Base description which applies to whole site

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

12 254 727

15 668 868

15 191 073

16 455 571

16 936 374

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

2.4

‒ 35 230

‒ 10 000

‒ 10 000

‒ 10 000

‒ 10 000

‒ 10 000

2) Oekraïne

2.6

85 000

35 000

    

3) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

216 571

1 121 656

425 876

744 393

763 791

785 904

4) Invoerrechten aan de Europese Unie

3.6

463 204

590 000

621 000

665 000

691 000

752 571

5) Apparaat; personeel (LPB)

7.1.13

16 822

18 921

19 127

19 249

19 354

19 568

6) Apparaat; materieel (huisvesting)

7.1.14

52 079

57 982

52 887

52 887

47 887

47 887

7) Overige mutaties

div.

17 503

‒ 22 772

50 986

6 350

4 412

‒ 10 270

8) Extrapolatie

      

17 370 651

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

13 070 676

17 459 655

16 350 949

17 933 450

18 452 818

18 956 311

Toelichting

1) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verbandConform geldende systematiek wordt in 2025 het budget voor inzet van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) voor de beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie. Daarnaast wordt het budget voor crisisbeheersingsoperaties structureel verlaagd met EUR 10 miljoen om te kunnen voldoen aan de stijging van de juridisch verplichte contributies aan o.a. de NAVO, OESO, VN, WEU en het Internationaal Strafhof.

2) Oekraïne Het budget voor Oekraïne stijgt in 2025 en 2026 als gevolg van aanvullende bijdragen aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) trust fund van de NAVO en uitgaven voor het versterken van de cyberweerbaarheid van Oekraïne, vanuit de door het kabinet beschikbaar gestelde additionele middelen voor steun aan Oekraïne.

3) Afdrachten aan de Europese UnieDe ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie worden in 2025 naar boven bijgesteld met EUR 22,4 miljoen als gevolg van de nacalculatie plastic. Daarnaast nemen de bni-afdrachten toe met EUR 279 miljoen als gevolg van een doorrekening van de nacalculatie en economische ontwikkelingen. Dit heeft ook een meerjarig effect vanwege; 1) relatief hoge groeicijfers (met name prijsontwikkeling) ten opzichte van het EU totaal, 2) doordat EU-bni in de periode 2023-2028 sterker toeneemt dan oorspronkelijk geraamd, valt de omvang van het volgende MFK ook hoger uit, 3) de toename van het EU-bni in combinatie met het grotere bni-aandeel van Nederland leidt ertoe dat de Nederlandse bni-afdrachten vanaf 2028 fors stijgen. Op basis van de eerste aanvullende begroting (DAB1) van de Europese Commissie wordt het surplus over begrotingsjaar 2024 verrekend met de EU-afdrachten in 2025. Voor Nederland leidt het surplus tot een lagere afdracht van EUR 84,9 miljoen in 2025. Hiermee komt de mutatie voor 2025 uit op EUR 216,6 miljoen. Tenslotte leiden lagere rentestanden tot een neerwaartse bijstelling van de terugbetaling NGEU van circa EUR 30 miljoen per jaar vanaf 2028.

4) Invoerrechten aan de Europese UnieAls gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de cijfers uit het Centraal Economisch Plan 2025 (CEP-cijfers) wordt de raming van de EU-invoerrechten met EUR 463 miljoen naar boven bijgesteld voor 2025. Deze bijstelling heeft ook een meerjarig effect dat verwerkt wordt in de begroting. Daarnaast vindt een nabetaling van EUR 204.000 op de Traditionele Eigen Middelen (TEM) plaats op basis van een herbeoordeling van een aantal dossiers.

5) Apparaat personeel/LPBDe bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling. De taakstelling op loon- en prijsontwikkeling heeft de bijstelling aanzienlijk verkleind.

6) Apparaat materieel/huisvestingDe ontvangten uit een grote verkoop1 worden gedesaldeerd en via een kasschuif meerjarig ingezet voor de verhoging van het investeringsbudget voor huisvesting.

7) Overige mutatiesDit betreft de som van overige kleine mutaties.

8) ExtrapolatieConform reguliere systematiek is het jaar 2030 aan de begrotingshorizon toegevoegd.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

Vastgestelde begroting 2025

 

3 653 619

2 822 194

1 233 245

1 266 053

1 302 759

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1) Diverse ontvangsten EU

3.10

115 791

147 500

155 250

166 250

172 750

188 143

2) Europees herstelfonds

3.11

‒ 1 176 766

1 294 204

0

0

0

0

3) Diverse ontvangsten apparaat

 

‒ 88 900

452 500

100

100

12 100

700

4) Overige mutaties

div.

3 484

‒ 316

‒ 316

‒ 316

‒ 316

‒ 316

5) Extrapolatie

      

1 329 616

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

2 507 228

4 716 082

1 388 279

1 432 087

1 487 293

1 518 143

Toelichting

1) Diverse ontvangsten EUAls gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de cijfers Centraal Economisch Plan (CEP-cijfers) stijgt de perceptiekostenvergoeding en daarmee de ontvangsten. Per saldo stijgt het budget op artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten EU met ruim EUR 115 miljoen in 2025. De bijstelling van de raming heeft ook een meerjarig effect. Daarnaast zorgt de nabetaling Traditionele Eigen Middelen (TEM) nog eens voor een verhoging van de ontvangsten met EUR 41.000.

2) Europees herstelfondsTen eerste vindt er een technische bijstelling plaats van het totaal aan ontvangsten van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024, 2025 en 2026. Meerjarig hebben deze technische bijstellingen geen effect op de totale raming van de ontvangsten van het HVP. Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden van 2025 naar 2026. Het derde betaalverzoek vindt niet zoals eerder gepland in het voorjaar van 2025 plaats, maar wordt in de tweede helft van 2025 ingediend.

3) Apparaat diverse ontvangstenIn 2026 staat een grote verkoop gepland. Naar aanleiding hiervan wordt de ontvangstenraming in 2025 en 2026 bijgesteld.

4) Overige mutatiesDit betreft de som van overige kleine mutaties.

5) ExtrapolatieConform reguliere systematiek is het jaar 2030 aan de begrotingshorizon toegevoegd.

1

Vanwege het commercieel-vertrouwelijke karakter worden geen mededelingen gedaan over lopende vastgoedtransacties.

Licence