Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

7.951.614

0

7.951.614

357.663

8.309.277

271.997

‒ 881.937

‒ 641.174

‒ 682.488

7.193.408

            
 

Uitgaven

7.234.191

0

7.234.191

‒ 487.899

6.746.292

252.298

‒ 287.356

‒ 721.174

‒ 747.488

7.724.208

            

1.1

Woningmarkt

6.473.306

30.000

6.503.306

‒ 283.499

6.219.807

345.544

‒ 588.149

‒ 606.111

‒ 718.340

7.087.624

 

Subsidies (regelingen)

60.261

30.000

90.261

31.161

121.422

739

2.426

2.315

2.183

6.228

 

Betaalbare Koopwoningen Starters

0

30.000

30.000

0

30.000

0

0

0

0

0

 

Bevordering eigen woningbezit

5.600

0

5.600

0

5.600

0

0

0

0

0

 

Ouderenhuisvesting

9.489

0

9.489

6.768

16.257

0

0

0

0

0

 

Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties

38.780

0

38.780

23.924

62.704

376

353

232

115

0

 

Woningmarkt

5.028

0

5.028

69

5.097

70

181

191

176

4.336

 

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

1.364

0

1.364

400

1.764

293

1.892

1.892

1.892

1.892

 

Opdrachten

4.897

0

4.897

1.335

6.232

2.703

5.245

5.245

6.690

9.280

 

Woningmarkt

3.838

0

3.838

1.335

5.173

2.703

4.703

4.703

6.148

8.738

 

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

1.059

0

1.059

0

1.059

0

542

542

542

542

 

Inkomensoverdrachten

6.134.045

0

6.134.045

‒ 290.707

5.843.338

213.467

‒ 751.000

‒ 767.400

‒ 747.100

6.945.300

 

Huurtoeslag

6.134.045

0

6.134.045

‒ 290.707

5.843.338

213.467

‒ 751.000

‒ 767.400

‒ 747.100

6.945.300

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

3.612

0

3.612

0

3.612

0

0

0

0

3.582

 

Woningmarkt

3.612

0

3.612

0

3.612

0

0

0

0

3.582

 

Bijdrage aan medeoverheden

247.864

0

247.864

‒ 31.750

216.114

116.978

144.804

144.344

10.416

99.620

 

Caribisch Nederland

10.900

0

10.900

7.200

18.100

1.000

1.000

0

0

14.200

 

Grote gezinnen

4.000

0

4.000

‒ 2.000

2.000

‒ 2.000

0

0

0

0

 

Opvang Evacuees

1.500

0

1.500

0

1.500

0

0

0

0

1.500

 

Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

133.179

0

133.179

‒ 36.950

96.229

0

460

1.000

416

73.920

 

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

98.285

0

98.285

0

98.285

117.978

143.344

143.344

10.000

10.000

 

Bijdrage aan agentschappen

21.168

0

21.168

6.462

27.630

11.657

10.376

9.385

9.471

22.461

 

Dienst van de Huurcommissie

17.958

0

17.958

8.269

26.227

12.016

10.376

9.858

9.858

22.461

 

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

3.210

0

3.210

‒ 1.807

1.403

‒ 359

0

‒ 473

‒ 387

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.459

0

1.459

0

1.459

0

0

0

0

1.153

 

Financiën (IXB)

349

0

349

0

349

0

0

0

0

53

 

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

1.110

0

1.110

0

1.110

0

0

0

0

1.100

1.2

Woningbouw

760.885

‒ 30.000

730.885

‒ 204.400

526.485

‒ 93.246

300.793

‒ 115.063

‒ 29.148

636.584

 

Subsidies (regelingen)

25.045

0

25.045

984

26.029

249

6

1.683

‒ 3.297

1.703

 

Woningbouw

45

0

45

984

1.029

249

6

1.683

1.703

1.703

 

Opschalen Woningbouw

25.000

0

25.000

0

25.000

0

0

0

‒ 5.000

0

 

Garanties

153.000

‒ 150.000

3.000

0

3.000

0

0

0

0

0

 

Doorbouwgarantie

153.000

‒ 150.000

3.000

0

3.000

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

15.714

0

15.714

‒ 5.958

9.756

‒ 17.699

‒ 18.707

‒ 20.501

‒ 13.351

2.535

 

Grootschalige woningbouwgebieden

318

0

318

4.000

4.318

2.625

2.625

3.250

3.250

500

 

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

0

0

0

72

72

0

0

0

0

0

 

Volkshuisvestingsfonds

59

0

59

711

770

86

0

0

0

0

 

Woningbouw

3.537

0

3.537

942

4.479

1.890

2.218

3.599

5.649

2.035

 

Woningbouwimpuls

0

0

0

117

117

0

0

0

0

0

 

Uitvoering Woningbouw

11.800

0

11.800

‒ 11.800

0

‒ 22.300

‒ 23.550

‒ 27.350

‒ 22.250

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

320

320

320

320

320

320

320

 

CBS

0

0

0

320

320

320

320

320

320

320

 

Bijdrage aan medeoverheden

534.565

120.000

654.565

‒ 220.916

433.649

‒ 82.799

309.581

‒ 113.000

‒ 20.000

617.700

 

Grootschalige woningbouwgebieden

274.838

0

274.838

‒ 180.000

94.838

‒ 131.750

184.750

‒ 188.000

‒ 100.000

0

 

Kwetsbare groepen

0

30.000

30.000

0

30.000

0

0

0

0

0

 

Studentenwoningenstartbouwimpuls

0

30.000

30.000

0

30.000

0

0

0

0

0

 

Versnelling huisvesting

90.882

0

90.882

‒ 40.916

49.966

‒ 11.049

54.831

0

0

0

 

Vestigingsklimaat

68.750

0

68.750

0

68.750

0

0

0

0

0

 

Volkshuisvestingsfonds

45

0

45

0

45

0

0

0

0

0

 

Woningbouwimpuls

100.050

60.000

160.050

0

160.050

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

0

0

 

Realisatiestimulans

0

0

0

0

0

‒ 25.000

‒ 25.000

‒ 20.000

‒ 20.000

617.700

 

Grondfaciliteit

0

0

0

0

0

90.000

100.000

100.000

100.000

0

 

Bijdrage aan agentschappen

32.561

0

32.561

21.170

53.731

6.683

9.593

16.435

7.180

14.326

 

Grootschalige Rijksprojecten

17.871

0

17.871

‒ 4.155

13.716

2.599

3.752

9.960

2.155

12.629

 

RVB

9.600

0

9.600

29.800

39.400

0

0

0

0

0

 

RVO

5.090

0

5.090

‒ 4.475

615

4.084

5.841

6.475

5.025

1.697

            
 

Ontvangsten

372.000

0

372.000

91.158

463.158

30.794

41.218

54.163

53.301

415.817

            

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2025

juridisch verplicht

92%

bestuurlijk gebonden

5%

beleidsmatig gereserveerd

3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 92% juridisch verplicht.

1.1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Ouderenhuisvesting

Deze middelen worden opnieuw toegevoegd aan deze regeling. De verplichtingen zijn al in eerdere jaren aangegaan, maar de subsidieaanvragers hebben nog geen omgevingsvergunning overlegd en kunnen pas uitbetaald worden bij overleg van deze vergunning. Hiervoor wordt opnieuw € 6,8 mln. beschikbaar gesteld.

Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties

Er is een opgave van 290.000 woningen voor ouderen, waarvan 80.000 geclusterde woningen en 40.000 zorggeschikte woningen tot en met 2030. Dit is een grote opgave waar bewonersinitiatieven en sociale ondernemers ook een bijdrage aan leveren. Door samenvoeging van twee regelingen in een woonfonds proberen we het makkelijker te maken voor deze groepen om de financiering rond te krijgen. Hiervoor is in 2025 € 25,0 mln. beschikbaar.

Het restant betreft een kasschuif voor een subsidie aan Cooplink voor een periode van 5 jaar. Uit 2025 wordt € 1,1 mln. naar de jaren 2026-2029 geschoven.

Opdrachten

Woningmarkt

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Om een Huurregister in te voeren wordt in 2025 een business case opgesteld. Vanaf 2026 zijn extra middelen beschikbaar om de ontwikkelfase van het huurregister te kunnen starten en het huurregister te implementeren en te onderhouden. De extra middelen bedragen € 2,0 mln. in 2026 en € 4,0 mln. in de jaren 2027 tot en met 2030.

Om (de bouw van) private huurwoningen te stimuleren, wordt per 1 januari 2026 een nieuw tarief in de overdrachtsbelasting van 8% geïntroduceerd voor woningen die de koper niet als hoofdverblijf zal gaan gebruiken. Voor de verlaging van het tarief moet het aangiftesysteem van de Belastingdienst worden aangepast. Dit leidt tot incidentele kosten van circa € 0,5 mln. Daarnaast verwacht de Belastingdienst dat de aanpassing zal zorgen voor meer vooroverleggen en bezwaar- en beroepsprocedures. Daarom zal voor handhaving een extra beroep gedaan worden op controle- en heffingscapaciteit. Dit leidt voor VRO tot uitgaven van € 1,5 mln. in de jaren 2026 tot en met 2029.

Het restant van het saldo wordt veroorzaakt door diverse kleine mutaties.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

De huurtoeslagraming is structureel naar beneden bijgesteld, mede op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2025 van het CPB. Oorzaken van de bijstelling zijn onder andere gestegen lonen, een lagere werkloosheid en minder hard gestegen huurprijzen dan verwacht. Voor 2025 is deze bijstelling € 236,7 mln., voor 2026 € 318,7 mln., voor 2027 € 255,5 mln., voor 2028 € 271,9 mln., voor 2029 € 251,6 mln. en voor 2030 € 287,2 mln.

De huren voor sociale huurwoningen worden in 2025 en 2026 bevroren. Dit betekent dat er geen huurverhogingen mogen worden doorgevoerd per 1 juli 2025 tot 1 juli 2027. Deze huurbevriezing werkt door in lagere uitgaven voor de huurtoeslag. Het gaat om € 135,0 mln. in 2025, € 381,0 mln. in 2026 en € 492,0 mln. in de jaren daarna. Aanvullend hierop geldt dat het kabinet:

  • Minder huurwoningen onder Wet betaalbare huur wil laten vallen: door een lager puntenaantal te hanteren, wordt de groep woningen die onder de regulering valt kleiner, maar blijven we wel de onderkant van de huurmarkt voor lage en lage middeninkomens reguleren;

  • De WOZ-waarde meer gewicht in de huurprijs wil geven: dit zorgt ervoor dat voor woningen in grotere steden (Amsterdam en Utrecht) een hogere en meer marktconforme huurprijs gevraagd kan worden. Dit is eerlijk omdat op deze woningen ook minder rendement behaald lijkt te worden.

  • Verkent of het mogelijk is dat regulering niet van toepassing kan zijn op kleine verhuurders: bijvoorbeeld voor eigenaren die hun tweede woning verhuren.

In het kader van de zogeheten «boodschappenbonus» wordt de huurtoeslag in 2026 incidenteel met € 1,0 mld. verhoogd. Hiervan wordt € 83,3 mln. in 2025 betaald, omdat de huurtoeslag voor januari 2026 in december 2025 wordt uitgekeerd. In 2026 wordt een bedrag van € 916,7 mln. betaald.

Het restant (€ 2,3 mln.) wordt verklaard door overboekingen naar het ministerie van Financiën voor uitvoeringskosten bij de Dienst Toeslagen.

Bijdragen medeoverheden

Caribisch Nederland

In de Letter of Intent Social Housing is afgesproken dat er 50 sociale huurwoningen gebouwd zullen worden op Sint Eustatius. Om te komen tot de bouw van deze sociale huurwoningen dient gekeken te worden naar een andere manier van financiering, namelijk een renteloze lening (€ 6,5 mln.) aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius.

Het restant (€ 0,7 mln.) wordt verklaard door de nieuwe huurtoeslagraming voor 2026 voor Caribisch Nederland, in de vorm van een bijdrage aan verhuurders.

Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

De Wet Regie is in het eerste kwartaal van 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. De ingang zal daardoor vertragen. Hierdoor worden de uitvoeringskosten voor 2025 (€ 37,0 mln.) naar beneden bijgesteld.

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

Er worden middelen (€ 113,7 mln. in 2026, € 133,3 mln. in 2027 en 2028) toegevoegd aan de begroting vanwege de verlenging van de specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk. Deze had in eerste instantie een looptijd tot en met 31 december 2025, maar wordt verlengd tot en met 2028. De bijdragen van de ministeries van OCW en SZW aan deze SPUK zijn toegevoegd aan de begroting van VRO.

Daarnaast wordt er vanuit de realisatiestimulans € 10 mln. per jaar toegevoegd aan de SPUK Kansrijke Wijk ten behoeve van de programmabureaus van de focusgebieden.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

De Huurcommissie heeft te maken met een hogere zaaklast en een hoger aantal zaken die inhoudelijk moeten worden afgedaan dan voorheen. Om te kunnen voldoen aan deze toenemende zaaklast wordt de bijdrage aan de Huurcommissie verhoogd met structueel € 10,0 mln. Hiermee wordt de organisatie van de Huurcommissie toekomstbestendig gemaakt.

1.2 Woningbouw

Opdrachten

Grootschalige woningbouwgebieden

Binnen de Hoofdlijnenakkoord (HLA)-middelen voor woningbouw is een deel gereserveerd voor uitvoeringskosten, waaronder voor opdrachten in het grootschalige woningbouwdomein. Met deze mutatie worden de middelen gerealloceerd, zodat deze op het juiste instrument verantwoord kunnen worden. Dit betreft € 5,0 mln. in 2025, € 3,1 mln. in 2026 en 2027 en € 3,8 mln. in 2028 en 2029.

Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, namelijk € 1,0 mln. in 2025.

Uitvoering Woningbouw

Dit betreft een saldo van diverse mutaties, die alle betrekking hebben op uitvoeringskosten binnen de HLA-middelen voor woningbouw. Met deze mutaties worden de middelen gerealloceerd, zodat deze op het juiste instrument verantwoord kunnen worden.

In 2025 is van deze reallocaties € 5 mln. voor opdrachten grootschalige woningbouwgebieden, € 3 mln. voor opdrachten woningbouw, € 2 mln. voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en € 1,8 mln. voor taken in het domein van de ruimtelijke ordening. Deze doelen verklaren ook de gehele bijstelling voor 2026 en 2027 en het grootste deel van de bijstelling voor 2028 en 2029.

Daarnaast zijn in de jaren 2028 tot en met 2032 middelen beschikbaar gesteld voor personele capaciteit om de woningbouwdoelstellingen uit het HLA te realiseren. In totaal wordt hiervoor € 40 mln. overgeboekt naar het ministerie van BZK, waar het apparaatsdeel van VRO op verantwoord wordt.

Bijdrage aan medeoverheden

Grootschalige woningbouwgebieden

Dit betreft een saldo van de mutaties voor het gebiedsbudget en de grondfaciliteit.

Voor het gebiedsbudget vindt er een kas- en verplichtingenschuif plaats. Tijdens de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving (BOL) over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van eind 2025 worden naar verwachting afspraken gemaakt met de grootschalige woningbouwgebieden over de concrete inzet van de middelen. De gerelateerde kasuitgaven worden in 2026 en 2027 geraamd. De afspraken dragen bij aan de financiële haalbaarheid van de gebiedsontwikkeling in de grootschalige woningbouwgebieden. Concreet wordt er in totaal € 303,5 mln. naar 2027 geschoven, afkomstig uit 2025 (€ 180,0 mln.), 2026 (€ 35,5 mln.) en 2028 (€ 88,0 mln.).

Voor de grondfaciliteit vindt hier een reallocatie plaats van € 390,0 mln. (2026: € 90,0 mln., 2027 tot en met 2029: € 100,0 mln.), zodat deze op het eigen instrument verantwoord kan worden.

Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, opgeteld € 25,0 mln. in 2026 en 2027.

Versnelling huisvesting

Voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT) wordt uit de jaren 2025 en 2026 in totaal € 54,8 mln. naar 2027 geschoven. Reden is dat na het openstellen van de derde tranche het zwaartepunt van de uitbetaling in 2026 en met name 2027 komt te liggen vanwege het verlengen van de termijn voor startbouw naar 18 maanden.

Daarnaast wordt in 2025 nog een deel van het budget besteed aan uitbetalingen van de eerste en tweede tranche, overlopend uit 2024. Hiervoor wordt € 2,9 mln. weer toegevoegd aan het budget van 2025.

Realisatiestimulans

Zoals eerder toegelicht worden binnen de realisatiestimulans in de jaren 2026 tot en met 2030 (€ 10 mln. per jaar) middelen ingezet voor (lokale) uitvoeringskosten voor de aanpak van de leefomgeving. Elk van de 20 focusgebieden binnen het kader van het NPLV ontvangt € 0,5 mln. per jaar.

Om langjarig te voorzien in kerntaken die de realisatie van de woningbouwopgave ondersteunen worden incidenteel woningbouwmiddelen ingezet, opgeteld € 75,0 mln. in de jaren 2026-2030.

Grondfaciliteit

Zoals eerder toegelicht vindt hier een reallocatie plaats van € 390,0 mln. (2026: € 90,0 mln., 2027 tot en met 2029: € 100,0 mln.), zodat uitgaven in het kader van de grondfaciliteit op het eigen instrument verantwoord kunnen worden.

Bijdrage aan agentschappen

Grootschalige Rijksprojecten

Het RVB is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage in Lelystad. De uitgaven- en ontvangstenritmes voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase. Voor 2025 gaat het om minder uitgaven van € 4,2 mln.

RVB

De plaatsing van door het RVB ingekochte flexwoningen duurt langer dan verwacht. Hierdoor volgt een deel van de uitgaven en de ontvangsten in 2025. Middels deze mutatie worden de bedragen die in 2024 zijn afgeboekt weer opgeboekt op de VRO-begroting.

Ontvangsten

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

De ontvangsten RVB zijn naar boven bijgesteld, omdat de plaatsing van door het RVB ingekochte flexwoningen langer duurt dan verwacht. Met deze mutaties worden de bedragen die in 2024 zijn afgeboekt weer opgeboekt op de begroting. Voor 2025 gaat het om € 60,3 mln.

De ontvangsten huurtoeslag zijn naar boven bijgesteld, gebaseerd op realisatiecijfers over afgelopen jaar en de verwachting dat meer terugvorderingen (en dus ook ontvangsten) zullen ontstaan. Voor 2025 gaat het om € 31,2 mln.

Het RVB is gestart met de eerste fase van de ontwikkeling van de grootschalige woningbouwlocatie Zuiderhage in Lelystad. De uitgaven- en ontvangstenritmes voor de begrotingsfaciliteit worden herijkt naar aanleiding van de vernieuwde businesscase. Voor 2025 gaat het om meer ontvangsten van € 3,1 mln.

Tot slot worden de ontvangsten geraamd uit de regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoning in het juiste ritme gezet. Voor 2025 gaat het om minder ontvangsten van € 3,4 mln.

Licence