Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Inleiding

De maatschappelijke positie van de Rijksoverheid is een belangrijk thema in het coalitieakkoord. Ook Justitie en Veiligheid (JenV) ziet het als haar opdracht het vertrouwen van burgers in de overheid te versterken. Dit begint bij volledige, betrouwbare en transparante informatie. In 2023 zetten we sterk hierop in. Dit betekent dat we datagedreven werken, onze IT-systemen innoveren en onze informatiehuishouding op orde brengen (‘Open op Orde’1). En omdat digitale dreigingen toenemen versterken we de informatiebeveiliging en digitale weerbaarheid van onze medewerkers.

Recht en veiligheid is het werk van mensen. We ervaren de spanning tussen onze ambities en de krapte op de arbeidsmarkt. Daarom zetten we in op een sterk startersbeleid, behoud van medewerkers, (om)scholing en aandacht voor schaarse functiegebieden, zoals ICT, juridisch, inkoop/ financieel en zorg. En met de JenV-brede werkagenda geven we opvolging aan ‘Werk aan Uitvoering’2, ‘Klem tussen balie en beleid’3 en ‘Ongekend onrecht’.4

Toegang tot het recht voor iedereen

Toegang tot het recht houdt in dat mensen toegang hebben tot informatie, advies, begeleiding bij het oplossen van een geschil, rechtsbijstand en de mogelijkheid van een beslissing door een neutrale instantie. Ook in het digitale tijdperk. Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat.

Daarom versterken we de toegang tot het recht. Dat doen we o.a. door de griffierechten te verlagen voor burgers en het midden- en kleinbedrijf, en door het voortzetten van de herziening van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Dit betekent ook het beperken van juridische procedures van de overheid tegen burgers en versterking van de sociale advocatuur. Ook zetten we in op maatschappelijk effectieve rechtspraak, laagdrempelige alternatieve geschillenbeslechting en herstelrecht. Het echt helpen oplossen van problemen, dat is waar het om gaat.

De pilotfase van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand is in 2022 afgerond. Centraal daarin stonden de contouren van het nieuwe stelsel en de rollen daarbinnen. In 2023 start de fase van implementatie en borging. Dat doen we aan de hand van best practices uit de pilots waarvoor geen wetswijziging nodig is. Zo werken we toe naar een nieuw stelsel vanaf 2026. Dat stelsel helpt alle rechtzoekenden in Nederland een route te vinden naar een antwoord op de (juridische) kwestie waarvoor ze zich gesteld zien.

Een nieuw Wetboek van Strafvordering (WvSv) in 2026

Het WvSv is een belangrijke pijler onder onze rechtsstaat. Het geeft de overheid de bevoegdheid om strafrechtelijk op te treden en waarborgt de grond- en mensenrechten. Het huidige wetboek van bijna 100 jaar oud is toe aan vernieuwing. Het concept nieuwe wetboek zorgt ervoor dat het strafprocesrecht weer in een overzichtelijke regeling wordt neergelegd. Een regeling die heldere waarborgen biedt voor slachtoffers, getuigen en verdachten. Het nieuwe wetboek zal bijdragen aan de slagvaardigheid van de opsporing, door middel van moderne bevoegdheden voor de opsporing van criminaliteit. Door middel van een techniekonafhankelijke regeling van het strafprocesrecht is het nieuwe wetboek ook klaar voor de digitalisering van de strafrechtspleging.

Het nieuwe WvSv is een belangrijke prioriteit van dit kabinet en voor de invoering daarvan zijn daarom de benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld. In 2023 werken we verder aan dit majeure wetgevingsproject. Ook gaan we verder met het voorbereiden van de implementatie van het nieuwe wetboek. Daarbij richten we ons op de digitale processen, de werkprocessen en het opleiden van medewerkers.

Een sterke ‘digitale rechtsstaat’

Rechts- en gegevensbescherming zijn pijlers onder de rechtsstaat. JenV evalueert regelmatig of het juridisch kader nog goed is toegesneden op nieuwe technologieën (zoals deepfakes, gezichtsherkenning, immersieve technologieën), en of het nodig is te reguleren of bestaande normen te verhelderen. In 2023 wordt de Autoriteit Persoonsgegevens geëvalueerd en wordt gestreefd naar afronding van het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensverwerking, dat onder andere de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) op enkele punten wijzigt. Ook initiëren we een strategische visie op internationale gegevensstromen. Daarnaast formuleren we – in aanloop naar de tweede evaluatie van de AVG in 2024 – een Nederlandse visie op het gegevensbeschermingsrecht. Daarbij hebben we speciaal aandacht voor effectief toezicht, rechten van minderjarigen en technologische ontwikkelingen. Door een breed gedragen visie klaar te hebben zijn Nederlandse standpunten effectief mee te nemen in de plannen van de dan nieuwe Europese Commissie (start in 2024).

In 2023 ronden we het digitaliseringstraject van de strafrechtketen af. Dit betekent dat het project ‘Digitaal procesdossier’, waarmee processen-verbaal digitaal worden verwerkt, dan in heel Nederland wordt gebruikt. Ook realiseren we drie multimediavoorzieningen voor politie, openbaar ministerie (OM) en Rechtspraak. Daarmee is dan voor alle partijen binnen de keten alle beeld- en audiomateriaal beschikbaar dat relevant is voor het procesdossier.

Cybercrime: versterkte aanpak en bewustwording

Uit de Veiligheidsmonitor 2021 blijkt dat cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit vrijwel net zo vaak slachtoffers maken als traditionele criminaliteit. Daarom investeert het OM in de aanpak van cybercrime en versterkt het de opsporingscapaciteit in het digitale domein. En om cybercrime te voorkomen door de bewustwording bij potentiële slachtoffers te versterken, trekken de ministeries van BZK, JenV en EZK gezamenlijk op.

Samen tegen mensenhandel

Om het programma ‘Samen tegen mensenhandel’ te versterken heeft het kabinet € 2 mln. structureel ter beschikking gesteld. Dit programma start op 1 januari 2023. Samen met SZW moderniseren we artikel 273f Sr. Daarin staat de strafbaarstelling van mensenhandel.

Seksuele misdrijven aanpakken: wetgeving en menskracht

In 2023 bereiden we de inwerkingtreding van de wet seksuele misdrijven (2024) verder voor. We continueren het wetgevingstraject en de parlementaire behandeling, evenals het implementatietraject dat JenV coördineert. Daarnaast gaat de politie verder met het uitbreiden van haar capaciteit hiervoor.5 Zij investeert in extra capaciteit voor de zedenpolitie, in (medisch) forensisch onderzoek en in de opleiding tot zedenrechercheur. Ook richt zij zich op de implementatie van het wetsvoorstel seksuele misdrijven.

Recht doen aan slachtoffers

Het hoofddoel van de ‘Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025’ is het borgen van slachtofferrechten in de praktijk. Zo wordt in 2023 gewerkt aan de (verdere) implementatie van de Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (WUS). Hiermee wordt onder andere het spreekrecht uitgebreid naar stief- en pleegfamilie en wordt een spreekrecht geïntroduceerd bij tbs- en pij-verlengingszittingen om de beschermingsbehoefte toe te lichten.

2.1.2 Brede aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit

De afgelopen jaren werd indringend duidelijk hoe diep de georganiseerde, ondermijnde criminaliteit zich in onze maatschappij heeft genesteld en wat de giftige effecten daarvan zijn. Met alle betrokken overheidsorganisaties zijn we aan de slag om de aanpak van deze vorm van criminaliteit verder uit te bouwen, te verbreden en te versterken. Daarbij hebben we vier prioriteiten: 1) voorkomen, 2) doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen, 3) bestraffen en 4) beschermen.

Voorkomen

Onze preventieaanpak richt zich op de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit én de jeugdcriminaliteit. Dit betekent dat we jongeren ondersteunen om te kiezen voor het rechte pad en een veilige toekomst. Het doel is de voedingsbodem voor criminaliteit weg te nemen en jongeren weerbaar te maken tegen criminaliteit of daarin niet verder af te glijden (zie ook 2.1.4).

Doorbreken criminele netwerken en verdienmodellen

De cruciale rol van Nederland als drugshandels- en productieland vraagt om een internationaal offensief. Daarom werken we vaker samen met andere landen - o.a. om te voorkomen dat drugssmokkel zich verplaatst van bv. de ene naar de andere haven. Ook leren we van ervaringen met misdaadbestrijding elders, zoals Italië. En we pakken criminele geldstromen aan. Dat doen we samen met publieke en private partners, met repressieve én preventieve maatregelen, op lokaal, regionaal en (inter)nationaal niveau, met bestuurlijke én strafrechtelijke instrumenten. Belangrijk onderdeel hiervan is het wetsvoorstel non-conviction based confiscation.6 

Bestraffen

Om criminelen effectief aan te pakken, is handhaving, opsporing én vervolging onontbeerlijk. Daarom investeren we in de hele strafrechtketen - van politie en Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) tot gevangeniswezen en reclassering. Om de ontwikkelingen in de criminaliteit te kunnen bijbenen, investeren we in extra mensen én in technologie. Daardoor kan bv. de forensische opsporing sneller werken en kan de Douane containers sneller en effectiever scannen op drugs.

Beschermen

Onze mensen in de frontlinie moeten veilig zijn en op bescherming kunnen rekenen. Daarom investeren we in het weerbaarder maken van lokaal bestuur, rechters, officieren van justitie en advocaten (zie ook 2.1.5).

2.1.3 Migratie, nationaliteit en grenstoezicht

Met reguliere migratie leveren we een bijdrage aan de Nederlandse samenleving, zowel nu als in de toekomst. Nederland maakt zich sterk om aantrekkelijk te blijven voor hooggekwalificeerde kennismigratie en innovatieve ondernemingen.

We zetten in op brede migratiepartnerschappen met derde landen. Met hen maken we o.a. afspraken over geintensiveerde migratiesamenwerking, waaronder terugkeer, grensbewaking en het terugdringen van irreguliere migratie. Dit doen we voor een belangrijk deel in EU verband. Ook afspraken over onderwerpen als handel, ontwikkelingssamenwerking, visumverlening en tijdelijke, kleinschalige, legale en circulaire arbeidsmigratie vormen onderdeel van deze partnerschappen.

Het kennis- en arbeidsmigratiebeleid krijgt verder vorm vanuit een integrale benadering: we wegen de gevolgen mee van migratie op andere beleidsterreinen en hebben aandacht voor demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing.

Overlast aanpakken

Het coalitieakkoord spreekt van een rechtvaardig, humaan en effectief asiel- en migratiebeleid. De inzet daartoe stoelt op twee pijlers: verbeteren en versterken van legale migratie enerzijds en anderzijds het beperken van irreguliere migratie, het bestrijden van overlast en misbruik en het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Hiermee proberen we het draagvlak voor migratie te vergroten. Om dit verder te verstevigen vergroot het kabinet de grip op migratie door meer inzicht. Dit gebeurt o.a. door jaarlijk samen met de ministeries van BZ, SZW en BZK de ‘Staat van Migratie’ te publiceren.

Een in omvang beperkte, wisselende groep asielzoekers zorgt in Nederland voor overlast en criminaliteit. Deze groep vormt zo een risico voor het draagvlak voor de opvang van mensen die vluchten voor oorlog en geweld. We continueren dan ook de bestaande aanpak van overlast in en rond de asielopvang en het openbaar vervoer. We plaatsen zware overlastgevers in een speciale locatie met extra handhaving en toezicht en we blijven inzetten op een integrale aanpak door de migratieketen, het lokale bestuur en de strafrechtsketen. Tevens passen we de ongewenstverklaring aan zodat deze ook betrekking kan hebben op uitgeprocedeerde asielzoekers die weg moeten, die weg kunnen, maar die niet meewerken aan hun terugkeer of vertrek. Daarbij richten we ons vooral op diegenen die overlast veroorzaken.

Bestuurlijke afspraken en dwingend juridisch instrumentarium asielopvangHet lukt al langere tijd niet om voldoende (structurele en duurzame) asielopvang te realiseren. Hierdoor is de situatie, in het bijzonder in het aanmeldcentrum in Ter Apel, onhoudbaar geworden. Het uit zich echter ook op andere plekken in het opvangstelsel. Inmiddels zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt tussen VNG, Veiligheidsberaad, IPO en Rijk. Om op de langere termijn tot een stabiel, wendbaar en duurzaam stelsel van asielopvang te komen wordt gewerkt aan een wettelijke taak voor gemeenten om asielopvang mogelijk te maken. Deze wettelijke taak faciliteert de implementatie van de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen en zorgt er zo voor dat alle gemeenten hun bijdrage leveren aan een humane en duurzame opvang van asielzoekers.

Een robuuste keten

In het coalitieakkoord staat dat financiering van de ketenpartners stabieler moet en daarmee toekomstbestendiger. Daarvoor zijn wel structureel middelen toegekend - aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en Nidos - maar van stabiele financiering is nog geen sprake. Die stabiliteit is vooral belangrijk wanneer de aantallen in de migratieketen teruglopen, waarbij dan vervolgens niet direct wordt afgeschaald in personeel of capaciteit zodat fluctuaties in de instroom kunnen worden opgevangen. Maatregelen hiertoe werken we verder uit.

Terugkeer

Mensen die niet rechtmatig in Nederland mogen blijven, moeten terugkeren naar het land van herkomst. Hiervoor zetten we ook in 2023 effectieve maatregelen in. Het zijn o.a. de reisbeperkingen in relatie tot Covid-19 die terugkeer tegen werken. Om een grondslag te bieden voor verplicht testen van vreemdelingen die niet meewerken aan hun vertrek brachten we een wetsvoorstel in consultatie. We verkennen of en hoe het terugkeerspoor en de meldplicht zijn in te zetten voor meer terugkeer. Doorlopend spreken we prioritaire herkomstlanden over hoe belangrijk het is dat zij meewerken aan terugkeer. Binnen de EU blijven we ons inzetten voor het toepassen van de visumcode voor landen die onvoldoende meewerken.

Opvang ontheemden uit Oekraïne

De Russische invasie van Oekraïne heeft ons allen verrast. In 2022 kwam een grote stroom vluchtelingen naar Nederland. Zij hebben recht op bescherming en opvang. Onze voortdurende inzet is nodig om deze slachtoffers zo goed mogelijk een tijdelijke opvang te bieden. Omdat de capaciteiten van de reguliere systemen hiervoor ontoereikend zijn, is daarvoor het programma DG Oekraïne opgericht. Ondanks vele onzekerheden rondom deze invasie, zetten wij ons ook in 2023 in om samen met anderen deze groep op te vangen en voorzieningen te bieden, passend bij hun behoefte én de onzekerheid van de duur van hun verblijf.

2.1.4 Preventie

Preventie jeugdcriminaliteit

Niet alle kinderen en jongeren hebben dezelfde kansen of staan bloot aan dezelfde risico’s. Om ervoor te zorgen dat kwetsbare jeugdigen niet afglijden in de criminaliteit slaan gemeenten, private en publieke partners en het Rijk de handen ineen. Samen geven we invulling aan een integrale aanpak die echt werkt. Kernbegrippen hierbij zijn: focus, bewezen interventies inzetten en een combinatie van preventie, educatie, arbeidstoeleiding en re-integratie.

Aanvullend op de huidige preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit en georganiseerde criminaliteit gaan we in een aantal extra wijken de jeugdcriminaliteit domeinoverstijgend en wijkgerichte aanpakken.7 Door een brede preventieaanpak voorkomen we dat jongeren afglijden of draaideurcriminelen worden. Hierbij werken we samen met andere departementen. Deze aanpak bestaat uit situationele, slachtoffer- en dadergerichte maatregelen en het versterken van de justitiële functies in de wijk.8 In aanvullende gemeenten en wijken waar de jeugdproblematiek groot is of waar de toename van de problematiek door ingrijpen is te voorkomen, zetten we effectief bewezen en kansrijke interventies in, zoals ‘Alleen jij bepaalt wie je bent’, ‘Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid’ en de re-integratieofficier.

Een landelijke aanpak vult deze wijkgerichte aanpak aan. Tijdens detentie zorgen we met ‘Vrijheidsbeneming op maat’ voor meer maatwerk in behandeling en beveiliging, en een aangepast aanbod voor jongeren in jeugddetentie. Dit omdat hun leeftijd stijgt en zij meer complexe problemen hebben. Daarnaast doen we meer aan arbeidstoeleiding, opleiding, (arbeids)vaardigheden en transforensisch werken. En om doorlooptijden te bekorten hanteren we strakkere normen en ontwikkelen we een betere monitor voor effectieve interventies.

Aanpak personen met verward gedrag

Om ervoor te zorgen dat personen met verward gedrag passende zorg en ondersteuning krijgen en niet onnodig met politie en justitie in aanraking komen, intensiveren we de samenwerking tussen politie, GGZ en gemeenten. De afgelopen jaren is uit lokale initiatieven gebleken wat de ‘best practices’ zijn als het gaat om samenwerking in de aanpak. We weten wat in de praktijk werkt. Daarbij zijn we ons terdege bewust van regionale verschillen. Oplossingen die goed werken in grote steden, werken niet noodzakelijkerwijs ook goed in kleinere gemeenten, en omgekeerd. We vragen daarom politie, zorgaanbieders en gemeenten deze best practices, zoals ‘streettriage’, nu duurzaam te implementeren. In 2023 start de monitor die implementatie en het effect van maatregelen zichtbaar maakt. Ook starten we met de regionale implementatie van de levensloopaanpak voor personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico.

Re-integratie van gedetineerden

Een praktisch knelpunt bij de terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving is o.a. het ontbreken en verkrijgen van een geldig identiteitsbewijs. Dat lossen we op door de burgemeester van de gemeente waar de penitentiaire inrichting (PI) staat bevoegd te maken een identiteitskaart te geven aan gedetineerden in een PI die in die gemeente is gevestigd. Daarvoor moeten we de Paspoortwet aanpassen.

Ook scholing en arbeid zijn belangrijk voor terugkeer. In 2023 ontwikkelen Gevangenenzorg Nederland (GN) en de PI Alphen aan den Rijn een aanpak voor arbeidstoeleiding tijdens detentie. GN krijgt voor het ontwikkelen en beproeven van de aanpak in totaal €525.000 voor de jaren 2022 tot en met 2024.

Door meer te doen aan behandeling en begeleiding verkleinen we de kans op recidive. Daarom zorgen we voor een betere overdracht tussen zorgaanbieders, ook wanneer de strafrechtelijke titel afloopt. Ook gaan we het netwerk van patiënten gedurende de behandeling beter betrekken. En om de kans op re-integratie te vergroten onderzoeken we alternatieven voor o.a. korte vrijheidsstraffen.

2.1.5 Nationale veiligheid

Van een pandemie tot een oorlog aan de rand van Europa: de ontwikkelingen van de afgelopen jaren tonen glashelder aan dat interne en externe veiligheid steeds meer met elkaar zijn verbonden. Nationale veiligheid gaat over het beschermen van de belangen van het Koninkrijk en zijn bevolking tegen potentiële maatschappelijke ontwrichting. Om adequaat te reageren hebben we goede crisisstructuren nodig. Ook moeten we blijven nadenken over de toekomst en hoe we ontwrichting vóór kunnen zijn en hoe we kunnen herstellen. In 2022 kwam de ‘Rijksbrede Veiligheidsstrategie’ tot stand, gecoördineerd door JenV. In 2023 implementeren we deze strategie.

Crisisbeheersing: naar een robuust en landelijk dekkend stelsel

De Covid-19 pandemie laat zien dat maatschappelijke, technologische en ecologische ontwikkelingen steeds meer leiden tot crises met bovenregionale en landelijke effecten. Recente ervaringen – denk aan cyberverstoringen, natuurbranden, hoogwater in Limburg, Oekraïne - onderstrepen de noodzaak van een toekomstbestendige crisisbeheersing.

Ook in 2023 werken we samen in het programma ‘Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg’. Lessen uit onderzoeken en crises betrekken we hierbij. Op centraal niveau versterken we in het wettelijk kader de regierol van de minister van JenV, als ook de regierol van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) op de uitvoering ervan. En op decentraal niveau verduidelijken we de regierol van de voorzitter veiligheidsregio en de burgemeesters.

Ook komt er een landelijk informatieknooppunt. Dit knooppunt ondersteunt het Rijk, de veiligheidsregio’s en andere crisispartners 24/7 in het managen van informatie. De gezamenlijke voorbereiding op specifieke risico’s met een bovenregionale en landelijke impact werken we uit in landelijke crisisplannen.

Op basis van de met de Kamer besproken contouren start begin 2023 het wetgevingstraject als onderdeel van de nieuwe ‘Strategische Agenda Crisisbeheersing’. Dit in afstemming met het Veiligheidsberaad en VNO-NCW/ MKB Nederland en andere departementen.

De afgelopen jaren zagen we hoe belangrijk het is om hulpdiensten en crisisbeheersers goed en continue in te zetten. Als het eropaan komt moeten we op hen kunnen terugvallen. Daarom verbeteren we de processen en organisaties die hiervoor nodig zijn. Dit geldt ook voor Caribisch Nederland. Ook daar is het belangrijk dat openbare lichamen voldoende zijn toegerust. Hiertoe zetten we in op opvolging van de evaluatie van de Veiligheidswet BES, het verstevigen van regionale samenwerking en verkennen van informatiemanagement.

Voor onze veiligheid is het belangrijk dat hulpverleners snel ter plaatse zijn en hun werk veilig kunnen uitvoeren. De continuïteit van de meldkamervoorziening moet geborgd zijn. Daarom treffen we voorbereidingen om C2000 te vervangen. Daarnaast verstevigen we het multidisciplinair meldkamerdomein en werken we verder aan een gemeenschappelijk beheer van de meldkamervoorzieningen en een concentratie van 10 gemeenschappelijke meldkamers in 2025. We ontwikkelen een visie op het meldkamerdomein na 2025 én een visie op alerteren. We ambiëren het informatiebeveiligingsbeleid te verstevigen.

In 2023 werken we verder aan een modern staatsnoodrecht. Om te verzekeren dat er straks een coherent stelsel aan wet- en regelgeving ontstaat, ontvangt de Kamer een kader met algemene uitgangspunten voor de inrichting van het nood- en crisisrecht. Nadrukkelijk zoeken we daarbij de verbinding met een sterker stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg. De komende jaren is dit kader de leidraad bij het verder uitwerken en nadenken over het toewijzen van noodbevoegdheden.

Cybersecurity, vitale belangen en economische veiligheid

De Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) beschrijft onze cybersecurity aanpak. Het doel hiervan is de Nederlandse samenleving digitaal veilig te maken. In 2023 worden maatregelen uit het actieplan verder uitgevoerd. De NCTV coördineert dit.

Het kabinet werkt aan een versterkte aanpak om de Nederlandse vitale belangen te beschermen. Centraal in deze aanpak staat in 2023 een herziening van het stelsel en de implementatie van de Europese netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn (NIB2-richtlijn) én de richtlijn veerkracht kritieke entiteiten (CER-richtlijn). Omdat cybersecurity belangrijker wordt en de NIB2-richtlijn meer wettelijke taken met zich meebrengt investeert het kabinet in de doorontwikkeling van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). In 2023 ontwikkelen we het NCSC verder in de richting van een toekomstbestendig cybersecuritystelsel.

Om zoveel mogelijk organisaties te bereiken en een adequate reactie te organiseren, zetten we in op intensieve publiek-private informatie-uitwisseling die goed aansluit bij de behoefte van de doelgroep. Daarbij bouwen we voort op bestaande initiatieven zoals de Cyber Info/ Intel Cel. Ook organiseren we een nieuwe editie van de cross-sectorale en publiek-private cyberoefening ISIDOOR. Dit op basis van het herziene ‘Landelijk Crisis Plan Digitaal’.

Naast de continuïteit van vitale processen richten we ons op de integriteit en exclusiviteit van informatie, op kennis en technologie en op het voorkomen van ongewenste strategische afhankelijkheden. In 2023 werken we verder aan het instrumentarium om kennisveiligheid te borgen. Zo komt o.a. het toetsingskader kennisveiligheid gereed en treedt waarschijnlijk de wet Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames in werking. Bovendien investeren we in het opbouwen van kennis van ‘sensitieve’ technologieën.9

Russische invasie van Oekraïne maakt duidelijk dat we rekening moeten houden met hybride dreigingen. Het gaat hierbij om dwingende, ondermijnende, misleidende of heimelijke activiteiten van of namens statelijke actoren die de nationale veiligheidsbelangen van Nederland kunnen schaden. In 2023 werken we met andere ministeries en partners aan een Rijksbreed responskader om weerbaar te zijn tegen dit soort dreigingen.

Bewaken & beveiligen

Onze samenleving heeft te maken met verschillende vormen van dreiging, met soms ingrijpende en afschuwelijke gevolgen. Onze dienaars van de rechtsstaat, zoals criminaliteitsbestrijders, journalisten, advocaten, politici en rechters, worden bedreigd, geïntimideerd of nog erger. Veiligheid is onze kerntaak. Daarom maken we het stelsel van bewaken en beveiligen sterker en meer toekomstbestendig. De aanbevelingen daartoe uit het rapport van de Commissie Bos werken we verder uit.

Met een actueel overzicht van beschikbare capaciteit, middelen en concepten kunnen we het stelsel landelijk aansturen. Door technologie en private partijen in te zetten ontwikkelen we alternatieve manieren van beveiligen. Om meer aan de voorkant van de dreiging te komen verstevigen we onze informatiepositie, borgen we onze kennis en gaan we uit van het perspectief van de persoon die we beveiligen.

2.1.6 Radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme

Een terroristische aanslag in ons land is en blijft nog steeds voorstelbaar. Het recente ‘Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland’ noemt opnieuw de jihadistische beweging als een belangrijke dreiging voor de nationale Veiligheid. Een aanslag in ons land vanuit rechtsextremisme is eveneens voorstelbaar. Ook zijn er nieuwe en ad-hoc-vormen van extremisme met een moeilijk te voorspellen geweldsdreiging, vaak in combinatie met extreme anti-overheidssentimenten en complotdenken.

Onze inzet voor 2023 bouwt voort op voorgaande jaren. Uit de afgenomen bereidheid en het vermogen bij de jihadistische beweging om aanslagen te plegen blijkt immers dat de aanpak effectief is. Ook is recent de nieuwe ‘CT-strategie 2022-2026’ gepubliceerd. Lokaal, nationaal en internationaal doen we er alles aan om tijdig signalen te onderkennen en aanslagen te voorkomen. De dreiging die uitgaat van potentieel gewelddadige extremistische eenlingen heeft onze extra aandacht. Daarnaast vraagt het online domein om meer en nieuwe (technologische) oplossingen - voor signalering en detectie, en tegen verspreiding van gewelddadig extremistische en terroristische content. Opsporing, vervolging en berechting van terroristische misdrijven blijft prioriteit. Berechting van Nederlandse uitreizigers vindt bij voorkeur plaats in de regio waar de misdaden zijn gepleegd. De mogelijkheden hiertoe blijven we aftasten. Ook heeft veilige re-integratie na detentie onze aandacht. Wat betreft wetgeving is het de ambitie het strafmaximum te verhogen voor deelname aan een terroristische organisatie.

2.1.7 Politie: basis op orde, goed toegerust en klaar voor de toekomst

Basis op orde

In het coalitieakkoord is € 200 mln. beschikbaar gesteld voor het versterken van de politieorganisatie. Een deel hiervan gaat naar preventie, herstel en re-integratie van politiemedewerkers met PTSS. Ook actualiseren of vernieuwen we informatiesystemen en breiden we de meldkamers uit om meldingen goed af te handelen.

Toegeruste politieorganisatie

2023 staat in het teken van het op orde krijgen van de operationele politiecapaciteit en het bouwen aan een politie die klaar is voor de toekomst. De operationele formatie breidt de komende jaren uit met 2400 fte. Hier bovenop worden in 2024 en 2025 700 extra agenten opgeleid voor in de wijk. In achtereenvolgende cohorten starten aspiranten om deze formatie-uitbreiding te bezetten. De eerste groepen aspiranten zullen naar verwachting in 2023 afstuderen van de vernieuwde basisopleiding en instromen in de politieorganisatie. Met die instroom neemt de druk op de basisteams enigszins af.

Om knelpunten op te lossen werken we verder aan het ‘Landelijk Functiegebouw van de Politie’. Bij de Landelijke Eenheid geven we opvolging aan kritische rapporten, waaronder die van de Inspectie Justitie en Veiligheid10 en de adviezen van de commissie Schneiders.

Onderdeel van een goed toegeruste politieorganisatie zijn de juiste randvoorwaarden. In 2022 is gestart met een beleidsmatige inventarisatie voor het aanpassen van de Wet politiegegevens. Begin 2023 ronden we dit af en gaat het wetgevingstraject hierop van start.

Toekomst van de politiefunctie

Onze samenleving verandert. Voor een slagvaardig veiligheidsstelsel is het daarom noodzakelijk dat we eens in de zoveel tijd de politiefunctie, de inrichting ervan en de taakuitvoering door de politie hierbinnen in samenhang te bezien. In 2022 zijn contouren voor een visie op de politiefunctie opgesteld. In 2023 bouwen we hierop voort door nadrukkelijker naar de inrichting van de politiefunctie te kijken en op zoek te gaan naar nieuwe en/of nauwere samenwerking binnen het stelsel.

2.1.8 Jeugd

Met het ‘Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming’ verbeteren en vereenvoudigen we de jeugdbeschermingsketen. Dat doen we samen met VWS, VNG en alle uitvoeringsorganisaties. We zorgen ervoor dat concrete bevindingen uit de proeftuinen snel beschikbaar zijn voor andere regio’s.

Jaarlijks hebben ± 35.000 kinderen met jeugdbescherming te maken. Om de rechten van kinderen en hun ouders beter gestalte te geven zijn in 2022 vier concrete voorstellen gedaan, die we in 2023 verder uitwerken:

  • 1. Het verbeteren van het feitenonderzoek.

  • 2. Het toetsen van het perspectiefbesluit11 door de kinderrechter.

  • 3. Procesbegeleiding voor ouders en kinderen bij uithuisplaatsing en

  • 4. afhandeling van klachten verbeteren.

Jeugdbescherming is broodnodig en moet goed zijn. In 2023 dringen we de wachttijden terug bij gecertificeerde instellingen (GI’s) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Daarvoor is personeel nodig. We hanteren een arbeidsmarktaanpak om personeel te behouden en aan te trekken. Dit o.a. via een stimuleringsregeling om zij-instroom te bevorderen. Daarnaast voeren we samen met gemeenten en GI’s de afspraken uit die in 2022 per regio zijn gemaakt.

In november 2021 startte het programma voor extra ondersteuning aan gedupeerden van het kinderopvangtoeslagschandaal, die ook te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing van een kind. De ondersteuning bestaat uit extra steun van gemeenten aan gedupeerden, samen met de jeugdbeschermingsketen die extra alert is op gezinnen waar de problemen met de kinderopvangtoeslag spelen. Hier bovenop is een onafhankelijk landelijk ondersteuningsteam ingericht. Dit team ondersteunt ouders om de situatie te verbeteren. Daarnaast kunnen gedupeerde ouders gebruik maken van kosteloze rechtsbijstand.

In 2023 gaan we verder met het ontwikkelen van ondersteuning, samen met ouders en betrokken organisaties. Dit kan betrekking hebben op de ondersteuningswerkwijze of -taken door gemeenten, RvdK, GI’s of het ondersteuningsteam. Ook kan het gaan om nieuwe instrumenten die een oplossing voor de gedupeerde ouders dichterbij kunnen brengen.

1

Kamerstukken II, 2020–2021, 29 362 nr. 291

2

Kamerstukken II, 2019-2020, 31 490, nr. 271 en 31 490, nr. 284.

3

Kamerstukken II, 2020–2021, 35 387, nr. 2.

4

Kamerstukken II, 2020–2021, 35 510, nr. 2.

5

Motie van Klaver c.s. Kamerstukken II, 2019-2020, 35 300, nr. 11.

6

betreft de confiscatie van objecten waardoor de eigendom van die objecten vervalt aan de Staat, zonder voorafgaande veroordeling ter zake van een strafbaar feit.

7

Voor de aanpak wordt uitgegaan van de 20 wijken van het programma ‘Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid’ (NPLV, BZK) en de16 tot 24 wijken in het kader van de aanpak van ondermijning. Dit wordt aangevuld met wijken op basis van criminaliteitscijfers, de veiligheidsmonitor en andere analyses. In totaal wordt ingezet op ongeveer 30 wijken (incl. Roosendaal, Dordrecht, Delft en Vlaardingen als focusgebieden van het NPLV).

8

Denk hierbij aan agenten in de wijk, maar ook aan gebiedsofficieren, (jeugd)reclassering, zorg- en veiligheidshuizen, de Kinderbescherming en (wijk)rechtspraak.

9

Dit zijn technologische ontwikkelingen en toepassingen die een risico zijn voor de nationale veiligheid.

11

Wanneer een kind in het kader van een ondertoezichtstelling uit huis is geplaatst, en de Gecertificeerde Instelling (GI) een besluit neemt over de plaats waar het kind opgroeit tot aan zijn volwassenheid, heet dit een perspectiefbesluit.

Licence