Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x €1.000)
  

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

 

Vastgestelde begroting 2025

 

9.395.732

9.273.855

9.488.231

9.292.334

9.382.143

0

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1

Raming uitgaven huurtoeslag

1

‒ 236.000

‒ 317.700

‒ 254.500

‒ 271.900

‒ 251.600

‒ 287.200

2

Kasschuif grootschalige woningbouw gebiedsbudget

1

‒ 180.000

‒ 35.500

303.500

‒ 88.000

0

0

3

Huurbevriezing 2025 en 2026

1

‒ 135.000

‒ 381.000

‒ 492.000

‒ 492.000

‒ 492.000

‒ 492.000

4

Boodschappenbonus door verhogen huurtoeslag

1

83.333

916.667

0

0

0

0

5

Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

1

‒ 43.782

‒ 11.049

54.831

0

0

0

6

Wet Regie

1

‒ 36.950

0

0

0

0

0

7

Desaldering RVB Flexwoningen

1

29.800

0

0

0

0

0

8

Dienst Huurcommissie

1

8.269

12.103

10.463

9.945

9.945

9.945

9

Plafondbijstelling Zuiderhage

1

‒ 4.155

2.599

3.752

9.960

2.155

2.204

10

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

1

0

107.978

133.344

133.344

0

0

11

Huurregister

1

0

2.000

4.000

4.000

4.000

4.000

12

Uitvoering woningbouw

1

0

0

0

‒ 1.875

‒ 9.375

‒ 12.250

13

Verduurzamingsaanpak Nij Begun maatregel 29

2

179.000

185.077

194.709

118.024

117.200

116.000

14

Subsidie duurzaam maatschappelijk vastgoed

2

‒ 34.290

0

25.630

8.660

0

0

15

ISDE Groningen maatregel 29

2

16.500

23.000

0

0

0

0

16

Kasschuif emissiearm aanbesteden

2

‒ 13.312

5.000

5.000

3.312

0

0

17

Kasschuif duurzame rijksgebouwen

2

‒ 10.856

‒ 9.130

3.446

4.916

‒ 2.184

13.808

18

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

2

0

11.000

11.000

11.000

11.000

11.000

19

LVBB incidenteel

3

11.215

14.590

15.660

7.209

600

0

20

Ruimtelijke Informatie / NGII

3

5.300

9.400

9.900

10.400

13.095

13.095

21

Regiodeals

3

‒ 105

‒ 13.842

0

0

0

0

22

Voortzetting programma Ruimtelijke Ordening

3

0

7.255

7.005

6.935

6.935

6.935

23

Uitbouw DSO-LV

3

0

0

0

7.900

7.800

7.800

24

Aankoop gronden

4

10.000

0

0

0

0

0

25

Renovatie Binnenhof

4

0

0

0

3.060

36.700

36.700

26

Vennootschapsbelasting RVB

12

24.441

0

0

0

0

0

27

Indexatie VRO

13

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

28

Reservering investering sociale huur

13

0

270.000

405.000

405.000

0

0

29

Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds

2, 3

2.871

0

0

0

0

0

30

Eindejaarsmarge VRO

Alle

31.852

0

0

0

0

0

31

Loon- en prijsbijstelling tranche 2025

Alle

17.003

18.111

14.115

7.668

7.598

7.613

32

Alternatieve invulling taakstelling Hoofdlijnenakkoord

Alle

‒ 2.366

‒ 7.823

‒ 9.198

‒ 11.141

‒ 11.482

‒ 11.463

33

Aanvullende taakstelling apparaat (amendement-Bontenbal)

Alle

‒ 1.384

‒ 1.204

‒ 1.204

‒ 1.204

‒ 1.204

‒ 1.204

34

Toekomstbestendige programmabudgetten

Alle

1.254

2.000

3.000

4.500

8.000

8.000

35

Dekking bestendiging VRO

Alle

‒ 1.000

‒ 35.100

‒ 48.850

‒ 24.700

‒ 15.350

‒ 25.000

36

Extrapolatie

Alle

0

0

0

0

0

9.339.665

37

Overig

Alle

48.750

14.079

18.095

31.791

31.839

15.095

         
 

Stand eerste suppletoire begroting 2025

 

9.181.120

10.077.366

9.919.929

9.204.138

8.870.815

8.777.743

Toelichting uitgavenmutaties

1) Raming uitgaven huurtoeslag

De huurtoeslagraming is mede bijgesteld op basis van de raming van het CEP (Centraal Economisch Plan). Vanaf 2025 wordt de raming structureel verlaagd, onder meer omdat de inkomens meer zijn gestegen dan eerder verwacht en minder mensen in de huurtoeslag instromen dan eerder geraamd.

2) Kasschuif grootschalige woningbouw gebiedsbudget

Tijdens het BO Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van eind 2025 worden naar verwachting afspraken gemaakt met de grootschalige woningbouwgebieden over de concrete inzet van de middelen. Door verplichtingen aan te gaan biedt VRO zekerheid over ondersteuning aan gemeenten. De gerelateerde kasuitgaven worden in 2026 en 2027 geraamd.

3) Huurbevriezing 2025 en 2026

De huren voor sociale huurwoningen worden in 2025 en 2026 bevroren. Dit betekent dat er geen huurverhogingen mogen worden doorgevoerd per 1 juli 2025 tot 1 juli 2027. Deze huurbevriezing werkt door in lagere uitgaven voor de huurtoeslag.

4) Boodschappenbonus door verhogen huurtoeslag

De huurtoeslag wordt in 2026 incidenteel verhoogd met € 1 miljard. Hiervan wordt € 83,3 mln. in 2025 betaald, omdat de huurtoeslag voor januari 2026 in december 2025 wordt uitgekeerd. In 2026 wordt een bedrag van € 916,7 mln. betaald.

5) Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

De regeling voor stimulering van Flex- en Transformatiewoningen is verruimd. Daarmee is de termijn voor startbouw verlengd van 12 naar 18 maanden. Hierdoor dient het kasritme aangepast te worden.

6) Wet Regie

De Wet Regie op de Volkshuisvesting zou ingaan per 1 januari 2025. Deze wet is echter nog niet behandeld in de Tweede Kamer, waardoor de wet met vertraging in werking treedt.

7) Desaldering RVB Flexwoningen

Door een latere matching van flexwoningen die ingekocht zijn door het RVB komen bijbehorende ontvangsten later binnen dan geraamd. De ontvangst­enraming voor 2024 is daarom verlaagd. Deze ontvangsten worden in 2025 toegevoegd aan de begroting.

8) Dienst Huurcommissie

De Huurcommissie heeft te maken met een hogere zaaklast en een hoger aantal zaken die inhoudelijk moeten worden afgedaan dan voorheen. Om te kunnen voldoen aan deze toenemende zaaklast wordt de bijdrage aan de Huurcommissie verhoogd met structueel € 10,0 mln. Hiermee wordt de organisatie van de Huurcommissie toekomstbestendig gemaakt.

9) Plafondbijstelling Zuiderhage

Het Rijksvastgoedbedrijf is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage, Lelystad. Hier worden in de komende jaren, in samenwerking met de provincie en gemeente, 14.000 woningen gebouwd op rijksgrond. Het uitgaven- en ontvangstenritme voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase.

10) Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)

De regeling Kansrijke Wijk is een interdepartementale regeling die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het NPLV. De regeling heeft een looptijd tot en met 2025. De regeling wordt doorgezet in de jaren 2026-2028. Hiervoor ontvangt VRO als coördinerend ministerie van verschillende departementen een bijdrage.

11) Huurregister

Om een huurregister in te voeren wordt in 2025 een business case opgesteld. Vanaf 2026 zijn extra middelen beschikbaar om de ontwikkelfase van het huurregister te kunnen starten en indien uit onderzoek blijkt dat het wenselijk is het huurregister te implementeren en te onderhouden.

12) Uitvoering woningbouw

In de jaren 2028-2032 zijn middelen beschikbaar gesteld uit de woningbouwenveloppe voor personele capaciteit om de woningbouwdoelstellingen uit het HLA te realiseren. Het betreffende uitgavenbudget wordt gerealloceerd naar het apparaatsartikel van de BZK-begroting, om deze op het juiste instrument te verantwoorden.

13) Verduurzamingsaanpak Nij Begun maatregel 29

Een van de maatregelen uit de kabinetsreactie op de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEGA) ziet toe op het isoleren van woningen tot de standaard voor isolatie in de provincie Groningen en de gemeenten in Noord-Drenthe. Deze maatregel voor verduurzaming wordt van de AP overgeboekt naar de begroting van VRO.

Over deze beleidsmatige uitgave ontvangt de Tweede Kamer in een aparte Kamerbrief een onderbouwing conform de rijksbrede werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1).

14) Subsidie duurzaam maatschappelijk vastgoed

De projecten voor het verduurzamen van Rijksgebouwen (DUMAVA) zijn vertraagd en schuiven door naar latere jaren. Op basis van de uitvoering en prognose wordt het budget van de subsidieregeling DUMAVA in het juiste ritme gezet.

15) ISDE Groningen maatregel 29

Ook in het kader van Nij Begun maatregel 29 wordt isolatiebudget van ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing) van het ministerie van KGG overgeboekt naar VRO.

16) Kasschuif emissiearm aanbesteden

In het kader van het stikstofbeleid is er budget beschikbaar gesteld zodat aanbestedende Rijksdiensten uitstootverminderende criteria kunnen stellen bij aanbestedingen. De geplande projecten voor 2025 zijn vertraagd vanwege complexiteit en de uitspraak van de Raad van State omtrent het Europese natuurbeschermingsrecht.

17) Kasschuif duurzame rijksgebouwen

De projecten voor het verduurzamen van Rijksgebouwen (DUMAVA) zijn vertraagd en schuiven door naar latere jaren. Op basis van de uitvoering en prognose wordt het budget waarvoor het RVB de uitvoering doet in het juiste ritme gezet.

18) Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

Dit betreft de aanvraag voor de middelen op de aanvullende post «Uitvoeringskosten Klimaat» ten behoeve van de voortzetting van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. Het NPLW ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis te delen en het monitoren van de uitvoering. De middelen worden opgevraagd van 2026 tot en met 2030.

19) LVBB (Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen) incidenteel

Deze incidentele middelen worden ingezet om een inhaalslag te maken bij de LVBB vanwege een vertraging in de ontwikkeling. Hierdoor wordt het basisniveau later opgeleverd dan verwacht, waardoor er meer kosten worden gemaakt. Daarnaast heeft het Service Team Rijk (STR) meer werk dan eerder geraamd.

20) Ruimtelijke Informatie / NGII

Er worden middelen ingezet om de financiële tekorten binnen de Nationale Geo-informatie-infrastructuur (NGII) te dekken. De NGII is een belangrijk systeem dat onder andere data aanlevert voor het Kadaster en andere ‘fysieke’ uitvoeringsorganisaties. In een onderzoek naar de NGII is gesteld dat de basis niet op orde is. Met deze middelen kan de NGII binnen bestaande systemen voldoen aan de wettelijke eisen.

21) Regiodeals

Er is € 244,3 mln. beschikbaar gesteld voor de zesde tranche van de Regiodeals. De budgetten van de Regiodeals zijn de afgelopen jaren geïndexeerd, waardoor er ruimte is ontstaan op het instrument bijdrage medeoverheden van de Regiodeals in 2026. Deze middelen worden omgebogen ten behoeve van intensiveringen binnen VRO.

22) Voortzetting programma Ruimtelijke Ordening

Dit zijn generale middelen om de voortzetting van de ruimtelijke programma's te kunnen waarborgen. De ruimtelijke programma's worden ingezet voor het voeren van de regie op de ruimtelijke ordening.

23) Uitbouw DSO-LV

Er worden middelen ingezet om het Digitaal Stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) uit te bouwen. Het gaat dan onder andere om het ontsluiten van informatiebronnen, het verbeteren van samenwerkingsfunctionaliteiten en het voltooien van het open stelsel voor derden.

24) Aankoop gronden

Agrarische compensatiegronden van het Rijk kunnen niet alleen worden ingezet voor Rijksinfrastructuur en andere taken van Rijkspartijen, maar ook voor beleidsdoelen die door medeoverheden worden gerealiseerd. Hierdoor is de vraag naar compensatiegronden toegenomen en neemt de beschikbare voorraad af. Daarom is het gewenst om naast het terugkopen van aangeboden erfpachtrechten ook nieuwe aankopen te doen.

25) Renovatie Binnenhof

Ter dekking van verwachte uitgaven voor de renovatie van het Binnenhof, waarvan de verplichtingen pas na 2025 aangegaan worden, zijn middelen gereserveerd. Deze, onderdeel van de € 2 mld. die geraamd is voor de renovatie, worden nu overgeboekt van de aanvullende post naar de VRO-begroting.

26) Vennootschapsbelasting RVB

Over de opbrengsten van de benzineveilingen en bodemwinning moet het RVB jaarlijks vennootschapsbelasting afdragen.

27) Indexatie VRO

Er wordt tot en met 2030 € 15 miljoen per jaar beschikbaar gesteld om de (wettelijke) indexering mogelijk te maken.

28) Reservering investering sociale huur

Ter compensatie van de terugvallende huurinkomsten door de huurbevriezing worden middelen gereserveerd voor investeringen in de sociale huur.

29) Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds (NGF)

Niet-bestede NGF-middelen uit 2024 worden toegevoegd aan de begroting van 2025.

30) Eindejaarsmarge VRO

Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge over 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden om generale problematiek te dekken.

31) Loon- en prijsbijstelling tranche 2025

De loon- en prijsbijstelling tranche 2025 is overgemaakt naar VRO. Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Op de resterende prijsbijstelling is omgebogen ten behoeve van de intensiveringen van VRO. Ook de loonbijstelling is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.

32) Alternatieve invulling taakstelling Hoofdlijnenakkoord

Dit is een overboeking van VRO naar BZK waar de apparaatsbudgetten van VRO op de begroting staan. VRO vult de apparaatstaakstelling gedeeltelijk nader in met beleidsinhoudelijke keuzes. De posten waarop VRO het meeste ombuigt zijn verduurzaming maatschappelijk vastgoed, diverse subsidies voor de energietransitie gebouwde omgeving en projecten ruimtelijke kwaliteit (respectievelijk € 3, € 2,5 en € 4,5 mln.).

33) Aanvullende taakstelling apparaat (amendement-Bontenbal)

Uit de prijsbijstelling is dekking voor het amendement van het lid Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36600 XXII, nr. 64) voor 2025. Vanaf 2026 wordt dit gedekt uit budgetten voor diverse uitvoeringsorganisaties.

34) Toekomstbestendige programmabudgetten

De beleidsdirecties van VRO hebben middelen nodig voor uitvoering van het reguliere meerjarige beleid. Daarmee kunnen de directies bijvoorbeeld opdrachten uitzetten, onderzoeken laten doen of subsidies verstrekken. Deze middelen lopen de komende jaren sterk terug, omdat vorige kabinetten veelal tijdelijk programmabudget ter beschikking hebben gesteld. Hierbij wordt niet gecorrigeerd voor de eerder doorgevoerde subsidietaakstelling.

35) Dekking bestendiging VRO

Volkshuisvesting, woningbouw en ruimtelijke ordening zijn topprioriteiten van dit kabinet zoals verwoord in het Hoofdlijnenakkoord. Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen - zoals het maken van robuuste ruimtelijke keuzes, het voorzien in goede, toegankelijke ruimtelijke informatie en het borgen van de kwaliteit van bouwwerken - worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet.

36) Extrapolatie

Bij Miljoenennota 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie toegevoegd.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikelnummer

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Ontvangsten 2029

Ontvangsten 2030

 

Vastgestelde begroting 2025

 

483.899

478.670

467.427

468.062

463.559

0

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

1

Raming ontvangsten huurtoeslag

1

31.200

27.600

38.000

50.300

49.400

47.900

2

RVB Flexwoningen

1

30.500

0

0

0

0

0

3

Herijking regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen

1

‒ 3.400

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

4

Plafondbijstelling Zuiderhage

1

3.058

1.194

1.218

1.863

1.901

1.939

5

Afrekening RVB

4

42.961

0

0

0

0

0

6

Bijdrage apparaatskosten RVB

4

3.000

7.800

7.800

7.800

0

0

7

Extrapolatie

Alle

0

0

0

0

0

463.915

8

Overig

Alle

31.972

0

0

0

0

0

         
 

Stand eerste suppletoire begroting 2025

 

623.190

517.264

516.445

530.025

516.860

515.754

Toelichting ontvangstenmutaties

1) Raming ontvangsten huurtoeslag

De ontvangsten huurtoeslag zijn naar boven bijgesteld, gebaseerd op realisatiecijfers over afgelopen jaar en de verwachting dat meer terugvorderingen zullen ontstaan.

2) RVB Flexwoningen

Door een latere matching van flexwoningen die ingekocht zijn door het RVB komen bijbehorende ontvangsten later binnen dan geraamd. De ontvangstenraming voor 2024 is daarom verlaagd. Deze ontvangsten worden in 2025 toegevoegd aan de begroting.

3) Herijking regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen

De ontvangsten geraamd uit de regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoning worden in het juiste ritme gezet.

4) Plafondbijstelling Zuiderhage

Dit betreffen de hogere verwachte ontvangsten door het grootschalige woningbouwtraject Zuiderhage in Lelystad.

5) Afrekening RVB

De ontvangsten omvatten de definitieve afrekening van 2024 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van het ministerie van BZK. In 2024 werden de ontvangsten en uitgaven van het RVB nog op de begroting van BZK verantwoord.

6) Bijdrage apparaatskosten RVB

Dit betreft ontvangsten voor het RVB als bijdrage voor de apparaatskosten voor de afdeling verhuur, nodig voor het op peil brengen van de capaciteit voor de uitvoering van de wettelijke taken van het RVB.

7) Extrapolatie

Bij Miljoenennota 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen voor 2030 zijn via de extrapolatie toegevoegd.

Licence