Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven van Defensiebreed materieel en het instandhouden van overwegend Defensiebreed materieel uitgevoerd door COMMIT. Dit betreft materieel dat door alle operationele commando's wordt ingezet en niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden.

Verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Daarnaast vallen de bekostiging van kennis en innovatie, reserve valutaschommelingen voor al het Defensiematerieel en over-/ onderprogrammering en ontvangsten van Defensiebreed materieel onder artikel 1. Kennis en innovatie is onderverdeeld in bijdragen grote onderzoeksfaciliteiten, technologieontwikkeling, kennisgebruik en kort cyclische innovatie.

De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf van Defensiebreed materieel, de instandhouding van Defensiematerieel en afstoting van overtollig Defensiematerieel. Ook is de minister verantwoordelijk voor de bekostiging van kennis en innovatie van Defensie

Met de Voorjaarnota 2024 (Kamerstuk II 36550, nr. 1) zijn additionele financiële middelen beschikbaar gekomen. € 500,0 miljoen incidenteel in 2028 en structureel vanaf 2030 om versneld de munitievoorraden aan te vullen.

Daarnaast laat Defensie om versneld gereed te zijn voor het uitoefenen van taken in hoofdtaak 1 de leveringsduur en herkomst van producten – bij voorkeur Nederlands of Europees - zwaarder meewegen. Dit draagt ook bij aan de ambitie van meer standaardisatie en interoperabiliteit van systemen en materieel in Europa. Dit kan betekenen dat de prijs van militaire producten hoger wordt. Door implementatie van een nieuw uit te werken afwegingskader voor inkoop blijft effectiviteit en doelmatigheid van militaire bestedingen ook in de toekomst geborgd. Hierover is uw Kamer onlangs geïnformeerd (Kamerstuk II 36410-X, nr. 93). Om de concurrentiepositie van Nederlandse defensiebedrijven te versterken zet Nederland stappen om toe te treden tot het verdrag inzake exportcontrole in het defensiedomein waar op het moment Duitsland, Frankrijk en Spanje bij zijn aangesloten. Hierover is uw Kamer op 14 juli 2023 geïnformeerd. (Kamerstuk 22 054, nr. 395 van 14 juli 2023). Toetreding tot dit verdrag stimuleert de Nederlandse defensie-industrie en faciliteert verdere Europese defensiesamenwerking.

Defensie voorziet met het programma ‘Aanvulling inzetvoorraad munitie’ in de doorgroei van de inzetvoorraad munitie. Defensie heeft sinds de illegale Russische invasie in Oekraïne voor circa € 2 miljard extra bestellingen geplaatst om de inzetvoorraad munitie aan te vullen. In de Kamerbrief munitieproductie van januari 2024 (Kamerstuk II 27830, nr. 425) heeft Defensie aangegeven voorbereidingen te treffen om versneld aanvullend munitie te bestellen ter waarde van € 500,0 miljoen. Defensie zet in op de munitievoorraad versneld verder te laten groeien naar de opgedragen NAVO-norm. Het streeft naar tijdige vergroting van munitiezekerheid en materieelbehoefte door zoveel mogelijk de vraag in EU en NAVO-verband te bundelen, via langlopende raamcontracten en gezamenlijke aanschaf.

Daarnaast worden middelen uit het Hoofdlijnenakkoord ingezet om de munitievoorraden voor inzet te verhogen aan de hand van de meest recente normen van de NAVO. Dit houdt in dat de voorraden worden opgehoogd voor deep precision strike-munitie en voor conventionele munitie. Hiermee geeft Defensie invulling aan een prioriteit van de NAVO en de eisen die bij de huidige dreiging en moderne conflictomstandigheden horen. In 2025 worden bestaande contracten opgehoogd. Daartoe wordt de verplichtingenruimte opgehoogd met € 988,0 miljoen.  

Sinds de ontwerpbegroting van vorig jaar zijn er voor dit artikel geen nieuwe DMP A-brieven verzonden voor projecten met een budget boven de mandateringsgrens (€ 250 miljoen) Een overzicht van de lopende projecten is met uw Kamer gedeeld in het meest recente DPO (Kamerstuk II 27830, nr. 435).

Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

1.247.949

1.861.668

1.923.860

2.156.431

2.859.245

1.957.736

1.461.921

         
 

Uitgaven

853.331

1.727.889

1.942.348

2.222.035

1.678.067

1.611.545

1.740.833

         

1.11

Verwerving

416.211

1.229.764

1.223.691

1.855.295

1.689.364

1.350.153

1.472.002

 

Opdrachten

416.211

1.229.764

1.223.691

1.855.295

1.689.364

1.350.153

1.472.002

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

13.636

226.762

532.803

811.462

639.725

636.674

 

Verwerving: realisatie

416.211

1.216.128

996.929

1.322.492

877.902

710.428

835.328

1.12

Instandhouding

429.569

632.074

549.958

514.664

460.605

448.251

476.584

 

Opdrachten

429.569

632.074

549.958

514.664

460.605

448.251

476.584

 

Instandhouding Materieel

429.569

632.074

549.958

514.664

460.605

448.251

476.584

1.13

Kennis en Innovatie

47.284

195.806

190.687

186.090

223.129

279.169

238.529

 

Bekostiging

47.284

195.806

190.687

186.090

223.129

279.169

238.529

 

Duurzaamheid, klimaat en veiligheid

0

0

18.565

26.433

26.601

26.601

26.601

 

Kennisopbouw

0

0

43.962

55.577

76.798

128.064

82.231

 

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

8.449

40.770

0

0

0

0

0

 

Technologieontwikkeling

35.357

84.178

37.837

40.976

47.646

53.047

58.446

 

Kennisgebruik

1.050

4.713

4.380

4.488

4.488

3.964

3.964

 

Kort Cyclische Innovatie

2.428

66.145

85.943

58.616

67.596

67.493

67.287

1.14

Reserve Valutaschommelingen

‒ 39.733

31.455

0

0

0

0

0

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

‒ 39.733

31.455

0

0

0

0

0

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

‒ 39.733

31.455

0

0

0

0

0

1.16

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 361.210

‒ 21.988

‒ 334.014

‒ 695.031

‒ 466.028

‒ 446.282

 

Fonds

0

‒ 361.210

‒ 21.988

‒ 334.014

‒ 695.031

‒ 466.028

‒ 446.282

 

Fonds

0

‒ 361.210

‒ 21.988

‒ 334.014

‒ 695.031

‒ 466.028

‒ 446.282

         
 

Ontvangsten

100.023

81.027

27.310

83.856

83.918

101.918

89.538

         
Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)
  

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

Art.

Verplichtingen

1.294.261

1.337.185

1.701.792

1.690.422

1.661.644

1.714.126

1.619.230

1.810.944

1.955.534

1.726.467

            
 

Uitgaven

1.561.734

1.481.590

1.471.755

1.582.933

1.824.404

2.118.900

2.443.950

2.734.958

2.109.950

2.199.501

            

1.11

Verwerving

986.660

966.439

1.008.265

994.884

945.603

861.537

897.330

1.091.065

1.233.405

983.205

 

Opdrachten

986.660

966.439

1.008.265

994.884

945.603

861.537

897.330

1.091.065

1.233.405

983.205

 

Verwerving: voorbereidingsfase

365.225

318.584

373.219

421.827

373.234

432.780

390.154

467.494

507.215

581.488

 

Verwerving: realisatie

621.435

647.855

635.046

573.057

572.369

428.757

507.176

623.571

726.190

401.717

1.12

Instandhouding

473.063

474.964

470.570

470.097

471.012

471.044

476.077

474.056

471.898

470.146

 

Opdrachten

473.063

474.964

470.570

470.097

471.012

471.044

476.077

474.056

471.898

470.146

 

Instandhouding Materieel

473.063

474.964

470.570

470.097

471.012

471.044

476.077

474.056

471.898

470.146

1.13

Kennis en Innovatie

247.169

250.409

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

 

Bekostiging

247.169

250.409

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

252.028

 

Duurzaamheid, klimaat en veiligheid

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

26.601

 

Kennisopbouw

85.471

88.710

90.330

90.330

90.330

90.330

90.330

90.330

90.330

90.330

 

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Technologieontwikkeling

63.846

63.847

63.846

63.846

63.846

63.846

63.846

63.846

63.846

63.846

 

Kennisgebruik

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

3.964

 

Kort Cyclische Innovatie

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

67.287

1.14

Reserve Valutaschommelingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1.16

Over-/ onderprogrammering

‒ 145.158

‒ 210.222

‒ 259.108

‒ 134.076

155.761

534.291

818.515

917.809

152.619

494.122

 

Fonds

‒ 145.158

‒ 210.222

‒ 259.108

‒ 134.076

155.761

534.291

818.515

917.809

152.619

494.122

 

Fonds

‒ 145.158

‒ 210.222

‒ 259.108

‒ 134.076

155.761

534.291

818.515

917.809

152.619

494.122

            
 

Ontvangsten

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

85.698

Tabel 4 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

43,9%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

56,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen verplichtingen voor alle instrumenten met uitzondering van de reserve valutaschommelingen en ontvangsten. De raming van de verplichtingen is gebaseerd op het verwachte moment dat in het kader van een DMF-gerelateerde activiteit een overeenkomst wordt getekend. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend of als een juridisch bindende overeenkomst wordt aangegaan, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan bij de begroting is voorzien.

Uitgaven

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasuitgaven. Voor 2025 gaat het naar verwachting om 43,9% van het uitgavenbudget. Het resterende deel, 56,1% van dit artikel is beleidsmatig gereserveerd voor verwerving en instandhouding, waarvan het aangaan van de juridische verplichting in 2025 wordt voorbereid.

Verwerving Defensiebreed materieel

Dit instrument heeft betrekking op de geraamde uitgaven voor de verwerving van materieel dat door alle operationele commando’s wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden en de afstoting van defensiematerieel. Projecten boven de mandateringsgrens van € 250 miljoen volgen het DMP-proces. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt waarna een A-brief volgt. Hierna wordt gerelateerd projectbudget overgeheveld naar de (vervolg)onderzoeksfase of realisatiefase.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de Defensiebrede projecten boven de € 50 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. Dit betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt ook weergegeven wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie is.

Figuur 2

De toelichtingen over de reeds bestaande projecten zijn te lezen in het DPO dat op Verantwoordingsdag met uw Kamer is gedeeld (Kamerstuk II 27830, nr. 435).

Instandhouding defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen voornamelijk de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het Defensie Munitiebedrijf (DMunB). Ook worden hier de uitgaven voor de normstellende taak van COMMIT voor de wapensystemen verantwoord. In de instandhoudingsfase wordt het wapensysteem door het operationeel Commando (Opco) in gebruik genomen, al dan niet gefaseerd. Het Opco is integraal verantwoordelijk voor gebruik en instandhouding van het materieel. COMMIT Wapensystemen vervult de rol van normsteller voor het materieel dat is overgedragen aan het Opco. Deze norm­stellende rol omvat de volgende gebieden: veiligheid, technische beschikbaarheid, bewaking levensduurkosten ('betaalbaarheid') en waardebehoud. COMMIT vervult deze taak voor maritiem-, land- en luchtmaterieel.

Kennis en Innovatie

Duurzaamheid, Klimaat en Veiligheid

Klimaatverandering en de energietransitie hebben impact op de manier waarop de krijgsmacht moet opereren. Defensie bereidt zich op de veranderende dreigingen voor door middel van investeringen in duurzaam materieel, circulariteit, innovatief onderzoek en expertise op al deze gebieden.  

Kennis Opbouw

Defensie draagt met deze middelen bij aan het NAVO innovatiefonds. Dit ‘venture capital’ fonds investeert in innovatieve ‘startups’ om de veiligheid en weerbaarheid van onder andere Nederland te verhogen. Ook wordt de (inter)nationale onderzoekssamenwerking verbreedt en geïntensiveerd met deze middelen. Defensie draagt tot slot met deze middelen bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij de TO2-instituten TNO, NLR en MARIN.

Technologieontwikkeling

Defensie investeert langs de lijnen van de Uitvoeringsagenda innovatie en onderzoek vanaf 2023 extra in onderzoek en technologieontwikkeling (Research& Technology, R&T) en kort-cyclisch innoveren. Daarin neemt versterking van de samenwerking met onze kennis- en innovatiepartners een centrale plaats in. Defensie investeert samen met het Nederlandse bedrijfsleven in technologieontwikkeling voor toekomstige capaciteiten en in het kader van de versterking van de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis. Vanaf 2024 leggen we een sterker accent op kansrijke technologieën en ecosystemen. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (met de NAVO en het European Defence Agency (EDA)) afgestemd en ingebed.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale MKB. Projectvoorstellen kunnen worden ingediend door Nederlandse bedrijven. Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, vloeien terug naar de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan het budget van € 10 miljoen waar in 2011 mee is gestart, resulterend in een totaalbudget van € 13,3 miljoen. In totaal is sinds de start van de regeling voor een bedrag van € 11,8 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd en resteert een budget van € 1,5 miljoen.

CODEMO (t/m 31 mei 2024)

Ingediende voorstellen

94

Gehonoreerde voorstellen

29

Afgewezen voorstellen

65

Afgeronde voorstellen

23

Kennisgebruik

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.

Kort-cyclische innovatie

Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen, zoals het versterken van de innovatiecentra en innovatie inkoop- en assortimentsmanagement capaciteit. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking) en het overlegorgaan POIND (Periodiek Overleg Innovatiedirecteuren Defensie). Namens het POIND voert FRONT het portfoliomanagement uit over het Defensie-innovatieportfolio. Daarnaast organiseert Defensie innovatie-evenementen zoals Innovation In Defence en investeert Defensie in ecosystemen en innovatie- en kennisnetwerken. Deze ecosystemen hebben een regionale oriëntatie, zoals binnen Brightlands en Brainport, een landelijke oriëntatie binnen de 5 NLD gebieden en een internationale oriëntatie met binnen NAVO en EU, met DIANA en HEDI. Vanaf januari 2025 vervult Brainport/BITS de rol van accelerator voor DIANA. Tot slot werkt Defensie aan de innovatiesamenwerking met Oekraïne.

Over-/onderprogrammering defensiebreed materieel

In het DMF wordt gewerkt met het instrument overprogrammering. Op de begroting kan zich dit uiten in negatieve standen op het artikelonderdeelniveau. Er vindt geen realisatie plaats op dit instrument. Gedurende het jaar zullen onstane vertragingen/versnellingen op individuele projecten worden verwerkt op dit instrument.

In de materieelagenda wordt inhoudelijk ingegaan op de over-/onderprogrammering in het DMF.

Ontvangsten defensiebreed materieel

De ontvangsten bestaan uit de verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten. Behalve de afstoting van strategisch materieel wordt op dit budget de planmatige periodieke vernieuwing van niet-strategisch materieel verantwoord. Voorbeelden daarvan zijn de vervanging van een deel van de vloot van niet-operationele dienstvoertuigen. Ook de ontvangsten die voortkomen uit retour ontvangen BTW worden op dit artikel verantwoord.

Licence