Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 2: Maritiem materieel

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven van het maritiem materieel en het instandhouden van materieel uitgevoerd door CZSK. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X. Ook vallen de over-/ onderprogrammering op maritieme projecten en ontvangsten onder dit artikel.

De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf van maritiem materieel en de instandhouding van materieel uitgevoerd door CZSK.

Voor het maritiem domein ligt de nadruk op het vervangen van de vloot. Intussen zijn alle vervangingstrajecten voor zowel de boven- als onderwaterschepen ingezet. Dit is terug te zien in de drie DMP A-brieven die sinds de ontwerpbegroting van vorig jaar verzonden zijn, waarin uw Kamer is geïnformeerd over de behoeftestelling voor projecten met een budget van meer dan € 250 miljoen. Het betreft de projecten Vervanging Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF) met een projectbudget van meer dan € 2,5 miljard, de Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging met een projectbudget tussen € 1,0 en € 2,5 miljard (Kamerstuk II 2023/24, 27830, nr. 426) en het project Verwerving Amfibische Transportschepen, eveneens met een projectbudget tussen € 1,0 en € 2,5 miljard (Kamerstuk II 2023/24, 27830, nr. 327).

Met bovengenoemde brieven zijn de belangrijkste wapensystemen van de vloot voorbij de behoeftestellingsfase. De komende jaren verstuurt Defensie meerdere B- en D-brieven om de verwervingstrajecten aan te gaan. Met het Defensie Projectenoverzicht (DPO) geeft Defensie de Kamer jaarlijks integraal inzicht in de lopende DMP-projecten. Een overzicht van de lopende projecten is met uw Kamer gedeeld in het meest recente DPO (Kamerstuk II 27830, nr. 435).

Het programma vervanging onderzeebootcapaciteit valt onder de Regeling Grote Projecten (RGP). Defensie verstuurt hiervoor jaarlijkse voortgangsrapportages waar uitgebreid wordt stilgestaan bij ontwikkelingen binnen het programma. 15 maart 2024 is de uitkomst van de verwervingsvoorbereidingsfase aan de Kamer kenbaar gemaakt. Een van drie mogelijke leveranciers-consortiums heeft een kort geding aangespannen tegen de voorlopige gunning van het contract. Nu deze door de rechtbank in het ongelijk is gesteld, beoogt Defensie kort na de zomer het contract met Naval Group te tekenen. De voorbereidingen richting dit moment zijn in volle gang.

Het aantal anti-submarine warfare (ASW-)fregatten van de vloot wordt uitgebreid. Hiermee kan de marine beter voldoen aan de vraag van de NAVO om langdurig en met meer voortzettingsvermogen uitvoering te geven aan de taken en operationele plannen van de NAVO. Het huidige ASWF contract wordt aangepast zodat het verplichten van de extra fregatten in 2025 kan plaatsvinden.

Defensie is samen met andere departementen verantwoordelijk voor veiligheid op de Noordzee, zowel boven als onder water. Om vitale infrastructuur op de Noordzee te beschermen investeert Defensie daarom in onbemenste capaciteit om onderzeese infrastructuur te beschermen, inspecteren en hydrografisch onderzoek uit te voeren, welke kan worden ingezet vanaf diverse schepen en onderzeeboten. De Kamer heeft aangedrongen om voortgang te maken met bescherming van infrastructuur op de Noordzee. Defensie investeert in de bescherming en verdediging van kritieke onderzeese infrastructuur. Hiervoor worden twee multifunctionele ondersteuningsvaartuigen aangeschaft om zelfstandig onbemenste onderwatervaartuigen te kunnen inzetten en vaartuigen die een dreiging vormen te kunnen onderscheppen en begeleiden. In 2025 wordt binnen het project Multifunctionele Ondersteuningsvaartuigen een optie voor 2 extra schepen opgenomen.

Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

1.646.856

6.557.481

1.330.211

1.656.791

1.177.199

1.516.016

2.780.325

         
 

Uitgaven

691.009

1.154.782

1.262.052

2.099.947

1.892.232

2.240.557

2.299.626

         

2.11

Verwerving

456.190

1.110.297

1.957.486

2.419.614

2.050.668

2.530.242

2.111.604

 

Opdrachten

456.190

1.110.297

1.957.486

2.419.614

2.050.668

2.530.242

2.111.604

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

23.035

183.505

640.732

418.993

372.092

341.984

 

Verwerving: onderzoeksfase

0

1.172

0

0

0

0

0

 

Verwerving: realisatie

456.190

1.086.090

1.773.981

1.778.882

1.631.675

2.158.150

1.769.620

2.12

Instandhouding

234.819

282.578

276.111

277.369

262.185

251.347

235.808

 

Opdrachten

234.819

282.578

276.111

277.369

262.185

251.347

235.808

 

Instandhouding Materieel

234.819

282.578

276.111

277.369

262.185

251.347

235.808

2.16

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 238.093

‒ 971.545

‒ 597.036

‒ 420.621

‒ 541.032

‒ 47.786

 

Fonds

0

‒ 238.093

‒ 971.545

‒ 597.036

‒ 420.621

‒ 541.032

‒ 47.786

 

Fonds

0

‒ 238.093

‒ 971.545

‒ 597.036

‒ 420.621

‒ 541.032

‒ 47.786

         
 

Ontvangsten

39.235

19.354

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

         
Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)
  

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

Art.

Verplichtingen

1.689.267

2.170.234

2.086.763

2.361.066

2.138.441

1.813.425

1.407.801

1.359.539

2.071.394

1.326.648

            
 

Uitgaven

2.694.340

3.443.936

3.480.043

3.442.153

2.823.161

2.437.476

1.268.591

1.121.822

1.640.933

1.573.365

            

2.11

Verwerving

2.197.924

2.524.039

2.332.391

2.549.612

2.156.856

1.663.510

1.178.572

1.232.480

1.843.771

1.107.263

 

Opdrachten

2.197.924

2.524.039

2.332.391

2.549.612

2.156.856

1.663.510

1.178.572

1.232.480

1.843.771

1.107.263

 

Verwerving: voorbereidingsfase

688.152

927.432

1.047.217

1.181.204

1.157.857

1.131.631

1.014.407

920.107

1.362.148

815.589

 

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Verwerving: realisatie

1.509.772

1.596.607

1.285.174

1.368.408

998.999

531.879

164.165

312.373

481.623

291.674

2.12

Instandhouding

231.129

236.788

231.539

246.305

230.804

230.428

229.229

229.385

228.739

228.943

 

Opdrachten

231.129

236.788

231.539

246.305

230.804

230.428

229.229

229.385

228.739

228.943

 

Instandhouding Materieel

231.129

236.788

231.539

246.305

230.804

230.428

229.229

229.385

228.739

228.943

2.16

Over-/ onderprogrammering

265.287

683.109

916.113

646.236

435.501

543.538

‒ 139.210

‒ 340.043

‒ 431.577

237.159

 

Fonds

265.287

683.109

916.113

646.236

435.501

543.538

‒ 139.210

‒ 340.043

‒ 431.577

237.159

 

Fonds

265.287

683.109

916.113

646.236

435.501

543.538

‒ 139.210

‒ 340.043

‒ 431.577

237.159

            
 

Ontvangsten

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

9.684

Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

46,6%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

53,4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 2 betreffen verplichtingen voor alle instrumenten met uitzondering van de ontvangsten. De raming van de verplichtingen is gebaseerd op het verwachte moment dat in het kader van een DMF-gerelateerde activiteit een overeenkomst wordt getekend. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend of als een juridisch bindende overeenkomst wordt aangegaan, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan bij de begroting is voorzien.

Uitgaven

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasuitgaven. Voor 2025 gaat het naar verwachting om 46,6% van het uitgavenbudget. Het resterende deel, 53,4% van dit artikel is beleidsmatig gereserveerd voor verwerving en instandhouding, waarvan het aangaan van de juridische verplichting wordt voorbereid.

Verwerving maritiem materieel

Dit instrument heeft betrekking op de geraamde uitgaven voor de verwerving van maritiem materieel. Projecten boven de mandateringsgrens van € 250 miljoen volgen het DMP. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt waarna een A-brief volgt. Hierna wordt gerelateerd projectbudget overgeheveld naar de (vervolg)onderzoeksfase of realisatiefase.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de maritieme projecten boven de € 50 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. Dit betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt ook weergegeven wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie is.

Figuur 3

De toelichtingen over de reeds bestaande projecten zijn te lezen in het DPO dat op Verantwoordingsdag met uw Kamer is gedeeld (Kamerstuk II 27830, nr. 435).

Instandhouding maritiem materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengen. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Materiële Instandhouding van de Koninklijke Marine gedaan. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materieel als (reserve-) onderdelen. Het betreft onder andere de instandhoudingsuitgaven voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, de M-fregatten en de patrouilleschepen.

Over-/onderprogrammering maritiem materieel

In het DMF wordt gewerkt met het instrument overprogrammering. Op de begroting kan zich dit uiten in negatieve standen op het artikelonderdeelniveau. Er vindt geen realisatie plaats op dit instrument. Gedurende het jaar zullen onstane vertragingen/versnellingen op individuele projecten worden verwerkt op dit instrument.

In de materieelagenda wordt inhoudelijk ingegaan op de over-/onderprogrammering in het DMF.

Ontvangsten maritiem materieel

Dit betreft onder andere ontvangsten voortkomend uit werk voor derden door de Directie Materiële Instandhouding van de Koninklijke Marine. Ook de ontvangsten voortkomend uit retour ontvangen BTW op maritieme instandhoudingsuitgaven worden op dit artikel verantwoord.

Licence