Deze leeswijzer gaat kort in op de hoofdonderdelen van de begroting.
Groeiparagraaf
Strategische Evaluatie Agenda (SEA)
In de begroting 2022 heeft JenV een eerste uitwerking van de SEA opgenomen. Evenals begrotingsjaar 2022 geldt het begrotingsjaar 2023 als een overgangsjaar. JenV gebruikt deze overgangsjaren om verbeterslagen aan te brengen in de kwaliteit van de SEA, zodat stapsgewijs wordt toegegroeid naar een begroting dekkende SEA met logisch samenhangende beleidsthema’s.
Hoofdstuk 2: Beleidsagenda
In de beleidsagenda wordt ingegaan op de kernthema’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Dit zijn de prioriteiten voor de huidige kabinetsperiode. In de beleidsagenda is verder een cijfermatig overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties, een overzicht van de niet-juridisch verplichte uitgaven, een overzicht met de meerjarige planning voor de strategische evaluaties en een overzicht van de risicoregelingen die vallen onder dit ministerie.
Anders dan in voorgaande jaren bevat deze ontwerpbegroting geen paragraaf met concrete doelstellingen uit de Veiligheidsagenda. De reden hiervan is dat de looptijd van de huidige Veiligheidsagenda niet verder strekt dan 2022 en dat aan het opstellen van de Veiligheidsagenda 2023-2026 momenteel nog wordt gewerkt. De Tweede Kamer zal daarover langs andere weg worden geïnformeerd.
Nieuw voor de ontwerpbegroting 2023 is de openbaarheidsparagraaf (onder het onderdeel beleidsagenda). Dit naar aanleiding van het besluit tot actieve openbaarmaking van informatie, verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries en artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) dat bepaalt dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting en verantwoording aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens, uitvoering van de Woo en andere inspanningen rondom informatiehuishouding en openbaarmaking.
Hoofdstuk 3 en 4: Beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen
Met het Ministerie van Financiën is de afspraak gemaakt dat de apparaatsuitgaven van de Hoge Raad (HR), het Openbaar Ministerie (OM) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) niet in het centrale apparaatsartikel 91 maar apart in beleidsartikel 32 (Hoge Raad), 33 (Openbaar Ministerie) en 34 (Raad voor de Kinderbescherming) worden opgenomen.
Hoofdstuk 5: Agentschapsparagrafen
De begrotingen van een aantal agentschappen kennen een afwijkende lastencategorie, namelijk de post «(materiële) programmakosten». Onder deze post zijn de kosten opgenomen die samenhangen met de primaire taken van de agentschappen. De betreffende kosten worden niet als apparaatskosten gekwalificeerd.
Hoofdstuk 6: Raad voor de rechtspraak
In het wetslichaam is een apart wetsartikel opgenomen voor de Raad voor de rechtspraak. In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. De Raad kent een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering en gelijktijdig is het baten-lastenstelsel ingevoerd. In deze begroting is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op artikel 32 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad voor de rechtspraak niet in de begrotingsstaat inzake agentschappen is opgenomen. Voor de Raad is in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen, met daarin de gevolgen van de verstrekte bijdrage op het gebied van de bedrijfsvoering.
Overzichtsconstructies
Het Ministerie van JenV levert een bijdrage aan interdepartementale overzichtsconstructies Caribisch Nederland en de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). De coördinatie voor de eerste overzichtsconstructie is in handen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de coördinatie van de HGIS en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft hierbinnen een coördinerende rol omtrent de verdeling van ontwikkelingssamenwerkingsgelden.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Op grond van deze motie hebben landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op basis van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats gekregen in de departementale begrotingen. Er zijn geen specifieke aanbevelingen die betrekking hebben op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.