Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

In dit niet-beleidsartikel wordt ingegaan op de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het ministerie van VWS.

Tabel 60 Budgettaire gevolgen artikel 10 Apparaat departement (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

566.422

644.892

594.460

496.611

466.798

434.408

418.242

        

Uitgaven

587.193

659.608

597.978

497.711

467.598

434.408

418.242

        

Personele uitgaven

468.931

536.919

479.624

384.879

360.231

334.423

320.672

waarvan eigen personeel

352.998

430.777

387.676

349.965

333.937

317.199

307.724

waarvan inhuur externen

112.454

101.920

88.882

31.987

23.506

14.575

10.341

waarvan overige personele uitgaven

3.479

4.222

3.066

2.927

2.788

2.649

2.607

Materiële uitgaven

118.262

122.689

118.354

112.832

107.367

99.985

97.570

waarvan ICT

13.809

24.009

24.914

23.508

20.693

18.580

18.621

waarvan bijdrage aan SSO's

70.648

69.133

63.465

60.833

57.193

54.478

53.395

waarvan overige materiële uitgaven

33.805

29.547

29.975

28.491

29.481

26.927

25.554

        

Ontvangsten

10.512

11.865

8.802

8.338

7.875

7.412

7.227

Overige

10.512

11.865

8.802

8.338

7.875

7.412

7.227

Tabel 61 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

566.422

644.892

594.460

496.611

466.798

434.408

418.242

         
 

Uitgaven

587.193

659.608

597.978

497.711

467.598

434.408

418.242

         

10.30

Kerndepartement

431.428

487.948

431.483

332.198

303.550

271.901

255.269

 

Personele uitgaven

343.760

398.451

345.006

251.973

228.890

204.823

190.606

 

Eigen personeel

235.589

297.161

255.014

219.016

204.551

189.554

179.619

 

Externe inhuur

105.087

97.408

87.214

30.318

21.839

12.908

8.669

 

Overige

3.084

3.882

2.778

2.639

2.500

2.361

2.318

 

Materiële uitgaven

87.668

89.497

86.477

80.225

74.660

67.078

64.663

 

ICT

8.658

10.408

13.871

11.635

8.720

6.407

6.248

 

Bijdrage SSO's

60.646

64.718

59.116

56.484

52.844

50.129

49.046

 

Overig

18.364

14.371

13.490

12.106

13.096

10.542

9.369

10.40

Inspecties

119.677

127.910

125.776

126.385

125.020

124.068

124.634

 

Personele uitgaven

96.607

103.056

101.393

101.172

99.607

98.455

98.821

 

Eigen personeel

89.898

101.266

99.874

99.652

98.089

96.937

97.298

 

Externe inhuur

6.314

1.450

1.231

1.232

1.230

1.230

1.234

 

Overige

395

340

288

288

288

288

289

 

Materiële uitgaven

23.070

24.854

24.383

25.213

25.413

25.613

25.813

 

ICT

2.935

10.492

10.021

10.851

11.051

11.251

11.451

 

Bijdrage SSO's

9.947

3.950

3.950

3.950

3.950

3.950

3.950

 

Overige

10.188

10.412

10.412

10.412

10.412

10.412

10.412

10.50

SCP en Raden

36.088

43.750

40.719

39.128

39.028

38.439

38.339

 

Personele uitgaven

28.564

35.412

33.225

31.734

31.734

31.145

31.245

 

Eigen personeel

27.511

32.350

32.788

31.297

31.297

30.708

30.807

 

Externe inhuur

1.053

3.062

437

437

437

437

438

 

Materiële uitgaven

7.524

8.338

7.494

7.394

7.294

7.294

7.094

 

ICT

2.216

3.109

1.022

1.022

922

922

922

 

Bijdrage SSO's

55

465

399

399

399

399

399

 

Overige

5.253

4.764

6.073

5.973

5.973

5.973

5.773

         
 

Ontvangsten

10.512

11.865

8.802

8.338

7.875

7.412

7.227

         
Tabel 62 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven agentschappen en zbo's/rwt's (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal apparaatskosten Agentschappen

899.136

841.474

1.047.309

1.023.157

943.692

945.993

947.101

College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

68.084

72.761

85.409

82.468

78.633

76.223

73.843

Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg

125.996

106.613

117.200

120.589

126.159

131.270

132.358

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

705.056

662.100

844.700

820.100

738.900

738.500

740.900

        

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

       

Zorg Onderzoek Nederland/ Medische Wetenschappen (ZonMw)

48.733

57.634

57.634

57.634

57.634

57.634

57.634

Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

121.400

138.951

145.318

149.985

155.337

159.617

162.756

Centraal Administratie Kantoor (CAK)

136.553

154.571

145.195

143.017

138.792

132.791

132.852

Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)

0

697

626

470

365

365

366

Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek (CCMO), inclusief Medisch Ethische Commissies (METC’s)

4.831

12.709

11.055

10.952

10.857

10.859

10.681

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

76.701

79.163

77.151

77.136

74.811

74.704

74.931

Zorginstituut Nederland (ZiNL)

89.880

94.520

87.808

82.829

81.637

80.754

71.062

College Sanering Zorginstellingen (CSZ)

1.600

1.434

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

College Ter Beoordeling van Geneesmiddelen

648

753

763

763

763

763

763

Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS)

17.850

16.737

16.278

16.143

16.143

15.893

15.893

Dopingautoriteit

3.221

4.790

4.723

4.730

4.729

4.728

4.739

De taakstelling op apparaatsuitgaven op basis van het HLA is in het Totaaloverzicht apparaatsuitgaven verwerkt.

4.2.1 Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement

Personele- en materiële uitgaven kerndepartement

Op dit artikelonderdeel worden de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor personeel, inhuur externen en materieel geraamd die nodig zijn voor het functioneren van het kerndepartement.

De personele uitgaven kerndepartement bestaan uit alle personeelsuitgaven inclusief de inhuur van externen voor zowel primaire als ondersteunende processen. De materiële uitgaven hebben betrekking op activiteiten en middelen ter ondersteuning van het primaire proces. Dit omvat onder andere uitgaven aan ICT, bijdragen aan shared service organisaties (SSO's), zoals huisvestingskosten en overige materiële kosten, zoals opdrachten.

De uitgaven voor externe inhuur zijn op voorhand moeilijk te ramen. Daarnaast kan het budget (en de realisatie) voor externe inhuur in de loop van het begrotingsjaar wijzigen, ook door tussentijdse interne herschikking van budgetten binnen het apparaatsbudget (bijvoorbeeld van budget voor eigen personeel naar budget voor de inhuur van externen). Tot slot zullen de apparaatsuitgaven in 2025 anders uitvallen dan nu in de begroting staat vermeld, doordat een aantal technische mutaties lopende het jaar wordt verwerkt. Het betreft dan kosten voor bijvoorbeeld ICT-dienstverlening en huisvesting, waarvan de facturen centraal worden betaald aan de desbetreffende SSO binnen het Rijk en pas lopende het jaar in rekening worden gebracht aan de dienstonderdelen van VWS. In de suppletoire begrotingen zullen deze mutaties worden gemeld en zo nodig toegelicht.

Tabel 63 Apparaatsuitgaven kernministerie 2025 onderverdeeld naar Directoraat-Generaal (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2025

Directoraat-generaal Volksgezondheid

23.795

Directoraat-generaal Curatieve zorg

21.671

Directoraat-generaal Langdurige zorg

42.649

Totaal beleid

88.115

Secretaris-generaal / (plaatsvervangend) secretaris-generaal

343.668

Totaal apparaatsuitgaven kerndepartement

431.783

4.2.2 Toelichting apparaatsuitgaven inspecties, SCP en raden

Personele- en materiële uitgaven inspecties, SCP en raden

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

We kunnen in Nederland vertrouwen op goede gezondheidszorg en jeugdhulp. Voor iedereen, altijd en overal. Dat willen we graag zo houden, ook voor volgende generaties. Daarom houdt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en jeugdhulp in Nederland. En samen met andere Europese inspecties waakt de IGJ over de internationale markt voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.

Als toezichthouder doet de IGJ wat nodig is om partijen in de volle breedte van de zorg (samen) te laten werken aan het borgen en verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van zorg voor alle burgers. Het doel is dat iedereen altijd kan vertrouwen op goede zorg en daar maakt de IGJ zich sterk voor.

De IGJ onderzoekt of alle zorgaanbieders de zorg voldoende afstemmen op de behoeften van de patiënt of cliënt. Zo wordt de kwaliteit van de zorg en het welzijn van de patiënt of cliënt bevorderd. Ook vraagt de IGJ inzet op het gebied van preventie, let ze op de beschikbaarheid van de zorg en jeugdhulp en ziet ze toe op de naleving van wetten en regels. Tot slot bekijkt de IGJ ook of de samenwerking tussen zorgaanbieders onderling goed verloopt. En of zij de zorg goed afstemmen met ouders en mantelzorgers. Begrijpt iedereen zijn rol in het zorgnetwerk, met respect voor die van anderen? Uitgangspunt is dat zorgaanbieders voortdurend openstaan voor verbetering en vernieuwing. Als door de IGJ gevraagde verbeteringen uitblijven, of als er een acuut gevaar is voor de patiënt, grijpt ze in.

Sociaal en Cultureel Planbureau

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) volgt, verklaart en verkent hoe het met de inwoners van Nederland gaat op sociaal en cultureel gebied. Dat behelst onder meer de monitoring van de leefsituatie en kwaliteit van leven, de evaluatie van overheidsbeleid op daarvoor relevante terreinen en verkenningen ten behoeve van toekomstig beleid. Het SCP valt formeel onder het ministerie van VWS. Het werkprogramma van het SCP wordt gepubliceerd op de website van het SCP.

Het SCP is opgericht in 1973. De «Aanwijzingen voor de Planbureaus» uit 2012 bepalen hoe de drie planbureaus werken. Het SCP heeft de volgende taken:

• wetenschappelijke verkenningen verrichten;• bijdragen aan een verantwoorde keuze van beleidsdoelen;• informatie verwerven met betrekking tot de uitvoering van interdepartementaal beleid op het gebied van sociaal en cultureel welzijn.

Het onderzoek van het SCP voldoet altijd aan de kenmerken: wetenschappelijk, beleidsrelevant en gericht op de leefsituatie van de mensen die het beleid betreft. Dit vanuit twee strategische perspectieven: ‘de veranderende verzorgingsstaat’ en ‘processen van insluiting en uitsluiting’. De perspectieven vormen samen de ‘bril’ waardoor wordt gekeken richting de samenleving.

Het SCP werkt met een meerjarenplan voor een periode van vijf jaar dat gericht is op relevante maatschappelijke vraagstukken. Een periode van vijf jaar biedt het SCP daarbij voldoende tijd om langer lopende onderzoekslijnen te garanderen. Het jaar 2025 is het laatste jaar van de huidige planperiode, waarbij de ambities van het SCP zich op de volgende onderzoeksprogramma’s richten:

1. Beleidsvisies, burgervisies en gedragingen2. De diverse bevolking van Nederland. Samenleven nu en in de toekomst

3. Lokaal. Het sociaal domein en de kracht van de lokale verzorgingsstaat

4. Participatie, talentontwikkeling en kansengelijkheid5. Representatie en vertrouwen6. Schaarste, welvaart en welbevinden7. Nederland internationaal

De maatschappelijke vraagstukken waar het SCP onderzoek naar doet, beperken zich zelden tot één specifiek beleidsterrein. Burgers bevinden zich immers in veel domeinen tegelijkertijd. Door dit als uitgangspunt van onderzoek te nemen, kan het SCP de effecten van overheidsbeleid voor burgers onderzoeken. Het SCP werkt daarbij zoveel mogelijk vanuit verschillende invalshoeken en disciplines. Waar nodig en mogelijk voert het SCP integrale en interdisciplinaire onderzoeken uit. Daarvoor gebruikt het SCP (innovatieve) onderzoeksmethoden die helpen met het verkennen, verdiepen en verklaren van maatschappelijke vraagstukken. Tevens werken wij aan een uitgebreide basisdata-infrastructuur.

Het SCP kiest zelf welke onderzoeken het uitvoert. Op basis van het meerjarenplan en door te anticiperen op relevante maatschappelijke ontwikkelingen ontwikkelt het SCP ieder jaar een jaarplan, met voldoende flexibiliteit om in te kunnen spelen op de actualiteit en nieuwe kennisvragen te kunnen beantwoorden.

Raad voor Volksgezondheid & Samenleving

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en de beide kamers der Staten-Generaal. De RVS heeft tot taak strategische adviezen te geven over het te voeren beleid. De vraagstukken waarover de RVS adviseert zijn per definitie domeinoverstijgend. Vanuit zijn onafhankelijke positie en opdracht laat de RVS zijn licht schijnen over toekomstige strategische beleidsvraagstukken voor zorg, volksgezondheid, welzijn en samenleving. Hierbij beziet de RVS de mogelijkheid om dit in samenwerking met andere kennisinstellingen te doen. De RVS werkt aan een sterkere verbinding met VWS alsmede met

andere departementen, zoals OCW, BZK, SZW en JenV. De RVS werkt in zijn adviezen zoveel mogelijk in interactie met het veld. Dit doet de RVS bovendien door naast schriftelijke adviezen op andere dan gebruikelijke manieren vraagstukken te agenderen, bijvoorbeeld met films, animaties, online activiteiten, veldraadplegingen, etc.

De RVS werkt met een meerjarige agenda. In 2024 heeft de RVS de werkagenda voor de komende vier jaar (2024-2028) gepresenteerd. In de werkagenda staat beschreven op welke drie opgaven op het snijvlak van volksgezondheid & samenleving de RVS zich richt en met welke projecten het concreet aan de slag gaat.

1. Onbegrensd zorgen? Omgaan met grenzen aan zorgen en verbeteren;

2. Iedereen gezond? Breed investeren in volksgezondheid;

3. Goed (samen)leven? Versterken van maatschappelijke bindingen.

Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) is een samenwerkingsverband van de GR en de RVS. Het CEG publiceert over nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van ethiek, gezondheid en beleid. Het CEG brengt jaarlijks signalementen uit over ethische thema’s en geeft uitvoering aan de publieksfunctie, onder meer via de website (kennisbron over ethische thema's) en diverse publieksbijeenkomsten, waaronder de jaarlijkse Els Borst lezing.

Gezondheidsraad

De GR is een onafhankelijk wetenschappelijke adviesraad die als taak heeft de regering en het parlement te adviseren door de actuele stand van de wetenschap aan te reiken voor gezondheidsbeleid. Vanuit verschillende disciplines werkt de raad aan hoogwaardige adviezen op het gebied van: optimale gezondheidszorg, preventie, gezonde voeding, gezonde leefomgeving, gezonde arbeidsomstandigheden en innovatie & kennisinfrastructuur. De raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit. De vraagstukken die onderwerp zijn van advies worden in belangrijke mate ingebracht vanuit diverse departementen en worden jaarlijks opgenomen in het werkprogramma. In september stelt de minister van VWS het werkprogramma voor het komende jaar vast. Het werkprogramma en de actuele stand van zaken worden gepubliceerd op de website van de GR.

Licence