Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2025 operationeel. Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, nr. 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten op het gebied van rechtshandhaving of technische assistentie op gebied van financieel beheer.

Regisseren

  • De minister regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.

Ook de Ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de betreffende ministeries.

Er zijn geen beleidswijzigingen.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid, artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

24.362

24.680

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

21.299

24.680

0

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht

  

0,0%

    
        

8.1 Wederopbouw

21.299

24.680

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

1.230

308

0

0

0

0

0

Diverse subsidies

1.230

308

0

0

0

0

0

Opdrachten

491

5.602

0

0

0

0

0

Wederopbouw op Sint Maarten

491

5.602

0

0

0

0

0

Leningen

13.322

0

0

0

0

0

0

Overbruggingskrediet luchthaven Sint Maarten

13.322

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

6.123

15.446

0

0

0

0

0

KPSM

300

7.534

0

0

0

0

0

Grenstoezicht Sint Maarten

0

755

0

0

0

0

0

Wederopbouw op Sint Eustatius

5.823

6.072

0

0

0

0

0

Wederopbouw op Sint Maarten

0

1.085

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

133

3.124

0

0

0

0

0

Wederopbouw op Sint Maarten

133

3.124

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

200

0

0

0

0

0

Ministerie van JenV

0

200

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Aangezien er nog geen budget is voor artikel 8 in 2021, zijn de budgetten 0% juridisch verplicht. Voor dit artikel geldt volledige eindejaarsmarge. Derhalve zijn voor 2021 geen middelen begroot.

8.1 Wederopbouw

Voor het jaar 2021 is geen budget opgenomen op dit artikel. Het deel van het budget in 2020 dat niet in dat jaar besteed wordt, zal ter beschikking komen in 2021. Afhankelijk van de ontwikkelingen in 2020 zal in 2021 van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën budget naar de begroting van Koninkrijksrelaties overgeheveld worden ten behoeve van het trustfund dat in beheer is bij de Wereldbank.

Licence