Art. | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2024 (inclusief NvW) | 10.923.657 | 11.020.900 | 10.927.304 | 10.341.365 | 10.224.912 | 9.889.473 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
Eerste suppletoire begroting | ‒ 1.113.064 | ‒ 655.896 | 1.586.335 | 694.775 | 1.120.842 | 551.703 | |
Prijsbijstelling DMF | 8 | 322.136 | 328.921 | 326.063 | 308.201 | 304.973 | 296.903 |
Eindejaarsmarge | 8 | 695.530 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kasschuif investeringen | 1, 2, 3, 4, 5, 6 | ‒ 2.100.000 | ‒ 900.000 | 1.400.000 | 600.000 | 500.000 | 500.000 |
IT diversen | 6 | 35.000 | 35.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
Valuta | 1, 2, 3, 4, 5, 6 | ‒ 33.621 | ‒ 43.986 | ‒ 39.060 | ‒ 72.640 | ‒ 85.523 | ‒ 57.489 |
Interdepartementale budgetoverhevelingen | 1, 2, 3, 6 | 6.136 | 11.849 | 13.707 | 14.990 | 51.450 | ‒ 15 |
Overige mutaties | 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 | ‒ 38.245 | ‒ 87.680 | ‒ 144.375 | ‒ 185.776 | 319.942 | ‒ 217.696 |
Mutaties begroting 2025 | ‒ 1.567.721 | ‒ 589.509 | ‒ 190.748 | 1.653.697 | 1.727.721 | 2.267.267 | |
Strategische samenwerking met de industrie | 1, 8 | 150.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verdelen middelen Hoofdlijnenakkoord | 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 | 0 | 0 | 0 | 1.179.326 | 1.264.594 | 1.816.584 |
Realistisch kasritme | 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 | ‒ 1.550.000 | ‒ 500.000 | 0 | 686.334 | 687.333 | 676.333 |
Overheveling uitbreiding MQ-9 | 1, 4, 6 | ‒ 14.893 | ‒ 74.102 | ‒ 100.103 | ‒ 100.135 | ‒ 100.196 | ‒ 100.196 |
Overheveling MP-eskadron Kmar | 1, 3, 4, 6 | ‒ 7.571 | ‒ 14.412 | ‒ 24.861 | ‒ 35.451 | ‒ 35.608 | ‒ 35.677 |
Interdepartementale budgetoverhevelingen | 1, 3, 5, 6 | 5.621 | 46.945 | 4.585 | 4.006 | 3.796 | 3.754 |
Overige mutaties | 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 | ‒ 150.878 | ‒ 47.940 | ‒ 70.369 | ‒ 80.383 | ‒ 92.198 | ‒ 93.531 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 8.242.872 | 9.775.495 | 12.322.891 | 12.689.837 | 13.073.475 | 12.708.443 |
Toelichting
Mutaties eerste suppletoire begroting
Met de eerste suppletoire begroting zijn onder andere de prijsbijstelling en de doorwerking van de eindejaarsmarge 2023 toegevoegd aan het DMF. Daarnaast zijn de middelen voor deze investeringen vanuit 2024 naar latere jaren geschoven omdat het, onder meer gezien de huidige grillige mondiale defensiemarkt en krapte op de arbeidsmarkt, niet mogelijk is om alle projecten conform planning uit te voeren. De mutaties van de eerste suppletoire begroting zijn al verwerkt en door de Tweede Kamer geaccordeerd.
Strategische samenwerking met de industrie
Het huidige veiligheidsbeeld vraagt om een opschaling van de defensie-industrie, zodat de productie- en leveringszekerheid van defensiematerieel wordt vergroot. Zo krijgen we de Nederlandse krijgsmacht sneller gereed voor een conflictscenario en kunnen we tegelijkertijd de steun aan Oekraïne onverminderd voortzetten. Een sterke Nederlandse defensie-industrie is een voorwaarde voor een sterke krijgsmacht. Door samen te werken met de Nederlandse industrie kan de krijgsmacht de productie- en leveringszekerheid van materieel versterken en operaties langer volhouden. Daarom draagt een sterke defensie-industrie ook bij aan een geloofwaardige afschrikking. Samenwerking met partners en bondgenoten binnen de Europese Unie en NAVO blijft hierbij cruciaal, waarbij Defensie de Nederlandse technologische en industriële basis actief positioneert binnen de Europese defensie-industrie. De productie van munitie en materieel, ook in Nederland, moet worden versneld en risicovolle strategische afhankelijkheden dienen te worden verminderd. Om opschaling van de Nederlandse defensie-industrie te realiseren gaat Defensie een actief industrie- en innovatiebeleid voeren op gebieden waar Nederland een concurrerend voordeel heeft. In 2024 investeert Defensie direct incidenteel € 150,0 miljoen, in totaal stelt Defensie ruim € 1,0 miljard beschikbaar voor het Nederlandse industrie- en innovatiebeleid. De dekking hiervan is opgenomen in de middelen vanuit het hoofdlijnenakkoord (2027-2031).
Verdelen middelen Hoofdlijnenakkoord
Het structurele extra budget voor Defensie uit het hoofdlijnenakkoord bedraagt € 2,4 miljard. In de Defensienota wordt toegelicht welke investeringen Defensie hiermee financiert en welke doelen en versterkingen daarmee worden nagestreefd. Het structurele extra budget is toegevoegd aan de Defensiebegroting en aan dit DMF. Met een geleidelijke opbouw vanaf 2027 naar een structurele omvang € 2,4 miljard euro vanaf 2029 geeft Defensie niet alleen invulling aan de in de Defensienota geformuleerde doelen en ambities, maar bouwt Defensie ook in een noodzakelijk en realistisch tempo aan de versterking van de krijgsmacht en de Defensieorganisatie.
Realistisch kasritme
Met de Defensienota 2022 is structureel € 5 miljard aan de Defensiebegrotingen toegevoegd. Onder het vorige kabinet is dit budget met een sterke en ambitieuze groei toegevoegd aan de Defensie-uitgaven. Deze ambitie, in combinatie met een krappe arbeidsmarkt en snel verkrappende defensiemarkten sinds het begin van de oorlog in Oekraïne, leiden tot onderrealisatie ten opzichte van deze groei. Het ministerie van Defensie spant zich tot het uiterste in om de voor 2024 op de Defensiebegroting beschikbare middelen tot besteding te laten komen. Desalniettemin is het niet mogelijk om alle projecten conform planning uit te voeren. Derhalve worden de uitgaven in een meer realistisch ritme gezet. De investeringsmiddelen die niet in 2024 uitgegeven kunnen worden blijven beschikbaar voor Defensie en zullen zo snel mogelijk alsnog besteed worden.
Overheveling uitbreiding MQ-9
Defensie verdubbelt de Medium-Altitude Long-Endurance (MALE) UAS capaciteit van 4 naar 8 MQ-9A vliegtuigen. Met deze kwantitatieve uitbreiding is de eenheid straks tegelijk voor meerdere operaties inzetbaar. Naast de uitbreiding vindt er ook een kwalitatieve versterking van de capaciteit plaats. Met deze overheveling wordt het budget samenhangend met de personele kosten overgeheveld naar de Defensiebegroting (X).
Overheveling MP-eskadron Kmar en multifunctioneel eskadron KMar
De laatste jaren is steeds meer een verandering te zien in de veiligheidssituatie in Europa, met de oorlog in de Oekraïne als duidelijkste manifestatie. Dit genereert een heroriëntatie van de Nederlandse krijgsmacht op de eerste hoofdtaak van Defensie, de bescherming van het Nederlands grondgebied en dat van bondgenoten. Dat heeft geleid tot de oprichting van een Combat Support MP-eskadron zodat kan worden voorzien in meer MP-capaciteit. Naast de behoefte voor een Combat Support MP-eskadron wordt er gezien de toenemende hybride dreiging voor het grondgebied van Nederland een multifunctioneel KMar-eskadron opgericht. Dit eskadron is bedoeld voor de ondersteuning van civiele autoriteiten en samenwerking met de Nationale Reserve bij de bescherming van vitale militaire en civiele infrastructuur en processen, waaronder host nation-supportoperaties. Voor de oprichting wordt het budget samenhangend met de personele kosten overgeheveld naar de Defensiebegroting (X).
Interdepartementale budgetoverhevelingen
Een aantal ministeries heeft budget overgeheveld naar Defensie voor het uitvoeren van activiteiten. Een deel daarvan is toegevoegd aan het DMF. Het betreft onder meer een bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het verduurzamen van Rijksvastgoed (€ 42,4 miljoen).
Art. | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2024 (inclusief NvW) | 10.923.657 | 11.020.900 | 10.927.304 | 10.341.365 | 10.224.912 | 9.889.473 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
Eerste suppletoire begroting | ‒ 1.112.147 | ‒ 655.896 | 1.586.335 | 694.775 | 1.120.842 | 551.703 | |
Mutaties begroting 2025 | ‒ 8.955.472 | ‒ 10.268.421 | ‒ 12.362.750 | ‒ 10.883.549 | ‒ 11.173.274 | ‒ 10.280.976 | |
Opheffen artikel 7 | 7 | ‒ 8.937.751 | ‒ 10.178.912 | ‒ 12.172.002 | ‒ 10.671.589 | ‒ 10.949.068 | ‒ 10.055.326 |
Overige mutaties | 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 | ‒ 17.721 | ‒ 89.509 | ‒ 190.748 | ‒ 211.960 | ‒ 224.206 | ‒ 225.650 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 856.038 | 96.583 | 150.889 | 152.591 | 172.480 | 160.200 |
Opheffen gebruik artikel 7
Tot Prinsjesdag 2024 werd het DMF gefinancierd met een bijdrage van de Defensiebegroting (X) naar artikel 7 op het DMF. Deze bijdrage was op de Defensiebegroting opgenomen op artikel 13, 'Bijdrage aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds'. Vanaf Prinsjesdag 2024 wordt budget direct overgeheveld van de Defensiebegroting en de begrotingen van andere departementen naar de betreffende artikelen op het DMF. Door budget naar het DMF over te hevelen door middel van een interdepartementale budgetoverheveling in plaats van door middel van artikel 13 wordt de administratieve last verminderd en wordt de verdeling van middelen tussen de Defensiebegroting en het DMF beter inzichtelijk gemaakt. Het gebruik van artikel 7 wordt opgeheven. Deze maatregel is technisch van aard.