In dit niet-beleidsartikel wordt ingegaan op de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het ministerie van VWS.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 566.422 | 644.892 | 594.460 | 496.611 | 466.798 | 434.408 | 418.242 |
Uitgaven | 587.193 | 659.608 | 597.978 | 497.711 | 467.598 | 434.408 | 418.242 |
Personele uitgaven | 468.931 | 536.919 | 479.624 | 384.879 | 360.231 | 334.423 | 320.672 |
waarvan eigen personeel | 352.998 | 430.777 | 387.676 | 349.965 | 333.937 | 317.199 | 307.724 |
waarvan inhuur externen | 112.454 | 101.920 | 88.882 | 31.987 | 23.506 | 14.575 | 10.341 |
waarvan overige personele uitgaven | 3.479 | 4.222 | 3.066 | 2.927 | 2.788 | 2.649 | 2.607 |
Materiële uitgaven | 118.262 | 122.689 | 118.354 | 112.832 | 107.367 | 99.985 | 97.570 |
waarvan ICT | 13.809 | 24.009 | 24.914 | 23.508 | 20.693 | 18.580 | 18.621 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 70.648 | 69.133 | 63.465 | 60.833 | 57.193 | 54.478 | 53.395 |
waarvan overige materiële uitgaven | 33.805 | 29.547 | 29.975 | 28.491 | 29.481 | 26.927 | 25.554 |
Ontvangsten | 10.512 | 11.865 | 8.802 | 8.338 | 7.875 | 7.412 | 7.227 |
Overige | 10.512 | 11.865 | 8.802 | 8.338 | 7.875 | 7.412 | 7.227 |
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 566.422 | 644.892 | 594.460 | 496.611 | 466.798 | 434.408 | 418.242 |
Uitgaven | 587.193 | 659.608 | 597.978 | 497.711 | 467.598 | 434.408 | 418.242 | |
10.30 | Kerndepartement | 431.428 | 487.948 | 431.483 | 332.198 | 303.550 | 271.901 | 255.269 |
Personele uitgaven | 343.760 | 398.451 | 345.006 | 251.973 | 228.890 | 204.823 | 190.606 | |
Eigen personeel | 235.589 | 297.161 | 255.014 | 219.016 | 204.551 | 189.554 | 179.619 | |
Externe inhuur | 105.087 | 97.408 | 87.214 | 30.318 | 21.839 | 12.908 | 8.669 | |
Overige | 3.084 | 3.882 | 2.778 | 2.639 | 2.500 | 2.361 | 2.318 | |
Materiële uitgaven | 87.668 | 89.497 | 86.477 | 80.225 | 74.660 | 67.078 | 64.663 | |
ICT | 8.658 | 10.408 | 13.871 | 11.635 | 8.720 | 6.407 | 6.248 | |
Bijdrage SSO's | 60.646 | 64.718 | 59.116 | 56.484 | 52.844 | 50.129 | 49.046 | |
Overig | 18.364 | 14.371 | 13.490 | 12.106 | 13.096 | 10.542 | 9.369 | |
10.40 | Inspecties | 119.677 | 127.910 | 125.776 | 126.385 | 125.020 | 124.068 | 124.634 |
Personele uitgaven | 96.607 | 103.056 | 101.393 | 101.172 | 99.607 | 98.455 | 98.821 | |
Eigen personeel | 89.898 | 101.266 | 99.874 | 99.652 | 98.089 | 96.937 | 97.298 | |
Externe inhuur | 6.314 | 1.450 | 1.231 | 1.232 | 1.230 | 1.230 | 1.234 | |
Overige | 395 | 340 | 288 | 288 | 288 | 288 | 289 | |
Materiële uitgaven | 23.070 | 24.854 | 24.383 | 25.213 | 25.413 | 25.613 | 25.813 | |
ICT | 2.935 | 10.492 | 10.021 | 10.851 | 11.051 | 11.251 | 11.451 | |
Bijdrage SSO's | 9.947 | 3.950 | 3.950 | 3.950 | 3.950 | 3.950 | 3.950 | |
Overige | 10.188 | 10.412 | 10.412 | 10.412 | 10.412 | 10.412 | 10.412 | |
10.50 | SCP en Raden | 36.088 | 43.750 | 40.719 | 39.128 | 39.028 | 38.439 | 38.339 |
Personele uitgaven | 28.564 | 35.412 | 33.225 | 31.734 | 31.734 | 31.145 | 31.245 | |
Eigen personeel | 27.511 | 32.350 | 32.788 | 31.297 | 31.297 | 30.708 | 30.807 | |
Externe inhuur | 1.053 | 3.062 | 437 | 437 | 437 | 437 | 438 | |
Materiële uitgaven | 7.524 | 8.338 | 7.494 | 7.394 | 7.294 | 7.294 | 7.094 | |
ICT | 2.216 | 3.109 | 1.022 | 1.022 | 922 | 922 | 922 | |
Bijdrage SSO's | 55 | 465 | 399 | 399 | 399 | 399 | 399 | |
Overige | 5.253 | 4.764 | 6.073 | 5.973 | 5.973 | 5.973 | 5.773 | |
Ontvangsten | 10.512 | 11.865 | 8.802 | 8.338 | 7.875 | 7.412 | 7.227 | |
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 899.136 | 841.474 | 1.047.309 | 1.023.157 | 943.692 | 945.993 | 947.101 |
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen | 68.084 | 72.761 | 85.409 | 82.468 | 78.633 | 76.223 | 73.843 |
Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg | 125.996 | 106.613 | 117.200 | 120.589 | 126.159 | 131.270 | 132.358 |
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 705.056 | 662.100 | 844.700 | 820.100 | 738.900 | 738.500 | 740.900 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | |||||||
Zorg Onderzoek Nederland/ Medische Wetenschappen (ZonMw) | 48.733 | 57.634 | 57.634 | 57.634 | 57.634 | 57.634 | 57.634 |
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) | 121.400 | 138.951 | 145.318 | 149.985 | 155.337 | 159.617 | 162.756 |
Centraal Administratie Kantoor (CAK) | 136.553 | 154.571 | 145.195 | 143.017 | 138.792 | 132.791 | 132.852 |
Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) | 0 | 697 | 626 | 470 | 365 | 365 | 366 |
Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek (CCMO), inclusief Medisch Ethische Commissies (METC’s) | 4.831 | 12.709 | 11.055 | 10.952 | 10.857 | 10.859 | 10.681 |
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) | 76.701 | 79.163 | 77.151 | 77.136 | 74.811 | 74.704 | 74.931 |
Zorginstituut Nederland (ZiNL) | 89.880 | 94.520 | 87.808 | 82.829 | 81.637 | 80.754 | 71.062 |
College Sanering Zorginstellingen (CSZ) | 1.600 | 1.434 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 |
College Ter Beoordeling van Geneesmiddelen | 648 | 753 | 763 | 763 | 763 | 763 | 763 |
Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) | 17.850 | 16.737 | 16.278 | 16.143 | 16.143 | 15.893 | 15.893 |
Dopingautoriteit | 3.221 | 4.790 | 4.723 | 4.730 | 4.729 | 4.728 | 4.739 |
De taakstelling op apparaatsuitgaven op basis van het HLA is in het Totaaloverzicht apparaatsuitgaven verwerkt.
4.2.1 Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement
Personele- en materiële uitgaven kerndepartement
Op dit artikelonderdeel worden de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor personeel, inhuur externen en materieel geraamd die nodig zijn voor het functioneren van het kerndepartement.
De personele uitgaven kerndepartement bestaan uit alle personeelsuitgaven inclusief de inhuur van externen voor zowel primaire als ondersteunende processen. De materiële uitgaven hebben betrekking op activiteiten en middelen ter ondersteuning van het primaire proces. Dit omvat onder andere uitgaven aan ICT, bijdragen aan shared service organisaties (SSO's), zoals huisvestingskosten en overige materiële kosten, zoals opdrachten.
De uitgaven voor externe inhuur zijn op voorhand moeilijk te ramen. Daarnaast kan het budget (en de realisatie) voor externe inhuur in de loop van het begrotingsjaar wijzigen, ook door tussentijdse interne herschikking van budgetten binnen het apparaatsbudget (bijvoorbeeld van budget voor eigen personeel naar budget voor de inhuur van externen). Tot slot zullen de apparaatsuitgaven in 2025 anders uitvallen dan nu in de begroting staat vermeld, doordat een aantal technische mutaties lopende het jaar wordt verwerkt. Het betreft dan kosten voor bijvoorbeeld ICT-dienstverlening en huisvesting, waarvan de facturen centraal worden betaald aan de desbetreffende SSO binnen het Rijk en pas lopende het jaar in rekening worden gebracht aan de dienstonderdelen van VWS. In de suppletoire begrotingen zullen deze mutaties worden gemeld en zo nodig toegelicht.
Omschrijving | 2025 |
---|---|
Directoraat-generaal Volksgezondheid | 23.795 |
Directoraat-generaal Curatieve zorg | 21.671 |
Directoraat-generaal Langdurige zorg | 42.649 |
Totaal beleid | 88.115 |
Secretaris-generaal / (plaatsvervangend) secretaris-generaal | 343.668 |
Totaal apparaatsuitgaven kerndepartement | 431.783 |
4.2.2 Toelichting apparaatsuitgaven inspecties, SCP en raden
Personele- en materiële uitgaven inspecties, SCP en raden
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
We kunnen in Nederland vertrouwen op goede gezondheidszorg en jeugdhulp. Voor iedereen, altijd en overal. Dat willen we graag zo houden, ook voor volgende generaties. Daarom houdt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en jeugdhulp in Nederland. En samen met andere Europese inspecties waakt de IGJ over de internationale markt voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.
Als toezichthouder doet de IGJ wat nodig is om partijen in de volle breedte van de zorg (samen) te laten werken aan het borgen en verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van zorg voor alle burgers. Het doel is dat iedereen altijd kan vertrouwen op goede zorg en daar maakt de IGJ zich sterk voor.
De IGJ onderzoekt of alle zorgaanbieders de zorg voldoende afstemmen op de behoeften van de patiënt of cliënt. Zo wordt de kwaliteit van de zorg en het welzijn van de patiënt of cliënt bevorderd. Ook vraagt de IGJ inzet op het gebied van preventie, let ze op de beschikbaarheid van de zorg en jeugdhulp en ziet ze toe op de naleving van wetten en regels. Tot slot bekijkt de IGJ ook of de samenwerking tussen zorgaanbieders onderling goed verloopt. En of zij de zorg goed afstemmen met ouders en mantelzorgers. Begrijpt iedereen zijn rol in het zorgnetwerk, met respect voor die van anderen? Uitgangspunt is dat zorgaanbieders voortdurend openstaan voor verbetering en vernieuwing. Als door de IGJ gevraagde verbeteringen uitblijven, of als er een acuut gevaar is voor de patiënt, grijpt ze in.
Sociaal en Cultureel Planbureau
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) volgt, verklaart en verkent hoe het met de inwoners van Nederland gaat op sociaal en cultureel gebied. Dat behelst onder meer de monitoring van de leefsituatie en kwaliteit van leven, de evaluatie van overheidsbeleid op daarvoor relevante terreinen en verkenningen ten behoeve van toekomstig beleid. Het SCP valt formeel onder het ministerie van VWS. Het werkprogramma van het SCP wordt gepubliceerd op de website van het SCP.
Het SCP is opgericht in 1973. De «Aanwijzingen voor de Planbureaus» uit 2012 bepalen hoe de drie planbureaus werken. Het SCP heeft de volgende taken:
• wetenschappelijke verkenningen verrichten;• bijdragen aan een verantwoorde keuze van beleidsdoelen;• informatie verwerven met betrekking tot de uitvoering van interdepartementaal beleid op het gebied van sociaal en cultureel welzijn.
Het onderzoek van het SCP voldoet altijd aan de kenmerken: wetenschappelijk, beleidsrelevant en gericht op de leefsituatie van de mensen die het beleid betreft. Dit vanuit twee strategische perspectieven: ‘de veranderende verzorgingsstaat’ en ‘processen van insluiting en uitsluiting’. De perspectieven vormen samen de ‘bril’ waardoor wordt gekeken richting de samenleving.
Het SCP werkt met een meerjarenplan voor een periode van vijf jaar dat gericht is op relevante maatschappelijke vraagstukken. Een periode van vijf jaar biedt het SCP daarbij voldoende tijd om langer lopende onderzoekslijnen te garanderen. Het jaar 2025 is het laatste jaar van de huidige planperiode, waarbij de ambities van het SCP zich op de volgende onderzoeksprogramma’s richten:
1. Beleidsvisies, burgervisies en gedragingen2. De diverse bevolking van Nederland. Samenleven nu en in de toekomst
3. Lokaal. Het sociaal domein en de kracht van de lokale verzorgingsstaat
4. Participatie, talentontwikkeling en kansengelijkheid5. Representatie en vertrouwen6. Schaarste, welvaart en welbevinden7. Nederland internationaal
De maatschappelijke vraagstukken waar het SCP onderzoek naar doet, beperken zich zelden tot één specifiek beleidsterrein. Burgers bevinden zich immers in veel domeinen tegelijkertijd. Door dit als uitgangspunt van onderzoek te nemen, kan het SCP de effecten van overheidsbeleid voor burgers onderzoeken. Het SCP werkt daarbij zoveel mogelijk vanuit verschillende invalshoeken en disciplines. Waar nodig en mogelijk voert het SCP integrale en interdisciplinaire onderzoeken uit. Daarvoor gebruikt het SCP (innovatieve) onderzoeksmethoden die helpen met het verkennen, verdiepen en verklaren van maatschappelijke vraagstukken. Tevens werken wij aan een uitgebreide basisdata-infrastructuur.
Het SCP kiest zelf welke onderzoeken het uitvoert. Op basis van het meerjarenplan en door te anticiperen op relevante maatschappelijke ontwikkelingen ontwikkelt het SCP ieder jaar een jaarplan, met voldoende flexibiliteit om in te kunnen spelen op de actualiteit en nieuwe kennisvragen te kunnen beantwoorden.
Raad voor Volksgezondheid & Samenleving
De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en de beide kamers der Staten-Generaal. De RVS heeft tot taak strategische adviezen te geven over het te voeren beleid. De vraagstukken waarover de RVS adviseert zijn per definitie domeinoverstijgend. Vanuit zijn onafhankelijke positie en opdracht laat de RVS zijn licht schijnen over toekomstige strategische beleidsvraagstukken voor zorg, volksgezondheid, welzijn en samenleving. Hierbij beziet de RVS de mogelijkheid om dit in samenwerking met andere kennisinstellingen te doen. De RVS werkt aan een sterkere verbinding met VWS alsmede met
andere departementen, zoals OCW, BZK, SZW en JenV. De RVS werkt in zijn adviezen zoveel mogelijk in interactie met het veld. Dit doet de RVS bovendien door naast schriftelijke adviezen op andere dan gebruikelijke manieren vraagstukken te agenderen, bijvoorbeeld met films, animaties, online activiteiten, veldraadplegingen, etc.
De RVS werkt met een meerjarige agenda. In 2024 heeft de RVS de werkagenda voor de komende vier jaar (2024-2028) gepresenteerd. In de werkagenda staat beschreven op welke drie opgaven op het snijvlak van volksgezondheid & samenleving de RVS zich richt en met welke projecten het concreet aan de slag gaat.
1. Onbegrensd zorgen? Omgaan met grenzen aan zorgen en verbeteren;
2. Iedereen gezond? Breed investeren in volksgezondheid;
3. Goed (samen)leven? Versterken van maatschappelijke bindingen.
Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) is een samenwerkingsverband van de GR en de RVS. Het CEG publiceert over nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van ethiek, gezondheid en beleid. Het CEG brengt jaarlijks signalementen uit over ethische thema’s en geeft uitvoering aan de publieksfunctie, onder meer via de website (kennisbron over ethische thema's) en diverse publieksbijeenkomsten, waaronder de jaarlijkse Els Borst lezing.
Gezondheidsraad
De GR is een onafhankelijk wetenschappelijke adviesraad die als taak heeft de regering en het parlement te adviseren door de actuele stand van de wetenschap aan te reiken voor gezondheidsbeleid. Vanuit verschillende disciplines werkt de raad aan hoogwaardige adviezen op het gebied van: optimale gezondheidszorg, preventie, gezonde voeding, gezonde leefomgeving, gezonde arbeidsomstandigheden en innovatie & kennisinfrastructuur. De raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit. De vraagstukken die onderwerp zijn van advies worden in belangrijke mate ingebracht vanuit diverse departementen en worden jaarlijks opgenomen in het werkprogramma. In september stelt de minister van VWS het werkprogramma voor het komende jaar vast. Het werkprogramma en de actuele stand van zaken worden gepubliceerd op de website van de GR.