3.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
3.1.1 Algemene doelstelling
Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De bewindspersonen van VWS zijn verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg en voor de beheersing van de collectieve zorguitgaven.
Dit omvat het stellen van eisen aan de kwaliteit van zorg en het opstellen en handhaven van de wettelijke kaders waarbinnen het zorgstelsel functioneert. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Zorgverzekeringswet, de Wet bijzondere medische verrichtingen, de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet geneesmiddelenprijzen, de Wet toelating zorginstellingen en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.
De bewindspersonen worden in deze rol ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De IGJ houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgverzekeraars. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming.
Het Zorginstituut en de NZa brengen de omvang van de gerealiseerde zorguitgaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgverzekeraars en instellingen, die na afloop van het jaar door externe accountants wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van het Zorginstituut en de NZa leggen de bewindspersonen verantwoording af aan de Tweede Kamer.
Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
De uitvoering van het zorgstelsel is in handen van private partijen. Private zorgverzekeraars sluiten contracten met een veelheid aan private, over het land verspreide zorgaanbieders: ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en vrijgevestigde beroepsbeoefenaren, zoals huisartsen, apothekers, paramedici. Door middel van onderlinge concurrentie proberen verzekeraars een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitverhouding en doelmatigheid in de zorg te bereiken.
De zorg die aanbieders verlenen en de uitgaven die daarmee gemoeid zijn, vloeien voort uit de aanspraken die zijn vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De zorgsector is privaat binnen publieke randvoorwaarden. De bewindspersonen hebben sturingsmogelijkheden door invloed op de samenstelling van het verplicht verzekerde pakket (het basispakket) en de (maximale) hoogte van tarieven in sectoren waar de prijsvorming niet is vrijgegeven. Tevens streven de bewindspersonen naar het bevorderen van doelmatigheid in de zorgsector door bijvoorbeeld het maken van afspraken met het veld en het stimuleren van gepast zorggebruik.
3.1.3 Wijzigingen basispakket Zorgverzekeringswet 2020
Elk jaar vindt er een aantal pakketwijzigingen plaats. Dit jaar is er een viertal wijzigingen in het basispakket van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2020.
Ziekenvervoer
Aan de huidige aanspraak voor ziekenvervoer wordt geriatrische revalidatiezorg toegevoegd. Het vervoer voor geriatrische revalidatiezorg werd de afgelopen jaren al vergoed, onder de billijkheidsclausule van het Besluit zorgverzekering, maar wordt nu formeel als aparte categorie vastgelegd. Een structureel bedrag van € 1 miljoen wordt hiervoor overgeheveld van geriatrische revalidatiezorg naar ziekenvervoer.
Logeervergoeding (€ 75 per nacht) bij aaneengesloten behandeling zonder opname
Per 2020 wordt de mogelijkheid toegevoegd dat een verzekerde die in aanmerking zou komen voor vergoeding van zijn vervoer, in plaats van vergoeding van zijn vervoerskosten, een logeervergoeding kan ontvangen. Deze mogelijkheid is er alleen indien een verzekerde drie aaneengesloten dagen (of meer) een behandeling in het ziekenhuis moet ondergaan. Er is geen financieel gevolg voor de toevoeging van de aanspraak dat in plaats van vervoer, logeren vergoed kan worden. Dit komt omdat vergoeding alleen mogelijk is als een verzekerde ook recht zou hebben op vervoer. In dat geval zal sprake zijn van substitutie, omdat de vervoerskosten worden vervangen door logeerkosten.
Apotheekbereidingen
Per 2020 wordt de vergoeding van apotheekbereidingen veranderd. Als een geregistreerd geneesmiddel niet wordt toegelaten tot het pakket vanwege te hoge kosten, kan de apotheekbereiding voortaan wél worden vergoed (mits er sprake is van acceptabele prijs). Hierdoor houdt de patiënt toegang tot het geneesmiddel. Als een apotheekbereiding door deze aanpassing wordt toegelaten tot het basispakket, vallen de kosten ervan in het financiële kader voor geneesmiddelen dan wel medisch-specialistische zorg. Dergelijke toevoegingen kunnen via de beschikbare financiële groeiruimte worden opgevangen.
Versterking artsenfunctie in de eerste lijn
Bij de hervorming van de langdurige zorg is de keuze gemaakt om behandeling en vervoer aan verzekerenden die niet zijn geïndiceerd voor Wlz-zorg op termijn over te hevelen naar het basispakket van de Zvw en in de tussentijd te bekostigen vanuit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling. Deze overheveling vindt gefaseerd plaats. Dit jaar worden de kosten voor de arts verstandelijke gehandicapten en de specialist ouderengeneeskunde overgeheveld naar de Zvw. De uitgaven aan zorgactiviteiten voor de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen komen ten laste van het gezamenlijke kader voor geriatrische revalidatiezorg en eerstelijnsverblijf (van ruim € 1 miljard). Met de overheveling van de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten per 2020 is € 15 miljoen gemoeid. Per 2021 volgt ongeveer € 61 miljoen voor de overige zorg onder de huidige subsidieregeling.
3.1.4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
-
• Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
-
• Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.
-
• Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen of tussen sectoren binnen hetzelfde financieringsbron/domein en de zogenaamde financieringsmutaties.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019 | 50.359,8 | 52.549,8 | 54.607,4 | 56.931,6 | 60.337,8 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | – 583,2 | – 999,6 | – 1.058,7 | – 1.513,1 | – 1.935,5 | |
Actualisering Zvw-uitgaven (zie tabel 4A) | – 558,3 | – 496,3 | – 296,3 | – 296,3 | – 296,3 | |
Loon- en prijsontwikkeling | – 25,0 | – 503,3 | – 762,4 | – 1.216,8 | – 1.639,3 | |
Beleidsmatig | – 339,9 | – 293,2 | – 303,0 | – 361,2 | – 312,9 | |
Ramingsbijstelling opleidingen | – 225,0 | – 176,3 | – 86,3 | – 150,0 | – 110,0 | |
Verlagen groeiruimte geneesmiddelen | – 120,0 | – 160,0 | – 230,0 | – 230,0 | – 230,0 | |
Nominaal en onverdeeld Zvw | – 72,0 | – 55,0 | – 113,4 | – 106,6 | – 98,0 | |
Taakstelling MSZ | 0,0 | 40,0 | 75,0 | 75,0 | 75,0 | |
Beschikbaarheid geneesmiddelen | 0,0 | 10,0 | 10,0 | 10,0 | 10,0 | |
Overig beleidsmatig | 77,1 | 48,1 | 41,6 | 40,4 | 40,1 | |
Technisch | – 181,5 | – 212,6 | – 271,3 | – 227,9 | – 254,8 | |
Overheveling roerende voorzieningen | – 14,1 | – 14,1 | – 14,1 | – 14,1 | – 14,1 | |
Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating | – 2,2 | – 19,2 | – 38,2 | – 57,2 | – 70,2 | |
Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg | – 0,7 | – 30,7 | – 30,8 | – 30,7 | – 30,3 | |
Overheveling subsidieregeling extramurale behandeling | 0,0 | 15,0 | 15,0 | 15,0 | 15,0 | |
Technische schuif wijkverpleging | – 80,0 | – 80,0 | – 80,0 | – 80,0 | – 80,0 | |
Opleidingsbudgetten | 0,0 | – 13,7 | – 63,7 | 0,0 | 0,0 | |
Overboeking ggz-opleidingen | 15,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Overig technisch | – 99,5 | – 70,0 | – 59,6 | – 60,9 | – 75,2 | |
Totaal bijstellingen | – 1.104,6 | – 1.505,4 | – 1.633,0 | – 2.102,2 | – 2.503,2 | |
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 49.255,2 | 51.044,3 | 52.974,4 | 54.829,3 | 57.834,6 | 60.894,9 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2019 | 3.114,9 | 3.147,9 | 3.181,3 | 3.315,2 | 3.498,0 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 0,0 | 41,8 | 34,1 | – 6,4 | – 6,4 | |
Actualisering eigen risico | 0,0 | 41,8 | 34,1 | – 6,4 | – 6,4 | |
Totaal bijstellingen | 0,0 | 41,8 | 34,1 | – 6,4 | – 6,4 | |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 3.114,9 | 3.189,7 | 3.215,4 | 3.308,8 | 3.491,6 | 3.674,9 |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2019 | 47.244,9 | 49.401,9 | 51.426,1 | 53.616,4 | 56.839,8 | |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | – 1.104,6 | – 1.547,2 | – 1.667,1 | – 2.095,8 | – 2.496,8 | |
Netto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 46.140,3 | 47.854,6 | 49.759,0 | 51.520,5 | 54.343,0 | 57.220,0 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
Toelichting Zvw-uitgaven
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | – 99,6 | – 99,6 | – 99,6 | – 99,6 | – 99,6 | – 99,6 |
Tweedelijnszorg | – 16,2 | – 16,2 | – 16,2 | – 16,2 | – 16,2 | – 16,2 |
Geneesmiddelen | – 111,9 | – 71,9 | – 71,9 | – 71,9 | – 71,9 | – 71,9 |
Hulpmiddelen | – 59,1 | – 59,1 | – 59,1 | – 59,1 | – 59,1 | – 59,1 |
Ziekenvervoer | – 2,5 | – 2,5 | – 2,5 | – 2,5 | – 2,5 | – 2,5 |
Grensoverschrijdende zorg | – 47,0 | – 47,0 | – 47,0 | – 47,0 | – 47,0 | – 47,0 |
Nominaal en onverdeeld | – 222,0 | – 200,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Stand ontwerpbegroting 2020 | – 558,3 | – 496,3 | – 296,3 | – 296,3 | – 296,3 | – 296,3 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 en 2019 van het Zorginstituut en de NZa.
In de verdiepingsbijlage wordt de actualisering van de Zvw-uitgaven per sector/deelsector verder toegelicht.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Beleidsmatig
Ramingsbijstelling opleidingen
Op basis van nieuw beschikbaar gekomen gegevens vanuit de NZa en het Capaciteitsorgaan zijn de ramingen voor de medische vervolgopleidingen aangepast. Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat er steeds meer artsen in opleiding tot specialist (aios) in deeltijd werken. Deze trend zet zich naar verwachting door. Hierdoor kan de raming van de kosten van het opleiden van deze aios naar beneden worden bijgesteld. Dit betekent niet dat er minder aios worden opgeleid. Daarnaast leiden ziekenhuizen minder gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel op dan waarmee rekening gehouden werd in de raming van het Capaciteitsorgaan.
Verlagen groeiruimte geneesmiddelen
De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de geneesmiddelenraming van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Daarom wordt de raming voor geneesmiddelen met € 120 miljoen in 2019, oplopend tot € 230 miljoen in 2021 neerwaarts bijgesteld.
Nominaal en onverdeeld Zvw
Deze mutatie betreft vrijval van niet benodigde groeiruimte en vrijval van middelen die gereserveerd waren voor Voorwaardelijke Toelating.
Taakstelling MSZ
De oploop van een taakstelling op de medisch-specialistische zorg in 2020 en 2021 uit het regeerakkoord-Rutte I is in het bestuurlijk akkoord MSZ 2019–2022 gecompenseerd. Dit is verwerkt in de VWS-begroting 2019. De oploop van deze taakstelling wordt gedekt binnen het Uitgavenplafond Zorg en derhalve tegengeboekt.
Beschikbaarheid geneesmiddelen
In overleg met de Tweede Kamer is besloten om de mogelijkheden van een beschikbaarheidsregeling voor geneesmiddelen in de sluis (intra- en extramuraal) te verkennen. In afwachting van de precieze vormgeving wordt hiervoor een structureel bedrag van € 10 miljoen gereserveerd.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties, waaronder de overbruggingsfinanciering (in de vorm van een lening) in 2019 voor het Pallas-initiatief, dat beoogt een nieuwe reactor voor medische isotopen te realiseren.
Technisch
Overheveling roerende voorzieningen
Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.
Overheveling middelen Voorwaardelijke Toelating
De huidige regeling Voorwaardelijke Toelating wordt vervangen door nieuwe regelingen. Een deel van de gereserveerde middelen binnen het Uitgavenplafond Zorg wordt overgeheveld naar de VWS-begroting. Het gaat om de programma- en uitvoeringskosten voor de regelingen Veelbelovende zorg en Zorgevaluatie en gepast gebruik.
Overheveling kwaliteitsgelden curatieve zorg
Dit betreft middelen voor kwaliteitsgelden curatieve zorg. De grootste post (€ 26,5 miljoen) betreft kwaliteitsmiddelen die op grond van de Bestuurlijke akkoorden voor de huisartsenzorg, MSZ en ggz beschikbaar zijn gesteld. Daarnaast gaat het om kwaliteitsmiddelen Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) (€ 2,2 miljoen vanaf 2020), alsmede uitvoeringskosten van ZonMw (€ 0,5 miljoen in 2019 en € 1 miljoen vanaf 2020). ZonMw heeft in mei 2019 de opdracht gekregen om een programma Kwaliteitsgelden in te richten. Het programma wordt vanaf 2020 via ZonMw gefinancierd en de beschikbare middelen worden daarom vanaf dat jaar overgeheveld naar de begroting. Voor de kwaliteitsmiddelen Geriatrische Revalidatiezorg, Eerstelijnsverblijf en Geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (GZSP) wordt eveneens een programma ingericht (€ 0,2 miljoen in 2019 en circa € 1 miljoen vanaf 2020).
Overheveling subsidieregeling extramurale behandeling
De subsidieregeling extramurale behandeling voor geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen wordt gefaseerd ondergebracht onder de Zvw (zie paragraaf 3.1.3).
Technische schuif wijkverpleging
Vanaf 2018 controleren zorgverzekeraars strenger op gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz-gerechtigden. Hierdoor worden zorglasten, die voorheen ten oprechte in de Zvw landden, nu ten laste van de Wlz gedeclareerd. Op basis van data-onderzoek heeft het CBS berekend dat het bij de wijkverpleging gaat om € 80 miljoen, die voorheen via de Zvw werd gedeclareerd, maar ten laste van de Wlz moet komen. Via een technische schuif naar de Wlz wordt dit nu structureel gecorrigeerd.
Opleidingsbudgetten
Om onder SectorplanPlus ook voor de onder de begroting vallende sectoren in zorg en welzijn opleidingsplannen te kunnen honoreren worden opleidingsmiddelen (die conform de ramingsbijstelling niet noodzakelijk zijn voor de beschikbaarheidbijdrage opleidingen) overgeheveld naar de begroting.
Overboeking ggz-opleidingen
In het hoofdlijnenakkoord ggz zijn voor het jaar 2019 middelen gereserveerd voor extra plaatsen ggz-opleidingen. Deze middelen worden deels via de beschikbaarheidsbijdrage (premie) betaald. Daarom vindt een ijklijnmutatie van artikel 4 van de VWS-begroting naar deze sector plaats.
Overig technisch
Deze mutatie betreft onder meer ijklijnmutaties naar de VWS-begroting ten behoeve van de invoering van pneumokokkenvaccinatie en het aanbieden van het quadrivalent vaccin aan zorgverleners en de doelgroepen van het Nationaal Programma Grieppreventie. Verder is hierin opgenomen de overboeking van de overbruggingsfinanciering (in de vorm van een lening) in 2019 voor het Pallas-initiatief.
Toelichting Zvw-ontvangsten
Autonoom
Actualisering eigen risico
Op basis van nieuwe data (van de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)) over de verdeling van zorguitgaven en het aantal verzekerden blijkt dat de groei van de Zvw-uitgaven minder dan verwacht neerslaat bij mensen die het eigen risico toch al volmaken en blijkt een groei in het aantal verzekerden. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de ontvangsten eigen risico. Daartegenover staat de lagere Zvw-uitgavenraming (onder ander als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling zoals geraamd door het CPB) die leidt tot minder ontvangsten eigen risico. Vanaf 2022 is dit laatste effect dominant.
3.1.5 Bestuurlijke akkoorden curatieve zorg
Voor huisartsenzorg, wijkverpleging, geestelijke gezondheidszorg en medisch-specialistische zorg wordt uitvoering gegeven aan de bestuurlijke akkoorden waarin afspraken zijn gemaakt over een inhoudelijke agenda en het beschikbare financiële kader voor de periode 2019 t/m 2022.
De afspraken die zijn vastgelegd in die bestuurlijke akkoorden zijn door de betrokken partijen vertaald in concrete acties. Deze acties worden thans uitgevoerd. In de verschillende bestuurlijke akkoorden wordt de voortgang van de afgesproken acties bewaakt, onder andere op basis van een daartoe opgesteld uitvoeringsraamwerk. Via onder meer bestuurlijke overleggen wordt de voortgang besproken, geleerd van de ervaringen, en aangejaagd en ondersteund als daar aanleiding voor is. Daarnaast is in de akkoorden vastgelegd dat wanneer afspraken niet of onvoldoende of sneller dan verwacht van de grond komen en implicaties hebben voor de uitvoering van de akkoorden, partijen dan gezamenlijk in overleg treden in het bestuurlijk overleg.
De Tweede Kamer wordt op verschillende momenten geïnformeerd over de ontwikkelingen van de afzonderlijke onderwerpen die in de zorgakkoorden zijn geagendeerd. Medio 2019 heeft de Kamer de NZa-monitor contractering huisartsenzorg ontvangen (TK 33 578, nr. 69). Voor de wijkverpleging, de ggz en de MSZ worden in het najaar van 2019 voortgangsrapportages opgesteld.
In de begroting 2019 is een overzicht opgenomen van de financiële kaders voor de bestuurlijke akkoorden 2019–2022. In tabel 5 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de financiële kaders uit de begroting 2019 naar de begroting 2020. Het betreft enkel nominale en technische mutaties. Zo is de loon- en prijsbijstelling tranche 2019 in de actuele standen verwerkt.
MSZ | GGZ | Huisartsen | Multidisciplinaire zorg | Wijkverpleging | |
---|---|---|---|---|---|
Stand 2020 in bestuurlijk akkoord en begroting 2019 | 22.984,4 | 3.877,5 | 3.128,1 | 645,9 | 4.060 |
Loon- en prijsbijstelling tranche 2019 | 773,4 | 139,1 | 109,5 | 22,0 | 145,7 |
Overheveling i.v.m. programma patiëntveiligheid | – 4,0 | ||||
Uitbreiding hielprikscreening | 1,0 | ||||
Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg | – 2,9 | ||||
Onderuitputting subsidieregeling integrale tarieven | 9,7 | ||||
Ambulantiseringsschuif | 1,4 | ||||
Correctie overheveling i.v.m. programma OPEN | 11,2 | ||||
Overheveling Fokusbewoners | 1,5 | ||||
Overheveling wijkverpleging Wlz-geïndiceerden | – 80,0 | ||||
Stand 2020 in begroting 2020 | 23.761,7 | 4.018,0 | 3.248,9 | 667,8 | 4.127,1 |
De afgesproken kaders voor de betreffende sectoren zijn tevens (in meerjarig perspectief en met een toelichting op de mutaties) terug te vinden in het verdiepingshoofdstuk van dit Financieel Beeld Zorg (zie de tabellen voor de betreffende sectoren in paragraaf 6).
3.2 Wet langdurige zorg (Wlz)
3.2.1 Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat:
-
1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen; en
-
2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt.
Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid bewindspersonen
De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
De Minister wordt ondersteund door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut adviseert de bewindspersonen over de samenstelling van het verzekerde pakket, stimuleert de continue kwaliteitsverbetering en beheert het Fonds langdurige zorg (Flz). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument door het bewaken van de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van zorg en houdt in dat kader toezicht op zorgaanbieders en zorgkantoren die namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten sluiten met zorgaanbieders. De NZa adviseert de bewindspersonen over beleid en regelgeving. De NZa stelt op aanwijzing van de bewindspersonen regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming.
Verder ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:
-
• Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
-
• Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.
-
• Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen of tussen sectoren binnen hetzelfde financieringsbron/domein en de zogenaamde financieringsmutaties.
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
Tabel 6 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019 | 23.730,1 | 25.888,0 | 28.089,4 | 30.193,0 | 32.121,6 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | 392,5 | – 237,8 | – 297,5 | – 592,5 | – 1.001,5 | |
Actualisering Wlz-uitgaven (zie tabel 6A) | 93,4 | – 96,6 | – 96,6 | – 96,6 | – 96,6 | |
Loon- en prijsontwikkeling | – 50,9 | – 331,2 | – 490,9 | – 685,9 | – 904,8 | |
Tekorten jeugdhulp | 350,0 | 190,0 | 290,0 | 190,0 | 0,0 | |
Beleidsmatig | 50,7 | – 63,7 | – 213,1 | – 248,0 | – 260,3 | |
Ontwikkelopgave zorgkantoren | 11,8 | 10,2 | 10,4 | 10,4 | 10,4 | |
Ramingsbijstelling Wlz | – 37,3 | – 115,9 | – 273,4 | – 321,6 | – 330,9 | |
Ambulantisering in de ggz | 50,0 | 65,0 | 80,0 | 95,0 | 95,0 | |
Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen | 2,2 | 6,1 | 7,8 | 9,5 | 11,4 | |
Invoeren Wet verplichte ggz | 0,0 | 20,0 | 20,0 | 20,0 | 20,0 | |
Wet zorg en dwang | 0,5 | 9,6 | 9,7 | 9,9 | 10,0 | |
Bijdrage zorgvisie Groningen | 6,2 | 6,2 | 6,2 | 6,2 | 6,2 | |
Tariefherijking verpleeghuiszorg | 0,0 | – 87,0 | – 87,0 | – 87,0 | – 87,0 | |
Overig beleidsmatig | 17,3 | 22,2 | 13,2 | 9,7 | 4,7 | |
Technisch | – 582,7 | – 516,4 | – 610,9 | – 527,1 | – 332,2 | |
Tekorten jeugdhulp (IJklijn) | – 350,0 | – 190,0 | – 290,0 | – 190,0 | 0,0 | |
Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn) | – 2,2 | – 6,1 | – 7,8 | – 9,5 | – 11,4 | |
Invoeren Wvggz (IJklijn) | 0,0 | – 20,0 | – 20,0 | – 20,0 | – 20,0 | |
Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen | – 57,0 | – 57,0 | – 56,9 | – 56,9 | – 57,0 | |
Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn) | – 187,3 | – 187,7 | – 190,1 | – 190,0 | – 189,9 | |
Overheveling roerende voorzieningen | 14,1 | 14,1 | 14,1 | 14,1 | 14,1 | |
Groeiruimte Wmo Beschermd Wonen | 0,0 | – 53,2 | – 53,2 | – 53,2 | – 53,2 | |
Technische schuif wijkverpleging | 80,0 | 80,0 | 80,0 | 80,0 | 80,0 | |
Overheveling subsidieregeling extramurale behandeling | 0,0 | – 15,0 | – 15,0 | – 15,0 | – 15,0 | |
Ambulantisering in de ggz | – 38,0 | – 50,0 | – 61,0 | – 73,0 | – 73,0 | |
Ambulantisering in de ggz (IJklijn) | – 12,0 | – 15,0 | – 19,0 | – 22,0 | – 22,0 | |
Overig technisch | – 30,2 | – 16,6 | 8,0 | 8,4 | 15,1 | |
Totaal bijstellingen | – 139,4 | – 817,8 | – 1.121,6 | – 1.367,6 | – 1.593,9 | |
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 23.590,7 | 25.070,2 | 26.967,8 | 28.825,5 | 30.527,8 | 32.258,0 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2019 | 1.868,3 | 1.946,9 | 2.028,5 | 2.113,6 | 2.225,6 | |
Bijstellingen | ||||||
Autonoom | – 25,3 | – 15,5 | – 6,4 | 1,1 | – 14,4 | |
Actualisering eigen bijdragen | – 25,3 | – 15,5 | – 6,4 | 1,1 | – 14,4 | |
Totaal bijstellingen | – 25,3 | – 15,5 | – 6,4 | 1,1 | – 14,4 | |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020 | 1.843,0 | 1.931,4 | 2.022,1 | 2.114,7 | 2.211,2 | 2.312,8 |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019 | 21.861,8 | 23.941,1 | 26.060,8 | 28.079,4 | 29.896,1 | |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | – 114,2 | – 802,3 | – 1.115,2 | – 1.368,6 | – 1.579,5 | |
Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020 | 21.747,6 | 23.138,8 | 24.945,7 | 26.710,8 | 28.316,6 | 29.945,2 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
Toelichting uitgaven Wlz
Autonoom
Actualisering Wlz-uitgaven
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Zorg in Natura binnen contracteerruimte | 121,0 | – 69,0 | – 69,0 | – 69,0 | – 69,0 | – 69,0 |
Persoonsgebonden budgetten | – 61,0 | – 61,0 | – 61,0 | – 61,0 | – 61,0 | – 61,0 |
Buiten contracteerruimte | 33,4 | 33,4 | 33,4 | 33,4 | 33,4 | 33,4 |
Stand ontwerpbegroting 2020 | 93,4 | – 96,6 | – 96,6 | – 96,6 | – 96,6 | – 96,6 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
In tabel 6A is het onderdeel «Actualisering Wlz-uitgaven» uit tabel 6 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2018 van het Zorginstituut en de NZa en de meerjarige doorwerking hiervan.
In de verdiepingsbijlage wordt de actualisering van de Wlz-uitgaven per sector verder toegelicht.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Tekorten jeugdhulp
Omdat sinds de decentralisatie meer kinderen in beeld komen en de transformatie nog onvoldoende van de grond komt heeft het kabinet extra middelen toegekend voor jeugdzorg. Gemeenten hebben extra € 400 miljoen in 2019 en € 300 miljoen in 2020 en 2021 gekregen in het gemeentefonds. Daarnaast is € 20 miljoen toegevoegd in 2019 aan de begroting van VWS (artikel 5). Dit bedrag is bedoeld voor tijdelijke liquiditeitssteun aan instellingen indien de zorgcontinuiteit in gevaar komt.
Beleidsmatig
Ontwikkelopgave zorgkantoren
Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is een additioneel bedrag van € 10,4 miljoen per jaar benodigd. Voor 2019 is een bedrag van € 11,3 miljoen benodigd. Daarnaast is besloten om de cliëntondersteuning in 2019 voort te zetten (€ 0,5 miljoen).
Ramingsbijstelling Wlz
In de raming van de Wlz-uitgaven is rekening gehouden met een jaarlijkse volumegroei van de uitgaven. Op basis van actualisatiegegevens wordt de raming van de volumegroei met € 52 miljoen verlaagd in 2020 oplopend tot € 165 miljoen vanaf 2021. Daarnaast wordt de raming van het beroep op aanspraken voor dagbesteding, vervoer en huishoudelijke hulp neerwaarts bijgesteld (oplopend tot € 83 miljoen structureel). Deze ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting was mogelijk zonder het Wlz-kader bij te stellen.
Ambulantisering in de ggz
Met het bestuurlijk akkoord ggz 2019–2022 wordt met de Juiste Zorg op de Juiste Plek binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding.
Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen
In navolging van de in 2018 gemaakte bestuurlijke afspraak om pleegzorg (bij 18 jaar) standaard te verlengen tot 21 jaar, wordt ook de leeftijdsgrens voor gezinshuizen verhoogd tot 21 jaar. Gemeenten krijgen extra middelen voor deze verhoging.
Invoeren Wet verplichte ggz
Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten extra uitvoerende taken. Hiervoor worden gemeenten financieel gecompenseerd.
Wet zorg en dwang
In 2020 treedt de nieuwe Wet zorg en dwang in werking. Hierin is geregeld dat vg- en pg-patiënten aanspraak kunnen maken op een cliëntvertrouwenspersoon (cvp). De cvp wordt ingezet conform het kwaliteitskader. Daarnaast wordt een landelijke faciliteit opgezet voor het bij elkaar brengen en bundelen van expertise. Voor dit geheel is budget beschikbaar gesteld oplopend tot € 10 miljoen in 2023.
Bijdrage zorgvisie Groningen
De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. Vanuit VWS wordt maximaal € 93 miljoen bijgedragen over een periode van 15 jaar om deze visie te verwezenlijken.
Tariefherijking verpleeghuiszorg
Conform het advies van de NZa worden alle tarieven voor de verpleeghuiszorg op basis van het kostenonderzoek 2018 herijkt. De tariefherijking leidt per saldo tot € 87 miljoen lagere uitgaven.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.
Technisch
Tekorten jeugdhulp (IJklijn)
Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdzorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (IJklijn)
Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging van de leeftijdsgrens voor gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Invoeren Wet verplichte ggz (IJklijn)
Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen in verband met de invoering van de Wet verplichte ggz naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Loon- en prijsbijstelling Wmo Beschermd Wonen
Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (IJklijn)
Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo en jeugd-budget naar de integratie-uitkering Beschermd Wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Overheveling roerende voorzieningen
Vanaf 1 januari 2020 gaan Wlz-instellingen zonder behandeling alle roerende voorzieningen vanuit hun instellingsbudget betalen. Een beperkt aantal voorzieningen wordt dan niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed). De bijbehorende middelen worden overgeheld van de Zvw naar de Wlz.
Groeiruimte 2020 Wmo Beschermd Wonen
Dit betreft de verwachte volumegroei in 2020 voor Wmo Beschermd Wonen.
Technische schuif wijkverpleging
Vanaf 2018 controleren zorgverzekeraars strenger op gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz-gerechtigden. Hierdoor worden zorglasten, die voorheen ten oprechte in de Zvw landden, nu ten laste van de Wlz gedeclareerd. Op basis van data-onderzoek heeft het CBS berekend dat het bij de wijkverpleging gaat om € 80 miljoen, die voorheen via de Zvw werd gedeclareerd, maar ten laste van de Wlz moet komen. Via een technische schuif naar de Wlz wordt dit nu structureel gecorrigeerd.
Overheveling subsidieregeling extramurale behandeling
De subsidieregeling extramurale behandeling wordt gefaseerd ondergebracht onder de Zvw (zie paragraaf 3.1.3).
Ambulantisering in de ggz
Ambulantisering in de ggz (IJklijn)
Met het bestuurlijk akkoord ggz wordt met de Juiste Zorg op de Juiste Plek binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. Beschermd wonen wordt gefinancierd vanuit een integratie-uitkering. Op basis van de verwachte extra kosten zijn de extra middelen voor circa driekwart geland in de integratie-uitkering beschermd wonen.
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.
Toelichting Wlz-ontvangsten
Autonoom
Actualisering eigen bijdrage
Deze mutatie betreft de structurele doorwerking van de actualisering van de ontvangsten 2018 die ook is verwerkt in het jaarverslag 2018 van VWS.
3.3 Begrotingsgefinancierde zorguitgaven
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo Beschermd Wonen in het Uitgavenplafond Zorg beschikbaar zijn. Naast de Wmo Beschermd Wonen vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de zorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederlanden, de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ) en uitgaven die de kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid borgen. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord en toegelicht bij de artikelen 1, 2 en 4. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
In tabel 7 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven die onder de Wmo Beschermd Wonen vallen, worden in tabel 7A gespecificeerd.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2019 | 2.331,1 | 2.285,8 | 2.278,7 | 2.221,0 | 2.217,1 | |
Bijstellingen | ||||||
Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds). Zie tabel 7A | 95,0 | 160,1 | 171,1 | 183,1 | 183,1 | |
Autonoom | – 3,8 | – 3,8 | – 5,3 | – 4,1 | – 7,7 | |
Loon- en prijsontwikkeling | – 3,8 | – 3,8 | – 5,3 | – 4,1 | – 7,7 | |
Beleidsmatig | – 112,0 | 8,3 | 6,5 | 62,1 | – 3,2 | |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | – 6,2 | – 5,9 | – 5,9 | – 6,6 | – 5,8 | |
Subsidie abortusklinieken (Artikel 1) | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | |
Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid (Artikel 2) | 6,9 | 1,1 | 0,7 | 0,7 | 0,0 | |
Subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (Artikel 2) | – 45,0 | – 1,5 | 10,7 | 10,1 | 0,0 | |
Zorgopleidingen (Artikel 4) | – 59,4 | 21,3 | 8,3 | 63,1 | 7,2 | |
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) | 6,8 | 6,9 | 6,0 | 6,1 | 6,2 | |
Loon- en prijsbijstelling (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | – 16,5 | – 15,1 | – 14,7 | – 12,7 | – 12,2 | |
Technisch | – 18,3 | – 0,5 | – 1,4 | – 1,7 | – 1,7 | |
Overboeking ggz-opleidingen (Artikel 4) | – 15,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Overig technisch | – 3,3 | – 0,5 | – 1,4 | – 1,7 | – 1,7 | |
Totaal bijstellingen | – 39,2 | 164,2 | 170,9 | 239,4 | 170,6 | |
Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven ontwerpbegroting 2020 | 2.292,0 | 2.449,9 | 2.449,6 | 2.460,4 | 2.387,7 | 2.401,0 |
Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2019 nemen de begrotingsgefinancierde zorguitgaven vanaf 2020 toe met circa € 0,2 miljard. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de netto zorguitgaven Wmo Beschermd Wonen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto Wmo Beschermd Wonen ontwerpbegroting 2019 | 1.714,4 | 1.713,6 | 1.713,6 | 1.713,5 | 1.713,6 | |
Bijstellingen | ||||||
Technisch | 95,0 | 160,1 | 171,1 | 183,1 | 183,1 | |
Loon- en prijsbijstelling 2019 | 57,0 | 57,0 | 56,9 | 56,9 | 57,0 | |
Groeiruimte Wmo Beschermd Wonen | 0,0 | 53,2 | 53,2 | 53,2 | 53,2 | |
Ambulantisering in de ggz | 38,0 | 50,0 | 61,0 | 73,0 | 73,0 | |
Totaal bijstellingen | 95,0 | 160,1 | 171,1 | 183,1 | 183,1 | |
Netto Wmo Beschermd Wonen ontwerpbegroting 2020 | 1.809,4 | 1.873,7 | 1.884,7 | 1.896,6 | 1.896,7 | 1.896,7 |
Toelichting Uitgaven Wmo Beschermd Wonen
Technisch
Loon- en prijsbijstelling 2019
Dit betreft de tranche 2019 loon- en prijsontwikkeling voor Wmo Beschermd Wonen.
Groeiruimte 2020 Wmo Beschermd Wonen
Dit betreft de verwachte volumegroei in 2020 voor Wmo Beschermd Wonen.
Ambulantisering in de ggz
Met het bestuurlijk akkoord ggz wordt met de Juiste Zorg op de Juiste Plek binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding. Beschermd wonen wordt gefinancierd vanuit een integratie-uitkering. Op basis van de verwachte extra kosten zijn de extra middelen voor circa driekwart geland in de integratie-uitkering beschermd wonen.
In tabel 8 wordt de opbouw van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Wmo Beschermd Wonen (gemeentefonds) | 1.809,4 | 1.873,7 | 1.884,7 | 1.896,6 | 1.896,7 | 1.896,7 |
Wmo Beschermd Wonen | 1.809,4 | 1.873,7 | 1.884,7 | 1.896,6 | 1.896,7 | 1.896,7 |
Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 482,6 | 576,2 | 564,9 | 563,8 | 491,0 | 504,3 |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | 18,3 | 18,5 | 18,4 | 17,4 | 18,2 | 18,2 |
Subsidie abortusklinieken (Artikel 1) | 17,5 | 17,5 | 17,5 | 17,5 | 17,5 | 17,5 |
Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid (Artikel 2) | 45,8 | 51,4 | 36,3 | 35,8 | 0,0 | 0,0 |
Subsidie overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (Artikel 2) | 16,7 | 8,3 | 8,7 | 0,7 | 4,6 | 2,0 |
Zorgopleidingen (Artikel 4) | 254,6 | 332,4 | 318,8 | 304,6 | 249,1 | 248,8 |
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) | 127,8 | 132,3 | 135,2 | 139,3 | 143,0 | 147,4 |
Loon- en prijsbijstelling (VWS-begroting en aanvullende post Financiën) | 1,8 | 15,9 | 30,1 | 48,5 | 58,6 | 70,5 |
Bruto-uitgaven | 2.292,0 | 2.449,9 | 2.449,6 | 2.460,4 | 2.387,7 | 2.401,0 |
Ontvangsten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Netto-uitgaven | 2.292,0 | 2.449,9 | 2.449,6 | 2.460,4 | 2.387,7 | 2.401,0 |
In figuur 3 is de samenstelling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven voor het jaar 2020.