Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
Met deze doelstelling doet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.
– De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot op de lange termijn en maakt huishoudens weerbaarder tegen schokken in energieprijzen.
– Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid.
– Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.
Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:
– Vermindering van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving, in lijn met de gepresenteerde afspraken in het klimaatpakket van voorjaar 20231 (waarin ook besluitvorming heeft plaatsgevonden over de verdeling van de klimaatfondsmiddelen) en het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV, om middels aanvullende normerende, beprijzende en subsidiemaatregelen in 2030 een CO2-reductie van 55% te waarborgen ten opzichte van 1990.
– In de bestaande bouw zullen uiterlijk in 2030 2,5 miljoen woningen worden geïsoleerd, 1 miljoen hybride warmtepompen geïnstalleerd, 120.000 gebouwen vergaand verduurzaamd en 500.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten gerealiseerd.
– Huurwoningen met een EFG-label worden de komende jaren versneld verduurzaamd zodat vanaf 2029 alleen nog woningen met minimaal label D verhuurd worden.
– Commerciële gebouweigenaren dienen voor 2027 de 15% en voor 2030 de 25% slechtste gebouwen uit hun voorraad te verbeteren. Voor bepaalde categorieën maatschappelijke gebouwen gelden latere jaartallen.
– Vanaf 2026 treden de nieuwe wettelijke eisen voor verwarmingsinstallaties, die gesteld worden aan de efficiëntie van de installatie, in werking.
– In 2050 een volledig circulaire economie met als richtinggevend doel het gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030 te halveren. Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 (NPCE) is een belangrijke stap in de richting om deze doelen te realiseren.
– Om in 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht, wordt in de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving fase I gewerkt aan een aantal actielijnen, waaronder het minder vrijblijvend maken van klimaatadaptief bouwen en inrichten. Hiertoe is de landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving in het voorjaar van 2023 gepubliceerd. Momenteel wordt verkend hoe deze juridisch geborgd kan worden en wat de financiële consequenties zijn.
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouw- en technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, de utiliteitsbouw en installaties. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft hierbij een stimulerende, regisserende en wetgevende rol.
Stimuleren
Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de minister verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De minister geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Klimaatakkoord, het Coalitieakkoord en de recente voorjaarsbesluitvorming waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De minister stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.
Regisseren
Op basis van de artikel 2 van de Woningwet is de minister verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.
1. Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie
Met gemeenten is afgesproken dat zij in 2024 zo veel als mogelijk de uitvoeringsplannen per wijk of buurt opleveren waarin zij transitievisies warmte hebben geconcretiseerd. Bij het opstellen en uitvoeren van de uitvoeringsplannen worden gemeenten ondersteund door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).
Het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) is het afgelopen jaar ingediend en behandeld in de Tweede Kamer. In 2024 zal het wetstraject worden voortgezet. De beoogde inwerkingtreding is 1 juli 2024.
2. Verduurzaming individuele aanpak woningen
Het Nationaal Isolatieprogramma heeft als doel om 2,5 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030 met de nadruk op de slecht geïsoleerde woningen (label E, F en G). Daarbij worden één of meerdere stappen gezet richting de standaard voor woningisolatie. Dit draagt ook bij aan het voorkomen van energiearmoede bij mensen met relatief lage inkomens.
Koopwoningen en Verenigingen van Eigenaren
In 2024 helpt de Rijksoverheid woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE's) nog beter met de verduurzaming van hun woningen en gebouwen. Op basis van een motie (Kamerstukken 2022/23, 32813, nr. 1102) en de besluitvorming over een extra pakket maatregelen in april 2023 werd in 2023 budget beschikbaar gesteld om de financiering van het Nationaal Warmtefonds aantrekkelijker te maken met 0% rente voor meer lage en midden inkomens en met een rentekorting voor Verenigingen van Eigenaren. Aan doe-het-zelvers die hun woningen verduurzamen, wordt in 2024 extra ondersteuning geboden. Verder komt, als onderdeel van het Klimaatpakket uit april 2023 en de Versnellingsagenda verduurzaming gebouwen van VvE's vanaf 2024 extra budget beschikbaar voor het ontzorgen van VvE’s. Daarbij wordt er extra budget beschikbaar gesteld voor de lokale aanpak vanuit het Nationaal Isolatieprogramma. Voor kwetsbare dorpen en wijken worden in 2024 extra middelen vrijgemaakt.
Huurwoningen
Om de verduurzaming verder te stimuleren worden in 2024 diverse regelingen aangepast. Zo zal de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) met een jaar verlengd worden voor 2024. Parallel hieraan vindt momenteel een verkenning plaats of we de subsidies voor de warmtenetten niet beter kunnen bundelen zodat gemeenten en andere stakeholders niet te maken hebben met vijf, maar slechts met één subsidieregeling. De inwerkingtreding van zo’n gestroomlijnde warmtenetregeling is op zijn vroegst 1 januari 2025. Tevens zal de Subsidieregeling Procesondersteuning voor Opschaling van duurzame Renovatieprojecten (SPOR) in het najaar van 2023 opengesteld worden en loopt deze ook door in 2024. Hiervoor is gebruik gemaakt van een deel van het Renovatieversneller budget. De subsidie verduurzaming en onderhoud (SVOH) voor particuliere verhuurders loopt door tot 1 januari 2026. Met de aangekondigde normering dat per 2029 geen woningen met een energielabel E, F of G verhuurd mogen worden, is de verwachting dat deze subsidie veel vaker aangevraagd zal worden.
3. Verduurzaming utiliteitsbouw
We vervolgen het uitvoeren van het beleidsprogramma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving (PVGO) en enkele afspraken uit het Klimaatakkoord. Daarnaast intensiveren we de aanpak conform de afspraken uit het voorjaarspakket:
– We werken aan de uitfasering van 15% van de gebouwen met de slechtste energieprestaties uit, volgens de lijn van de naar verwachting in 2023 vastgestelde Energy Performance Buildings Directive (EPBD) IV. We werken toe naar een wetsvoorstel waarin gestart wordt met het stellen van minimale energieprestaties van bestaande bijeenkomst gebouwen, logiesgebouwen en winkels in 2027. Daarbij verkennen we hoe we de portefeuilleaanpak, die nu van 2023-2026 loopt, in 2027 voortgezet kan worden.
– We stimuleren het gebruik van de Renovatiestandaard die we in oktober 2022 via een Kamerbrief kenbaar hebben gemaakt, als uitwerking van de Eindnorm uit het Klimaatakkoord. We onderzoeken hoe we de Renovatiestandaard kunnen gebruiken als invulling van de ZEB norm uit de EPBD IV voor de bestaande bouw. We monitoren het aantal gebouwen dat deze standaard gebruikt heeft.
– We werken de normering van zon op dak uit conform de EPBD IV en verankeren deze in wetgeving.
– We starten met een Ontzorgingsprogramma Mkb dat we samen met de provincies en de mkb-branches uitgewerkt hebben. De mkb’er kan bij dit programma aankloppen voor ondersteuning en begeleiding bij het nemen en financieren van maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de energieprestatie van het gebouw of energiebesparing opleveren.
– Het Programma verduurzaming bedrijventerreinen wordt verlengd met 1 jaar verlengd en uitgebreid, om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verhogen dat de randvoorwaarde is voor verdere verduurzaming.
– De Energiebesparingsplicht valt onder de Omgevingswet, waarbij de gebouwgebonden maatregelenlijst opgenomen is als bijlage van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. In 2024 kan er toezicht worden gehouden of bedrijven en instellingen de nieuwe Erkende maatregelenlijst Gebouwen uit 2023 al hebben toegepast. Dit gebeurt door de omgevingsdiensten, omdat het toezicht op deze verplichting is opgenomen in het basistakenpakket van omgevingsdiensten.
– In 2024 zal de 3e tranche van de DUMAVA regeling geopend worden, waarbij er met name gestuurd wordt op het behalen van het renovatietempo van 3% van het oppervlak van maatschappelijk vastgoed per jaar dat naar de Renovatiestandaard gerenoveerd wordt, als uitwerking van de EED, art. 6. Het vastgoed van de Rijksoverheid zal ook aan dit tempo bijdragen.
4. Innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw
Het Ministerie stimuleert en ondersteunt innovatie en verduurzaming in de bouw. Het meerjaren beleid hiervoor is uiteengezet in de Kamerbrief structureel opschalen (ver)bouwcapaciteit. Specifiek in 2024 zal de uitvoering van de Nationale Groeifondsprogramma’s Toekomstbestendige Leefomgeving en Werklandschappen van de Toekomst verder plaatsvinden. Ook zal worden bijgedragen aan innovatiesubsidieregelingen van EZK (DEI+ aardgasvrij, MOOI) die R&D en pilot- en demonstratieprojecten ondersteunen. Vanuit het programma Verbouwstromen krijgt vraagbundeling en opschaling van het aanbod verder vorm. Voor digitalisering zullen de afspraken uit het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) conform het afgesloten DigiAkkoord in de praktijk opschaling krijgen in afzonderlijke DigiDeals. Het digivaardig maken van personeel onder meer via het digital experience center zal worden gefaciliteerd vanuit het Kennis en opschalingsprogramma (KOP) van Schoon en Emissieloos Bouwen. Het KOP zal ook prefab bouwers blijven ondersteunen bij het efficiënter, meer circulair en daarmee stikstofarmer maken van het bouwlogistieke proces.
Circulair bouwen
Het Ministerie van BZK bevordert de toepassing van circulair bouwen als onderdeel van de Beleidsagenda normering en stimulering circulair bouwen (Kamerstukken 2022/23, 32 852, nr. 223) en als onderdeel van het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 ‒ 2030 (NPCE). Het NPCE is februari 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 2022/23, 32 852, nr. 225). Het Ministerie van BZK continueert in 2024 de uitvoering hiervan in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden voor het bereiken van de doelen van het programma Nederland circulair in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). In 2024 wordt de regelgeving voor de genoemde aanscherping en uitbreiding van de milieuprestatie-eis en voor de verdergaande sturing op CO2 bij de Tweede Kamer voorgehangen. Tevens wordt in 2024 uitvoering gegeven aan het genoemde bouwen met biobased grondstoffen conform de voorjaarsbesluitvorming Klimaat van 26 april 2023 (Kamerbrief over voorjaarsbesluitvorming Klimaat | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl). De positie van de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) wordt in afstemming met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) herzien. Doel is de robuustheid van de NMD te vergroten, aangezien deze hoofdzakelijk uit publieke middelen wordt bekostigd.
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zal het Bouwbesluit 2012 ingetrokken en opgevolgd worden door het Besluit bouwwerken leefomgeving. In 2024 en verder wordt gewerkt aan nieuwe wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de implementatie daarvan. Met ingang van 1 januari 2024 wordt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) stapsgewijs ingevoerd (Kamerstukken II 2020/21, 32757, nr. 178 en Kamerstukken II 2022/23, 33118, nr. 246).
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.011.291 | 1.281.240 | 1.465.241 | 1.331.554 | 691.553 | 518.040 | 455.127 |
Uitgaven | 747.910 | 1.061.783 | 1.532.059 | 1.390.192 | 786.075 | 600.957 | 516.727 | |
4.1 | Energietransitie en duurzaamheid | 734.457 | 1.043.623 | 1.518.504 | 1.375.259 | 776.829 | 593.679 | 509.449 |
Subsidies (regelingen) | 176.761 | 377.205 | 679.422 | 643.255 | 556.164 | 493.262 | 421.652 | |
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen | 109 | 10.716 | 26.770 | 37.500 | 38.600 | 24.200 | 20.500 | |
Nationaal Isolatie Programma | 0 | 0 | 25.980 | 25.980 | 0 | 0 | 0 | |
Energiebesparing Koopsector | 6.951 | 15.618 | 47.270 | 30.700 | 14.500 | 10.500 | 5.000 | |
Energiebesparing Huursector | 10.636 | 369 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof) | 6.724 | 5.691 | 3.700 | 3.000 | 2.000 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 37.167 | 126.830 | 384.800 | 356.600 | 361.800 | 293.800 | 275.100 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 0 | 6.000 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 24.801 | 29.227 | 12.732 | 3.577 | 4.502 | 4.552 | 4.552 | |
Renovatieversneller | 1.000 | 7.739 | 24.198 | 34.290 | 28.773 | 11.250 | 10.000 | |
SAH | 3.773 | 11.700 | 20.500 | 30.000 | 17.000 | 39.500 | 29.500 | |
Warmtefonds | 85.600 | 155.390 | 93.000 | 77.000 | 77.000 | 103.000 | 77.000 | |
Nationaal Groeifonds | 0 | 11.925 | 24.022 | 31.758 | 11.989 | 6.460 | 0 | |
Biobased Bouwen | 0 | 2.000 | 10.450 | 6.850 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 5.681 | 4.750 | 4.550 | 2.600 | 3.100 | 3.200 | 3.200 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 1.500 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 5.681 | 3.250 | 3.800 | 2.600 | 3.100 | 3.200 | 3.200 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 74 | 1.482 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 74 | 1.482 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 511.258 | 623.252 | 760.833 | 533.110 | 65.000 | 500 | 10.500 | |
Aardgasvrije wijken | 62.627 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ventilatie in scholen | 73.454 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie) | 0 | 376.579 | 632.893 | 469.180 | 0 | 0 | 0 | |
Ondersteuning aanpak energiearmoede | 358.689 | 186.173 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 16.488 | 0 | 65.000 | 500 | 15.000 | 500 | 10.500 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 16.500 | 9.000 | 9.000 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement) | 0 | 44.000 | 3.940 | 4.430 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe | 0 | 0 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 40.683 | 32.222 | 63.724 | 26.250 | 21.646 | 17.778 | 21.498 | |
ILT (Handhaving Energielabel) | 23 | 527 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO (Uitvoering Energieakkoord) | 0 | 1.789 | 12.294 | 9.476 | 9.584 | 8.015 | 8.425 | |
Dienst Publiek en Communicatie | 1.052 | 113 | 1.000 | 960 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse Agentschappen | 369 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO (Energietransitie en duurzaamheid) | 33.664 | 24.478 | 11.565 | 7.964 | 7.012 | 6.913 | 6.823 | |
RVB | 970 | 3.540 | 22.240 | 7.850 | 5.050 | 2.850 | 6.250 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 4.605 | 1.775 | 16.625 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 4.712 | 9.975 | 170.044 | 130.919 | 78.939 | 52.599 | |
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof) | 0 | 0 | 4.500 | 4.500 | 4.000 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 0 | 152.700 | 103.500 | 52.200 | 28.600 | |
EGO (innovatie) | 0 | 4.287 | 5.475 | 12.844 | 21.819 | 25.139 | 22.399 | |
Handhaving energielabel C | 0 | 425 | 0 | 0 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | |
4.2 | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 13.453 | 18.160 | 13.555 | 14.933 | 9.246 | 7.278 | 7.278 |
Subsidies (regelingen) | 11.750 | 15.191 | 8.460 | 9.788 | 4.203 | 2.248 | 2.248 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 11.750 | 15.191 | 8.460 | 9.788 | 4.203 | 2.248 | 2.248 | |
Opdrachten | 1.703 | 1.409 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 1.703 | 1.409 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige bijdragen | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 1.510 | 2.015 | 2.015 | 1.913 | 1.900 | 1.900 | |
RVB | 0 | 1.510 | 2.015 | 2.015 | 1.913 | 1.900 | 1.900 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 5 | 55 | 55 | 55 | 55 | |
Diverse bijdragen | 0 | 0 | 5 | 55 | 55 | 55 | 55 | |
Ontvangsten | 11.182 | 686 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 32,5% |
bestuurlijk gebonden | 66,7% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,8% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 32,5% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Subsidies (regelingen)
Het subsidiebudget is voor 47% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) , het Warmtefonds, subsidieregeling voor koopsector (VvE's) en Nationaal Groeifonds. In het kader van bouwregelgeving en bouwkwaliteit betreft het onder andere subsidies voor Stichting Bouwkwaliteit en de Nederlandse Norm (NEN).
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 15% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage voor lokale aanpak Isolatie, nationaal programma lokale warmtetransitie, nationaal Isolatieprogramma en Verduurzaming Groningen en Drenthe.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 81% juridisch verplicht. Het betreft grotendeels een bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van het energieakkoord en de energietransitie en de bijdrage voor de uitvoering van maatschappelijk vastgoed en bijdrage aan RVB.
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies
Verduurzaming en onderhoud huurwoningen
Om particuliere verhuurders en institutionele beleggers gedeeltelijk tegemoet te komen voor de huurbevriezing (Motie Beckerman c.s., Kamerstukken II 2020/21, 35488, nr. 13) wordt de subsidieregeling voortgezet. De regeling is een tegemoetkoming voor uitgaven die verhuurders doen in het kader van onderhoud en verduurzaming.
Nationaal Isolatie Programma
Voor het doe-het-zelvers is subsidie beschikbaar gesteld voor zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral kunnen worden ingezet voor complexe werkzaamheden. Dit is totaal € 50 mln. uit de additionele middelen uit het Klimaatfonds voor 2024 en 2025. Daarnaast is ook ca. € 2 mln. toegevoegd uit het Nationaal isolatieprogramma.
Energiebesparing Koopsector
Om ondersteuning te bieden aan woningeigenaren van Verenigingen van Eigenaren (VvE's) die hun woning verduurzamen, wordt de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) voor VvE’s voortgezet (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667) onder een nieuwe benaming subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE). Naast de bestaande middelen is voor de jaren 2024 en 2025 uit het Klimaatfonds in totaal ca. € 26,7 mln. toegekend. Tevens is voor de jaren 2024 tot en met 2027 middelen toegekend om betere ontzorging te bieden aan VvE's bij de verduurzaming van hun gebouwen (€ 25 mln.).
Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof
Met het kennis- en innovatieprogramma bouwproductie Stikstof wordt een bijdrage geleverd aan kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Voor het vervolg van dit programma zijn aanvullende middelen toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2026 voor het digivaardig maken van personeel onder meer via digicoaches en de opzet van digital experience centers. Deze worden vanuit de organisatie van het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) gefaciliteerd.
Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zijn aan de bestaande subsidieregeling DUMAVA uit het Klimaatfonds middelen toegekend voor de jaren 2024 tot en met 2030 voor verduurzaming van gebouwen en voor verduurzaming op portefeuilleniveau. Tevens zijn middelen vrijgemaakt voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed en handhaving van de normering ter uitfasering van de slechtste labels. In totaal is voor de jaren 2024 tot en 2028 ca. € 1,5 mln. toegevoegd. De subsidie voor Caribisch Nederland voor dit doel is toegevoegd onder het instrument bijdrage aan medeoverheden.
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Deze middelen zijn bedoeld voor de landelijke activiteiten (programma en apparaat).
Energietransitie en duurzaamheid
In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving Klimaatakkoord verstrekt het ministerie van BZK in 2024 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Zij zorgen voor het klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen. Ook wordt er subsidie verstrekt aan digiGO, die zich richt op de versnelling van de digitale ketensamenwerking in de gebouwde omgeving.
Renovatieversneller
Om de opschaling van de verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, is de huidige subsidieregeling Renovatieversneller aangepast voor vraag-en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. De resterende middelen zijn in lijn met de eerdere doelstellingen van de renovatieversneller gekoppeld aan drie onderdelen: het ondersteuningsprogramma Verbouwstromen (ca. € 15 mln.); de procesondersteuningsregeling SPOR (totaal € 19 mln.) en subsidie voor industriële aanpak uitfasering EFG-labels woningcorporaties (ca. € 84 mln.).
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)
De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent subsidies aan gemengde VvE's en sociale en particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen.
Warmtefonds
Het Warmtefonds biedt bredere financieringsmogelijkheden, in het bijzonder voor woningeigenaren met een laag inkomen en VvE’s. In 2024 wordt het budget van het Warmtefonds vanuit het Klimaatfonds opgehoogd voor de recente uitbreiding van de doelgroep voor 0% rente tot woningeigenaren met huishoudinkomens tot € 60.000 bruto en voor een rentekorting van 1,5% voor VvE's.
Nationaal Groeifonds
Vanuit het Nationaal Groeifonds lopen momenteel twee projecten. Met het project Werklandschappen van de Toekomst wordt toe gewerkt naar een nieuw normaal, waarin bedrijventerreinen transformeren naar groene, gezonde, energie-efficiënte en klimaatbestendige werklandschappen van de toekomst. Het project Toekomstbestendige Leefomgeving geeft een impuls geven aan het modernisering van de ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT). Het voorstel bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen.
Biobased bouwen
Vanuit het Klimaatfonds is totaal € 22 mln. beschikbaar gesteld voor de jaren 2023 t/m 2025 en een reservering van € 178 mln. voor latere jaren voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen. In totaal is € 19,3 mln. beschikbaar gesteld aan ministerie van BZK voor het opzetten van verwerkingsfaciliteiten, opzetten van uitvoeringsorganisatie en een bijdrage voor Nationaal Mileu Database. € 1, 4 mln. gaat naar het ministerie van EZK voor de subsidieregeling ISDE en ca. € 1,3 mln. aan LNV voor de regelingen van agro.
Opdrachten
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een inter bestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Dit betreft de middelen voor de uitvoering van de landelijke activiteiten (programmadeel).
Energietransitie en duurzaamheid
Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het ministerie van BZK in 2023 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het energielabel.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Isolatie Programma (NIP)
Het NIP richt zich op de lokale aanpak van slecht geïsoleerde woningen en biedt ondersteuning aan huishouden om woningen beter te isoleren.
Vanuit het klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatieprogramma, wordt voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten ca. € 750,3 mln. beschikbaar gesteld voor de lokale aanpak. Tevens is voor de collectieve aanpak in kwetsbare dorpen en wijken voor de jaren 2023 tot en met 2025 in totaal € 425 mln. toegekend, waarvan voor 2024 € 160 mln.
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Vanuit het Klimaatfonds zijn de middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed voor Caribisch Nederland toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2030 (per jaar € 0,5 mln.). Deze middelen worden via een bijzondere uitkering aan de Landen beschikbaar gesteld. Daarnaast is in totaal meerjarig € 49 mln. toegevoegd en voor het jaar 2024 € 14,5 mln. voor het ondersteunen van maatschappelijk vastgoedeigenaren via een provinciale ontzorgingsprogramma. Tevens is uit de gereserveerde middelen voor prestatie- eisen nieuwbouw voor 2024 € 50 mln. beschikbaar gesteld voor het ondersteunen van mkb'ers in hun transitie naar duurzame gebouwen en duurzame processen en om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verhogen als randvoorwaarde voor verduurzaming.
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteunings structuur. Hiervoor is € 9 mln. per jaar beschikbaar voor de periode 2024 en 2025.
Nationaal isolatie programma (soorten management)
Vanuit Klimaatfonds zjin middelen toegekend voor de jaren 2024 en 2025. Deze middelen worden uitgekeerd aan de provincies met een specifieke uitkering. Dit wordt gebruikt voor de versnelling op natuurinclusief isoleren, specifiek gericht op het opstellen van gemeentelijke soortenmanagement plannen (SMP's). Bij na-isolatie werkzaamheden dient er rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van beschermde soorten die in woningen en gebouwen kunnen nestelen en verblijven. Het Rijk zet daarom in op een landelijke uitrol van SMP's.
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe
De kabinetsreactie «Nij Begun» (Maatregel 29) betreft het isoleren van woningen in de provincie Groningen en 3 gemeenten in Noord-Drenthe.
In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld voor deze regio waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. Voor de periode 2024 tot en met 2026 is € 150 mln. toegevoegd uit de gereserveerde middelen "energieprestatie- eisen nieuwbouw industrie". In lijn met de kabinetsreactie wordt een uniforme regeling voor alle dertien gemeenten in de regio opgesteld. De overige € 1,5 mld. komt per 2026 beschikbaar.
Bijdrage aan agentschappen
RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)
Het betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van het Kennis en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed, de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH), subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE) en de uitvoering van de lokale aanpak woningisolatie en kennis- en innovatieplatform.
RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)
In opdracht van het ministerie van BZK voert RVO.nl het jaarprogramma uit, voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor de uitvoering van diverse regelingen. Deze uitgaven worden op dit instrument verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.
RVB
In het kader van het stikstofbeleid wordt een bijdrage verstrekt om aanbestedende rijksdiensten in staat te stellen om structureel uitstoot verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen. Dit betreft de middelen die het ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Voor de uitvoering van het realiseren van zonnepanelen op bestaande Rijksdaken en het nemen van extra energiebesparende maatregelen zijn er tot en met 2025 middelen beschikbaar. Dit betreft de middelen die het ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Kennis-en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten
Voor het vervolg op het kennis en innovatieprogramma Schoon en Emissieloos Bouwen (K&I SEB) worden aanvullende middelen toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2026 voor verdergaande kennisontwikkeling, innovatie en standaardisatie door consortia van kennisinstellingen en oprefab-bouwers. Hiervoor zullen de middelen worden overgeheveld naar de EZK-begroting.
EGO (Energietransitie gebouwde omgeving)
In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2 vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via een aantal innovatieprogrammas als de Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI). Binnen de programma’s ondersteunt het Rijk R&D-investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed. Hieraan zijn voor het MMIP vanuit het Klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatie Programma, middelen toegevoegd voor het jaar 2025.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidies (regeling)
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
In 2024 verstrekt het ministerie van BZK diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Het ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving in 2024 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen met Rijksinkoop. Dit geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden (Kamerstukken 2017/18, 32852, nr. 59). 2018).
Ontvangsten
Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.