In het Financieel Beeld Zorg (FBZ) staat de ontwikkeling van de zorguitgaven centraal. De financiële ontwikkelingen binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven (Wmo Beschermd Wonen en overig begrotingsgefinancierd) worden afzonderlijk toegelicht.
Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:
-
1. INLEIDING
-
1.1 Wijzigingen in het FBZ
-
1.2 Leeswijzer
-
1.3 Factsheet
-
-
2. ZORGUITGAVEN IN VOGELVLUCHT
-
2.1 Financieel beeld op hoofdlijnen
-
2.2 Zorguitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg
-
2.3 Ontwikkeling van het Uitgavenplafond Zorg en de plafondtoets
-
2.4 Ontwikkeling van de netto zorguitgaven
-
-
3. ZORGUITGAVEN
-
3.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
-
3.1.1 Algemene doelstelling
-
3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
-
3.1.3 Wijzigingen basispakket Zorgverzekeringswet 2020
-
3.1.4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
-
3.1.5 Bestuurlijke akkoorden curatieve zorg
-
3.2 Wet langdurige zorg (Wlz)
-
3.2.1 Algemene doelstelling
-
3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
-
3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
-
3.3 Begrotingsgefinancierde zorguitgaven
-
-
4. MEERJARIGE ONTWIKKELING VAN DE ZORGUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN
-
4.1 Ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten 2010–2020
-
4.2 Horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven 2018–2021
-
-
5. FINANCIERING VAN DE ZORGUITGAVEN
-
5.1 Totaalbeeld
-
5.2 De financieringssystematiek
-
5.3 De financiering in 2020
-
5.3.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
-
5.3.2 Wet langdurige zorg (Wlz)
-
5.4 Wat betaalt de burger gemiddeld aan zorg?
-
-
6. VERDIEPINGSBIJLAGE
-
6.1 Verdieping zorguitgaven in sectoren
-
6.1.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
-
6.1.2 Wet langdurige zorg (Wlz)
-
6.2 Fiscale regelingen 2018–2020
-
1.1 Wijzigingen in het Financieel Beeld Zorg
Het FBZ in de ontwerpbegroting 2020 heeft ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019 de onderstaande veranderingen ondergaan:
-
▪ Structuurwijziging van het FBZ
De structuur van het FBZ is gewijzigd. In de eerste vier hoofdstukken wordt de uitgavenontwikkeling in beeld gebracht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 de financiering van de zorguitgaven gepresenteerd en in hoofdstuk 6 is de verdiepingsbijlage opgenomen.
-
▪ Wijzigingen basispakket Zorgverzekeringswet 2020
In paragraaf 3.1.3 zijn de wijzigingen in het basispakket van de Zorgverzekeringswet per 2020 beschreven.
-
▪ Bestuurlijke akkoorden curatieve zorg
In de begroting 2019 was een overzicht opgenomen van de financiële kaders voor de bestuurlijke akkoorden 2019–2022. In paragraaf 3.1.5 is in tabel 5 een overzicht opgenomen voor het jaar 2020 van de mutaties op de financiële kaders sinds de begroting 2019.
-
▪ Begrotingsgefinancierde zorguitgaven
In paragraaf 3.3 is in figuur 3 de samenstelling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven voor het jaar 2020. Hierin zijn de overig begrotingsgefinancierde zorguitgven (VWS-begroting) uitgebreid gepresenteerd op artikelniveau.
-
▪ Toelichting mutaties extrapolatie in de verdiepingsbijlage
De standen van het jaar 2023 worden één op één geëxtrapoleerd naar het jaar 2024. Met deze standen als uitgangspunt worden extrapolatiemutaties voor het jaar 2024 toegevoegd naar aanleiding van de volumegroei, raming loon- en prijsbijstelling en doorwerking van eerdere beleidsmaatregelen. Bij deze posten komt de raming 2024 niet overeen met de raming 2023. Deze voornamelijk technische mutaties zijn opgenomen in de verdiepingsbijlage en worden nu toegelicht (voor zover ze groter zijn dan € 10 miljoen).
1.1. Leeswijzer
In deze leeswijzer wordt uitleg gegeven over de uitgavenkaders die zijn vastgesteld voor de kabinetsperiode 2018–2021. Verder worden het Uitgavenplafond Zorg, de zorguitgaven en -ontvangsten en de financiering van de zorguitgaven uiteengezet. Vervolgens wordt het onderscheid tussen de premiegefinancierde uitgaven en de begrotingsgefinancierde uitgaven beschreven.
Uitgavenkaders
In Nederland stelt het kabinet aan het begin van een kabinetsperiode zowel een uitgaven- als een inkomstenplafond vast. Het Uitgavenplafond maakt duidelijk hoeveel het kabinet tijdens de kabinetsperiode jaarlijks mag uitgeven.
Zorguitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg
Voor de uitgavenkant van de begroting zijn aan het begin van deze kabinetsperiode (2018–2021) afspraken gemaakt over het maximale uitgavenniveau voor de zorg: het Uitgavenplafond Zorg. Voor elk jaar wordt een plafond voor de totale uitgaven afgesproken dat niet overschreden mag worden. De hoogte van het Uitgavenplafond wordt vervolgens jaarlijks aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen volgens de inzichten van het Centraal Planbureau (CPB). Verder wordt het Uitgavenplafond aangepast voor onderlinge overboekingen bijvoorbeeld tussen het Uitgavenplafond van de sectoren Rijksbegroting en Zorg (dus ook overboekingen tussen het Uitgavenplafond Zorg en de VWS-begroting).
De zorguitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg zijn opgebouwd uit de geraamde premiegefinancierde uitgaven onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz), en daarnaast een (beperkt) deel van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven (Wmo Beschermd Wonen en overige uitgaven).
Bij de Wmo Beschermd Wonen gaat het om middelen die in het gemeentefonds beschikbaar zijn gesteld voor wonen in een accommodatie van een instelling voor mensen met psychische of psychosociale problemen. Deze uitgaven staan op de begroting van het gemeentefonds van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), maar vallen onder het Uitgavenplafond Zorg.
De overige begrotingsgefinancierde zorguitgaven betreffen dat deel van de uitgaven dat verantwoord wordt op de VWS-begroting, maar dat toegerekend wordt aan het Uitgavenplafond Zorg. Tot deze categorie behoren onder meer een deel van de uitgaven aan zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdhulp op Caribisch Nederland, en de subsidieregeling abortusklinieken.
In hoofdstuk 2 wordt een overzicht van de zorguitgaven in vogelvlucht gepresenteerd en in hoofdstuk 3 wordt per financieringsbron nader ingegaan op de aard en bijstellingen van de zorguitgaven.
Niet-belastingontvangsten
De eigen betalingen en de eigen bijdragen worden samen gerekend tot de niet-belastingontvangsten. De totale bruto zorguitgaven minus deze niet-belastingontvangsten vormen de netto zorguitgaven.
Plafondtoets
De geraamde netto-zorguitgaven worden getoetst aan het Uitgavenplafond Zorg.
Deze toets maakt duidelijk of de geraamde netto-zorguitgaven binnen het daarvoor gestelde plafond blijven, of dat er sprake is van een overschrijding. Deze plafondtoets wordt gepresenteerd voor de periode 2019–2021.
Financiering van de zorguitgaven en de sociale fondsen
De collectieve zorguitgaven worden gefinancierd uit premies (nominale Zvw-premie, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en Wlz-premie), belastingmiddelen (rijksbijdragen) vanuit de begroting (rijksbijdrage voor de financiering van de premie voor jongeren onder de 18 jaar, Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK)), de eigen betalingen in de Zvw en de eigen bijdragen in de Wlz. De premie-inkomsten worden gerekend tot de collectieve lasten en tellen daarom mee in de inkomstenindicator van het kabinet. Dit betekent dat iedere verandering in de hoogte van de premies wordt gecompenseerd door lastenverzwaring of lastenverlichting elders.
De Zvw en de Wlz zijn verzekeringen, waar iedere volwassene ingezetene in Nederland verplicht premie voor betaalt en aanspraken aan ontleent. Een deel van de financiering loopt via de sociale fondsen, het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) en het Fonds langdurige zorg (Flz). Deze fondsen maken geen onderdeel uit van de rijksbegroting, maar behoren wel tot de overheid. Veranderingen in de financiële positie van de fondsen hebben daarom invloed op het EMU-saldo. De fondsen worden gevoed met premies die door het kabinet worden vastgesteld (de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de Wlz-premie) en de rijksbijdragen. Ook een eventueel exploitatietekort in het Zvf of Flz kan worden gezien als financiering van de zorguitgaven. Het exploitatiesaldo van de fondsen telt mee in het EMU-saldo en de EMU-schuld van het Rijk. Het Rijk moet hiervoor meer (of minder) lenen.
De nominale premie wordt niet door het kabinet vastgesteld maar door de zorgverzekeraars. Deze premie wordt door burgers rechtstreeks betaald aan zorgverzekeraars. In de begroting is wel een raming opgenomen van de nominale premie. Het Zvf werkt als een vereveningsfonds voor zorgverzekeraars, dat moet zorgen voor een gelijk speelveld. Uit het Flz worden de aanspraken betaald die burgers en instellingen hebben op grond van de Wlz.
In hoofdstuk 5 van het Financieel Beeld Zorg wordt nader ingegaan op de financiering van de zorguitgaven.
In de verdiepingsbijlage in hoofdstuk 6 wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de zorguitgaven binnen de Zvw en de Wlz per deelsector.
1.2. Factsheet
In onderstaande factsheet wordt de opbouw van de zorguitgaven en -ontvangsten op deelsectorniveau (uitgesplitst naar Zvw, Wlz en begrotingsgefinancierde zorguitgaven) weergegeven voor de jaren 2019 t/m 2024.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Zvw-uitgaven per sector | ||||||
Eerstelijnszorg | 6.165 | 6.291 | 6.414 | 6.527 | 6.500 | 6.500 |
Huisartsenzorg | 3.154 | 3.249 | 3.353 | 3.445 | 3.419 | 3.419 |
Multidisciplinaire zorgverlening | 652 | 668 | 688 | 708 | 708 | 708 |
Tandheelkundige zorg | 795 | 798 | 798 | 798 | 798 | 798 |
Paramedische zorg | 811 | 820 | 818 | 818 | 818 | 818 |
Verloskunde | 257 | 255 | 255 | 255 | 255 | 255 |
Kraamzorg | 329 | 329 | 329 | 329 | 329 | 329 |
Zorg voor zintuiglijk gehandicapten | 169 | 174 | 174 | 174 | 174 | 174 |
Tweedelijnszorg | 26.133 | 26.340 | 26.468 | 26.479 | 26.334 | 26.339 |
Medisch-specialistische zorg | 23.602 | 23.762 | 23.870 | 23.863 | 23.721 | 23.726 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf | 1.130 | 1.174 | 1.195 | 1.216 | 1.216 | 1.216 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg | 774 | 796 | 797 | 798 | 798 | 798 |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg | 106 | 107 | 107 | 107 | 107 | 107 |
Overig curatieve zorg | 520 | 502 | 499 | 495 | 492 | 492 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 3.953 | 4.018 | 4.054 | 4.083 | 4.083 | 4.083 |
Genees- en hulpmiddelen | 6.523 | 6.630 | 6.409 | 6.245 | 6.231 | 6.231 |
Geneesmiddelen | 4.938 | 4.951 | 4.765 | 4.628 | 4.614 | 4.614 |
Hulpmiddelen | 1.586 | 1.679 | 1.644 | 1.618 | 1.616 | 1.616 |
Wijkverpleging | 4.018 | 4.127 | 4.226 | 4.325 | 4.321 | 4.310 |
Ziekenvervoer | 799 | 802 | 803 | 805 | 805 | 805 |
Ambulancevervoer | 671 | 674 | 670 | 672 | 672 | 672 |
Overig ziekenvervoer | 128 | 129 | 133 | 133 | 133 | 133 |
Opleidingen | 1.196 | 1.236 | 1.225 | 1.248 | 1.288 | 1.318 |
Grensoverschrijdende zorg | 683 | 682 | 681 | 681 | 681 | 681 |
Nominaal en onverdeeld | – 216 | 917 | 2.694 | 4.436 | 7.591 | 10.627 |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 49.255 | 51.044 | 52.974 | 54.829 | 57.835 | 60.895 |
Eigen betalingen Zvw | 3.115 | 3.190 | 3.215 | 3.309 | 3.492 | 3.675 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 46.140 | 47.855 | 49.759 | 51.521 | 54.343 | 57.220 |
Wlz-uitgaven per sector | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Zorg in natura binnen contracteerruimte | 20.741 | 21.498 | 22.018 | 22.304 | 22.215 | 22.145 |
Ouderenzorg | 11.528 | 12.084 | 12.625 | 12.912 | 12.838 | 12.769 |
Gehandicaptenzorg | 7.166 | 7.335 | 7.318 | 7.312 | 7.304 | 7.304 |
Langdurige ggz | 598 | 609 | 605 | 605 | 605 | 605 |
Volledig pakket thuis | 512 | 516 | 516 | 516 | 516 | 516 |
Extramurale zorg | 646 | 653 | 647 | 641 | 635 | 635 |
Overig binnen contracteerruimte | 290 | 301 | 307 | 317 | 317 | 317 |
Persoonsgebonden budgetten | 2.085 | 2.171 | 2.174 | 2.175 | 2.175 | 2.175 |
Buiten contracteerruimte | 765 | 1.400 | 2.776 | 4.347 | 6.138 | 7.938 |
Beheerskosten | 219 | 243 | 234 | 224 | 224 | 231 |
Overig buiten contracteerruimte | 546 | 554 | 557 | 585 | 586 | 587 |
Nominaal en onverdeeld | 1 | 604 | 1.986 | 3.538 | 5.327 | 7.120 |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 23.591 | 25.070 | 26.968 | 28.825 | 30.528 | 32.258 |
Eigen bijdragen Wlz | 1.843 | 1.931 | 2.022 | 2.115 | 2.211 | 2.313 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 21.748 | 23.139 | 24.946 | 26.711 | 28.317 | 29.945 |
Begrotingsgefinancierde zorguitgaven | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds) | 1.809 | 1.874 | 1.885 | 1.897 | 1.897 | 1.897 |
Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 483 | 576 | 565 | 564 | 491 | 504 |
Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020 | 2.292 | 2.450 | 2.450 | 2.460 | 2.388 | 2.401 |
Totaal zorguitgaven ontwerpbegroting 2020 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Bruto zorguitgaven | 75.138 | 78.564 | 82.392 | 86.115 | 90.750 | 95.554 |
Ontvangsten | 4.958 | 5.121 | 5.238 | 5.424 | 5.703 | 5.988 |
Netto zorguitgaven | 70.180 | 73.443 | 77.154 | 80.692 | 85.047 | 89.566 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.