Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit

Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting(incl. Suppletoire Begrotingen,NvW en amendementen)

Mutaties2e SuppletoireBegroting

Stand 2eSuppletoireBegroting

  

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Verplichtingen

 

339.022

‒ 196.082

142.940

Uitgaven

 

165.754

‒ 25.468

140.286

waarvan juridisch verpplicht

   

86%

     

7.01

Ontwikkeling Kaderrichtlijn Water

83.067

‒ 18.615

64.452

7.01.01

Real.progr.Kaderrichtlijn water

83.067

‒ 18.615

64.452

     

7.02

Ontwikkeling waterkwaliteit

49.266

1.489

50.755

7.02.01

Aanleg waterkwaliteit

46.402

1.489

47.891

 

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

103

 

103

7.02.02

Planning waterkwaliteit

2.864

 

2.864

 

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.764

 

2.764

     

7.03

Studiekosten waterkwaliteit

33.421

‒ 8.342

25.079

7.03.01

Studiekosten waterkwaliteit

33.421

‒ 8.342

25.079

 

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

8.741

543

9.284

     

Ontvangsten

 

30

 

30

Toelichting

Verplichtingen

Op het artikel Investeren in waterkwaliteit zal in 2023 ca. € -196 miljoen minder aan verplichtingen worden vastgelegd dan aanvankelijk werd gepland. De oorzaak hiervan is:

Kaderrichtlijn Water

In 2024 zal voor ca. € -139 miljoen minder aan verplichtingen worden aangegaan dan aanvankelijk voor de Kader Richtlijn Water werd gepland. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • KRW Oost Nederland (€ -23,3 miljoen de afronding van de planstudiefase vindt in 2024 plaats waardoor in 2024 beperkt verplichtingen worden vastgelegd voor de realisatie. derhalve een lagere prognose. De gunning voor de aanlegfase is vertraagd en wordt in Q2-2025 verwacht.

  • KRW Oost Nederland (€ -56,4 miljoen): voor een groot deel van de maatregel in de planstudie is de druk op de voortgang opgehoogd. door onduidelijkheid en discussie loopt het proces wel achter op eerdere planningen waardoor aanbestedingen voor realisatieprojecten eveneens vertraagd zijn. Daarnaast wordt de planning voor het opstarten van grondverwerving niet gehaald en doorgeschoven naar achteren. deels door capaciteit deels door onzekerheid om perceelgrenzen en deels door onduidelijkheid over uit te voeren procedures.

  • KRW Zuid Nederland (€ -34,9 miljoen): vertraging in verplichtingen grondverwerving en vertraging in gunning realisatiecontract. Wegens een aanbestedingsmeevaller op een ander realisatiecontract worden in 2024 minder verplichtingen vastgelegd.

  • Daarnaast worden risicoreserveringen doorgeschoven (€ -5,0 miljoen).

  • Diverse kleinere mutatie van per saldo € -19,1 miljoen

Regeling medicijnresten

Dit betreft een verplichtingenschuif € -41 miljoen voor subsidies Waterzuivering Medicijnresten 1e en 2e tranche. Voor de 1e tranche zijn inkoopovereenkomsten ontbonden en worden omgezet in een subsidieregeling. Waterschappen hebben aangegeven meer tijd nodig te hebben voor het aanpassen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. waardoor subsidieaanvragen later worden ingediend en/of worden beschikt. De 1e tranche van de subsidieregeling zal in 2025 worden afgerond. In 2025 zal naar verwachting de 2e tranche van de subsidieregeling open worden gesteld.

Grote wateren

Vanwege langere doorlooptijden om zaken te regelen rond de eigendomspositie, vergunningverlening en aanbesteding wordt € -6 miljoen verschoven naar latere jaren.

DAW

Vanuit 2024 wordt € 5 miljoen doorgeschoven naar 2025 op het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) projecten. In 2024 zijn door waterschappen minder subsidieaanvragen ingediend dan verwacht. Waterschappen hebben meer tijd nodig om plannen uit te werken die in aanmerking komen voor een subsidiebijdrage.

Diverse kleinere mutaties van per saldo € -5 miljoen.

Uitgaven

7.01 Real. Progr. Kaderrichtlijn water

De kasschuif van 2024 naar 2025 van € 18,6 miljoen wordt grotendeels veroorzaakt bij projecten

  • KRW Oost Nederland (€ -4,6 miljoen): vergunningenprocedures bij de partnerprojecten kosten meer tijd waardoor de afronding planstudie en de start van de realisatie naar achteren schuift. Daarnaast wordt de planning voor het opstarten van grondverwerving niet gehaald en doorgeschoven naar achteren, deels door onzekerheid over perceelgrenzen.

  • KRW Zuid Nederland (€ -2,8 miljoen): betreft minnelijke grondverwerving en de realisatie. Deze kunnen pas later plaatsvinden wegens het benodigde toets proces. Dit komt onder andere door hernieuwde berekeningen stikstof en de uitspraak van hetEuropese Hof dat er geen tijdelijke achteruitgang van de waterkwaliteit mag zijn in de aanlegfase.

  • KRW West Nederland Zuid (€ -3,2 miljoen): Vastgoedkosten voor de Sliedrechtse Biesbosch worden verschoven naar 2025. Er is een half jaar vertraging opgelopen door technische fouten die zijn ontstaan bij het inladen van de projectgrenstekeningen en het proces om de projectgrenzen goed te krijgen heeft meer tijd gekost.

  • Daarnaast worden een aantal risicoreserveringen doorgeschoven (€ -2,9 miljoen).

Diverse kleinere mutaties van per saldo € -5,1 miljoen.

7.03 Studiekosten waterkwaliteit

Op dit artikel wordt er in 2024 € 8,3 miljoen minder gerealiseerd dan was begroot. Dit betreft met name een overboeking van € -1,3 miljoen naar artikel 5.01.02 Apparaatskosten Rijkswaterstaat voor de aanpak van hotspots van microplastics in de rivieren. Daarnaast is de opdrachtverlening voor de emissietoets RWZI's vertraagd omdat het zoeken naar een geschikte partij meer tijd in beslag neemt dan verwacht € -2,1 miljoen. Tevens wordt het gezondheidsonderzoek PFAS voorafgegaan aan een vooronderzoek. Vanwege vertraging bij het vooronderzoek zal het gezondheidsonderzoek pas in 2025 starten € -2,0 miljoen. Het budget voor de uitbreiding van het programma ZonMW schuift door naar 2025 omdat het uitwerken van een goed onderbouwd onderzoeksvoorstel meer tijd vergt dan voorzien € -1,3 miljoen.Diverse kleinere mutaties van per saldo € - 1,6 miljoen.

Licence