Algemene doelstelling
IenW zet zich in de internationale arena in voor een klimaatbestendige en duurzame infrastructuur en leefomgeving. Zo heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals/ SDG’s), waardoor de Nederlandse innovaties en kennis ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet voor het realiseren van die doelen. Daarbij zet IenW voor het agenderen van onderzoek en beleid, de ontwikkeling van internationale beleidsinstrumenten, uitwisseling van kennis en expertise, het creëren van draagvlak en het versterken van marktkansen voor Nederlandse IenW sectoren, gericht in op internationale samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen om de klimaatweerbaarheid, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie in binnen- en buitenland te versterken.
Regisseren
Rollen en verantwoordelijkheden
De Minister van IenW regisseert de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid. Meer specifiek is de Minister van IenW verantwoordelijk voor:
-
• De uitvoering van de voor IenW relevante SDG's uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de verantwoording aan de Tweede Kamer daarover.
-
• De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daartoe horen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad, de UNECE, de OESO, OESO-ITF en UN Environment.
-
• Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema's.
De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satellietnavigatie en de IenW inzet op het gebruik satelliet-data en satelliet-navigatie. Het internationale IenW beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld. De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert het internationale beleid ten behoeve van geïntegreerde besluitvorming door het Kabinet. De Minister van BHOS coördineert de Nederlandse inzet op de SDG’s.
Stimuleren
De Minister van IenW ontplooit ook diverse activiteiten om de nationale doelen van de transities naar een circulaire economie, een klimaatbestendige inrichting van de leefomgeving en duurzame mobiliteit te versterken door verbinding met internationale activiteiten.
-
• Het onderhouden van een netwerk met lidstaten, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties. Dit netwerk is cruciaal om tijdig (nieuwe) internationale ontwikkelingen te signaleren die van invloed (kunnen) zijn op de IenW-terreinen en het ontwikkelen van een visie en strategie voor de internationale beleidsinzet.
-
• Voor ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen.
-
• Gerichte financiële ondersteuning van het werk van (inter)nationale organisaties die zich inzetten voor de bevordering van internationale samenwerking en overdracht/uitwisseling van kennis.
-
• Ten slotte zet IenW samen met andere deelnemende staten en actoren in op het bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen, zoals het Global Partnership for Marine Litter en de Climate and Clean Air Coalition.
(Doen) Uitvoeren
IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De opdracht verlening en de bijbehorende budgetten aan het RIVM en de RVO worden binnen IenW op één plaats verantwoord en centraal gecoördineerd. Doel hiervan is het verbeteren van overzicht op en flexibiliteit binnen de totale opdracht, kwaliteitsverbetering van het hele opdrachtproces (goed opdrachtgeverschap) en terugdringen van de administratieve lasten.
De Minister laat onder meer de volgende werkzaamheden uitvoeren:
-
• Uitvoering van subsidieregelingen en -programma’s en beleidsondersteunende werkzaamheden (zoals beleidsadviezen) door de RVO.
-
• Het RIVM voert als kennisinstituut op het gebied van milieuproblematiek beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit. Daarnaast ondersteunt het RIVM het milieubeleid bij een groot aantal (vaak wettelijk vastgelegde) reguliere taken, zoals monitoring- en rapportageverplichtingen en stoffenbeoordelingen.
Indicatoren en Kengetallen
De IenW ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met de internationale arena alleen maar effectief worden gerealiseerd in internationaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk.
Beleidswijzigingen
De belangrijkste wijzigingen op het terrein van internationaal beleid worden beschreven in de beleidsagenda.
Budgettaire gevolgen van beleid
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – 51.003 | 57.235 | 44.302 | 45.658 | 45.755 | 45.114 | 44.966 | |
Uitgaven: | 70.475 | 55.413 | 46.164 | 46.467 | 46.672 | 45.205 | 44.857 | |
Waarvan juridisch verplicht | 94% | |||||||
19.011 | Tegengaan klimaatverandering | 17.676 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 67 |
19.01.01 | Opdrachten | 3.401 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19.01.02 | Subsidies | 2.613 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19.01.03 | Bijdrage aan agentschappen | 11.662 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 67 |
– waarvan bijdrage aan KNMI | 424 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– waarvan bijdrage aan NEa | 8.127 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– waarvan bijdrage aan RWS | 3.111 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 67 | |
19.02 | Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking | 52.799 | 55.413 | 46.164 | 46.467 | 46.672 | 45.205 | 44.790 |
19.02.01 | Opdrachten | 2.647 | 7.413 | 6.234 | 7.495 | 8.636 | 7.150 | 6.723 |
– Uitvoering CDM | 47 | 43 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– RIVM | ||||||||
– RVO | ||||||||
– Interreg | 0 | 546 | 277 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
– Overige opdrachten | 2.600 | 6.824 | 5.957 | 7.251 | 8.392 | 6.906 | 6.479 | |
19.02.02 | Subsidies | 650 | 839 | 967 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Interreg | 650 | 839 | 967 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
19.02.03 | Bijdrage aan agentschappen | 46.008 | 44.581 | 36.569 | 36.578 | 35.642 | 35.661 | 35.673 |
– waarvan bijdrage aan RIVM | 34.755 | 32.162 | 27.274 | 27.284 | 27.257 | 27.275 | 27.287 | |
– waarvan bijdrage aan RVO | 11.003 | 12.086 | 9.090 | 9.089 | 8.284 | 8.285 | 8.285 | |
– waarvan bijdrage aan RWS | 250 | 333 | 205 | 205 | 101 | 101 | 101 | |
19.02.05 | Bijdragen aan internationale organisaties | 3.493 | 2.580 | 2.394 | 2.394 | 2.394 | 2.394 | 2.394 |
Ontvangsten | 198.796 | 431 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking
Budgetflexibiliteit
De financiering van de in voorgaande jaren aangegane verplichtingen in het kader van de uitvoering van de opdrachten aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en RIVM zijn juridisch verplicht. Deze bijdragen hebben een structureel karakter.
Ook de bijdrage aan de doorontwikkeling van het satellietinstrument TROPOMI is meerjarig juridisch verplicht.
De bijdrage aan internationale organisaties is grotendeels juridisch verplicht. Het betreft hier uitgaven op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken. Deels zijn deze structureel van aard.
Het niet-juridisch verplichte deel van dit artikel wordt aangewend voor opdrachten die worden verstrekt voor wetenschappelijk (inter)nationaal onderzoek, onderzoekprogramma’s en toekenningen aan (inter)nationale organisaties die een bijdrage leveren aan de internationale beleidsdoelstellingen op het gebied van milieu- en ruimtevaartbeleid.
19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking
Toelichting op de financiële instrumenten
19.02.01 Opdrachten
Interreg
Interreg is een Europese subsidieregeling waarin partijen uit meerdere landen samenwerken op het terrein van innovatie, duurzaamheid, bereikbaarheid en regionale gebiedsontwikkeling. Met de beschikbare middelen wordt de Nederlandse bijdrage voor de kosten van de internationale uitvoering en de uitvoering in Nederland (waaronder inbegrepen de stimulering van de deelname door Nederlandse partners) gefinancierd. Hiermee wordt de deelname van Nederlandse organisaties aan de transnationale en interregionale programma’s van Interreg bevorderd. De stimulering via de Interreg-subsidieregelingen is hieronder bij 19.02.02 vermeld.
Overige opdrachten
Het Ministerie van IenW verstrekt aan nationale en internationale wetenschappelijke en adviserende instellingen opdrachten, onder andere op het gebied van ruimtedata, satellietdata en infrastructuur waaronder de doorontwikkeling van het satelliet instrument TROPOMI en het beheer van de Publieke Dienst Galileo. Ook worden de middelen aangewend voor het in Europees verband uitwerken van de Sustainable Development Goals, activiteiten in het kader van internationale diplomatie, waaronder het uitvoeren van bedrijfsleven missies, en het ondersteunen en faciliteren van delegaties bij internationale bijeenkomsten.
19.02.02 Subsidies
Interreg
Dit betreft uitgaven in het kader van subsidieregelingen ter stimulering van deelname door Nederlandse partners aan de Europese Interreg-subsidieprogramma’s Europe, North West Europe en North Sea Region. Via de PSR-regeling (Projectstimuleringsregeling Interreg V; Stcrt. 2015, 10986) worden subsidies verstrekt in de voorbereiding en indiening van Interreg-projectvoorstellen. Via de Cofinancieringsregeling (Stcrt. 2015, 30863) kunnen partners een bijdrage krijgen in hun aandeel in de projectkosten.
19.02.03 Bijdragen aan agentschappen
RIVM en RVO
IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan externe uitvoeringsorganisaties, zoals aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (uitvoering van subsidieregelingen en ander beleidsondersteunende werkzaamheden) en aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (uitvoering van wettelijke taken en beleid onderbouwend onderzoek).
RWS
Dit betreft de bijdrage voor de capaciteitsinzet in het kader van de uitvoering van de Antarcticaregelgeving en enkele ondersteunende activiteiten in het kader van het internationale beleid van IenW.
19.02.05 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het Ministerie van IenW kent op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken financiële bijdragen toe aan (inter-)nationale organisaties. Dat is nodig om de kosten te dekken van de doorlopende ontwikkeling van het desbetreffende verdrag of de organisatie.
In onderstaande tabel zijn de verwachte bijdragen en contributies voor 2019 vermeld.
United Nations Environment Programme (UNEP) | 615 |
VNECE CLRTAP-verdrag (grensoverschrijdende luchtverontreiniging) | 83 |
VNECE CLRTAP Coordination Centre for Effects | 90 |
VNECE PRTR-verdrag (emissieregisters) | 20 |
Verdrag van Rotterdam (melding vooraf export chemicaliën) | 50 |
Verdrag van Stockholm (persistente organische stoffen) | 95 |
Verdrag van Bazel (overbrenging gevaarlijk afval) | 95 |
OESO Programme on Chemical Accidents (voorkomen en bestrijden van gevolgen van chemische ongelukken) | 35 |
Cartagenaprotocol (verdrag over veiligheid van grensoverschrijdend vervoer van levende ggo's) | 50 |
VNECE Aarhus-verdrag (toegang tot informatie, besluitvorming en rechter) | 45 |
VNECE Helsinki-verdrag (bescherming tegen industriële ongevallen) | 30 |
VN Minamata-verdrag (regulering kwik emissies) | 100 |
China Council (adviesraad voor duurzame ontwikkeling) | 100 |
Control of Chemicals (OESO) (veiligheid van chemische producten) | 20 |
International Transport Forum (ontwikkelingen op vervoersgebied) | 178 |
Totaal | 1.606 |
Tevens worden de middelen ingezet voor het verstrekken van incidentele en vrijwillige bijdragen aan (inter)nationale organisaties voor activiteiten die het internationaal milieubeleid van het Ministerie van IenW ondersteunen.