In deze paragraaf is de Tweede Suppletoire Begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). DUO is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) | (2) Mutaties 2e suppletoire begroting | Totaal geraamd (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Baten | |||
- Omzet | 488.084 | 65.335 | 553.419 |
waarvan omzet moederdepartement | 397.545 | 42.210 | 439.755 |
waarvan omzet overige departementen | 84.128 | 23.156 | 107.284 |
waarvan omzet derden | 6.411 | ‒ 31 | 6.380 |
Rentebaten | 0 | 1.500 | 1.500 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 488.084 | 66.835 | 554.919 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 449.684 | 64.116 | 513.800 |
- Personele kosten | 324.885 | 49.679 | 374.564 |
waarvan eigen personeel | 272.918 | ‒ 6.109 | 266.809 |
waarvan inhuur externen | 43.390 | 43.398 | 86.788 |
waarvan overige personele kosten | 8.577 | 12.390 | 20.967 |
- Materiële kosten | 124.799 | 14.437 | 139.236 |
waarvan apparaat ICT | 33.875 | 18.473 | 52.348 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 30.670 | ‒ 4.429 | 26.241 |
waarvan overige materiële kosten | 60.254 | 393 | 60.647 |
Rentelasten | 1.100 | 204 | 1.304 |
Afschrijvingskosten | 35.700 | 4.482 | 40.182 |
- Materieel | 13.000 | 1.993 | 14.993 |
waarvan apparaat ICT | 12.500 | 1.993 | 14.493 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 500 | 0 | 500 |
- Immaterieel | 22.700 | 2.489 | 25.189 |
Overige lasten | 1.500 | 1.300 | 2.800 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1.500 | 1.300 | 2.800 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 487.984 | 70.102 | 558.086 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 100 | ‒ 3.267 | ‒ 3.167 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 100 | ‒ | 100 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | ‒ 3.267 | ‒ 3.267 |
Toelichting
De baten stijgen met € 66,8 miljoen ten opzichte van de Vastgestelde Begroting (inclusief suppletoire begrotingen, nota's van wijziging en amendementen). De lasten stijgen met € 70,1 miljoen. Voor 2024 wordt derhalve een negatief resultaat verwacht van € 3,3 miljoen. Dit negatieve resultaat wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door additionele inzet om de dienstverlening op het gewenste kwaliteitsniveau, welke aansluit op de maatschappelijke verwachtingen, te houden.
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is € 42,2 miljoen hoger dan in de Eerste Suppletoire Begroting. In de basisdienstverlening is sprake van een hogere omzet van € 22,4 miljoen door werkzaamheden in het kader van de Herinvoering Basisbeurs (€ 10,5 miljoen), overige activiteiten Basiscontract (€ 3,8 miljoen), Werk aan Uitvoering (€ 9,7 miljoen), KOMEX (€ 2,7 miljoen) en een lagere omzetprognose voor Life Cycle Management (€ 4,3 miljoen). Daarnaast is sprake van extra omzet uit overige taken (€ 2,2 miljoen) en uit (beleids-) opdrachten (€ 12,0 miljoen) zoals Herinvoering Basisbeurs, STAP, IV Strategie en de werkplek (VDI). Ten slotte is sprake van additionele omzet door het Shared Service Organisatie Noord (€ 5,6 miljoen) ten behoeve van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief en de Onderwijsinspectie, allen dienstonderdelen van het ministerie van OCW.
De genoemde extra omzet van € 42,2 miljoen wordt voor € 18,9 miljoen gedekt door middelen die reeds beschikbaar zijn vanuit de begroting van het moederdepartement en voor € 17,8 miljoen vanuit de overlopende passiva. Ten slotte wordt € 5,6 miljoen vanuit Shared Service Organisatie Noord direct in rekening gebracht bij de dienstonderdelen van het ministerie van OCW.
Omzet overige departementen en derden
De omzet overige departementen en derden stijgt met € 23,1 miljoen ten opzichte van de Eerste Suppletoire Begroting. Deze stijging is het gevolg van een toename van de omzet uit hoofde van de ministeries van SZW (€ 5,0 miljoen), Financiën (€ 1,9 miljoen), J&V (€ 5,1 miljoen), BZK (€ 10,0 miljoen), EZ(€ 2,4 miljoen) en I&W (€ 0,3 miljoen). Er is een afname van de verwachte omzet bij het ministerie van VWS (€ 1,3 miljoen) en overige afnemers (€ 0,3 miljoen).
Rentebaten
De rentebaten stijgen met € 1,5 miljoen ten opzichte van de Eerste Suppletoire Begroting. Dit betreft een inschatting van de rentebaten uit hoofde van het positieve saldo op de rekening courant met het ministerie van Financiën.
Lasten
Apparaatskosten
De personele kosten stijgen met € 49,7 miljoen en de materiële kosten met € 14,4 miljoen. Deze stijgingen hangen samen met de bovengenoemde uitbreidingen van de basisdienstverlening aan zowel het moederdepartement als voor de overige ministeries. De invulling van deze additionele dienstverlening vindt vooral plaats door externe inhuur.
Rentelasten
De rentelasten stijgen vanwege een bijgestelde schatting op basis van de werkelijke rentepercentages van de afgesloten leningen (€ 0,2 miljoen).
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten stijgen met € 4,5 miljoen. Dit is primair het gevolg van gestegen afschrijvingen van zowel materiële als immateriële vaste activa gerelateerd aan het ICT-domein.
Overige lasten
Ten slotte stijgen de dotaties aan de voorzieningen met € 1,3 miljoen. Dit is primair het gevolg van de nieuwe CAO waarin nu, bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, een gedeeltelijke jubileumuitkering is opgenomen.
Kasstroomoverzicht
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) | (2) Mutaties 2e suppletoire begroting | Totaal geraamd (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 20.231 | 20.231 | |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 488.084 | 66.835 | 554.919 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 452.384 | ‒ 64.320 | ‒ 516.704 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 35.700 | 2.515 | 38.215 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 94.300 | 0 | ‒ 94.300 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 94.300 | 0 | ‒ 94.300 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 25.639 | 0 | ‒ 25.639 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 94.300 | 0 | 94.300 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 68.661 | 0 | 68.661 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 30.292 | 2.515 | 32.807 |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van de nu voorziene additionele omzet en kosten. De verwachte investeringen in de (im)materiële vaste activa zijn ongewijzigd ten opzichte van de Vastgestelde Begroting (inclusief suppletoire begrotingen, Nota's van wijziging en amendementen). Het beroep op de leenfaciliteit is derhalve gelijk gebleven.