Base description which applies to whole site

2.4 Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

Opzet strategische evaluatieagenda VWS

De Strategische Evaluatieagenda (SEA) heeft als doel om betere en meer bruikbare inzichten te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid, het benutten van deze inzichten om daarmee uiteindelijk een hogere maatschappelijke toegevoegde waarde van beleid te realiseren.

In 2018 heeft VWS een vernieuwende opzet van de evaluatieagenda geïntroduceerd als onderdeel van de pilot Lerend evalueren. De pilot is in 2022 ex durante geëvalueerd2 De uitkomsten van de evaluatie ondersteunen de koers die VWS met lerend evalueren heeft ingezet. Evalueren als integraal onderdeel van het beleidsproces en de praktijk betrekken bij evaluaties zijn goede punten om te behouden. VWS gaat verder met het verbeteren van het lerend evalueren.

In de rijksbrede evaluatie Eerste ervaringen met de SEA3 wordt VWS als good practice genoemd voor lerend evalueren: Als resultaat van de pilot ‘Lerend Evalueren’ heeft VWS in de agendering extra aandacht besteed aan 1) het verbreden van de evaluatieagenda met beleidsevaluaties op het gebied van informatievoorziening, innovatie en zorgvernieuwing, 2) het aanbrengen van meer samenhang in de evaluatie- en analyse-inspanningen door het opnemen van IBO’s en Brede Maatschappelijke Heroverwegingen in de meerjarenprogrammering en 3) het versterken en zoeken naar synergie tussen kennis, beleid en uitvoering, onder andere door het toevoegen van lerende evaluaties van de verschillende concernorganisaties.

In 2022 heeft VWS de evaluatieagenda verder ontwikkeld door:

  • Het verstevigen van de goede ervaringen met de pilot Lerend evalueren, te weten: kort-cyclisch leren, reflecteren en verantwoording afleggen met en in de praktijk en experimenteren met verschillende onderzoeksmethoden.

  • Een betere aansluiting op de beleidscyclus; De SEA faciliteert tussentijdse bijsturing van beleid op basis van opgedane inzichten uit vooraf strategisch geplande evaluaties.

  • Het verder versterken en zoeken naar synergie tussen kennis; Beleid en uitvoering door o.a. het toevoegen van lerende evaluaties van de verschillende concernorganisaties.

  • Het formuleren van inzichtbehoeften in de SEA. De inzichtbehoeften vormen het fundament voor het maken van strategische keuzes rond het programmeren van (ex-ante, ex-durante en ex-post) evaluatieonderzoeken. De inzichtbehoeften komen onder meer voort uit (een prioritering van) kennislacunes, naderende besluitvormingsmomenten en vaststaande (verplichte) evaluatiemomenten.

Prioriteitstelling evaluatie agenda VWS

De huidige SEA is opgesteld voor de jaren 2023-2026. De uitdagingen voor een goed functionerend gezondheidszorgstelsel voor nu en straks zijn groot. In de SEA zijn daarom de belangrijke thema’s voor houdbare zorg geaccentueerd. De prioriteitstelling uit de SEA van vorig jaar blijft behouden.

  • 1. Preventie, gezondheid en aanpak covid-19  (art. 1, art. 6 begroting VWS)

  • 2. Organisatie, regie en vernieuwing zorg (art. 2, art. 4 begroting VWS)

  • 3. Ouderenzorg (art. 3 begroting VWS)

  • 4. Jeugdzorg (art. 5 begroting VWS)

De thema’s uit het coalitieakkoord: coronacrisis, preventie en het gezondheidsstelsel sluiten aan op bovenstaande prioriteiten. Op deze wijze zijn alle maatschappelijk relevante thema’s en thema’s met groot financieel beslag in de SEA opgenomen. De resultaten van de evaluaties kunnen worden gebruikt om al tijdens de uitvoering het beleid waar nodig te verbeteren.

Hierna volgt een toelichting bij bovengenoemde thema’s.

Ad 1: Preventie, gezondheid en aanpak covid-19 (art. 1, art. 6)

In het coalitieakkoord staat: Gezondheid is voor iedereen van groot belang. Dat realiseren we ons des te meer door de coronacrisis. We willen meer aandacht voor preventie en een gezonde levensstijl van jongs af aan.

In deze SEA zijn de onderzoeken opgenomen zoals Pandemische paraatheid en Uitgestelde zorg. Daarnaast bevat de SEA o.a. onderzoeken naar de resultaten van het Preventieakkoord en het Rijksvaccinatieprogramma, beide evaluaties die al op de SEA stonden.

Ad 2: Organisatie, regie en vernieuwing zorg (art. 2, art. 4)

Om ervoor te zorgen dat het zorgaanbod beter aansluit bij wat mensen echt nodig hebben en om de doelmatigheid van de zorg te vergroten, zijn verdergaande afspraken nodig over het voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg. Dat vergt een intensivering van samenwerking tussen alle betrokken partijen, over de grenzen van traditionele domeinen heen en in de regio. Ook is van belang dat de coördinatie tussen verschillende zorgsoorten verbetert. De complexiteit van de wijze waarop we de zorg hebben georganiseerd mag er niet toe leiden dat mensen niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Relevant evaluatieonderzoek uit de SEA passende bij deze prioriteit is o.a. het Integraal Zorgakkoord (IZA) & Passende zorg.

Ad 3: Ouderenzorg (art. 3)

Mensen in Nederland worden steeds ouder. In 2030 zijn er 2,1 miljoen mensen ouder dan 75 jaar. De Rijksoverheid wil dat iedereen waardig oud kan worden. Het beleid is gericht op het samen met het veld te werken aan een samenleving waar (toekomstige) ouderen zelf de regie kunnen houden en hun eigen gezondheid en welzijn op peil kunnen houden. Dit thema is maatschappelijk zeer relevant en de uitgaven zijn groot en groeien de komende jaren o.a. door de vergrijzing. In de SEA is o.a. opgenomen een evaluatie van de maatregelen in het kader van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO).

Ad 4: Jeugdzorg (art. 5)

Goede, tijdige en passende jeugdzorg, met een belangrijke rol voor de eigen omgeving, voorkomt zwaardere zorg. Hiervoor wordt er samen met betrokken partijen gewerkt aan de invulling en uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd. Deze agenda heeft twee doelen die nadrukkelijk aan elkaar zijn gekoppeld:

  • Betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is.

  • Een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel.

De hervormingsagenda beschrijft de aanpak van de grote veranderopgave waar VWS de komende jaren mét alle partners voor staan. De monitoring en evaluatie van deze agenda is opgenomen in de SEA.

Voor de begroting van volgend jaar wordt de SEA van het ministerie van VWS aangepast om te voldoen aan de herziene Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). Hiervoor gaat VWS het komende jaar vroegtijdig in gesprek met het ministerie van Financiën. Als gevolg hiervan kan de evaluatieprogrammering en thema-indeling volgend jaar wijzigen.

Strategische Evaluatieagenda 2023-2026 VWS

De SEA is gezondheidszorg breed opgezet in lijn met de contouren van het Financieel Beeld Zorg. In bijlage 5 is de uitwerking Strategische Evaluatieagenda opgenomen. Hierin zijn evaluaties opgenomen uit deze paragraaf en aanvullende relevante evaluaties aansluitend bij de thema’s. De bijlage is ook geactualiseerd voor de planperiode 2023-2026, waarbij ook de relevante wetsevaluaties en monitors zijn opgenomen.

Tabel 4 Strategische Evaluatie Agenda (SEA)1

Beleidsthema voor evaluatie

2023

2024

2025

2026

Volksgezondheid

Preventieakkoord

ED*

ED

ED

ED

Volksziektes

  

ED

 

Rijksvaccinatieprogramma

 

EP

  

Uitgestelde zorg

 

EP

  

Curatieve zorg

IZA & Passende zorg

 

EA

 

ED

Jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning

Herziening Jeugdzorg

 

ED

  

Dak- en thuislozen

  

ED

 

Houdbaarheid Wmo

 

ED

  

Langdurige zorg

Maatregelen ihkv WoZo

 

EA

 

ED

Kwaliteitskader verpleeg(huis)zorg

EA

 

EP

 

Toekomstagenda gehandicaptenzorg

EA

 

ED

 

VWS-/Rijksbreed

Pandemische paraatheid

EA

   

Digitalisering zorg

 

EA

 

ED

Thuiswonende ouderen

ED

   

Valpreventie tussen stelselwetten

  

ED

 

Meerjarig contracteren

 

ED

  

PGB 2.0

 

ED

  

Evaluatie NZa

EP

   

Technische werkgroep macrobeheersing zorguitgaven

EA

   

Evaluatie pilot Lerend evalueren

 

EP

  
1

EA = ex ante, ED= ex durante, EP= ex post

Hieronder worden de onderzoeken uit de SEA 2023-2026 die in 2023 worden uitgevoerd nader toegelicht.

Preventieakkoord (ED)

Het Nationaal Preventieakkoord is in 2018 afgesloten om ervoor te zorgen dat er minder mensen roken, overgewicht hebben of problematisch drinken. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met meer dan 70 partijen. Daarnaast zijn er middelen vrijgemaakt voor het creëren van een basisinfrastructuur voor geoormerkt en doelgericht investeren in preventie op lokaal niveau èn met regionale gezondheidsarrangementen.

Vanuit de SEA wordt de jaarlijkse voortgangsrapportage van het akkoord gevolgd.

Onderzoeksvragen zijn: Wat is de impact van de landelijke maatregelen/ interventies op de leefstijl? Welke doelgroepen worden bereikt met de maatregelen/interventies? Welke interventies werken wel en welke lijken niet te werken?

Kwaliteitskader verpleeg(huis)zorg (EA)

De afgelopen jaren is de personeelsbezetting in de verpleeghuiszorg sterk toegenomen dankzij de implementatie van het Kwaliteitskader (KWK) verpleeghuiszorg. Tegen de achtergrond van de steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor de zorg, de vereisten van het KWK en op de lange termijn houdbaar en uitvoerbaar houden, vindt onder regie van het Zorginstituut een doorontwikkeling plaats.

Deze ontwikkeling wordt op een lerende aanpak uitgevoerd met feedbackloops voor een goede uitwerking en inbedding van het KWK in en met de praktijk.4

Toekomstagenda gehandicaptenzorg (EA)

Met het programma Volwaardig Leven (vanaf eind 2018) heeft VWS samen met partijen in het veld een beweging in gang gezet naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg. De betrokken veldpartijen willen gezamenlijk de bereikte resultaten borgen voor de toekomst en de succesvolle samenwerking voortzetten via de Toekomstagenda. De ex ante evaluatie kijkt naar de stand van zaken en ontwikkelt indicatoren om de voortgang te kunnen monitoren.

Pandemische paraatheid (EA)

Het kabinet stelt een toekomstige pandemische paraatheid voor op een ‘nieuw en toekomstbestendig’ niveau. Hiervoor zijn in het regeerakkoord middelen voorzien die deels bestemd zijn voor deze begroting. Het kabinet clustert de aanpak in drie grote beleidsopgaven waarop we in het kader van de pandemische paraatheid versterkingen voorstellen 1) versterkte publieke gezondheidszorg en infectiebestrijding 2) een goed voorbereide, flexibele en opschaalbare zorg en 3) versterking van de leveringszekerheid en toegang tot medische producten. Daarnaast zet het kabinet in op de thema’s sturing en regie, internationale samenwerking, kennis en innovatie en ICT. In 2023 wordt een ex ante onderzoek gedaan naar mogelijke indicatoren op de voortgang van (onderdelen van) het programma pandemische paraatheid.

Thuiswonende ouderen (ED)

Naar verwachting zijn er in 2040 2,5 miljoen 75 plussers en het percentage thuiswonenden hiervan circa 95%. Dit betekent dat in ongeveer twintig jaar er ruim 1 miljoen thuiswonende 75-plussers bijkomen. Doorgaans wordt verondersteld dat 75-plussers die langer thuis kunnen blijven wonen een betere kwaliteit van leven ervaren en zij minder zorgkosten maken. Het doel van deze onderzoeken is om enerzijds factoren te signaleren die met kwaliteit van leven samenhangen (wat meegenomen kan worden in beleid) en anderzijds om in kaart te brengen wat het effect van verpleeghuisopname op de zorgkosten (zowel Zvw als Wlz) is.

Evaluatie NZa

De NZa draagt zorg voor toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve zorg. Zij houdt toezicht op basis van de Wet marktordening en gezondheidszorg (Wmg) op de Wlz en Zvw. De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is op de NZa van toepassing. Op basis hiervan wordt de NZa vijfjaarlijks geëvalueerd ten behoeve van de beoordeling van de doeltreffendheid en doelmatigheid van elk zelfstandig bestuursorgaan. Deze evaluaties worden aan de Tweede Kamer aangeboden.

Technische werkgroep houdbare zorg (EA)

Om ook in de toekomst weloverwogen keuzes te kunnen maken, stelt het kabinet een technische werkgroep in om ten behoeve van de volgende kabinetsperiode verschillende uitvoeringsvarianten te verkennen om de beheersing van de zorguitgaven op macroniveau te verbeteren.

Onderzoeksvragen zijn: Hoe wordt in de huidige situatie de ontwikkeling van zorguitgaven beheerst? Welke alternatieve uitvoeringsvarianten zijn er om de zorguitgaven te beheersen? En welke veranderingen en transitiepaden vergen zij? Wat zijn de gevolgen van de uitvoeringsvarianten voor kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van de zorg, alsmede de verhouding tussen collectieve en private financiering?

2

Kamerstukken II 2021/202, 31865 , nr. 212, Ex durante evaluatie pilot Lerend evalueren van het ministerie van VWS.

3

Kamerstukken II 2021/22, 31865, nr. 206, p.16

4

Kamerstukken II 2021/22, 2022D30192, Doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeg(huis)zorg.

Licence