Base description which applies to whole site

Artikel 3: Sociale vooruitgang

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Sociale vooruitgang (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

505.935

‒ 47.386

458.549

     
 

Uitgaven

824.723

9.482

834.205

     

3.1

Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

510.262

20.655

530.917

 

Subsidies (regelingen)

211.194

‒ 1.353

209.841

 

Mondiale gezondheid en SRGR

211.194

‒ 1.353

209.841

 

Opdrachten

17.825

0

17.825

 

Mondiale gezondheid en SRGR

17.825

0

17.825

 

Bijdrage aan agentschappen

139

33

172

 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

139

33

172

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

281.104

21.975

303.079

 

WHO/PAHO

7.122

7.846

14.968

 

Mondiale gezondheid en SRGR

176.580

13.722

190.302

 

UNFPA

60.000

0

60.000

 

UNAIDS

23.000

0

23.000

 

Partnershipprogramma WHO

14.402

‒ 4.093

10.309

 

UNICEF

0

4.500

4.500

 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

3.2

Vrouwenrechten en gendergelijkheid

47.609

4.374

51.983

 

Subsidies (regelingen)

34.109

4.250

38.359

 

Vrouwenrechten

34.109

4.250

38.359

 

Opdrachten

0

100

100

 

Vrouwenrechten

0

100

100

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

13.500

24

13.524

 

Vrouwenrechten

7.500

24

7.524

 

UNWOMEN

6.000

0

6.000

 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

3.3

Maatschappelijk middenveld

202.859

16.000

218.859

 

Subsidies (regelingen)

183.462

12.062

195.524

 

Versterking maatschappelijk middenveld

183.462

12.062

195.524

 

Opdrachten

7.282

5.915

13.197

 

Versterking maatschappelijk middenveld

6.000

6.000

12.000

 

Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds

1.282

‒ 85

1.197

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

12.115

‒ 1.977

10.138

 

Versterking maatschappelijk middenveld

12.115

‒ 1.977

10.138

 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

3.4

Onderwijs

63.993

‒ 31.547

32.446

 

Subsidies (regelingen)

1.500

0

1.500

 

Onderzoeksprogramma's

1.500

0

1.500

 

Opdrachten

60.140

‒ 31.787

28.353

 

Onderwijs

200

0

200

 

Onderzoeksprogramma's

2.000

0

2.000

 

Hoger Onderwijs

57.940

‒ 31.787

26.153

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

2.353

240

2.593

 

Onderwijs

2.353

240

2.593

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Toelichting

VerplichtingenPer saldo is er een verlaging van het verplichtingenbudget op artikel 3. Dit wordt met name veroorzaakt doordat minder verplichtingen worden aangegaan op artikelonderdelen 3.1 en 3.4.

De verlaging van de verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 wordt veroorzaakt doordat er onder andere bij de uitvoering van landenprogramma’s in Benin, Oeganda, en Burundi minder committeringen worden gedaan. Dit is het gevolg van de verlaagde kasbudgetten in 2025 en verder.

Op artikelonderdeel 3.4 zijn er minder verplichtingen aangegaan doordat voor het Hoger Onderwijs programma nog een verdere uitwerking moet volgen en committeringen verschuiven naar latere jaren.

UitgavenDe uitgaven voor 2024 op artikel 3 Sociale vooruitgang zijn voor 99% juridisch verplicht.

Artikelonderdeel 3.1Voor artikelonderdeel 3.1 zijn de geplande uitgaven op mondiale gezondheid en SRGR hoger dan eerder verwacht. Hieronder valt ook de eenmalige bijdrage van EUR 3 miljoen aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om het mpox-virus in Afrikaanse landen te bestrijden, zoals aan de Tweede Kamer gecommuniceerd tijdens het tweeminutendebat over de mondiale gezondheidsstrategie op 4 oktober 2024. Dekking wordt gevonden vanuit niet bestede middelen van het beroeps en hoger onderwijs programma. Ook wordt een al voorziene betaling van EUR 7,8 miljoen voor de Pan American Health Organization (PAHO) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dit jaar betaald om de taakstelling in 2025 deels te ontlasten.

Verder wordt er EUR 2,2 miljoen overgeheveld van artikel 2.2 Water voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking Water (GLAAS) programma van de WHO.

Daarnaast worden enkele andere betalingen op lopende verplichtingen eerder dan gepland uitgevoerd. Deze worden gedekt uit ongebruikte middelen van artikelonderdeel 3.4. Dit is ook het geval bij artikelonderdeel 3.2.

Artikelonderdeel 3.3Voor artikelonderdeel 3.3 zijn de geplande uitgaven hoger dan eerder verwacht. Betalingen op lopende verplichtingen worden naar voren gehaald om de taakstelling in 2025 deels te ontlasten. Dit wordt gedekt uit ongebruikte middelen van artikel 3.4.

Artikelonderdeel 3.4Voor artikelonderdeel 3.4 zijn de uitgaven lager dan eerder verwacht omdat voor het Hoger Onderwijs programma nog een verdere uitwerking moet volgen. Deze middelen worden gebruikt om lopende verplichtingen op de artikelonderdelen 3.1, 3.2 en 3.3 te dekken.

Licence