, Woonstad, Vestia en Woonbron), en op Zuid aanwezige scholen, zorginstellingen en bedrijfsleven heeft de ambitie om Rotterdam-Zuid op een gemiddeld stedelijk niveau te brengen. Het programma investeert hiertoe onder meer in de kwetsbare woningvoorraad, extra mogelijkheden in de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, carrière startgaranties, verlengde schooltijden en het verminderen van de afstand tot de arbeidsmarkt van kwetsbare groepen. Het NPRZ uitvoeringsplan 2015–2018 vormt hierbij het kader.

2.4 Revolverend Fonds Energiebesparing verhuurders

Bijdrage aan agentschappen

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

Dit betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor het revolverende Fonds energiebesparing verhuurders. Vanuit dit fonds worden laagrentende leningen verstrekt voor renovatie van woningen in de huursector onder en boven de liberalisatiegrens met een zeer hoge energiebesparingsambitie zoals Nul op de Meter.

Ontvangsten

Het betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er één fiscale regeling die betrekking heeft op het terrein van woonomgeving en bouw. Het betreft de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor stedelijke herstructurering. De Staatssecretaris van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en een programmering van evaluaties voor toekomstige jaren wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de Fiscale regelingen».

Licence