Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 881 241 | 96 000 | 977 241 | 96 878 | 1 074 119 | 78 672 | 72 468 | 84 067 | 78 967 | |
Uitgaven | 881 241 | 61 000 | 942 241 | 96 878 | 1 039 119 | 78 672 | 107 468 | 84 067 | 78 967 | |
7.1.1 | Personele uitgaven | 581 357 | 700 | 582 057 | 26 435 | 608 492 | 35 135 | 42 931 | 50 857 | 50 857 |
Eigen personeel | 569 357 | 700 | 570 057 | 26 435 | 596 492 | 35 135 | 42 931 | 50 857 | 50 857 | |
Inhuur extern | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.1.2 | Materiele uitgaven | 299 884 | 60 300 | 360 184 | 70 443 | 430 627 | 43 537 | 64 537 | 33 210 | 28 110 |
ICT | 62 443 | 0 | 62 443 | 4 111 | 66 554 | 4 111 | 4 111 | 4 111 | 4 111 | |
Bijdragen aan SSO's | 49 461 | 0 | 49 461 | ‒ 355 | 49 106 | ‒ 355 | ‒ 355 | ‒ 355 | ‒ 355 | |
Overige materieel | 187 980 | 60 300 | 248 280 | 66 687 | 314 967 | 39 781 | 60 781 | 29 454 | 24 354 | |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 63 180 | 0 | 63 180 | ‒ 13 780 | 49 400 | ‒ 680 | 92 320 | 1 320 | ‒ 3 780 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 63 180 | 0 | 63 180 | ‒ 13 780 | 49 400 | ‒ 680 | 92 320 | 1 320 | ‒ 3 780 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken. Voor de aanschaf van een kantoorpand voor de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de bilaterale ambassade in Brussel wordt hier een uitzondering op gemaakt. Deze mutatie is verwerkt in de eerste incidentele suppletoire begroting 2022 waarbij het verplichtingenbudget in 2022 wordt opgehoogd met EUR 95 miljoen terwijl de uitgaven staan geraamd op EUR 60 miljoen in 2022 en EUR 35 miljoen in 2024.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.1
De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
– In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 8 miljoen in 2022, EUR 18 miljoen in 2023, EUR 26 miljoen in 2024 en EUR 34 miljoen vanaf 2025.
– De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.
– Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) zijn middelen beschikbaar gesteld. Dit resulteert in een stijging van de budgetten vanaf 2023.
– Voor MH17 zijn middelen vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook wordt voor MH17 eindejaarsmarge 2021 in 2022 en 2023 ingezet.
– De budgetten stijgen structureel door de verwerking van een door Sjoerdsma c.s. ingediend amendement ter vergroting van de sanctiecapaciteit.
Aanvullend hierop stijgen de budgetten in 2022 ook vanwege toevoeging aan de budgetten van eindejaarsmarge 2021 voor de Onderzoekscommissie Evacuatie Afghanistan. Verder wordt EUR 2,4 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland. Tot slot worden loonkosten voor lokaal personeel RVO IA overgeheveld van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Artikelonderdeel 7.1.2
De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
– In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 9 miljoen in 2022, EUR 11 miljoen in 2023, EUR 14 miljoen in 2024 en EUR 18 miljoen vanaf 2025.
– De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.
– De eindejaarsmarge 2021 wordt in 2022, 2023 en 2024 weer opnieuw ingezet. Het grootste deel hiervan betreft de uitgaven ten aanzien van de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen totaal).
– Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 33,7 miljoen toegevoegd in 2022. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
– Met de eerste incidentele suppletoire begroting is het uitgavenbudget in 2022 met EUR 60 miljoen verhoogd voor de aankoop van de kanselarij voor de PV EU en de post in Brussel.
Ontvangsten
Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2022, 2023 en 2026 af en in 2024 en 2025 toe. Dit komt voornamelijk door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.