Base description which applies to whole site

3.10 Artikel 10

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd artikel 10 Tegemoetkoming ouders (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

 

Verplichtingen

6.521.835

0

6.521.835

‒ 80.936

6.440.899

‒ 73.276

‒ 90.890

‒ 82.637

‒ 73.893

          

Uitgaven

6.521.835

0

6.521.835

‒ 80.936

6.440.899

‒ 73.276

‒ 90.890

‒ 82.637

‒ 73.893

          

Inkomensoverdrachten

         

AKW

3.638.806

0

3.638.806

‒ 18.437

3.620.369

‒ 42.823

‒ 54.286

‒ 63.185

‒ 69.952

WKB

2.878.656

0

2.878.656

‒ 62.510

2.816.146

‒ 30.460

‒ 36.606

‒ 19.450

‒ 3.937

Kinderbijslagvoorziening BES

4.373

0

4.373

11

4.384

7

2

‒ 2

‒ 4

          

Ontvangsten

201.680

‒ 9.295

192.385

‒ 5.909

186.476

‒ 10.849

‒ 10.245

‒ 7.700

‒ 7.682

          

Ontvangsten

         

Terugontvangsten

201.680

‒ 9.295

192.385

‒ 5.909

186.476

‒ 10.849

‒ 10.245

‒ 7.700

‒ 7.682

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt -/- € 80,9 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Bij de ontvangsten zijn de mutaties -/- € 5,9 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Juridisch verplichte uitgaven

De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2021 100,00%.

Inkomensoverdrachten: AKW

  • 1. De raming van de uitgaven AKW is neerwaarts bijgesteld met -/- € 26,1 miljoen. De bijstelling wordt vooral verklaard door een neerwaarts bijgestelde CBS-bevolkingsprognose als gevolg van de corona-pandemie. De onderliggende effecten zijn een lagere migratie en een lagere geboorteprognose. De meevaller loopt meerjarig op.

  • 2. SZW bevoorschot de SVB voor de uitgaven AKW. Na afloop van het jaar wordt het verschil tussen bevoorschotting en realisaties afgerekend. De realisaties 2020 zijn licht hoger uitgekomen waardoor een nabetaling volgt van € 7,7 miljoen in 2021.

Inkomensoverdrachten: WKB

  • 1. De raming van de uitgaven WKB is neerwaarts bijgesteld. Dit komt voornamelijk doordat de realisaties lager uitvallen dan aanvankelijk verwacht en doordat de geraamde ontwikkeling van de conjunctuur positiever is dan de vorige raming. Daarentegen zijn er meer uitgaven WKB doordat de prognose van het aantal 0-17 jarigen licht opwaarts is bijgesteld en doordat Belastingdienst/Toeslagen bij het definitief toekennen steeds vaker nabetaalt dan dat het terugvordert. Per saldo resteert meerjarig een meevaller, welke in 2021 -/- € 61,1 miljoen bedraagt.

  • 2. De voorgenomen uitzondering op het koppelingsbeginsel in de WKB is met een jaar vertraagd. Invoering is voorzien in 2022. Hierdoor valt -/- € 0,9 miljoen aan middelen vrij in 2021.

  • 3. Als gevolg van de versnelde geleidelijke beperking van de zelfstandigenaftrek hebben zelfstandigen een hoger belastbaar inkomen. Hierdoor krijgt deze groep gemiddeld minder WKB. In 2021 wordt hierdoor -/- € 0,4 miljoen minder WKB uitgekeerd, oplopend tot -/- € 2,0 miljoen in 2025.

  • 4. SZW doet een structurele overboeking naar het ministerie van Financiën voor de verhoogde uitvoeringskosten als gevolg van de intensivering van het kindbedrag vanaf het 3e kind (-/- € 0,1 miljoen).

Inkomensoverdrachten: AKW BES

  • 1. De raming van de AKW BES is op basis van realisatiegegevens bijgesteld met -/- € 0,2 miljoen.

  • 2. Er loopt een onderzoek naar de mogelijkheden voor een regeling voor dubbele uitkering van kinderbijslag bij een intensieve zorgvraag van een thuiswonend kind in CN. Vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek zijn structureel middelen gereserveerd (€ 0,2 miljoen).

Ontvangsten

  • 1. De voorschotten WKB sluiten beter aan bij het definitieve recht dan eerder geraamd. Dit heeft tot gevolg dat er minder wordt teruggevorderd, met lagere terugontvangsten als gevolg. Dit leidt tot een meerjarige tegenvaller, welke in 2021 -/- € 5,9 miljoen bedraagt.

  • 2. De doelmatigheidsgrens van terugvorderingen is via een amendement van de leden Snels en Lodders (Tweede Kamer, 2020-2021, 35 574 nr. 12) verhoogd tot 98 euro. Dit leidt vanaf 2021 tot structureel lagere ontvangsten (-/- € 3,6 miljoen). De lagere ontvangsten vanaf 2022 zijn in deze 1e suppletoire begroting verwerkt. De lagere ontvangsten in 2021 zijn via het amedement op de begroting 2021 verwerkt maar nog niet eerder toegelicht.

  • 3. Voor 2020 en 2021 was de invorderingsrente in het kader van COVID-19 tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. De maatregel wordt vanaf 1 januari 2022 in twee jaar stapsgewijs afgebouwd. Per januari 2022 wordt de invorderingsrente 1%, per juli 2022 2% en per januari 2023 3%. Vanaf januari 2024 wordt teruggekeerd op het oorspronkelijke niveau van 4%. De maatregel leidt tot minder ontvangsten in 2022 en 2023.

Licence