Omschrijving | Ontwerpbegroting 2022 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2023 | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6.479.308 | 0 | 6.479.308 | ‒ 2.661 | 6.476.647 | 43.698 | 66.057 | 69.496 | 63.361 |
Uitgaven | 6.479.308 | 0 | 6.479.308 | ‒ 2.661 | 6.476.647 | 43.698 | 66.057 | 69.496 | 63.361 |
Inkomensoverdrachten | |||||||||
AKW | 3.653.862 | 0 | 3.653.862 | 17.537 | 3.671.399 | 24.292 | 29.485 | 33.712 | 37.626 |
WKB | 2.820.998 | 0 | 2.820.998 | ‒ 20.698 | 2.800.300 | 18.020 | 35.093 | 34.295 | 24.240 |
Kinderbijslagvoorziening BES | 4.448 | 0 | 4.448 | 500 | 4.948 | 1.386 | 1.479 | 1.489 | 1.495 |
Ontvangsten | 188.276 | ‒ 744 | 187.532 | 17.675 | 205.207 | 35.573 | 23.640 | 14.205 | 13.868 |
Ontvangsten | |||||||||
Terugontvangsten | 188.276 | ‒ 744 | 187.532 | 17.675 | 205.207 | 35.573 | 23.640 | 14.205 | 13.868 |
Toelichting
Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 2,7 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Bij de ontvangsten zijn de mutaties € 17,7 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.
Juridisch verplichte uitgaven
De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2022 100,00%.
Inkomensoverdrachten: AKW
1. De raming van de uitgaven AKW is voor 2022 opwaarts bijgesteld met € 17,5 miljoen. De bijstelling wordt vooral verklaard door een opwaarts bijgestelde CBS-bevolkingsprognose als gevolg van meer geboortes. De tegenvaller loopt meerjarig op.
Inkomensoverdrachten: WKB
1. De raming van de uitgaven WKB is voor 2022 neerwaarts bijgesteld. Dit komt voornamelijk doordat de realisaties lager uitvallen dan aanvankelijk verwacht en doordat de geraamde ontwikkeling van de conjunctuur positiever is dan in de vorige raming. Tegelijkertijd zorgt een opwaartse bijstelling van de geboorteprognose van CBS meerjarig voor hogere uitgaven. Per saldo resulteert dit in 2022 in een meevaller die ‒ € 18,6 miljoen bedraagt.
2. Om beter aan te sluiten bij het kasritme van de WKB-herstelactie is er een budgettair neutrale kasschuif van 2022 (- € 4,0 miljoen) naar 2021 (zie ook de veegbrief, Kamerstukken II 2021-2022 35 925 XV nr 83).
3. In het Coalitieakkoord is de verhoging van het wettelijk uurloon opgenomen. Dit resulteert vanaf 2023 in lagere uitgaven die tot en met 2026 oplopen tot ‒ € 3,8 miljoen.
4. In het Coalitieakkoord is de verhoging van 7,5% van het wettelijk minimumloon (WML) opgenomen. Dit resulteert tot hogere uitgaven oplopend van € 2,2 miljoen in 2023 tot € 54,4 miljoen in 2026.
5. De stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) uit het coalitieakkoord gaat in per 1 januari 2023 in plaats van 1 januari 2024. Dit leidt tot een stijging van de uitkeringslasten WKB met € 1,9 miljoen in 2022, € 18,6 miljoen in 2023 en € 8,2 miljoen in 2024.
Inkomensoverdrachten: Kinderbijslag Voorziening (KBV) BES
1. De raming van de KBV BES is op basis van realisatiegegevens structureel verhoogd met € 0,4 miljoen.
2. In het voorjaar van 2021 zijn middelen gereserveerd voor dubbele uitkering van kinderbijslag bij een intensieve zorgvraag van een thuiswonend kind in CN. Mede door vertraging als gevolg van de coronapandemie is geconstateerd dat invoering op zijn vroegst per juli 2023 haalbaar is. Daarom vallen de middelen voor 2022 en (deels) 2023 vrij (- € 0,2 miljoen 2022).
3. In het Coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt om de inkomenspositie van huishoudens op Caribisch Nederland (CN) te verbeteren. Met deze middelen wordt onder andere de kinderbijslag verhoogd (in 2022 € 0,3 miljoen, oplopend tot € 1,1 miljoen in 2027) om specifiek de inkomenspositie van ouders met kinderen te verbeteren. Het kinderbijslagbedrag op CN wordt hiermee per 2024 gelijk aan het bedrag voor de middelste leeftijdscategorie voor de kinderbijslag in Europees Nederland.
Ontvangsten
1. De ontvangsten worden meerjarig opwaarts bijgesteld, onder meer vanwege een stijging in het aandeel terugvorderingen in de WKB. Tegelijkertijd vallen de WKB realisaties lager uit en is de geraamde ontwikkeling van de conjunctuur positiever dan in de vorige raming. In 2022 resulteert dit per saldo in een meevaller van 18,1 miljoen.
2. In 2023 en 2024 worden hogere ontvangsten WKB verwacht als gevolg van de opstart van gepauzeerde invorderingen bij Toeslagen. Voor 2023 wordt dit geraamd op € 19,9 miljoen en voor 2024 op € 9,6 miljoen.
3. Bij de herstart na de pauzering van invordering toeslagen wordt geen invorderingsrente gerekend over de periode van pauzering. Hierdoor treedt een derving op ontvangsten uit invorderingsrente op voor de WKB. De ontvangsten WKB zijn hierop bijgesteld voor de jaren 2022, 2023 en 2024 (- € 0,4 miljoen in 2022).