Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
Vanwege de spoedeisende maatregelen zijn er vier incidentele suppletoire begrotingen naar de Tweede Kamer verzonden. Het betreft achtereenvolgens de lening aan Winair (op 15 januari), de verlenging beschikbaarheidsvergoeding OV t/m Q3 2021 (op 2 maart), de tegemoetkoming vuurwerkbranche (op 29 maart) en de verlenging beschikbaarheidsvergoeding OV t/m Q4 2021 (op 12 april). De behandeling in de Tweede Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,C. van Nieuwenhuizen Wijbenga