Artikel
Algemene doelstelling
De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en stimuleert hen het werk te hervatten. De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van zwangerschap.
De overheid vindt dat mensen die ziek worden en waarbij de loonbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever niet van toepassing is, ook verzekerd moeten zijn van een tijdelijk loonvervangend inkomen. Zij kunnen het verlies aan inkomen daarom voor een periode van twee jaar, gelijk aan de periode van de loonbetalingsverplichting, opvangen met een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Door middel van verzuimbegeleiding en re-integratie stimuleert de overheid deze (gewezen) werknemers om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.
Ook tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof voorziet de overheid in een tijdelijk loonvervangend inkomen. Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) komen zwangere werknemers en zelfstandigen in aanmerking voor een uitkering.
Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose door blootstelling aan asbest, kunnen van de overheid een tegemoetkoming of een voorschot op een schadevergoeding ontvangen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS).
Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering op grond van de Ziekteverzekering (ZV).
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
-
• De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
-
• De vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
-
• De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door het UWV en de SVB;
-
• De organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Wet transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid
Beleidswijzigingen
Deze wet compenseert werkgevers vanaf 1 april 2020 voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 juli 2015.
Middelen MKB
Om te bevorderen dat het MKB weer meer personeel in (vaste) dienst durft te nemen wordt de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding van enkele scherpen randen ontdaan. Zo is er in het regeerakkoord geld gereserveerd om de transitievergoeding voor kleine werkgevers te compenseren wanneer ontslag als gevolg van bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of ziekte. Deze regeling komt bovenop de reeds aangenomen wet waarin de transitievergoeding gecompenseerd kan worden indien een werknemer wordt ontslagen na 2 jaar ziekte.
Wijziging Wet arbeid en zorg
Per 1 januari 2019 wijzigt de Wet arbeid en zorg op twee onderdelen. Het pleegzorg- en adoptieverlof wordt met 2 weken verlengd tot 6 weken. Gedurende het verlof, dat voor beide ouders geldt, wordt een uitkering verstrekt ter hoogte van het (maximum)dagloon. Gelijktijdig wordt het huidige kraamverlof (nu 2 dagen met behoud van loon) uitgebreid tot geboorteverlof met een omvang van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur met behoud van loon. Dit wordt gerealiseerd met de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG). Recht op het verlof, vanaf dan geboorteverlof genaamd, heeft de echtgeno(o)t(e) of de geregistreerd partner van de moeder, degene die ongehuwd met haar samenwoont of degene die het kind heeft erkend. Het verlof dient opgenomen te worden binnen 4 weken na de dag van de bevalling. Per 1 juli 2020 kan het geboorteverlof worden aangevuld met vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur geboorteverlof. Tijdens het aanvullende geboorteverlof krijgt de werknemer een uitkering ter hoogte van 70% van zijn (maximum)dagloon.
Compensatieregeling zwanger en zelfstandig (ZEZ)
Vrouwelijke zelfstandigen die tussen mei 2005 en juni 2008 zijn bevallen en destijds geen uitkering hebben ontvangen, kunnen compensatie van € 5.600 bruto aanvragen bij het UWV. Deze compensatie wordt in 2019 uitbetaald.
Budgettaire gevolgen van beleid
Artikelonderdeel | Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 7.578 | 7.864 | 7.427 | 7.492 | 7.554 | 7.618 | 7.611 |
Uitgaven | 7.578 | 7.764 | 7.527 | 7.492 | 7.554 | 7.618 | 7.611 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 100% | ||||||
Inkomensoverdrachten | 7.578 | 7.364 | 7.427 | 7.492 | 7.554 | 7.618 | 7.611 |
TAS | 4.508 | 4.213 | 4.213 | 4.213 | 4.213 | 4.213 | 4.213 |
Ziekteverzekering (Caribisch Nederland) | 3.070 | 3.151 | 3.214 | 3.279 | 3.341 | 3.405 | 3.398 |
Subsidies | 0 | 400 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten:
Budgetflexibiliteit
De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten TAS en uitkeringslasten ziekteverzekering Caribisch Nederland.
Artikelonderdeel | Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2.682.956 | 2.779.445 | 2.899.275 | 3.811.355 | 3.662.858 | 3.559.808 | 3.709.231 |
Inkomensoverdrachten | 2.682.956 | 2.779.445 | 2.794.608 | 3.544.829 | 3.295.610 | 3.105.541 | 3.142.503 |
ZW | 1.545.151 | 1.599.463 | 1.543.432 | 1.492.587 | 1.495.642 | 1.498.907 | 1.512.514 |
Transitievergoeding | 0 | 0 | 0 | 781.743 | 403.120 | 189.296 | 189.296 |
WAZO | 1.137.805 | 1.179.982 | 1.251.176 | 1.207.791 | 1.230.312 | 1.250.802 | 1.274.157 |
WAZO aanvullend geboorteverlof partners | 0 | 0 | 0 | 62.708 | 166.536 | 166.536 | 166.536 |
Nominaal | 0 | 0 | 104.667 | 266.526 | 367.248 | 454.267 | 566.728 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Inkomensoverdrachten
Toelichting op de financiële instrumenten
A1. Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)
Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose als gevolg van blootstelling aan asbest kunnen een tegemoetkoming ontvangen op grond van de TAS. Indien zij de ziekte maligne mesothelioom of asbestose hebben gekregen door te werken met asbest (in dienst van een werkgever) of maligne mesothelioom hebben opgelopen via werkkleding van een huisgenoot, dan is de (voormalige) werkgever hiervoor aansprakelijk en kunnen zij een schadevergoeding bij de werkgever eisen. Dit kan echter lang duren. Tegelijkertijd is de levensverwachting van mensen met de ziekte maligne mesothelioom vaak erg kort. De TAS heeft tot doel asbestslachtoffers bij leven maatschappelijke erkenning te bieden in de vorm van een tegemoetkoming. Deze wordt uitgekeerd in de vorm van een voorschot op de schadevergoeding van de werkgever. Als de (voormalige) werkgever later alsnog een schadevergoeding betaalt, wordt het voorschot hiermee verrekend. Indien de werknemer geen schadevergoeding ontvangt, wordt het voorschot omgezet in een tegemoetkoming. De TAS wordt uitgevoerd door de SVB.
Wie komt er voor in aanmerking?
Mensen die ziek zijn geworden door het werken met asbest, krijgen een voorschot als:
-
• bij hen maligne mesothelioom of asbestose is vastgesteld;
-
• zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, in loondienst bij een werkgever in Nederland werkten;
-
• zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, op het werk zijn blootgesteld aan asbest;
-
• zij nog geen schadevergoeding hebben gekregen of een schadevergoeding hebben ontvangen die lager is dan € 20.355.
Hoe hoog is de TAS?
Zowel het voorschot als de tegemoetkoming is in 2018 € 20.355. Dit is een eenmalige uitkering. De hoogte van de TAS volgt de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten van de TAS worden voor de komende jaren geraamd op € 4,2 miljoen per jaar.
Beleidsrelevante kerncijfers
Ondanks dat het werken met asbest al in 1993 is verboden, blijft het aantal TAS-aanvragen de komende jaren naar verwachting stabiel.
Realisatie 20171 | Raming 2018 | Raming 2019 | ||
---|---|---|---|---|
Aantal toekenningen voorschot TAS (x 1.000 uitkeringen) | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |
waarvan toekenning i.v.m. maligne mesothelioom | 0,3 | 0,3 | 0,3 | |
waarvan toekenning i.v.m. asbesthose | <0,1 | <0,1 | <0,1 | |
Aantal terugontvangen voorschotten TAS (x 1.000 uitkeringen) | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
Aantal toekenningen maligne mesothelioom bij leven ten opzichte van totaal aantal toekenningen (%) | 85 | – 2 | – 2 |
A2. Ziekteverzekering (ZV) (Caribisch Nederland):
Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het loon van de werknemer.
Budgettaire ontwikkelingen
Door de verhoging van de gerechtigde leeftijd van de Algemene Ouderdomsverzekering (zie beleidsartikel 8) lopen de uitkeringen van de ZV langer door. Hierdoor nemen de uitkeringslasten ZV de komende jaren in enige mate toe.
Realisatie 20171 | Raming 2018 | Raming 2019 | |
---|---|---|---|
Volume Ziekteverzekering CN (x 1.000 uitbetaalde ziektedagen) | 61 | 63 | 64 |
A3. Ziektewet (ZW)
De ZW geeft zieke werknemers het recht op een uitkering als zij geen werkgever meer hebben die in geval van ziekte loon moet doorbetalen. De ZW bevat minimumnormen voor re-integratie. De ZW geldt ook voor een beperkte groep werknemers die wel in dienst zijn van een werkgever, namelijk werknemers die tijdelijk ongeschikt zijn voor het verrichten van hun werk wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap en orgaandonatie en werknemers met een zogenaamde no-riskpolis. De werkgever mag de ZW-uitkering dan verrekenen met het loon dat hij moet doorbetalen. De ZW wordt uitgevoerd door het UWV of door werkgevers zelf wanneer zij ervoor gekozen hebben om eigenrisicodrager te zijn voor de ZW-uitkeringslasten.
Wie komt er voor in aanmerking?
In aanmerking voor een ziektewetuitkering komen:
-
• Uitzendkrachten (zonder vast contract met het uitzendbureau);
-
• Oproepkrachten (afhankelijk van het soort oproepcontract);
-
• Personen met een arbeidscontract dat afloopt tijdens de ziekte;
-
• Personen die een WW-uitkering ontvangen en langer dan dertien weken ziek zijn;
-
• Vrouwen die ziek worden als gevolg van zwangerschap of bevalling. Wanneer vrouwen in loondienst werken hebben zij tijdens hun zwangerschapsverlof recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Als deze vrouwen door de zwangerschap vóór of na de bevalling ziek worden, ontvangen zij een ZW-uitkering;
-
• Orgaandonoren die door hun donatie tijdelijk niet kunnen werken;
-
• Personen met een no-riskpolis die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die binnen vijf jaar nadat ze in dienst zijn gekomen van een werkgever ziek worden;
-
• Ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders kunnen alleen een beroep doen op de ZW als zij hiervoor een vrijwillige verzekering hebben.
Hoe hoog is de ZW-uitkering?
De ZW-uitkering bedraagt meestal 70% van het loon dat de betrokkene gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat hij ziek werd. De hoogte van het dagloon is per 1 juli 2018 gemaximeerd op € 211,42 bruto per dag. Hierdoor bedraagt de uitkering maximaal € 3.218,87 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De uitkering duurt maximaal twee jaar.
Er zijn enkele uitzonderingen. Orgaandonoren en werkneemsters die arbeidsongeschikt zijn als gevolg van de zwangerschap of bevalling hebben recht op een ZW-uitkering van 100% van het dagloon, wat neerkomt op een uitkering van maximaal € 4.598,39 bruto per maand inclusief vakantiegeld. Op verzoek van de werkgever kan het UWV de ZW-uitkering van personen die onder de no-riskpolis vallen het eerste jaar op 100% van het dagloon vaststellen.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten ZW van de bij het UWV verzekerde populatie nemen in 2019 met circa € 55 miljoen af. Deze daling is vooral het gevolg van een afname van het aantal zieke werklozen, en deels een afname van de bij UWV verzekerde populatie eindedienstverbanders.
Beleidsrelevante kerncijfers
Handhaving
De kerncijfers op het gebied van preventie tonen in het algemeen een stabiel beeld vergeleken met voorgaande jaren. Wel laten de kerncijfers op het gebied van opsporing een hoger aantal geconstateerde overtredingen zien dan in 2017, terwijl het totale benadelingsbedrag in mindere mate stijgt. De incassoratio’s tonen een stabiel beeld.
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | |
---|---|---|---|
Preventie1 | |||
Gepercipieerde detectiekans (%) | 81 | 76 | 80 |
Kennis van de verplichtingen (%) | 94 | 93 | 95 |
Opsporing2 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)3 | 0,8 | 1,1 | 2,8 |
Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln) | 2,3 | 3,0 | 3,4 |
Terugvordering2 | |||
Incassoratio cohort 2013 (%) | 58 | 68 | 76 |
Incassoratio cohort 2014 (%) | 38 | 49 | 56 |
Incassoratio cohort 2015 (%) | 26 | 44 | 51 |
Incassoratio cohort 2016 (%) | –4 | 25 | 41 |
Incassoratio cohort 2017 (%) | –4 | –4 | 24 |
A4. Transitievergoeding
Bij ontslag van een werknemer wegens (langdurige) arbeidsongeschiktheid is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd, na langdurige arbeidsongeschiktheid. De compensatiemaatregel uit deze wet zal naar verwachting in werking treden op 1 april 2020.
Budgettaire ontwikkelingen
De compensatie transitievergoeding wegens (langdurige) arbeidsongeschiktheid kost structureel naar verwachting circa € 190 miljoen. In 2020 en 2021 liggen de uitgaven hoger. In deze jaren vindt compensatie van werkgevers met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 plaats.
A5. Wet arbeid en zorg (WAZO)
De WAZO bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, ouderschapsverlof en kort- en langdurend zorgverlof. Soms bestaat er recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling of op een uitkering (zwangerschaps- en bevallingsuitkering en adoptie- en pleegzorguitkering). Deze uitkeringen op grond van de WAZO worden uitgevoerd door het UWV.
Wie komt er voor in aanmerking?
In aanmerking voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering komen:
-
• Vrouwelijke werknemers;
-
• Andere vrouwelijke verzekerden voor de ZW (o.a. thuiswerksters en vrouwen die een ZW-, WW- of loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen);
-
• Vrouwelijke vrijwillig verzekerden voor de ZW;
-
• Vrouwen van wie de vermoedelijke bevallingsdatum binnen 10 weken na het einde van de verplichte ZW-verzekering ligt, evenals vrouwen die later uitgerekend zijn, maar die toch binnen 10 weken na het einde van de verplichte verzekering bevallen.
Er is een afzonderlijke uitkeringsregeling voor zwangere zelfstandigen, de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Vrouwelijke zelfstandigen, directeuren-grootaandeelhouders, meewerkende echtgenoten en beroepsbeoefenaars op arbeidsovereenkomst (hulpen in de huishouding voor minder dan vier dagen per week) hebben gedurende ten minste 16 weken recht op een uitkering. Zie ook beleidsartikel 12.
Hoe hoog is de WAZO?
De zwangerschaps- en bevallingsuitkering en de adoptie- en pleegzorguitkering bedraagt 100% van het laatstverdiende loon, tot een maximum van 100% van het maximumdagloon. Dit is per 1 juli 2018 gelijk aan € 4598,39 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De hoogte van de uitkering voor zelfstandigen is maximaal het wettelijk minimumloon (per 1 juli 2018 € 1.594,20 bruto per maand exclusief vakantiegeld).
Budgettaire ontwikkelingen
Als gevolg van een verwachte lichte toename van het aantal geboorten en een licht stijgende participatiegraad stijgen de uitgaven voor zwangerschap- en bevallingsverlof in 2019 en latere jaren. In 2019 zijn de uitkeringslasten eenmalig € 55 miljoen hoger. De extra uitgaven zijn een gevolg van de compensatieregeling voor vrouwelijke zelfstandigen die tussen mei 2005 en juni 2008 zwanger waren en destijds geen uitkering ontvingen.
A6. WAZO aanvullend geboorteverlof partners
Het aanvullend geboorteverlof wordt per 1-7-2020 ingevoerd. Het verlof duurt maximaal 5 weken. Het verlof dient binnen 6 maanden na de geboorte te worden opgenomen. Ook deze regeling wordt door het UWV uitgevoerd.
Wie komt er voor in aanmerking?
Rechthebbend zijn werknemers die ook verzekerd zijn voor de Ziektewet en die als echtgeno(o)t(e) of partner van de moeder geregistreerd zijn. Daarnaast hebben ook ongehuwd samenwonenden en de partner die het kind erkent, recht op dit verlof.
Hoe hoog is de uitkering?
De uitkering bedraagt 70% van het dagloon, met als maximum 70% van het maximum dagloon.
Budgettaire ontwikkelingen
Voor uitgaven als gevolg van het wetsvoorstel dat het aanvullend geboorteverlof regelt, is in 2020 bijna € 63 miljoen begroot. De uitgaven zijn in 2020 beperkt doordat de regeling halverwege het jaar ingaat en de meeste uitkeringen naar verwachting achteraf betaald worden. Voor 2021 en latere jaren is ruim € 166 miljoen beschikbaar.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20171 | Raming 2018 | Raming 2019 | |
---|---|---|---|
Totaal aantal toekenningen zwangerschap- en bevallingsverlofuitkering (x 1.000 uitkeringen) | 140 | 142 | 144 |
Aantal toekenningen werknemers (x 1.000 uitkeringen) | 129 | 132 | 134 |
Aantal toekenningen zelfstandigen (x 1.000 uitkeringen) | 10 | 10 | 10 |
B. Subsidies
Met het amendement van Weyenberg (Tweede Kamer, 2017–2018, 34 775-XV, nr. 18) is € 500.000 beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen die erop zijn gericht (ex-)kankerpatiënten zonder werk meer kans te geven op het vinden van een nieuwe baan. Naar verwachting wordt de subsidieregeling in het najaar van 2018 gepubliceerd.