Als ministerie van Financiën gaan we over geld. Geld van ons allemaal, voor ons allemaal. We werken aan een financieel gezond Nederland waarbij het welzijn van mensen, hun behoeften, veiligheid, zorgen, dromen, vragen en hun plannen vooropstaan. We zorgen ervoor dat Nederland en onze economie klaar zijn voor de steeds sneller veranderende wereld van morgen. Daar is geld voor nodig. Dat geld brengen burgers en bedrijven via onder andere belastingen bijeen. De overheid verdeelt het geld over zaken die de samenleving belangrijk vindt. Het is de taak van het ministerie van Financiën om er op toe te zien dat het geld van de Nederlandse overheid goed wordt besteed. Nu en in de toekomst.
Op 2 juli jl. is het kabinet-Schoof aangetreden. Het kabinet voert het hoofdlijnenakkoord ‘Hoop, lef en trots’ uit, dat op 15 mei jl. is gepresenteerd. De maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord zijn budgettair verwerkt in de Miljoenennota 2025, de onderliggende departementale begrotingen en het Belastingplan 2025. In deze departementale begroting van Financiën gaat het om de volgende maatregelen:
– Voorbereidende stappen om het belastingstelsel te vereenvoudigen en het toeslagenstelsel te hervormen.
– Fiscale maatregelen, onder meer om werken meer te laten lonen.
– Investeren in innovatie en de potentie van de Nederlandse economie via Invest-NL.
– Steun aan Oekraïne: politiek, militair, financieel en moreel. De Douane handhaaft de naleving van de sanctiemaatregelen en bestrijdt sanctieomzeiling. De FIOD is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving en opsporing van schendingen van de sanctiewet.
– Taakstelling op de apparaatsbudgetten van het ministerie van Financiën.
– Verlaging van het budget voor de Wereldbank.
Naast uitvoering van maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord gaan we de relatie tussen onze uitvoeringsorganisaties en hun opdrachtgevers versterken. Ook gaan we de kwaliteit van onze uitvoeringsorganisaties en de dienstverlening aan de burger verder verbeteren. Voor het gehele ministerie van Financiën streven we naar een diverse en inclusieve werkomgeving. Onze medewerkers zijn het ‘menselijk kapitaal’ van de organisatie. Wij willen dat onze medewerkers plezier hebben in hun werk. Het zorgen voor voldoende en vakbekwaam personeel blijft een speerpunt.
Met de in deze beleidsagenda genoemde beleidsprioriteiten verbeteren we de manier van werken en de prestaties van het ministerie van Financiën. Zo dragen we ook in 2025 bij aan het versterken van een financieel gezond Nederland.
Thema 1: Financieel gezond Nederland
Solide overheidsfinanciën
Het kabinet hanteert een trendmatig begrotingsbeleid. Dit biedt houvast aan de Nederlandse burger en bedrijven. Het trendmatig begrotingsbeleid is gestoeld op drie principes: 1) efficiënte allocatie van publieke middelen, 2) beheersen van de overheidsfinanciën, en 3) stabilisatie van de economie. Het kabinet acht de terugkeer naar begrotingsdiscipline belangrijk voor Nederlandse belastingbetalers. Het ministerie van Financiën ziet erop toe dat dit ook gebeurt. Langetermijn-indicatoren van het Centraal Planbureau wijzen op een oplopende schuld op de lange termijn. Dit kabinet zet een eerste stap in de beheersing van overheidsuitgaven.
Het EMU-saldo voor 2025 is geraamd op ‒ 2,8% bruto binnenlands product (bbp). Het EMU-saldo verslechtert in 2026, om vervolgens te verbeteren in de volgende jaren en uit te komen op ‒ 2,5% in 2029. De EMU-schuld wordt geraamd op 46,6% bbp in 2025, waarna deze oploopt tot 52,5% bbp in 2029. Het kabinet zet zich in om het budgettair structureel plan voor de middellange termijn in te passen in de nationale begrotingssystematiek en deze dit najaar tijdig aan te leveren bij de Europese Commissie. In dit plan zal het kabinet ook nader ingaan op de landenspecifieke aanbevelingen met betrekking tot het begrotingsbeleid.
Nederland maakt aanspraak op 5,4 miljard euro uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF), een Europees instrument voor duurzaam economisch herstel na de coronacrisis en energiecrisis. In 2024 heeft Nederland het eerste betaalverzoek van 1,3 miljard euro ingediend. Nederland is voornemens eind 2024 het tweede betaalverzoek van 1,2 miljard euro in te dienen. In 2025 volgt het derde betaalverzoek van 1,4 miljard euro. Het kabinet is aanhoudend gemotiveerd om het Nederlandse Herstel en Veerkrachtplan uit te voeren en zo de volledige 5,4 miljard euro aan EU-middelen in te kunnen zetten voor investeringen in Nederland.
Economie en vestigingsklimaat
Concurrentiekracht EU
Nederland heeft baat bij een sterke en stabiele Europese economie. Het kabinet zal daarom in Europa een constructieve speler zijn. Het ministerie van Financiën investeert in goede relaties met andere lidstaten en met de (financiële) instellingen van de Europese Unie.
Aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en het verhogen van duurzame economische groei blijft van groot belang, ook in Europa. Daarvoor is een gedegen implementatie van het herziene Stabiliteits- en Groeipact nodig, met aandacht voor het begrotingsbeleid, publieke investeringen en structurele hervormingen.
Eind 2024 begint de termijn van een nieuwe Europese Commissie, die veel aandacht zal besteden aan het versterken van het Europese concurrentievermogen. Het mobiliseren van privaat kapitaal draagt bij aan de hiervoor benodigde financiering. Voor de verdere ontwikkeling van de Europese interne markt zet het kabinet in de Eurogroep en Ecofinraad in op een verdere versterking en verdieping van de kapitaalmarktunie en voltooiing van de bankenunie.
In de voorstellen voor het volgende Meerjarig Financieel Kader (vanaf 2028), die in 2025 zullen verschijnen, zal de Europese Commissie waarschijnlijk ook veel aandacht hebben voor het versterken van de Europese concurrentiekracht. Nederland kijkt graag hoe de EU-begroting daar optimaal voor kan worden ingezet. Voorstellen die gepaard gaan met gemeenschappelijke schuldfinanciering zal Nederland terughoudend tegemoet treden en daarbij kritisch kijken naar mogelijke toekomstige risico’s voor de Nederlandse begroting en de Europese financiële stabiliteit. Het mobiliseren van privaat kapitaal staat volgens Nederland centraal bij de hiervoor benodigde financiering.
Vestigingsklimaat
Voor een goed functionerende Nederlandse economie is een goed vestigingsklimaat nodig. Als Nederland aantrekkelijk is voor bedrijven en investeerders, dan zullen zij er vaker voor kiezen om hier hun activiteiten te laten plaatsvinden. Dat draagt bij aan onze economische groei, innovatie en werkgelegenheid. En daarmee aan de welvarendheid van Nederland. Om aantrekkelijk te zijn als vestigingsland spelen verschillende factoren een rol, zoals de beschikbaarheid van goed geschoold personeel, een goede infrastructuur en de kwaliteit van de leefomgeving. Voor de financiële sector zijn daarnaast een aantal specifieke factoren relevant zoals het fiscale regime, de mate van regeldruk en de kwaliteit van het toezicht. Bovenal is het voor een goed vestigingsklimaat van belang dat overheidsbeleid voorspelbaar en consistent is en ook gericht is op de lange termijn.
In het hoofdlijnenakkoord is het streven opgenomen om het vestigingsklimaat te verbeteren. Een goed en stabiel fiscaal beleid is belangrijk voor het ondernemings- en vestigingsklimaat, zowel voor internationaal opererende ondernemingen als voor kleine bedrijven lokaal in de stad en/of in de regio. Nederland moet een land blijven waar bedrijvigheid ontkiemt, bloeit en groeit. Aan het fiscaal vestigingsbeleid zit een belangrijke internationale component. Het kabinet wil dat in Nederland gevestigde bedrijven niet worden benadeeld binnen de interne markt van de EU en concurrerend zijn op de mondiale markt. Mede hierom heeft het kabinet besloten tot een aantal maatregelen die onder het kopje «fiscale beleidsprioriteiten» zullen worden toegelicht.
Ook staatsdeelnemingen hebben een rol bij het verbeteren van het vestigingsklimaat en het zorgen voor een stabiele economie. Zo maakt het kabinet budget vrij om te investeren in innovatie en in de potentie van onze economie via Invest-NL. Hiermee onderstreept het kabinet het belang van ondernemerschap en een goed vestigingsklimaat. Als National Promotional Institution treedt Invest-NL op als co-investeerder bij projecten die maatschappelijke meerwaarde hebben en moeilijk of niet zelfstandig aan financiering kunnen komen op de private markt.
Voor het vestigingsklimaat is verder de exportkredietverzekeringsfaciliteit van betekenis, die het Nederlands bedrijfsleven ondersteunt bij internationale handel en zorgt voor een gelijkwaardig internationaal speelveld. Ten slotte draagt ook de Douane bij aan een gunstig vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland, met het handhaven van bijvoorbeeld antidumpingregelingen. Maar ook door betrouwbare bedrijven zo goed mogelijk te faciliteren, door voor hen de administratieve lasten en het oponthoud in de logistieke keten zoveel mogelijk te beperken.
Financiële sector
Een sterke en betrouwbare financiële sector is van groot belang voor stabiele economische groei. De financiële sector bestaat onder meer uit banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen. Ook accountancykantoren spelen een grote rol in de financiële dienstverlening. We kunnen in Nederland trots zijn op onze financiële sector. Nederlandse financiële instellingen zijn efficiënt, innovatief en dienstverlenend. De financiële sector is bovendien een grote werkgever: meer dan tweehonderdduizend mensen werken in Nederland in de financiële dienstverlening. Het is essentieel dat we de voorwaarden creëren waarbij de financiële sector op een goede manier in die dienstverlening kan voorzien en zich daarbij zelf bewust is van haar maatschappelijke rol. Het is de taak van de overheid om er mede voor te zorgen dat de financiële sector die rol effectief en efficiënt kan vervullen. Door middel van consistente, uitvoerbare en proportionele regelgeving.
De financiële sector staat voor een aantal grote uitdagingen, zoals geopolitieke ontwikkelingen, digitalisering en klimaatrisico’s. Het is belangrijk dat de financiële sector bestand is tegen geopolitieke dreigingen en dat de afhankelijkheid van de financiële infrastructuur van derde landen afneemt. Daarnaast kan de financiële sector een rol spelen bij het betaalbaar houden van de duurzame transitie en kan de sector ervoor zorgen dat die transitie groeikansen biedt voor burgers en bedrijven. In de komende periode zetten we daarom, bijvoorbeeld in de context van het klimaatcommitment van de financiële sector, in op het vergroten van de private financiering van de energietransitie. Dat kan bijdragen aan de concurrentiepositie van bedrijven en leiden tot lagere kapitaalkosten. Tot slot is het van belang om komend jaar, ook in Europees verband, in te zetten op een verbetering van het regelgevend kader voor duurzame financiering, door de complexiteit daarvan terug te brengen en de coherentie tussen verschillende regels te verbeteren. Daarmee kan ook een bijdrage worden geleverd aan het terugbrengen van de administratieve lasten voor ondernemingen.
Vanwege de belangrijke economische en maatschappelijke functie van banken en andere financiële instellingen blijft de weerbaarheid van deze ondernemingen van betekenis. De onrust in de bankensector in het voorjaar van 2023 laat zien dat problemen bij banken nog steeds tot marktstress en overheidsingrijpen kunnen leiden. Het blijft noodzakelijk dat het huidige raamwerk van regelgeving, toezicht en resolutie adequaat, risicogebaseerd en toekomstbestendig is, zodat financiële instellingen weerbaar en gezond zijn en blijven. Waar risico’s toenemen, als gevolg van bijvoorbeeld digitalisering, zullen we er in internationaal en Europees verband op inzetten dat regelgeving daarop aansluit. Tegelijkertijd zullen we, waar dat passend is, in Europees verband oproepen tot het verminderen van de complexiteit van regelgeving en ons ervoor inzetten om regelgeving verder te harmoniseren, om een gelijk speelveld te waarborgen.
De financiële weerbaarheid van huishoudens en bescherming van consumenten vergt blijvende aandacht. Daarbij is het van groot belang dat Nederlanders bestand zijn tegen allerlei uitdagingen van deze tijd, zoals digitale financiële criminaliteit en financiële verleidingen, waarmee zij door de digitalisering constant worden geconfronteerd. Financiële educatie speelt hierbij een substantiële rol. Daar zet het ministerie van Financiën zich in 2025 wederom voor in via het platform Wijzer in geldzaken, samen met de publieke en private partners.
Thema 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering
Fiscale beleidsprioriteiten
Het kabinet wil bij fiscaal beleid allereerst realistisch zijn over wat mogelijk is in de uitvoering en wat begrijpelijk en doenlijk is voor burgers en bedrijven. Het kabinet wil veel aandacht geven aan kwalitatief goede wetgeving. Dat is een belangrijk aspect van goed bestuur. Goed bestuur gaat ook over rechtsbescherming en menselijke maat. Het hoofdlijnenakkoord noemt bijvoorbeeld het recht op vergissen. Een vergissing mag mensen niet diep in de problemen duwen. Ook wordt een Belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden opgericht.
Een tweede prioriteit betreft de hersteloperatie en de invoering van een nieuw stelsel voor box 3. In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast. Die belastingheffing vindt volgens de huidige belastingwet plaats over een forfaitair rendement. Na de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024 moet rechtsherstel worden geboden als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Het berekenen van het werkelijke rendement vraagt veel van belastingplichtigen. De Belastingdienst heeft namelijk gegevens van de belastingplichtigen nodig om herstel te kunnen bieden. Voor de toekomst werkt het kabinet verder aan de invoering van een stelsel op basis van werkelijk rendement. Hiervoor is er een wetsvoorstel opgesteld, waarvoor advies is gevraagd bij de Raad van State. Dit voorstel bevat een combinatie van een vermogensaanwas- en een vermogenswinstbelasting. Ook bij het invoeren van robuuste regelgeving voor box 3, die juridisch houdbaar is, gelden de uitgangspunten van goed bestuur. Het is belangrijk dat mensen ervaren dat het heffen van belasting op een rechtvaardige en zorgvuldige manier gebeurt.
Een derde grote ambitie van het kabinet is het voorbereiden van wetgeving voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel, gericht op bestaanszekerheid en inkomenszekerheid, en waarbij (meer) werken merkbaar loont. Er liggen al veel rapporten.2 In het kader van het voorbereiden van een hervorming inventariseert het kabinet ook opties voor modernisering op andere terreinen van ons belastingstelsel.
Ook de beschikbare ruimte voor lastenverlichting wordt ingezet voor zowel bestaanszekerheid als voor meer loon naar werken. Een manier om te komen tot vereenvoudiging is het afbouwen van (negatief geëvalueerde) fiscale regelingen. In het hoofdlijnenakkoord is een stelpost opgenomen van 250 miljoen euro voor het afbouwen van regelingen en belastingconstructies . Een niet-fiscaal voorbeeld van vereenvoudiging is dat het traject om kinderopvang bijna gratis te maken voor werkende ouders wordt doorgezet. Dit is een belangrijke vereenvoudiging en zorgt voor een goede impuls voor middeninkomens.
Zoals eerder aangekondigd in deze beleidsagenda heeft het kabinet besloten tot een aantal maatregelen om het vestigingsklimaat te verbeteren. Dat doen we bijvoorbeeld door enkele aangekondigde lastenverzwaringen voor bedrijven en ondernemers terug te draaien. Zo draaien we het afschaffen van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting terug, net als de tariefsverhoging in box 2 en de verlaging van de winstvrijstelling voor het MKB. Daarnaast verruimen we de renteaftrekbeperking zodat tot 25% procent van de EBITDA (een maatstaf voor winst) aan rentes kan worden afgetrokken, in plaats van 20%. Hiermee lopen we meer in de pas met het Europees gemiddelde. Ook blijft Nederland zich binnen de EU en binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) inzetten voor de aanpak van belastingontwijking, oneigenlijke belastingconcurrentie, en stabilisering van het internationale belastingstelsel zodat ingespeeld kan worden op economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarnaast gaat Nederland door met het onderhandelen en actualiseren van belastingverdragen, die immers van groot belang zijn voor Nederland als vestigingsland.
Tot slot kan de rol van het belastingstelsel in het kader van onder andere het klimaat- en milieubeleid niet onbenoemd blijven. Via beprijzingsmaatregelen, zoals de nationale belastingen en het Europese emissiehandelssysteem, krijgt de uitstoot van broeikasgasemissies en andere schadelijke emissies een prijs voor burgers, bedrijven en andere instellingen. Hiermee wordt geborgd dat de beoogde CO2-reductie permanent plaatsvindt en de economische structuur zich aanpast weg van fossiel-intensieve activiteiten.
Belastingdienst
De ambitie voor de komende jaren is: ‘Een Belastingdienst waar burgers en bedrijven vertrouwen in hebben en medewerkers trots op zijn’. Dit betekent onder andere dat belastingplichtigen zich gehoord, begrepen en geholpen voelen en dat zij weten wat ze kunnen verwachten van de Belastingdienst. Het is belangrijk dat aan deze verwachting ook wordt voldaan. Belastingplichtigen moeten daarnaast duidelijkheid ervaren over fiscale rechten en plichten, doordat het ministerie op het juiste moment op een begrijpelijke manier communiceert. De strategische prioriteiten waarlangs de Belastingdienst dit wil bereiken zijn: 1) verbinden met de samenleving, 2) de basis op orde brengen en houden, 3) continue verbeteren van de dienstverlening, toezicht en opsporing en 4) werken met plezier en vanuit vakmanschap.
De Belastingdienst gaat in 2025 (verder) werken aan:
– Herstel, zoals rechtsherstel voor burgers naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad over box 3. De laatste mensen worden geïnformeerd over het effect van hun registratie in FSV. De behandeling van ingediende schadeverzoeken en inzageverzoeken in FSV wordt afgerond in 2025.
– De dienstverlening verbeteren en toegankelijker maken door bijvoorbeeld de bereikbaarheid van de BelastingTelefoon te verbeteren, door uitbreiding van het aantal pilots om burgers vroegtijdig te helpen met hun fiscale rechten en plichten, en uitbreiding van de Stella-teams. Stella-teams zijn opgericht om mensen in complexe en urgente schuldsituaties beter te helpen.
– Evalueren of signalen of kansen voor verbetering van bijvoorbeeld wetgeving hun weg kunnen vinden, zodat ze ook worden opgepakt. Dit gaat om signalen van burgers, bedrijven en/of intermediairs of signalen uit de uitvoering zelf. In de ‘stand van de uitvoering’ wordt de Kamer over de ontvangen signalen geïnformeerd.
– Focus op preventie in het toezicht. Met het versturen van bijvoorbeeld zogenoemde Pro Memorie-brieven wil de Belastingdienst mensen ook in 2025 attenderen op mogelijke vergissingen en fouten door de belastingplichtige. Toezicht achteraf blijft – evenals fraudebestrijding - wel het noodzakelijke sluitstuk van de handhaving.
– Bestrijding van verhuld vermogen en de fraude met btw.
– Invoeringstoetsen op nieuwe wet- en regelgeving en zorgen dat dit onderdeel wordt van de staande organisatie.
– Moderniseren van de ICT. Dit is nodig om de continuïteit van processen te kunnen garanderen en voor snellere implementatie van wet- en regelgeving. De uitvoering en ICT werken samen om de ICT-capaciteit wendbaar en efficiënt in te zetten.
– Verder eraan werken dat de Belastingdienst voldoet aan wet- en regelgeving zoals de AVG en de Wet open overheid.
Dienst Toeslagen
Het ministerie van Financiën gaat taken binnen het huidige stelsel van toeslagen beter uitvoeren, stelselaanpassingen en -alternatieven onderzoeken, en zich inspannen voor een positieve afronding van het herstel voor burgers die onrecht is aangedaan. De Dienst Toeslagen gaat verder met het helpen van de gedupeerde ouders en hun kinderen die groot onrecht is aangedaan, zodat zij een nieuwe start kunnen maken en hun leven weer op kunnen pakken. De Dienst Toeslagen heeft de ambitie om wendbaarder te worden, om continu te kunnen inspelen op maatschappelijke veranderingen en vraagstukken. De strategische prioriteiten waarlangs Dienst Toeslagen dit wil bereiken zijn: 1) presteren in het heden, 2) anticiperen we op de toekomst, en 3) recht doen aan het verleden.
De Dienst Toeslagen streeft naar betere resultaten door burgers te bereiken die geen gebruik maken van hun recht op toeslag, door burgers te helpen hun voorschot zo actueel mogelijk te houden, en waar nodig burgers meer inzicht in hun toeslag te geven en te ondersteunen bij het betalen van een terugvordering. Ook verbetert de Dienst Toeslagen de toezichtsfunctie en komt er meer aandacht voor de aanpak van misbruik.
De Dienst Toeslagen zal vanuit kennis en expertise werken aan de hervorming van het Toeslagenstelsel, en gaat dit toetsen op de uitvoerbaarheid van voorstellen en het perspectief voor burgers. Daarnaast kijkt de Dienst naar verbetermogelijkheden binnen het huidige toeslagenstelsel, zoals administratieve mogelijkheden en gegevensverzameling om de toeslagen vast te stellen.
Douane
De Douane wil bij de beste douanediensten ter wereld blijven horen. Door douanerechten efficiënt te innen, de samenleving adequaat te beschermen en legale handel optimaal te faciliteren. Om alle taken goed te blijven uitvoeren, zet het ministerie van Financiën onder andere in op een drietal pijlers. Dit is nodig in de context van het groeiende aantal taken en de complexiteit ervan, in een krappe arbeidsmarkt en suboptimale informatievoorziening.
Pijler 1: het sturen op maatschappelijke effecten. Op basis van best practices werkt de Douane aan de ontwikkeling van een wetenschappelijk onderbouwde Douane-brede risico- en effectanalyse. Zo worden de maatschappelijke risico’s en effecten van de handhaving binnen de taakvelden in kaart gebracht. Hiermee kunnen medewerkers duurzaam op de juiste interventies inzetten, ook als het aantal werkvelden blijft toenemen. In 2025 krijgt deze analyse een plaats in beleidscyclus en organisatie van de Douane.
Pijler 2: het realiseren van de digitale transformatie. De Douane ambieert een datagedreven, klantgerichte en digitale organisatie te worden en zet in 2025 essentiële vervolgstappen hiertoe. De basis voor een datagedreven Douane is de ontwikkeling van een Douane dataplatform. Dit ondersteunt zowel de bedrijfsvoering middels stuurinformatie en rapportages, als de risicobeheersing middels analyses en Kunstmatige Intelligentie. Een klantgerichte Douane uniformeert en professionaliseert de processen. Een digitale Douane maakt het mogelijk dat de Douane volledig digitaal werkt. Met deze speerpunten realiseert de Douane een hoogwaardig IT-landschap dat klaar is voor de toekomst.
Pijler 3: de medewerker centraal. De medewerkers maken het verschil in de dienstverlening van de Douane aan bedrijven en burgers. De Douane vindt het belangrijk dat medewerkers zich gemotiveerd, geïnspireerd en betrokken voelen, en veilig hun werk kunnen doen. Daarom wil de Douane elke medewerker zo optimaal mogelijk ondersteunen bij en in hun werk.