Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. Het doel is te zorgen voor een doelmatig en risicoarm kasbeheer van het Rijk en de deelnemers aan het schatkistbankieren en een reductie van de EMU-schuld. De wettelijke basis is geregeld in de Comptabiliteitswet 201640, nader uitgewerkt in de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen41 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden42 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen43 en de Zorgverzekeringswet44 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen45 (voor agentschappen).
Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van het Rijk.
Bij schatkistbankieren heeft de minister van Financiën een beleidsmatige en uitvoerende rol. De uitvoering van het schatkistbankieren is belegd bij het Agentschap van de Generale Thesaurie. Schatkistbankieren houdt in dat deelnemers hun middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist) en niet langer bij private partijen buiten de schatkist. Publieke middelen verlaten de schatkist niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Door het samenbrengen van de financieringsbehoefte en de overtollige middelen binnen de collectieve sector wordt de balans van de overheid zo kort mogelijk gehouden. Onder voorwaarden kunnen sommige categorieën deelnemers binnen het schatkistbankieren ook leningen krijgen.
Het betalingsverkeer van het Rijk wordt door commerciële banken uitgevoerd. Periodiek wordt hiertoe het betalingsverkeer, dat verdeeld is over vier percelen, aanbesteed. Het ministerie van Financiën coördineert deze aanbestedingen. Door de aanbesteding worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. In 2021 zal perceel C (buitenlands betalingsverkeer) worden aanbesteed.
Prestatie-indicatoren en kengetallen
Voor het schatkistbankieren zijn nog geen prestatie-indicatoren gedefinieerd. Het Agentschap onderschrijft dat een goede indicator van nut kan zijn bij het bepalen of beleid doeltreffend en doelmatig is uitgevoerd. Het definiëren van een goede indicator hangt nauw samen met het ontsluiten van betrouwbare data voor de verantwoording. Hiertoe is in 2019 een aanbesteding gedaan om een nieuw systeem (workflowmanagementsysteem) voor het schatkistbankieren te implementeren. Dit nieuwe systeem is bedoeld om de operationele processen van schatkistbankieren te vereenvoudigen en efficiënter te maken. Deze aanbesteding heeft echter niet geleid tot voldoende concurrentiestelling, waardoor besloten is een nieuwe aanbestedingsprocedure te starten. Deze zal naar verwachting pas in 2020 worden afgerond. Door deze vertraging zijn de ontwikkelingen op dit terrein nog niet ver genoeg om in de begroting van 2021 een goede prestatie-indicator op te nemen. Wel kent het schatkistbankieren een aantal kengetallen die laten zien hoeveel deelnemers er zijn, wat de omvang is van de aangehouden en uitgeleende middelen én wat de bijdrage was aan het reduceren van de EMU-schuld. De EMU-schuld bestaat uit alle schulden van de collectieve sector aan instellingen buiten de overheid. Doordat de deelnemers aan het schatkistbankieren hun overtollige middelen bij het Rijk aanhouden, hoeft het Rijk minder te lenen. Het gevolg is dat de omvang van de totale extern uitstaande schuld van de hele collectieve sector daalt en daardoor de EMU-schuld afneemt.
Aantal deelnemers | Overtollige middelen in rekening-courant en deposito (bedragen x € 1 mld.) | Verstrekte leningen en roodstand (bedragen x € 1 mld.) | |
Agentschappen | 28 | 2,4 | 6,9 |
RWT’s en derden | 234 | 9,4 | 4,3 |
Sociale fondsen | 3 | 8,6 | 10,1 |
Decentrale overheden | 786 | 10,3 | |
Totaal | 1051 | 30,7 | 21,3 |
In miljarden euro | € 30,7 mld. |
In procenten bbp | 3,8% |
In 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.384 | 1.531 | 1.531 | 1.531 | 1.528 | 1.521 | 1.518 |
Uitgaven | 1.384 | 1.531 | 1.531 | 1.531 | 1.528 | 1.521 | 1.518 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Rente | 28 | 31 | 31 | 31 | 28 | 21 | 18 |
Rente kasbeheer | 28 | 31 | 31 | 31 | 28 | 21 | 18 |
Leningen | 1.312 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Verstrekte leningen | 1.312 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 10.915 | 3.791 | 9.142 | 4.458 | 3.104 | 3.700 | 3.788 |
Rente | 110 | 105 | 92 | 86 | 80 | 75 | 70 |
Rente kasbeheer | 109 | 104 | 92 | 86 | 80 | 75 | 70 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 992 | 1.298 | 910 | 1.157 | 910 | 999 | 1.146 |
Ontvangen aflossingen | 992 | 1.298 | 910 | 1.157 | 910 | 999 | 1.146 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 9.813 | 2.389 | 8.140 | 3.215 | 2.114 | 2.625 | 2.572 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 9.813 | 2.389 | 8.140 | 3.215 | 2.114 | 2.625 | 2.572 |
Budgetflexibiliteit
De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en rentebaten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-couranttegoeden die deelnemers bij de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.
Uitgaven en ontvangsten
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: rente, leningen en mutaties in rekening-courant en deposito.
Rente
Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen van het Rijk aan de deelnemers van schatkistbankieren. Deelnemers ontvangen rente over een positief saldo op hun rekening-courant en op de deposito’s die ze bij de schatkist hebben geplaatst. De rentebaten bestaan uit de door deelnemers aan het Rijk betaalde rente op leningen en op roodstanden in de rekening-courant. De verwachte rentelasten zijn in 2021 lager dan de verwachte rentebaten. Dit komt door de lage rentestand, waardoor de Staat weinig betaalt op positieve saldi. Leningen hebben langere looptijden met bijbehorende hogere rentes waardoor de rentebaten in 2021 hoger zijn dan de rentelasten.
Leningen
De posten verstrekte leningen en ontvangen aflossingen geven de geraamde uitgifte van nieuwe leningen (uitgave voor het Rijk) en de aflossingen op eerder afgesloten leningen (ontvangst voor het Rijk) weer. Als leningen voortijdig worden beëindigd dan worden deze afgelost tegen de marktwaarde van de lening op dat moment of een boetebedrag. Hierdoor kan gedurende het jaar een extra uitgave of ontvangst voor het Rijk ontstaan. Deze worden geboekt als uitgaven of ontvangsten bij voortijdige beëindiging.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s
De posten toename en afname saldi in rekening-courant46 en deposito’s47 geven het bedrag weer dat naar verwachting door alle deelnemers in de schatkist wordt gestort (ontvangst voor het Rijk) of juist wordt opgenomen (uitgave voor het Rijk). Voor 2021 wordt een instroom van middelen van € 8,1 mld. geraamd.