Als je zorg nodig hebt, dan kun je maar het beste in Nederland wonen. Onze zorg is goed, al gaat dat gepaard met hoge kosten. We willen de zorg voor iedereen toegankelijk, maar ook betaalbaar houden. Gelukkig delen we de kosten in belangrijke mate met elkaar. Voor mensen met lage inkomens is er de zorgtoeslag en we hebben ervoor gekozen om het eigen risico niet verder te laten stijgen. Daarnaast pakken we de stapeling van eigen bijdragen aan.
Als gevolg van onder andere demografische ontwikkelingen zullen de zorgkosten blijven stijgen. In het Jaarverslag 2018 hebben we echter laten zien dat de groei van de zorguitgaven voor het zesde jaar op rij onder de economische groei is uitgekomen. Dit is een significante trendbreuk met het verleden en laat zien dat het beleid gericht op kostenbeheersing zijn vruchten afwerpt.
Dit betekent niet dat we op onze handen kunnen gaan zitten. De verwachting is dat de zorgkosten in de toekomst zullen blijven stijgen. Onderzoekers van het RIVM verwachten zelfs dat, als we niets doen, de zorgkosten in 2040 twee keer zo hoog zijn als in 2015. Een dergelijke groei is niet alleen onwenselijk; het leveren van zoveel extra zorg is ook niet realistisch en niet organiseerbaar. Er zijn simpelweg niet voldoende mensen om het werk te doen. Daarom moet de zorg beter georganiseerd worden.
De afgesloten hoofdlijnenakkoorden met de medisch-specialistische sector, de geestelijke gezondheidszorg, wijkverpleegkundigen en huisartsen leveren door middel van volume- en kwaliteitsafspraken tot en met 2022 een belangrijke bijdrage aan het beheersen van de zorguitgaven. Dit gaat telkens hand in hand met nadenken over de Juiste Zorg Op de Juiste Plek. Zo mag in 2020 het volume in de medisch-specialistische zorg met maximaal 0,6% toenemen en in de geestelijke gezondheidszorg met maximaal 1,1%. Om de verplaatsing van zorg naar de eerste lijn mogelijk te maken, mag het volume in de huisartsenzorg in 2020 met 2,5% groeien en in de wijkverpleging met 2,4%. Ook gemeenten hebben zich recent gecommitteerd aan de ambulantisering in het ggz-domein, zodat mensen hun ggz-zorg zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving kunnen krijgen en zoveel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij. Hiermee worden weer belangrijke stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg. In de akkoorden hebben de betrokken partijen bovendien de ambitie afgesproken de zorguitgaven op termijn niet sneller te laten stijgen dan de economische groei.
Ook de bestuurlijke afspraken over de paramedische zorg leveren een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de Juiste Zorg Op de Juiste Plek en daarmee aan de betaalbaarheid van de zorg. In de bestuurlijke afspraken is vastgelegd dat partijen een plan van aanpak opstellen om de organisatie van de paramedische zorg te verbeteren en dat zij blijven investeren in de kwaliteitsverbetering van de paramedische zorg. Denk aan wetenschappelijk onderzoek, richtlijnontwikkeling, toepassing van kennis en dataverzameling.
Ook in 2020 nemen we maatregelen om de stapeling van eigen betalingen voor zorg en ondersteuning te beperken. Met de invoering van het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen is een eerste stap gezet. Vanaf 2020 wordt de invoering van het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen via een wetswijziging volledig gerealiseerd. Het abonnementstarief gaat dan gelden voor zowel de maatwerkvoorzieningen als voor een belangrijk deel van de algemene voorzieningen (waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie). Dit leidt ertoe dat voorzieningen als begeleiding en huishoudelijke hulp onder het abonnementstarief komen te vallen, ongeacht of het algemene of maatwerkvoorzieningen zijn.
Ook in de volgende kabinetsperiode moet de zorg betaalbaar blijven. Ter voorbereiding daarvan lopen er verschillende trajecten. Zo voert de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning uit naar de gevolgen van de stijging van de zorgkosten. Daarnaast zal de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een advies uitbrengen over de beheersing van de zorgkosten op de langere termijn. De commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen adviseert over de organisatie en betaalbaarheid van de zorg thuis. Zorgkeuzes in Kaart zal een breed scala aan beleidsopties op verzoek van politieke partijen doorrekenen. Tot slot is de Brede Maatschappelijke Heroverweging «Een toekomstbestendig zorgstelsel» gestart.
Betaalbare geneesmiddelen dragen bij aan betaalbare, toegankelijke zorg. Dat is in het belang van ons allemaal, en vooral in het belang van patiënten. Bij nieuwe, dure medicijnen blijven we onderhandelen over de prijs. Het gaat daarbij om geneesmiddelen die jaarlijks meer dan 50.000 euro per patiënt kosten, of voor alle patiënten samen meer dan € 40 miljoen euro per jaar.
Vanaf 2020 wordt de Wet geneesmiddelenprijzen aangepast. Hiermee worden de maximumprijzen van geneesmiddelen lager vastgesteld. Dit levert een forse besparing op. Via het Programma Goed Gebruik worden er ook besparingen gerealiseerd. We zien dat het geneesmiddelenbeleid steeds meer op Europees niveau wordt geregeld. We blijven daarom met andere Europese landen internationale horizonscans uitvoeren, zodat we ons kunnen voorbereiden op de komst van medicijnen die een grote impact hebben op het zorgbudget. Dat helpt om in een vroeg stadium onderhandelingen over prijzen te starten. We willen dat verantwoorde geneesmiddelenuitgaven hand in hand gaan met een gunstig klimaat voor innovatieve middelen. Daarvoor is het nodig dat fabrikanten transparanter worden over de totstandkoming van de prijzen van hun geneesmiddelen. We gaan daarom aandringen op meer openheid over de opbouw van medicijnprijzen en zullen zowel nationale als internationale farmaceutische bedrijven blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
De directe, beïnvloedbare indicator voor de betaalbaarheid is de plafondtoets voor de zorg, omdat die aangeeft of de zorguitgaven binnen het door het kabinet gestelde maximum blijven. Daarmee is dit een streefcijfer. Zoals in het Financieel Beeld Zorg (VWS-begroting 2020) beschreven blijven de netto-zorguitgaven jaarlijks meer dan € 1 miljard onder dat gestelde plafond. De bruto-zorguitgaven inclusief de uitgaven aan de Wmo en jeugdzorg en die op de VWS-begroting lopen op naar € 92 miljard in 2021.
Twee bredere en meer maatschappelijk relevante indicatoren voor de betaalbaarheid van de zorg betreffen het aandeel van het BBP dat besteed wordt aan zorg en de gemiddelde lasten per volwassene. De eerste laat tussen 2013 en 2018 een dalende trend zien en bedraagt in 2018 9,9% (OESO-definitie). De lasten per volwassene stijgen naar verwachting tussen 2017 (€ 5.047) en 2021 (€ 5.924) met gemiddeld 4,1% per jaar. Ter vergelijking: de contractlonen stijgen in diezelfde periode met gemiddeld 2,3% per jaar.