Als Rijksbrede dienstverlener werkt de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) elke dag aan het beter, sterker en slimmer maken van het Rijk. UBR doet dit door (kennisintensieve) dienstverlening te leveren op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. Zo levert UBR op de verschillende terreinen advies-, transitie-, innovatiediensten en is UBR expert in (rijks)beveiliging en in het afhandelen van koeriers- en transportdiensten.
Onze partners en de opgaven waar ze voor staan zijn continu én in een hoog tempo in beweging. De ontwikkelingen op het terrein van digitalisering en IT-kennis is hier een sprekend voorbeeld van. Om te kunnen blijven bijdragen aan de opgaven waar onze partners voor staan, is het nodig UBR op een aantal punten door te ontwikkelen.
UBR kiest voor focus en samenhang in de doorontwikkeling van haar portfolio door te gaan richten op hoogwaardige, kennisintensieve dienstverlening op het terrein van ICT, Personeel, Organisatie en Inkoop. Voor dienstverlening die nu is ondergebracht bij UBR, maar niet meer past binnen de focus van de doorontwikkeling van het portfolio, worden passende landingsplekken verkend. Op dit moment is de dienstverlening op het gebied van rijksbeveiliging en logistiek hier het meest prominente voorbeeld van.
UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten. Zo helpt UBR het Rijk bij haar ICT opgaven door tijdelijke expertise te leveren en kennis uit te wisselen. Niet alleen levert UBR interim capaciteit, ook zoeken wij een duurzame oplossing voor het groeiend tekort aan ICT-personeel met de opbouw van het RijksICTGilde voor schaarse hoogwaardig technische ICT-capaciteit van de Rijksoverheid en het programma Rijksaanpak HR-ICT. Belangrijk onderdeel van het HR-ICT programma zijn onderstaande traineeships:
– Rijks ICT Trainee Pool (RiTP);
– Rijksdata Traineeship (RDTP);
– Rijkscybersecurity Traineeship (RCSTP).
Het programma is gestart als onderdeel van de Innovatieagenda Bedrijfsvoering Rijk en draagt bij aan de rapporten ‘Maak waar’ en het vervolg daarop ‘Aan de Slag’. Dit programma is vanaf 2018 uitgevoerd in opdracht van DGOO/CIO-Rijk.
Daarnaast draagt UBR bij aan de arbeidsmarktopgaven van de maatschappij en het Rijk voor mensen met een arbeidsbeperking. Zo is UBR eind 2016 met de programmaorganisatie Binnenwerk gestart. Deze organisatie creëert banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor rijksonderdelen verzorgt Binnenwerk het werven, begeleiden en organiseren van banen. Het programma Binnenwerk geeft invulling aan de Wet Arbeidsparticipatie en het convenant Banenafspraak. Het programma wordt gefinancierd vanuit deelnemende organisaties.
De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (veelal p x q). Het onderdeel Personeel i.o. heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budgetgefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.
2018Stand Slotwet | 20191e suppletoire begroting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 238.808 | 248.788 | 266.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 |
- Omzet moederdepartement | 75.653 | 71.457 | 75.608 | 76.808 | 76.808 | 76.808 | 76.808 |
- Omzet overige departementen | 156.087 | 170.287 | 183.586 | 189.386 | 189.386 | 189.386 | 189.386 |
- Omzet derden | 7.068 | 7.044 | 7.185 | 7.185 | 7.185 | 7.185 | 7.185 |
Vrijval voorzieningen | 44 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 238.861 | 248.788 | 266.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 232.415 | 247.250 | 264.841 | 271.841 | 271.841 | 271.841 | 271.841 |
- personele kosten | 148.063 | 159.432 | 172.935 | 178.885 | 178.885 | 178.885 | 178.885 |
- waarvan eigen personeel | 121.720 | 135.334 | 147.774 | 152.674 | 152.674 | 152.674 | 152.674 |
- waarvan externe inhuur | 22.574 | 16.599 | 15.483 | 15.483 | 15.483 | 15.483 | 15.483 |
- waarvan overige personele kosten | 3.769 | 7.499 | 9.678 | 10.728 | 10.728 | 10.728 | 10.728 |
- materiële kosten | 84.352 | 87.818 | 91.906 | 92.956 | 92.956 | 92.956 | 92.956 |
- waarvan apparaat ICT | 8.875 | 3.437 | 3.641 | 3.641 | 3.641 | 3.641 | 3.641 |
- waarvan bijdrage aan SSO's | 16.676 | 17.418 | 19.724 | 20.774 | 20.774 | 20.774 | 20.774 |
- waarvan overige materiële kosten | 58.801 | 66.963 | 68.541 | 68.541 | 68.541 | 68.541 | 68.541 |
Afschrijvingskosten | 2.436 | 1.536 | 1.536 | 1.536 | 1.536 | 1.536 | 1.536 |
- materieel | 426 | 307 | 307 | 307 | 307 | 307 | 307 |
- waarvan apparaat ICT | 18 | 67 | 67 | 67 | 67 | 67 | 67 |
- immaterieel | 2.010 | 1.229 | 1.229 | 1.229 | 1.229 | 1.229 | 1.229 |
Dotaties voorzieningen | 3.795 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Totaal lasten | 238.647 | 248.788 | 266.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 | 273.379 |
Saldo van baten en lasten | 214 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie. Bij het opstellen van de begroting 2020 is uitgegaan van de 2019 tarieven, geïndexeerd (2%) met een gewogen loon- en prijsontwikkeling. In de jaren vanaf 2021 is geen rekening gehouden met een indexatie voor loon- en prijsontwikkeling. Ingeval van (momenteel nog onvoorziene) grote structurele prijsstijgingen van toeleveranciers berekent UBR dit door in de betreffende tarieven.
Baten
Omzet
Hieronder zijn de begrote omzetcijfers voor 2020 per organisatieonderdeel (afgerond op miljoenen euro’s) weergegeven:
– UBR|Rijks Beveiligings Organisatie (RBO) € 78 mln.
– UBR|Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD) € 16 mln.
– UBR|Haagse Inkoop Samenwerking (HIS) € 13 mln.
– UBR| Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) € 17 mln.
– UBR|I-Interim Rijk (IIR) € 31 mln.
– UBR|Organisatie i.o. € 13 mln.
– UBR|Personeel i.o. € 55 mln.
– UBR|Ontwikkelbedrijf (OW) € 39 mln.
– UBR|Bedrijfsvoering & Financiën/Concernstaf (Bv&F/CS) € 4 mln.
Voor UBR|HIS geldt een daling als gevolg van overheveling van categoriemanagement IWR naar het Ministerie van EZK. De groei van de activiteiten bij UBR|OW als gevolg van de verdere uitrol van het ICT-traineeship leidt vanaf september 2019 tot een hogere omzet:
– in 2019 een toename van de omzet van € 3 mln. (reeds verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2019);
– in 2020 een toename van de omzet van € 10 mln.;
– in 2021 een toename van de omzet van € 7 mln.
Lasten
De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR.
Apparaatskosten
Personele kosten
De ontwikkeling van de kosten eigen personeel is met name een gevolg van de ontwikkeling in de groei van de activiteiten bij UBR|OW en door generieke loonontwikkeling. De externe inhuur voor UBR komt naar verwachting uit op € 15,5 mln. in 2020. Om de flexibiliteit in de vraag te kunnen opvangen huurt UBR|Personeel i.o. arbeidsjuristen in en UBR|HIS inkoopdeskundigen. De overige externe inhuur bij UBR|Personeel hangt samen met het business model bij het onderdeel Workflow en de dienstverlening op gebied van recruitment, waarbij gewerkt wordt met een kleine vaste bezetting en aangevuld met een grote flexibele schil van zzp-ers conform afspraken in het Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeel.
Materiële kosten
De ontwikkeling van de materiële kosten is gerelateerd aan de omzetontwikkeling bij de organisatieonderdelen van UBR.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn met name immaterieel en betreffen de geactiveerde investeringen in het klantvolgsysteem InBeeld van UBR|Personeel i.o. en de geactiveerde investeringen in het financiële systeem voor UBR en een aantal collega-SSO’s.
2018Stand Slotwet | 20191e suppletoire begroting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 4.508 | 7.404 | 36.252 | 37.208 | 38.165 | 39.122 | 40.078 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 297.662 | 254.731 | 272.322 | 279.322 | 279.322 | 279.322 | 279.322 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 269.294 | ‒ 252.774 | ‒ 270.365 | ‒ 277.365 | ‒ 277.365 | ‒ 277.365 | ‒ 277.365 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 28.368 | 1.957 | 1.957 | 1.957 | 1.957 | 1.957 | 1.957 |
-/- totaal investeringen | ‒ 938 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 684 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 254 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 2.927 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 527 | ‒ 727 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 2.400 | 273 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)1 | 35.022 | 8.634 | 37.208 | 38.165 | 39.122 | 40.078 | 41.035 |
Toelichting
Het rekening-courantsaldo ultimo 2020 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom. De investering in de jaren 2020 t/m 2024 betreft voor € 1 mln. overige materiële vaste activa bij organisatieonderdelen van UBR, waaronder reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen en vervoersmiddelen voor UBR|IPKD en UBR|Personeel i.o. (bedrijfsmaatschappelijk werk). Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting geen beroep worden gedaan op de leenfaciliteit. Aflossingen vanaf 2020 zijn 0 aangezien de langlopende lening in 2019 volledig is afgelost.
2018Stand Slotwet | 2019Vastgestelde begroting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generiek deel | |||||||
Kostprijzen per product(groep) (indexcijfer) | 110,1 | 113,4 | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | 110,2 | 113,4 | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 | 117,0 |
Omzet per FTE (x € 1.000) | 160 | 144 | 148 | 147 | 147 | 147 | 147 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.495 | 1.635 | 1.796 | 1.856 | 1.856 | 1.856 | 1.856 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,1% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kwaliteitsindicator 1 - KTO | n.v.t. | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 | 7,1 |
Kwaliteitsindicator 2 - MTO | 6,8 | nvt | 7,5 | nvt | 7,5 | nvt | 7,5 |
Werkplezier | 6,8 | ng | > 7 | nvt | > 7 | nvt | > 7 |
Werkdruk | 5,6 | ng | > 7 | nvt | > 7 | nvt | > 7 |
Omschrijving specifiek deel | |||||||
Tevredenheid dienstverlening: | |||||||
UBR|Bv&F | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
UBR|EC O&P | n.v.t. | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
UBR|HIS | 8,8 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
UBR|ICG | 8,1 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |
UBR|IIR | ng | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 | 8 |
UBR|KOOP | ng | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
UBR|IPKD | ng | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
UBR|RBO | ng | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in | 2021 |
Toelichting
Kostprijzen per product
UBR levert als Shared Service Organisatie vele producten en diensten. Door de diversiteit van producten en diensten en bijbehorende tarieven is gekozen voor een tweetal overall indicatoren voor de integrale kostprijzen en de tarieven. Beide zijn door indexcijfers weergegeven (2011 = 100). Bij de vastgestelde begroting voor 2019 is uitgegaan van een lagere indexatie van de indexcijfers (2,8%) dan uiteindelijk daadwerkelijk is gerealiseerd (3,9%). Rekeninghoudend met de daadwerkelijke indexatie komen beide indexcijfers in 2019 uit op 114,7. Voor 2020 zijn de UBR-tarieven gemiddeld met 2,0% geïndexeerd voor loon- en prijsontwikkeling. Het indexcijfer kostprijs en indexcijfer tarieven komen als gevolg hiervan uit op 117,0 in 2020.
FTE totaal
De toename van het aantal FTE’s in 2020 en 2021 t.o.v. 2019 is vooral een gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening bij UBR|OW.
Groei van UBR is geen doel op zich, UBR zal organisch groeien als gevolg van het vollediger aansluiten van departementen. Hierdoor hoeven de departementen minder in eigen beheer uit te voeren dan wel uit te besteden in de markt.
KTO en tevreden dienstverlening
Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert UBR de indicator tevredenheid diensteverlening per organisatieonderdeel. De gestelde doelstellingen per organisatieonderdeel resulteren in een totaal gemiddelde klanttevredenheid doelstelling voor UBR van 7,1.
MTO, werkplezier en werkdruk
In 2020 wordt het medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) weer uitgevoerd. Twee belangrijke indicatoren in het MTO zijn werkplezier en werkdruk. De doelstelling van UBR is om op beide indicatoren een score van 7 of hoger te halen. UBR stelt zich ten doel om voor het gehele MTO een gemiddelde score van 7,5 te realiseren.