Onderstaande tabellen geven inzicht in het budgettaire belang van specifieke fiscale regelingen voor 2016 en 2017. De tabellen 6.3.1 en 6.3.2 bevatten de meerjarige overzichten van de belastinguitgaven in de belastingen op inkomen, winst en vermogen respectievelijk in de kostprijsverhogende belastingen. In tabel 6.3.3 wordt het budgettaire belang weergegeven van de inkomstenbeperkende regelingen voor de eigen woning en voor de pensioenen. Tabel 6.3.4 bevat het overzicht van de nieuwe posten (overige fiscale regelingen) in deze bijlage.
De verschillende kolommen representeren het volgende:
-
– Bijstelling t.o.v. MN2016
Het verschil tussen de raming bij de vorige en de huidige Miljoenennota voor het jaar 2016. Deze verschillen komen voort uit respectievelijk verbeterde inschattingen, het effect van nota’s van wijzigingen op het Belastingplan 2016 en begrotingen 2016 op het budgettaire belang van de belastinguitgaven in 2016, dan wel hogere of lagere realisaties. Een schattingsbijstelling wordt gemaakt aan de hand van de meest recente informatie, bijvoorbeeld nieuwe bronnen zoals voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Een andere oorzaak kan zijn dat er beleidsmatige wijzigingen in de primaire heffingsstructuur zijn doorgevoerd na de Miljoenennota 2016 (nota van wijziging, novelles) die effect hebben op het budgettaire belang van fiscale regelingen, zoals bijvoorbeeld bij de energiebelasting is gebeurd. Ten slotte kan uit recentere aangiftegegevens blijken dat het gebruik van een belastinguitgave over 2015 of eerder lager is uitgekomen dan verwacht, wat reden kan zijn om de raming voor 2016 ook omlaag bij te stellen.
-
– 2016 MN2017
De huidige raming van het totale budgettaire belang van de regeling voor 2016.
-
– Effect beleidspakket 2017
De beleidsmatige ontwikkeling van het budgettair belang in 2017. Dit omvat maatregelen uit 2017 en eerdere jaren omtrent de regeling zelf en wijzigingen in de primaire heffingstructuur (zoals het verleggen van een schijfgrens of het wijzigen van een tarief) die in 2017 invloed hebben op het budgettair belang van de regeling.
-
– Endogeen 2017
De ontwikkeling in 2017 als gevolg van economische factoren en gebruik van de regeling. De raming van de endogene groei wordt waar mogelijk gebaseerd op macrovariabelen volgens het CPB, CBS en andere bronnen. Indien dit niet mogelijk is, is de raming veelal gebaseerd op de trend uit het verleden.
-
– Endogeen in %
De endogene mutatie als percentage van de raming voor 2016.
-
– 2017 MN2017
De huidige raming van het totale budgettaire belang van de regeling voor 2017.
Aangezien de overige fiscale regelingen in tabel 6.3.4 vorig jaar niet gepubliceerd zijn, is de kolom bijstelling ten opzichte van MN2016 in die tabel weggelaten.
In de tabellen 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.4 wordt de ontwikkeling van 2017 t.o.v. 2016 gesplitst in beleid en endogeen. Voor tabel 6.3.3 is dit niet gedaan omdat het effect van maatregelen bij pensioenen en eigen woning in de regel van invloed zijn op een lange reeks van jaren en op het moment van invoering in prijzen van dat jaar zijn verantwoord. Een jaarlijks geactualiseerde uitsplitsing van de bijstelling is dan niet goed mogelijk. Zo is het niet mogelijk om het effect van de bijleenregel uit 2004 voor hypotheken in 2017 te kwantificeren en zal het niet mogelijk zijn om over enkele jaren nog aan te geven wat het effect is van de invoering van de aflossingseis voor die jaren.
Bijstelling t.o.v. MN2016 | 2016 MN2017 | Effect beleids-pakket 2017 | Endogeen 2017 | Endogeen in % | 2017 MN2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Verlaging lastendruk op ondernemingen | ||||||
a) algemeen | ||||||
Zelfstandigenaftrek | – 331 | 1.512 | – 13 | 53 | 3,5% | 1.552 |
Extra zelfstandigenaftrek starters | – 37 | 76 | – 1 | 2 | 2,3% | 77 |
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid | 0 | 1 | 0 | 0 | 0,0% | 2 |
FOR, niet omgezet in lijfrente | 3 | 51 | 0 | 0 | 0,0% | 51 |
Meewerkaftrek | 0 | 7 | 0 | 0 | 0,0% | 7 |
Stakingsaftrek | 0 | 15 | 0 | – 1 | – 3,9% | 14 |
Doorschuiving stakingswinst | 0 | 250 | 1 | 11 | 4,5% | 262 |
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet | 152 | 402 | 0 | 0 | 0,0% | 402 |
Doorschuiving inkomen uit aanmerkelijk belang | 0 | 100 | 0 | 2 | 2,0% | 102 |
Landbouwvrijstelling | – 8 | 1.342 | 1 | 27 | 2,0% | 1.370 |
b) investeringen in het algemeen | ||||||
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek | 22 | 424 | 1 | 16 | 3,7% | 441 |
Willekeurige afschrijving starters2 | 0 | 8 | 0 | 0 | 0,0% | 8 |
Willekeurige afschrijving zeeschepen2 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0,0% | 3 |
Keuzeregime winst uit zeescheepvaart (tonnagebelasting) | 0 | 120 | 0 | 0 | 0,0% | 120 |
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk | 0 | 8 | 0 | 0 | 0,0% | 8 |
c) investeringen ten behoeve van het milieu | ||||||
0 | 40 | 0 | 0 | 0,0% | 40 | |
Energie-investeringsaftrek (EIA)3 | 60 | 161 | 15 | 0 | 0,0% | 176 |
Milieu-investeringsaftrek (MIA)3 | 0 | 97 | 0 | 0 | 0,0% | 97 |
Bosbouwvrijstelling | 4 | 5 | 0 | 0 | 0,0% | 5 |
Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer | 1 | 7 | 0 | 0 | 0,0% | 7 |
Verlaging lastendruk op arbeid | ||||||
a) gericht op werkgevers | ||||||
Afdrachtvermindering zeevaart | 1 | 116 | 0 | 3 | 2,3% | 119 |
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO3 | 0 | 1.143 | 62 | 0 | 0,0% | 1.205 |
Verlaagd gebruikelijk loon voor dga’s van startups | 0 | 0 | 29 | 0 | 0,0% | 29 |
b) gericht op werknemers | ||||||
Verlaging fiscale bijtelling IB (zeer) zuinige auto's | 209 | 810 | – 322 | – 84 | – 10% | 404 |
Levensloopverlofkorting | – 1 | 11 | 0 | 0 | 0,0% | 11 |
Werkbonus | 0 | 27 | – 13 | 0 | 0,0% | 14 |
Verlaging lastendruk op inkomsten uit vermogen | ||||||
Vrijstelling bos- en natuurterreinen forfaitair rendement | 0 | 7 | 0 | 0 | 0,0% | 7 |
Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap forfaitair rendement | 0 | 6 | 0 | 0 | 0,0% | 6 |
Vrijstelling groen beleggen forfaitair rendement | – 3 | 53 | 0 | 0 | 0,0% | 53 |
Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden forfaitair rendement | 2 | 26 | 0 | 1 | 5,5% | 28 |
Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen forfaitair rendement | 10 | 938 | 0 | 5 | 0,5% | 943 |
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld | 195 | 607 | 4 | 54 | 8,8% | 665 |
Gedeeltelijke vrijstelling van inkomsten uit kamerverhuur | 3 | 51 | 0 | 3 | 5,2% | 54 |
Aftrek kosten monumentenwoning | 1 | 57 | – 57 | 0 | 0,0% | 0 |
Heffingskorting groen beleggen | – 2 | 34 | 0 | 0 | 0,0% | 34 |
Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal | – 1 | 2 | 0 | 0 | 0,0% | 1 |
Overige regelingen | ||||||
Aftrek voor scholingsuitgaven (studiekosten) | – 55 | 206 | 1 | 5 | 2,5% | 212 |
Giftenaftrek | 30 | 354 | 2 | 5 | 1,5% | 361 |
Faciliteiten successiewet algemeen nut beogende instellingen | 0 | 207 | 0 | 4 | 2,0% | 211 |
Totaal generaal directe belastingen | 258 | 9.284 | – 290 | 106 | 1,1% | 9.100 |
Percentage BBP | 1,4% | 1,2% | ||||
Totaal premie-uitgaven4 |
| 333 |
|
|
| 316 |
«–» = regeling is in dat jaar niet van toepassing; «0» = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.
Het betreft hier de contante waarde van het rentevoordeel voor de betrokken belastingplichtigen c.q. het rentenadeel voor de overheid.
Een premie-uitgave is een overheidsuitgave in de vorm van een derving of uitstel van premieontvangsten die voortvloeit uit een voorziening in de wet voor zover die voorziening niet in overeenstemming is met de primaire heffingsstructuur van de wet. Het Lage inkomensvoordeel (LIV) wordt vanaf 2017 meegenomen in de reeks. Een nadere uitsplitsing van de premie-uitgaven is opgenomen in de begroting van SZW.
Bijstelling t.o.v. MN2016 | 2016 MN2017 | Effect beleidspakket 2017 | Endogeen 2017 | Endogeen in % | 2017 MN2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Energiebelasting | ||||||
Verlaagd tarief glastuinbouw | 35 | 116 | – 2 | – 2 | – 1,3% | 113 |
Teruggaaf kerkgebouwen | – 2 | 8 | 0 | 0 | 0,0% | 8 |
Teruggaaf non-profit instellingen | – 3 | 23 | 0 | 0 | 0,0% | 23 |
Teruggaaf grootverbruik | 3 | 5 | 0 | 0 | 0,0% | 5 |
Lokaal opgewekte duurzame energie | – 1 | 0 | 1 | 0 | 0,0% | 0 |
Omzetbelasting verlaagd tarief | ||||||
Boeken, tijdschriften, week- en dagbladen | 20 | 450 | 0 | 0 | 0,0% | 451 |
Bibliotheken (verhuur boeken), musea e.d. | – 1 | 179 | 0 | 6 | 3,1% | 184 |
Kermissen, attractieparken, sportwedstrijden en -accommodatie | – 21 | 436 | 0 | 14 | 3,2% | 450 |
Circussen, bioscopen, theaters en concerten | – 3 | 246 | 0 | 13 | 5,1% | 258 |
Sierteelt | 0 | 233 | 0 | 0 | 0,0% | 233 |
Arbeidsintensieve diensten | – 164 | 485 | 0 | 12 | 2,4% | 497 |
Vervoer van personen (w.o. openbaar vervoer) | – 524 | 677 | 0 | 28 | 4,2% | 705 |
Logiesverstrekking (incl. kamperen) | 85 | 701 | 0 | 43 | 6,2% | 744 |
Voedingsmiddelen horeca | 69 | 1.793 | 0 | 26 | 1,5% | 1.820 |
Omzetbelasting – vrijstellingen | ||||||
Sportclubs | – 5 | 45 | 0 | 1 | 1,4% | 46 |
Post | – 56 | 38 | 0 | 0 | 0,0% | 38 |
Vakbonden, werkgeversorg., politieke partijen, kerken | – 18 | 179 | 0 | 3 | 1,7% | 182 |
Fondswerving | – 5 | 50 | 0 | 1 | 2,1% | 51 |
Omzetbelasting – speciale regelingen | ||||||
Kleine ondernemersregeling | 2 | 149 | 0 | 9 | 6,3% | 158 |
Landbouwregeling | 1 | 17 | 0 | – 1 | – 3,0% | 17 |
Accijnzen | ||||||
Verlaagd tarief kleine brouwerijen | 0 | 2 | 0 | 0 | 0,0% | 2 |
Vrijstelling communautaire wateren | 37 | 1.284 | 4 | 5 | 0,4% | 1.293 |
Vrijstelling accijns luchtvaartuigen | – 74 | 2.123 | 6 | 15 | 0,7% | 2.145 |
Belastingen op personenauto's en motorrijwielen | ||||||
Teruggaaf ambulance | 0 | 1 | 0 | 0 | 0,0% | 1 |
Teruggaaf taxi's | – 3 | 43 | 0 | 1 | 2,1% | 44 |
Motorrijtuigbelasting | ||||||
Nihiltarief OV-bussen op LPG | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Vrijstelling motorrijtuigen van 40 jaar of ouder | 3 | 73 | – 2 | – 2 | – 3,2% | 68 |
Vrijstelling taxi's | – 5 | 46 | – 1 | 0 | 0,0% | 46 |
Vrijstelling reinigingsdiensten | 0 | 2 | 0 | 0 | 0,0% | 2 |
Vrijstelling wegenbouw | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Vrijstelling ambulances | 1 | 3 | 0 | 0 | 0,0% | 3 |
Nihiltarief MRB zeer zuinige auto's | – 8 | 37 | 1 | – 4 | – 9,6% | 35 |
Overige vrijstellingen | – 1 | 3 | 0 | 0 | 0,0% | 3 |
Belasting op zware motorrijtuigen (eurovignet) | ||||||
Teruggaaf internationaal gecombineerd vervoer | 0 | 0 | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Overdrachtsbelasting | ||||||
Vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in familiesfeer | 0 | 16 | 0 | 0 | 0,0% | 17 |
Vrijstelling overdrachtsbelasting stedelijke herstructurering | – 1 | 2 | 0 | 0 | 0,0% | 2 |
Vrijstelling landinrichting | 0 | 1 | 0 | 0 | 0,0% | 1 |
Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden | – 1 | 0 | 0 | 0 | 0,0% | 0 |
Vrijstelling cultuurgrond | 0 | 115 | 0 | 2 | 2,0% | 117 |
Vrijstelling natuurgrond | 0 | 4 | 0 | 0 | 0,0% | 4 |
Totaal generaal indirecte belastingen | – 636 | 9.585 | 7 | 172 | 1,8% | 9.765 |
Percentage BBP | 1,4% | 1,3% |
Bijstelling t.o.v. MN2016 | 2016 MN2017 | Mutatie 2017 | Mutatie in % | 2017 MN2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Eigen woning | – 1,1 | 8,1 | – 1,0 | – 13% | 7,0 |
Pensioenen (inclusief box 3) | 0,0 | 13,3 | 0,7 | 5,2% | 14,0 |
Totaal | – 1,0 | 21,4 | – 0,4 | – 1,7% | 21,0 |
Percentage BBP | 3,1% | 2,9% |
2016 MN2017 | Effect beleids-pakket 2017 | Endogeen 2017 | Endogeen in % | 2017 MN2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Inkomstenbelasting / Loonbelasting / Vennootschapsbelasting | |||||
30%-regeling2 | 851 | 0 | 51 | 6,0% | 902 |
Aftrek specifieke zorgkosten | 289 | 2 | 0 | 0,0% | 290 |
MKB-winstvrijstelling | 1.537 | 5 | 110 | 7,1% | 1.652 |
Innovatiebox | 1.390 | – 14 | – 11 | – 0,8% | 1.365 |
Heffingskortingen | |||||
Algemene heffingskorting | 19.718 | – 138 | 149 | 0,8% | 19.729 |
Arbeidskorting | 17.156 | 614 | 196 | 1,1% | 17.966 |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting | 2.023 | 0 | 29 | 1,4% | 2.052 |
Jonggehandicaptenkorting | 180 | 0 | 2 | 1,1% | 182 |
Alleenstaande ouderenkorting | 516 | 0 | – 9 | – 1,7% | 507 |
Ouderenkorting | 2.672 | 163 | 46 | 1,7% | 2.881 |
Energiebelasting | |||||
Salderingsregeling | 67 | 0 | 28 | 42% | 95 |
Belastingvermindering per aansluiting | 2.467 | – 18 | 26 | 1,1% | 2.475 |
Omzetbelasting verlaagd tarief | |||||
Geneesmiddelen en hulpmiddelen | 1.828 | 0 | 77 | 4,2% | 1.904 |
Water | 189 | 0 | 0 | 0,0% | 189 |
Voedingsmiddelen niet verstrekt in horeca | 7.571 | 0 | 246 | 3,2% | 7.817 |
Motorrijtuigbelasting | |||||
Verschillende kwarttarieven | 133 | – 2 | 9 | 6,9% | 139 |
Verlaagd tarief bestelauto ondernemer | 804 | – 14 | 8 | 1,0% | 798 |
Verlaagd tarief bestelauto gehandicapte | 15 | 0 | 0 | 0,0% | 15 |
Vrijstelling politie- en defensievoertuigen | 15 | 0 | 2 | 11% | 16 |
Schenk- en erfbelasting | |||||
Eenmalige vrijstelling t.b.v. eigen woning3 | 30 | 160 | 0 | 0,0% | 190 |
Verhuurderheffing | |||||
Heffingsvermindering | 27 | 0 | 8 | 30% | 35 |
De daadwerkelijke inkomstenderving door de regeling is minder dan het hier vermelde budgettair belang, aangezien zonder de regeling de werkelijke kosten belastingvrij vergoed kunnen worden.
In deze bijlage is het budgettaire belang het bedrag dat belastingplichtigen in dat jaar zouden moeten betalen als de vrijstelling niet van toepassing was. Het is dus de fictief verschuldigde schenkbelasting over de schenkingen in dat jaar, gegeven de omvang van de schenkingen. De kosten van beleid van € 160 miljoen wijken af van het bedrag van € 97 miljoen dat in het Belastingplan 2016 is verantwoord. Dat is de contante waarde van de kasreeks van de schenk- of erfbelasting die zou zijn verschuldigd in een latere levensfase als de schenking niet zou zijn gedaan. Voor de beleidsafweging van de maatregel is de € 97 miljoen relevant. Aan het Belastingplan 2016 en deze bijlage ligt dezelfde omvang van schenkingen ten grondslag.