Voor het Ministerie van Algemene Zaken en de Minister-President staan, overeenkomstig artikel 45 van de Grondwet, het algemene regeringsbeleid en de bevordering van de eenheid daarvan, centraal.
Op 2 juli 2024 is het nieuwe kabinet aangetreden. Het komende jaar zal in het teken staan van het uitwerken van het Hoofdlijnenakkoord.
Meer in het bijzonder zijn voor het Ministerie van Algemene Zaken gezien de portefeuille van de Minister-President in algemene zin de volgende onderwerpen relevant.
VeiligheidVeiligheid en een weerbare samenleving zijn topprioriteiten voor het recent aangetreden kabinet. Dat vereist scherp optreden tegen allen die vrijheid en veiligheid bedreigen. De nationale veiligheid moet worden beschermd. De zware, georganiseerde misdaad moet krachtig worden bestreden. Nederland dient zich in toenemende mate te verhouden tot nationale en internationale ontwikkelingen die de veiligheid van ons land direct raken. Dreigingen voor de nationale veiligheid nemen toe in zowel complexiteit en als veranderlijkheid. Daarbij zien we dat internationale conflicten verweven zijn met de situatie in Nederland en de nationale veiligheid, zeker nu de voorbereiding op een mogelijk artikel-5 scenario wezelijker wordt. Met de oorlog in Oekraïne woedt een conflict in Europa met grote gevolgen voor de internationale veiligheid waarvan ook Nederland direct de gevolgen ondervindt. Het conflict tussen Israël en Gaza is eveneens van invloed op de veiligheid in Nederland, doordat het onder andere bijdraagt aan de maatschappelijke polarisatie. Daarnaast zijn andere dreigingen aan de buitengrenzen van Europa onverminderd aanwezig.
De veranderende geopolitieke verhoudingen tussen de oude en nieuwe mondiale grootmachten raken eveneens aan onze nationale veiligheid. Mede daarom is in 2022 besloten tot instelling van de Nationale Veiligheidsraad (NVR), aanvullend op de reeds bestaande Raad Veiligheid en Inlichtingen (RVI) en de Raad Defensie en Internationale, Nationale en Economische Veiligheid (RDINEV). De NVR biedt ruimte voor strategische en verdiepende multidisciplinaire analyses, die inmiddels meermaals en over diverse thema’s plaatsgevonden hebben.
In 2023 is het dreigingsniveau in Nederland naar boven bijgesteld, naar niveau 4 (substantieel). Dit houdt in dat een terroristische aanslag voorstelbaar is. Een gezamenlijk overheidsoptreden blijft zodoende essentieel, evenals het verhogen van de maatschappelijke weerbaarheid tegen (hybride) dreigingen. Dat reikt van onderkennen van dreigingen, verstoring van aanslagplannen, strafvervolging en detentie tot begeleiding, deradicalisering en re-integratie. De grootste dreiging komt nog altijd uit jihadistische kring, maar rechtsradicalisme en verder opkomend anti-institutioneel extremisme vormen eveneens in toenemende mate een punt van zorg.
Digitale processen zijn tegenwoordig onmisbaar voor het ongestoord en naar behoren functioneren van onze maatschappij. De digitale en fysieke wereld zijn meer dan ooit met elkaar verweven. Cyberaanvallen, ook door statelijke actoren, op onze digitale infrastructuur tasten het functioneren van onze samenleving dan ook aan en kunnen zelfs leiden tot verlamming ervan. Digitale weerbaarheid blijft dus ook voor onze nationale veiligheid van groot belang, temeer omdat ook de digitale dreiging groot blijft en de aard van de dreiging veranderlijk is. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord worden de bevoegdheden van de diensten in verband met de digitale ontwikkelingen in de wetgeving aangepast; de WIV wordt zo snel mogelijk geactualiseerd. De aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren en cybercriminelen wordt versterkt door het kabinet; intensieve samenwerking tussen overheid, veiligheidsdiensten, wetenschap en bedrijfsleven wordt bevorderd. Hetzelfde geldt voor economische en kennisveiligheid. Het is ons nationale belang om de verworvenheden van de interne markt, het multilaterale handelsstelsel en de vrijheid van onderwijs en onderzoek overeind te houden, maar tegelijkertijd te werken aan onze weerbaarheid ten aanzien van de kwetsbaarheden die een open economie en vrije kenniscultuur met zich meebrengen. Misbruik daarvan mag niet leiden tot aantasting van onze nationale veiligheid. Ongewenst kennisverlies, oneigenlijke concurrentie en ongewenste strategische afhankelijkheden moeten waar mogelijk worden voorkomen. Daartoe wegen we economische, kennis- en veiligheidsbelangen zowel op nationaal, Europees als mondiaal niveau.
BuitenlandNederland is een relatief klein en open land en investeren in internationale samenwerking is voor ons daarom van cruciaal belang. Ten eerste is dit van financieel-economisch belang, gezien de nauwe handelsbanden die Nederland wereldwijd onderhoudt. Daarnaast heeft Nederland internationaal een boodschap uit te dragen op het gebied van rechtsstaat, mensenrechten en verduurzaming. Tot slot heeft Nederland als klein welvarend land belang bij een stabiele wereldorde, gebaseerd op goed functionerende multilaterale instellingen. Vanuit deze uitgangspunten zet Nederland in op een constructieve houding in de VN, de NAVO, de EU en in andere multi- en bilaterale samenwerkingsverbanden. De oorlog in Oekraïne heeft eens te meer het belang benadrukt van onze inbedding in deze verbanden. Vooral de relevantie van de NAVO is weer duidelijk voor het voetlicht gekomen, en investeringen in Defensie, waar mogelijk in samenwerking met NAVO-partners, zullen de komende jaren verder vorm moeten krijgen. In lijn met het Hoofdlijnenakkoord blijft Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie.
Bij veel van de vraagstukken waar Nederland de komende periode voor staat, speelt de EU blijvend een essentiële rol. Denk aan klimaatverandering, digitalisering, migratie, interne veiligheid en defensie. De versterking van de economie en werkgelegenheid moet gepaard gaan met verduurzaming en digitalisering. Voor al deze uitdagingen geldt dat een handelingsbekwame Unie van groot belang is. Sterke lidstaten zijn de basis van een sterke Unie. Voor Nederland blijft het belangrijk dat lidstaten de benodigde structurele hervormingen daadwerkelijk doorvoeren om zo economisch sterker en weerbaarder te worden. De Green Deal en de digitale strategie van de Europese Commissie vormen de basis voor de versterking van de concurrentie- en innovatiekracht van de Unie. De Unie is sterk als de fundamenten van goed bestuur en de democratische rechtsstaat stevig zijn verankerd in de lidstaten en de instellingen, en lidstaten gemaakte afspraken nakomen.
Tegen deze achtergrond zal Nederland zich ervoor blijven inzetten dat in Europees verband voortgang wordt geboekt op de eigen prioriteiten. Het gaat daarbij om het realiseren van de EU als krachtige geopolitieke speler, het stimuleren van de opwaartse sociale en economische convergentie en het versterken van de rechtsstaat, concurrentievermogen en goed bestuur. Binnen deze agenda zijn een slagvaardige migratieaanpak, effectief landbouw- en visserijbeleid, een toekomstgerichte agenda voor veiligheid, een sterke en duurzame economie, een effectief klimaatbeleid, digitalisering en een EU die de eigen belangen en waarden verdedigt in de wereld belangrijke thema’s. Nederland zal eveneens aandacht blijven vragen voor betere regelgeving, een efficiënte begroting en het functioneren van de EU, zowel wat betreft de instellingen als de lidstaten, zodat concrete resultaten kunnen worden geboekt. Ook zal Nederland zich waar mogelijk inzetten voor nauwe samenwerking met het VK.
Het Ministerie van Algemene Zaken zet in 2025 de reeds ingezette verbeteringen van de informatiehuishouding voort. De toegekende middelen in het kader van het Rijksbrede programma Open op Orde, € 840.000 voor 2025, worden hoofdzakelijk besteed aan het op sterkte houden van de personele capaciteit, het programmateam en waar nodig inzet van specialisten – zoals voor e-mailarchivering. Het Document Management Systeem (DMS) DIAZ zal in 2025 volledig in gebruik zijn en blijvend worden doorontwikkeld zodat het systeem de organisatie steeds beter kan ondersteunen. Er zal verder gewerkt worden aan het project e-mailarchivering en het actief openbaar maken van stukken. Daarnaast zal het Ministerie van Algemene Zaken (als vervolg op 2021) een nieuwe bewustwordingscampagne op dit onderwerp opstarten door middel van opleidingen. Dit is ook zo gerapporteerd in de I-strategie en verantwoordingrapportages Open op Orde.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikel |
---|---|---|---|---|
Communicatie: campagnes | Evaluatie onderzoek | 2025 | Jaarevaluatie campagnes 2024 | 1 |
Voor een verdere onderbouwing van de strategische evaluatie agenda zie «Bijlage 3: Uitwerking Strategische Evaluatieagenda».