Art. | Omschrijving | Uitstaande Garanties 2021 | Geraamd te verlenen 2022 | Geraamd te vervallen 2022 | Uitstaande garanties 2022 | Geraamd te verlenen 2023 | Geraamd te vervallen 2023 | Uitstaande Garanties 2023 | Garantieplafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | BMKB | 1.594.291 | 715.000 | 425.000 | 1.884.291 | 665.000 | 425.000 | 2.124.291 | 665.000 | |
BMKB-Groen | 50.000 | 50.000 | 100.000 | 150.000 | 100.000 | |||||
BMKB-Corona | 322.462 | 0 | 100.000 | 222.462 | 100.000 | 122.462 | 735.000 | |||
Garantie Ondernemingsfinanciering | 337.816 | 400.000 | 60.000 | 677.816 | 400.000 | 21.500 | 1.056.316 | 400.000 | ||
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona | 392.925 | 300.000 | 177.000 | 515.925 | 100.000 | 415.925 | 2.100.000 | |||
Groeifaciliteit | 72.418 | 85.000 | 3.000 | 154.418 | 85.000 | 8.000 | 231.418 | 85.000 | ||
Klein Krediet Corona garantieregeling | 55.775 | 100.000 | 13.000 | 142.775 | 15.000 | 127.775 | 250.000 | |||
Qredits | 129.980 | 0 | 0 | 129.980 | 129.980 | 130.000 | ||||
MKB financiering | 228.200 | 0 | 3.200 | 225.000 | 225.000 | 268.200 | ||||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 22.211 | 44.200 | 6.000 | 60.411 | 44.200 | 16.200 | 88.411 | 66.600 | |
Totaal | 3.156.078 | 1.694.200 | 787.200 | 4.063.078 | 1.294.200 | 685.700 | 4.671.578 | 1.316.600 | 3.483.200 |
Art. | Omschrijving | Uitgaven 2021 | Ontvangsten 2021 | Stand risicovoorziening 2021 | Saldo 2021 | Uitgaven 2022 | Ontvangsten 2022 | Stand risicovoorziening 2022 | Saldo 2022 | Uitgaven 2023 | Ontvangsten 2023 | Stand risicovoorziening 2023 | Saldo 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | BMKB | 22.494 | 21.941 | 125.178 | ‒ 553 | 36.674 | 30.500 | 125.178 | ‒ 6.174 | 40.328 | 28.000 | 125.178 | ‒ 12.328 |
BMKB-Groen | 950 | 2.500 | 0 | 1.550 | 1.900 | 5.000 | 5.000 | 3.100 | |||||
BMKB-Corona | 1.332 | 1.175 | 89.479 | ‒ 157 | 89.479 | 79.479 | |||||||
Garantie Ondernemingsfinanciering | 4.641 | 7.524 | 72.916 | 2.883 | 11.745 | 13.000 | 72.916 | 1.255 | 11.745 | 13.000 | 72.916 | 1.255 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona | 14.721 | 216.720 | 14.721 | 50.000 | 181.720 | 216.720 | 131.720 | 50.000 | 181.720 | ‒ 50.000 | |||
Groeifaciliteit | 15 | 1.753 | 67.646 | 1.738 | 8.172 | 8.000 | 67.646 | ‒ 172 | 8.222 | 8.000 | 67.646 | ‒ 222 | |
Klein Krediet Corona garantieregeling | 522 | 461 | 24.702 | ‒ 61 | 5.000 | 24.702 | 5.000 | 19.702 | |||||
Qredits | 433 | 433 | |||||||||||
MKB financiering | 355 | 20.932 | 355 | 20.932 | 20.932 | ||||||||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 557 | 18.056 | 557 | 557 | 18.613 | 557 | 18.613 | |||||
Totaal | 29.004 | 48.920 | 635.629 | 19.916 | 107.541 | 241.277 | 636.186 | 133.736 | 112.195 | 54.000 | 591.186 | ‒ 58.195 |
Toelichting
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).
De gemiddelde eenmalige premie voor het borgstellingskrediet bedraagt 4,8%, waarbij de premie afhankelijk is van de looptijd van het krediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De BMKB is sinds 2016 kostendekkend. Op de begroting is vanaf 2023 € 11 mln per jaar (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar ter dekking van de schades en uitvoeringskosten die niet door premie-ontvangsten worden gedekt. In 2022 is de BMKB geëvalueerd en met een jaar verlengd tot 1 juli 2023. In de periode tot 1 juli 2023 zullen de aanbevelingen van de evaluatie in de BMKB worden verwerkt.
Per 16 maart 2020 was de regeling verruimd met een coronaluik dat openstond tot 1 juli 2022. Onder dit luik werden borgstellingen gebracht voor bedrijven met een rekeningcourant-krediet en overbruggingskrediet met een looptijd van maximaal vier jaar, die negatieve economische gevolgen ondervonden van de coronacrisis. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% werd gehanteerd. De premie voor het coronaluik is 2% voor kredieten met een looptijd tot en met 2 jaar en 3% voor kredieten met een looptijd van 2 jaar tot en met 4 jaar.
In 2022 is de BMKB verruimd met een Groen luik. Dit luik is voor borgstellingen met een looptijd tot 12 jaar, voor duurzame investeringen in bedrijfspanden voor eigen gebruik en verduurzaming van bedrijfsmiddelen. Een hoger garantiepercentage van per saldo 67,5% wordt gehanteerd, 90% garantie op 75% borgstellingskrediet. Een hoger borgstellingspercentage draagt bij aan een positieve(re) krediettoets bij de financiers, waardoor de BMKB-Groen investeringen mogelijk maakt die een financier anders te risicovol vindt. De horizonbepaling is gelijk aan die van de reguliere BMKB, namelijk 1 juli 2023.
Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren. Er is ook een begrotingsreserve aangelegd voor de BMKB-Corona en de BMKB-Groen.
Klein Krediet Corona (KKC)
De garantieregeling KKC was voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. Er was een grote kans dat juist dit type bedrijven als gevolg van de coronacrisis extra liquiditeit nodig had, maar hiervoor niet bij een financier terecht kon. De regeling stond open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,-, die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die voor 1 januari 2019 waren ingeschreven bij de KvK. De Staat garandeerde 95% van het kredietbedrag dat kredietinstellingen verstrekken aan mkb-ondernemingen. De Staat ontving een eenmalige premie van 2% voor deze garantie. De kosten die financiers aan de ondernemers mogen doorrekenen als zij gebruik maken van deze garantieregeling was gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Er is een begrotingsreserve voor de KKC en de horizonbepaling van de KKC was 1 juli 2022.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De garantieregeling GO is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO is voor nieuwe bankleningen en/of bankgaranties van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 150 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het risico. De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank, onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2023.
GO Corona
De GO was tot en met 31 december 2021 verruimd met een GO-coronamodule (GO-C), met als doel te voorzien in de liquiditeitsbehoefte als gevolg van de coronacrisis. In tegenstelling tot de reguliere GO konden landbouwsectoren eveneens aanspraak doen op de GO-C. Met de GO-C konden leningen tot een maximum van € 150 mln worden gegarandeerd, met een staatsgarantie van 90% voor het mkb met een omzet tot € 50 mln en 80% voor het (middel)grootbedrijf met een omzet vanaf € 50 mln.
De Staat ontving een garantieprovisie naar rato van het garantiepercentage. Dit is dezelfde provisie als die de financier ontvangt over het niet-gegarandeerde deel van de lening, onder aftrek van 0,5% die de bank voor haar beheeractiviteiten mag behouden. De afsluitprovisie komt geheel ten goede aan de bank. Deze zal nooit meer bedragen dan 1,0%. Naast de begrotingsreserve is er ook kasbudget gereserveerd voor GO-C. De horizonbepaling van de GO-C was 1 juli 2022.
Groeifaciliteit
De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt maximaal 50%.Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt afgestort in de begrotingsreserve.De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is verlengd naar 1 juli 2023.
MKB-financiering
In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 268,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding hiervoor was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen staatssteun inhouden. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.
Qredits
Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln op de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd. Een garantie van € 25 mln is verstrekt aan het BNG voor € 50 mln funding van Qredits. Qredits is een premie van 0,4% verschuldigd op de garantie. In 2020 is een garantie van € 5 mln aan CEB verstrekt ten behoeve van de funding van € 10 mln aan Qredits. Voor de CEB garantie is Qredits een premie van 0,4% verschuldigd.
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Aardwarmte
Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Aardwarmte is een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte was al een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020. Ook het Klimaatakkoord zet fors in op de ontwikkeling van geothermie in Nederland om de klimaatdoelen in 2030 te kunnen halen.
Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warmwaterproductie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.
Het ontbreken van een (betaalbare) particuliere verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.
Er wordt een premie van 7% gevraagd.
De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming).
EZK maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZK neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 12 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.
De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. De horizonbepaling is 2023.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening | Rente percentage | Wijze van aflossing | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | B.V. Finance Continuïteit IHC | 121 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
2 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Biopartner | 13.524 | 1-7-2021 | 0% | Door middel van vervreemding van belangen |
3 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | LIOF BioMedbooster | 3.000 | 31-12-2020 | n.v.t. | Voor zover LIOF bedragen ontvangt van BioMedbooster |
4 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | MARIN | 6.807 | 1-1-2500 | n.v.t. | n.v.t. |
5 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Microkrediet Ned (Qredits) | 44.630 | 1-4-2045 | 1% vanaf 2025 | Vanaf 2045 in halfjaarlijkse termijnenvan € 4,5 mln afhankelijk van de liquiditeitspositie |
6 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Microkrediet Ned (SZW) | 270 | onbepaald | 1% vanaf 2025 | Vanaf 2045 in halfjaarlijkse termijnenvan € 4,5 mln afhankelijk van de liquiditeitspositie |
7 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | One Logistics | 4.543 | 2-1-2025 | 6,50% | In vijf jaarlijkse termijnen van 1 mln vanaf 2021 |
8 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Provincie Limburg | 15.882 | 31-12-2023 | n.v.t. | Na afwikkeling van de grondexploitatie |
9 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Qredits | 1.765 | 1-2-2026 | n.v.t. | Aflossing in 2026 |
10 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Stichting Qredits Microfinanciering | 47.500 | 15-6-2030 | n.v.t. | Aflossing van alle opbrengsten minus de kosten tussentijds of aan het einde van de looptijd |
11 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | B.V. Finance Continuïteit IHC | 5.000 | onbepaald | ||
12 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Stichting Garantiefonds Reisgelden Voucherfonds | 187.000 | 8-4-2028 | ||
13 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet starters | 10.000 | 30-6-2028 | ||
14 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Sticht. Garantiefds. Gespecial. Touroperators (GGTO) | 1.000 | 15-12-2026 | ||
15 | Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet | 5.000 | 23-6-2030 | ||
16 | Artikel 3 Toekomstfonds | BOM Bioconnection 1-3161 | 1.084 | onbepaald | n.v.t. | Indien er bedragen worden ontvangen van Bioconnection worden deze aangewend als aflossing |
17 | Artikel 3 Toekomstfonds | BOM Capital I B.V. (COL1) | 11.925 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
18 | Artikel 3 Toekomstfonds | BOM Capital I B.V. (COL2) | 25.264 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
19 | Artikel 3 Toekomstfonds | BOM Capital I B.V. (Smart Photonics) | 20.000 | 30-6-2030 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten na aftrek van kosten | Overdracht van het saldo op de rekening en overdracht aandelenbelang |
20 | Artikel 3 Toekomstfonds | BOM Life Science & Health Fund Brabant (Pivot Park) | 2.000 | 31-12-2022 | n.v.t. | Aflossing uit ontvangsten uit participaties en leningen aangegaan met deze lening |
21 | Artikel 3 Toekomstfonds | Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL2) | 10.594 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
22 | Artikel 3 Toekomstfonds | De Aanjager (COL2) | 4.824 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
23 | Artikel 3 Toekomstfonds | Horizon De Aanjager (COL1) | 1.755 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
24 | Artikel 3 Toekomstfonds | InnovationQuarter (COL1) | 16.074 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
25 | Artikel 3 Toekomstfonds | InnovationQuarter namens Noord Holland (COL 2) | 55.467 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
26 | Artikel 3 Toekomstfonds | InnovationQuarter (COL2) | 44.334 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
27 | Artikel 3 Toekomstfonds | InnovationQuarter namens Utrecht (COL 1) | 9.149 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
28 | Artikel 3 Toekomstfonds | InnovationQuarter namens Noord Holland (COL1) | 19.113 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
29 | Artikel 3 toekomstfonds | Innovation Quarter (Innogenerics) | 5.700 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en opbrengsten na aftrek van kosten | Overdracht van het saldo op de rekening en de waarde van de in bezit zijnde aandelen in Innogenereics |
30 | Artikel 3 Toekomstfonds | Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL1) | 1.768 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
31 | Artikel 3 Toekomstfonds | LIOF (COL1) | 5.656 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
32 | Artikel 3 Toekomstfonds | LIOF OverbruggingsFonds (COL2) | 8.334 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
33 | Artikel 3 Toekomstfonds | N.V. Economische Impuls Zeeland (COL2) | 2.633 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
34 | Artikel 3 Toekomstfonds | Nedermaas Hightech Ventures | 8.542 | 30-6-2021 | n.v.t. | Overdracht van het batig saldo |
35 | Artikel 3 Toekomstfonds | NOM (COL2) | 8.870 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
36 | Artikel 3 Toekomstfonds | NOM (COL1) | 7.609 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
37 | Artikel 3 Toekomstfonds | NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021 | 5.100 | 31-12-2032 | n.v.t. | Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering |
38 | Artikel 3 Toekomstfonds | NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019 | 7.200 | onbepaald | n.v.t. | Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering |
39 | Artikel 3 Toekomstfonds | Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (COL1) | 13.599 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
40 | Artikel 3 Toekomstfonds | Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (COL2) | 25.472 | 31-12-2026 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening |
41 | Artikel 3 Toekomstfonds | Participatiemij Oost Nederland NV DVI-2 | 57.500 | 1-1-2035 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening en bezittingen van Oost-NL in DVI-2 |
42 | Artikel 3 Toekomstfonds | Participatiemij Oost Nederland NV DVI-I | 94.073 | 1-1-2030 | Bijgeschreven rente op de rekening en overige opbrengsten | Overdracht van het saldo op de rekening en bezittingen van Oost-NL in DVI |
43 | Artikel 3 Toekomstfonds | StW 2014-2015 | 3.808 | 1-1-2500 | n.v.t. | Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering |
44 | Artikel 3 Toekomstfonds | StW 2016-2017 | 9.200 | 1-1-2500 | n.v.t. | Terugbetaling aan het Rijk van door ondernemingen afgeloste vroegefasefinanciering |
45 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | EBN BV | 12.000 | 1-12-2034 | 0,00% | afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten) |
46 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | ECN | 40.000 | 31-12-2026 | n.v.t. | aflossen o.b.v. een vooraf bepaalde sleutel op het comulatieve netto resultaat 2016-2026 |
47 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | ECN/NRG | 80.381 | 31-12-2026 | 2,85% | Afhankelijk uitkomsten bedrijfsvoering Stichting Nuclear Research and Consultancy Group tot en met 2026 |
48 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Fibrant | 2.143 | 1-12-2034 | 0,00% | Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten) |
49 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Fibrant | 7.143 | 1-12-2034 | 0,00% | Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten) |
50 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Fibrant | 20.714 | 1-12-2034 | 0,00% | Afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten) |
51 | Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Pallas | 42.328 | 1-7-2022 | 1,50% | Uiterlijk 2022 |
Toelichting
1 IHC
Dit betreft het 50%-aandeel van de Staat in de rentekosten van een overbruggingsfaciliteit van € 40 mln voor Koninklijke IHC. EZK heeft bij brief van 19 januari 2022 aan IHC bericht dat deze overbruggingsfaciliteit volledig is afgelost na aftrek van genoemd aandeel van de Staat in de rentekosten.
2 Biopartner
Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een start-up participatiefonds life sciences. De lening is verlengd tot 1 juli 2021 om tot een definitieve afwikkeling te komen.
3 LIOF
Biomedbooster Dit betreft een in 2006 verstrekte lening aan LIOF ten behoeve Biomedbooster B.V. De lening is in 2022 afgewikkeld.
4 MARIN
De lening van € 6,8 mln is in 2003 tussen de Staat en MARIN vastgelegd in een aangepaste overeenkomst van geldlening, in verband met de in 2003 opgerichte MARIN Stakeholders Association (MSA). In deze overeenkomst is bepaald dat MARIN is vrijgesteld van aflossingsverplichting voor zover de MSA voor ten minste het bedrag van de lening deelnemersovereenkomsten heeft gesloten.
5 Microkrediet Nederland (Qredits)
Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van micro- en mkbkrediet aan ondernemers.
6 Microkrediet Nederland (Qredits SZW)
Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van microkrediet aan ondernemers.
7 Onelogistics
Dit betreft een in 2018 verstrekte lening aan Onelogistics ten behoeve van de voorbereidingen van een warehouse voor de opslag, het beheer en verzending van F-35 onderdelen op het Logistiek Centrum Woensdrecht.
8 Provincie Limburg
Dit betreft een lening aan de Provincie Limburg in het kader van Industriepark Swentibold.
9 Qredits (pilot achtergestelde leningen fonds)
Dit betreft een subsidie met terugbetaalverplichting in het kader van de pilot achtergestelde leningenfonds van Qredits.
10 Stichting Qredits microfinanciering
Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan ondernemers.
11 B.V. Financiering Continuïteit IHC
Dit betreft een vergoeding aan de Staat van € 5 mln voor een overbruggingslening voor de continuiteit van Koninklijke IHC. Deze vergoeding staat voor onbepaalde tijd uit als lening aan B.V. Financiering Continuiteit IHC.
12 Stichting Garantiefonds Reisgelden Voucherfonds
Het kabinet heeft in 2021 een faciliteit van € 400 mln aan SGR beschikbaar gesteld voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Van deze faciliteit is door SGR gebruik gemaakt voor een bedrag van € 187 mln.
13 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet starters
Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan startende ondernemers ten tijden van de Coronacrisis.
14 Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO)
Dit betreft een lening aan GGTO in verband met verwacht extra beroep dat bedrijven in de reissector zullen doen op dit garantiefonds ten gevolge van de coronacrisis.
15 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet
Dit betreft een lening aan Qredits voor de uitvoering van de TOA-faciliteit. Dit is een faciliteit voor mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2023.
16 BOM BioConnection
Dit betreft een in 2005 aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) verstrekte lening ten behoeve van BioConnection B.V.
17 BOM Capital I B.V. COL 1
Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
18 BOM Capital I B.V. COL 2
Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
19 BOM Capital I B.V. Smart Photonics
Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) ten behoeve van de investering in Smart Photonics, een Eindhovense scale-up voor de productie van fotonische chips.
20 BOM Life Sciences & Health Fund
Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij die in 2013 is verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van de Life Sciences & Health sector in Noord-Brabant.
21 Corona OverbruggingsLening Regio Utrecht B.V. (COL 2)
Dit betreft een lening aan COL RU ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
22 Horizon de Aanjager (COL 2)
Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.
23 Horizon de Aanjager (COL 1)
Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.
24 Innovation Quarter (COL 1)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
25 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 2)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.
26 Innovation Quarter (COL 2)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
27 Innovation Quarter namens Utrecht (COL 1)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Utrecht.
28 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 1)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.
29 Innovation Quarter (Innogenerics)
Dit betreft een lening aan Innovation Quarter voor de investering in Innogenerics B.V. ten behoeve van de overname van de geneesmiddelen fabrikant Apotex.
30 Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL 1)
Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
31LIOF (COL 1)
Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
32 LIOF OverbruggingsFonds (COL 2)
Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
33 Investeringsfonds Zeeland (COL 2)
Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
34 Nedermaas Hightech Ventures
Dit betreft een in 2009 aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF verstrekte lening ten behoeve van Nedermaas Hightech Ventures, een nieuw venture-capital fonds dat zich richt op de vroege financiering van hightech start up's in de Provincie Limburg.
35 NOM (COL 2)
Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
36 NOM (COL 1)
Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
37 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021
Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.
38 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019
Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.
39 Oost NL N.V. (COL 1)
Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
40 Oost NL N.V. (COL 2)
Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.
41 Oost NL N.V. DVI-2
Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative II.
42 Oost NL N.V. DVI
Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative.
43 STW 2014-2015
Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.
44 STW 2016-2017
Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.
45 EBN
De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland volgens het businessplan genaamd ‘Masterplan Aardwarmte’. Er is door EZK gekozen voor verplichte deelname van EBN in deze geothermieprojecten. De lening is verstrekt aan EBN bv, die deze lening heeft doorgestort als agio in EBN Aardwarmte bv. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten via haar dochter voor 20% tot 40%.
46 ECN
In 2016 is aan ECN een lening verstrekt van € 40 mln voor het verwerken en afvoeren van historisch radioactief afval in Petten.
47 NRG
Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).
48 t/m 50 Fibrant
De leningen aan Fibrant zijn verstrekt voor investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO- equivalent) te reduceren. Hiermee worden drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2-equivalent.
51 Pallas
Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge fluxreactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.