Base description which applies to whole site

2.2 Overzicht coronamaatregelen

2020 en 2021 waren voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Financiën zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinanciën in coronatijd | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl).

Tabel 1 Coronamaatregelen op begroting Financiën & Nationale Schuld IX (bedragen x € 1 mln.)

Art

Onderwerp

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal uitstaande garantie

Relevante Kamerstukken

1

Belasting- en invorderings-rente

Verplichtingen

‒ 40,0

‒ 16,0

‒ 7,0

‒ 5,0

‒ 3,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1, 35 466, nr. 1 en 35 540, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1 en 35 420, nr. 348

Uitgaven

‒ 40,0

‒ 16,0

‒ 7,0

‒ 5,0

‒ 3,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 289,0

‒ 217,0

‒ 73,5

34,0

33,0

92,5

97,0

 

1

Boetes en schikkingen

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1 en 35 466, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 1Kamerstukken II 2021-2022, Z 01444

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 189,0

‒ 90,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

1

Kosten vervolging

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1 en 35 466, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1Kamerstukken II 2021-2022, Z 01444

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 176,0

‒ 85,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

3

Steunmaat-regelen KLM

Verplichtingen

0,0

‒ 877,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

1.560,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41

Uitgaven

0,0

722,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

29,3

316,1

17,4

34,7

34,7

740,4

0,0

 

4

EIB pan-Europees Garantie-fonds

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

1.301,3

Kamerstukken II 2019-2020, 35 492, nr. 1 en 35 492, nr. 2

Uitgaven

0,1

96,4

75,1

17,8

7,6

9,9

9,9

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

4

SURE

Verplichtingen

62,5

112,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

6.246,6

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

4

NGEU

Verplichtingen

254,0

5.934,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

33.589,5

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

5

Herver-zekering leveranciers-kredieten

Verplichtingen

‒ 11.851,8

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 314

Uitgaven

90,6

20,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

135,3

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Toelichting op coronamaatregelen

De maatregelen die in 2023 (en verder) van toepassing zijn worden hieronder toegelicht.

Belasting- en invorderingsrente

Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet de invorderingsrente die de Belastingdienst in rekening brengt tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Dit percentage gold tot en met 30 juni 2022. Dit resulteerde enerzijds in lagere uitgaven, maar vooral in fors lagere ontvangsten. Vanaf 30 juni wordt het percentage per halfjaar stapsgewijs verhoogd. Vanaf 1 juli is de rente verhoogd naar 1%, op 1 januari 2023 wordt de rente verhoogd naar 2%, op 1 juli 2023 naar 3% en vervolgens bereikt de rente op 1 januari 2024 het gebruikelijke tarief van 4%. Wat betreft toeslagen geldt dat er geen invorderingsrente in rekening zal worden gebracht bij burgers die (als onderdeel van de corona-maatregelen) gepauzeerde toeslagvorderingen hebben en hun vordering(en) alsnog voldoen middels de betalingsregeling die aangeboden wordt in het kader van het hervatten van de invordering van toeslagschulden13.

Naast dat het verlagen van de invorderingsrente zorgt voor lagere ontvangsten, zorgt de fors toegenomen belastingschuld er juist voor dat er in latere jaren meer invorderingsrente wordt verwacht. Het bijzonder uitstel van betaling, één van de steunmaatregelen, zorgt voor een toename van de belastingschuld. De uiterste aanvangsdatum voor het aflossen van de opgebouwde schuld is 1 oktober 2022 en de aflossingstermijn is 5 jaar en kan onder voorwaarden worden verlengd naar 7 jaar14.

Steunmaatregelen KLM (lening en garantie)

De Nederlandse staat heeft een directe lening aan KLM verstrekt met een omvang van maximaal € 1 mld. De lening is een achtergestelde lening. Dit betekent dat wanneer KLM haar crediteuren niet kan terugbetalen, deze lening (en daarmee de Nederlandse staat) pas als laatste wordt terugbetaald. Daarmee neemt de Nederlandse staat relatief veel risico op zich via deze lening, hetgeen weerspiegeld wordt door de eveneens relatief hoge rente die KLM op deze lening betaalt. KLM maakt in 2022 gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. af. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln.

Daarnaast garandeert de Nederlandse staat maximaal 90 procent van een kredietfaciliteit die door een consortium aan banken aan de KLM wordt verstrekt. KLM heeft de banken in 2022 verzocht de faciliteit te verlagen naar een totale omvang van circa € 1,74 mld. Dit resulteert in een maximale garantie van € 1,56 mld. (90% van € 1,74 mld.). Voor deze garantie ontvangt de Nederlandse staat tevens een garantiepremie die gedurende de looptijd in percentage oploopt. Zie ook paragraaf 2.6 Overzicht risicoregelingen.

EIB pan-Europees garantiefonds

De European Investment Bank (EIB) heeft in 2020 een nieuw pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Door de oprichting van een garantiefonds van € 25 mld., waarvan het Nederlands aandeel € 1,3 mld. bedraagt, kan naar schatting tot maximaal € 200 mld. aan financiering voor het Europese bedrijfsleven worden gemobiliseerd. Doel van het garantiefonds is het financieren van hoge risicoprojecten, waarbij de focus ligt op het mkb. De verwachte nettoverliezen van het garantiefonds van € 25 mld. worden ingeschat op 20 procent. Het percentage verwachte verliezen is sterk afhankelijk van de uiteindelijke productmix die ingezet wordt (leningen, garanties, equity). Het Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen komt – op basis van het percentage verwachte verliezen van 20 procent, toegepast op het Nederlandse aandeel in de garantie van € 1,3 mld. – neer op € 260 mln. verdeeld over de looptijd van het fonds. Zie ook paragraaf 2.6 Overzicht Risicoregelingen.

Overig

Naast bovengenoemde noodmaatregelen is het ministerie van Financiën ook indirect betrokken bij de coronacrisis via de EU en internationale financiële instellingen. Hieronder volgt een korte schets van de impact van de coronacrisis op deze beleidstereinen, en de rol van het ministerie.

Overige Europese maatregelen

Het kabinet hecht sterk aan Europese samenwerking om de corona-uitbraak in te dammen en de menselijke en economische gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Er zijn met steun van Nederland snel na het uitbreken van de crisis afspraken gemaakt om lidstaten de flexibiliteit te bieden om te reageren. Zo is de algemene uitzonderingsclausule van het Stabiliteits- en Groeipact in werking getreden en is er een tijdelijk staatssteunkader voor corona vastgesteld (Tijdelijk Steunkader COVID-19). Het kabinet kan zich vinden in het besluit dat de algemene ontsnappingsclausule in 2023 nog van kracht blijft gezien de hoge economische onzekerheid als gevolg van de Russische inval en de neerwaartse risico’s die hiermee gepaard gaan. De begrotingsregels hebben dan vanaf 2024 weer hun gebruikelijke werking. Het tijdelijke staatssteunkader COVID-19 is per 30 juni 2022, in lijn met de Nederlandse inzet, afgelopen. Naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne heeft de Commissie een nieuw tijdelijk crisissteunkader ingesteld. Het kader biedt mogelijkheden om staatssteun te geven voor ondersteuning van bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van sancties en hoge energieprijzen. 

Maatregelen Internationale Financiële instellingen (IFI’s)

Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) zijn met hun mondiale bereik, breed publieke- en private sector-instrumentarium en expertise bij het bestrijden van eerdere crises goed gepositioneerd om de impact van coronacrisis te verkleinen. Nederland hecht veel belang aan deze proactieve en anticyclische respons van IFI’s en hun centrale rol in de mondiale ontwikkelingssamenwerking, die een financieel vangnet vormt tijdens de crisis.

De aanpak van de crisis door de IFI’s is tweeledig. In eerste instantie richtten de coronamaatregelen van de Wereldbank, Europese Investeringsbank (EIB), Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB) en Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) zich op het snel beschikbaar stellen van financiering voor acute projecten in de gezondheidszorg in landen en het verlenen van liquiditeitssteun aan bedrijven. Hierbij valt te denken aan financiering van capaciteitsversterking van gezondheidssystemen en het versterken van de gezondheidsinfrastructuur, als ook liquiditeitssteun aan de private sector, bijvoorbeeld via financiële intermediairs. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) biedt steun aan landen met urgente financieringsproblematiek door noodfinanciering en liquiditeitssteun te verlenen.

Voor 2023 zullen de IFI’s zich wederom richten op het versterken van economische weerbaarheid en het versnellen van breed sociaal-economisch herstel op de middellange termijn. Nederland pleit er binnen de IFI’s voor om middelen gericht in te zetten voor de hardst getroffen en meest kwetsbare landen en gemeenschappen die beperkte andere financieringsmogelijkheden hebben. Daarbij is het voor Nederland belangrijk dat IFI’s oog hebben voor de (verdere) verslechtering van schuldenposities van met name lage inkomenslanden door de crisis. Verder zet Nederland erop in dat extra IFI-investeringen ten behoeve van economisch herstel zoveel mogelijk gericht zijn op duurzame economische transformatie, klimaatimpact en de daarvoor benodigde hervormingen.

13

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066 nr. 966

Licence