Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door ten eerste de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010) en ten tweede door het aanbieden van de mogelijkheid van een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) uitgeoefend door de Rijksministerraad.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.

Uitvoeren

Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op basis van deze wet begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

Sinds 10 oktober 2010 worden aan de landen Curaçao en Sint Maarten op basis van artikel 16 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten kapitaalleningen verstrekt. Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden ontvangen de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten sinds begin 2020 liquiditeitssteunleningen om de gevolgen van de Covid-19 pandemie op te vangen. Aan deze liquiditeitssteun zijn beleidsinhoudelijke en financiële voorwaarden verbonden waaraan de landen moeten voldoen. Over de hoogte van de te verstrekken liquiditeitssteun en de daaraan gekoppelde voorwaarden wordt ieder kwartaal na advies van het College (Aruba) financieel toezicht door de Rijksministerraad een besluit genomen.

Het kabinet heeft daarnaast in 2021 en 2022 middelen gereserveerd voor een lening aan Aruba, zodat Aruba kan voldoen aan haar reguliere verplichtingen tot het betalen van een hoofdsom onder de USD Externe Financiering.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

621.056

908.154

0

1

0

0

0

        

Uitgaven

649.573

763.670

201.517

28.517

28.517

28.517

28.517

        

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

Leningen

       

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

        

5.2 Leningen/garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba

621.056

735.153

173.000

0

0

0

0

Leningen

       

Leningen aan Aruba

204.327

416.800

173.000

0

0

0

0

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

416.729

318.353

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

47.056

34.661

34.588

31.068

30.950

30.950

30.950

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 100% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Leningen

Het totale uitgavenbudget op artikel 5 is bestemd voor de leningen vanuit de schuldsanering van Curaçao en Sint Maarten via de begroting Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren naar de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze leningen zijn voor 100% juridisch verplicht.

In de Rijksministerraad van 13 november 2020 is overeenstemming bereikt over de derde tranche steunmaatregelen voor Aruba. Onderdeel van deze steunmaatregelen is het overnemen van een deel van de schuldpositie van Aruba. Deze steunmaatregelen zijn voor 100% juridisch verplicht.

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Het gaat hierbij om de schuldomvang op 31 december 2005, bestaande uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd. Ook de herfinanciering van deze leningen en de financiering van de rentelasten op deze leningen vallen onder de regeling van de schuldsanering. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen heeft Nederland de dan nog resterende hoofdsom van de bovenbeschreven schulden overgenomen. De in de begroting opgenomen bedragen komen overeen met de rente en aflossingen van de schuldpapieren die Nederland heeft overgenomen van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. Elk jaar worden deze bedragen verrekend met het Ministerie van Financiën, die de schulden namens de Nederlandse Staat heeft overgenomen.

5.2 Leningen/garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Leningen

De liquiditeitssteunleningen hebben de vorm van renteloze bulletleningen en lopen af in april 2022. Twee jaar na verstrekking van de eerste tranche liquiditeitssteun, uiterlijk 10 april 2022, wordt de mogelijke herfinanciering van deze leningen bekeken.

Leningen aan Aruba

Aruba heeft in 2020 en 2021 liquiditeitssteunleningen ontvangen om de voortdurende economische gevolgen van de pandemie te ondervangen. Daarnaast heeft het kabinet in 2021 en 2022 middelen gereserveerd voor Aruba, zodat Aruba kan voldoen aan haar reguliere verplichtingen tot het betalen van een hoofdsom onder de USD Externe Financiering.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Licence