2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2017 (excl. IS) | 8.452,7 | 7.764,3 | 7.110,8 | 6.712,5 | 6.858,6 | |||
Beleidsmatige mutaties | ||||||||
Rijksbegroting in enge zin | ||||||||
Diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Technische mutaties | ||||||||
Rijksbegroting in enge zin | ||||||||
Diversen | – 1,9 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | |||
Niet tot een ijklijn behorend | ||||||||
Rente vaste schuld | – 33 | 153 | 326 | 384 | – 64 | |||
Rente vlottende schuld | 1,3 | 0 | 0 | 49 | 171 | |||
Rentelasten | 0 | 0 | 13,3 | 119,8 | 236,8 | |||
Diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
– 33,6 | 153,3 | 339,6 | 553,1 | 344,1 | ||||
Extrapolatie | 9.434,9 | |||||||
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2017 | – 33,6 | 153,3 | 339,6 | 553,1 | 344,1 | |||
Stand Miljoenennota 2018 (subtotaal) | 8.419,1 | 7.917,6 | 7.450,4 | 7.265,6 | 7.202,6 | 9.434,9 | ||
Totaal Internationale samenwerking | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Stand Miljoenennota 2018 | 8.419,1 | 7.917,6 | 7.450,4 | 7.265,6 | 7.202,6 | 9.434,9 | ||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2017 (excl. IS) | 8.413,5 | 11.403,2 | 9.391,1 | 8.285,4 | 6.353 | |||
Technische mutaties | ||||||||
Niet tot een ijklijn behorend | ||||||||
Aflossingen op leningen | 426,7 | – 54 | – 57,7 | – 63,9 | – 89,1 | |||
Mutatie in rekening-courant en deposito | 581,9 | 1.524,7 | 786,8 | – 2.045,4 | – 2.643,8 | |||
Rente derivaten | – 266 | – 293 | – 252 | – 286 | – 406 | |||
Rente vlottende schuld | – 90 | – 148 | – 184 | – 212,5 | – 119,5 | |||
Voortijdige beëindiging derivaten | 1.317 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Diversen | 8,9 | – 4,7 | – 35,9 | – 25 | 12,7 | |||
1.978,5 | 1.025 | 257,2 | – 2.632,8 | – 3.245,7 | ||||
Extrapolatie | 2.573,9 | |||||||
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2017 | 1.978,5 | 1.025 | 257,2 | – 2.632,7 | – 3.245,7 | |||
Stand Miljoenennota 2018 (subtotaal) | 10.392 | 12.428,2 | 9.648,4 | 5.652,7 | 3.107,3 | 2.573,9 | ||
Totaal Internationale samenwerking | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Stand Miljoenennota 2018 | 10.392 | 12.428,2 | 9.648,4 | 5.652,7 | 3.107,3 | 2.573,9 |
Diversen (beleidsmatige en technische mutaties – uitgaven en ontvangsten)
Dit betreffen restposten van onder andere rentelasten van RWT’s (Rechtspersonen met een wettelijke taak) en decentrale overheden.
Rente vaste schuld (uitgaven)
De raming van de rentelasten vaste schuld is in de jaren 2018 tot en met 2020 opwaarts bijgesteld als gevolg van hoger geraamde rentestanden door het CPB (MEV). In 2017 en 2021 dalen de rentelasten omdat de effecten van de daadwerkelijke realisaties en het verbeterde kassaldo een sterker effect hebben dan de hoger geraamde rentestanden.
Rente vlottende schuld (uitgaven)
De raming van de rentelasten vlottende schuld is opwaarts bijgesteld, voornamelijk als gevolg van hoger geraamde rentestanden van het CPB (MEV).
Rentelasten (uitgaven)
Vanaf 2019 is de raming opwaarts bijgesteld, voornamelijk als gevolg van hoger geraamde rentestanden van het CPB.
Aflossingen op leningen
De raming van de aflossingen van leningen van RWT’s en agentschappen is voor 2017 hoger dan eerder geraamd vanwege vervroegde aflossingen. De vervroegde aflossingen hebben een neerwaarts effect op de raming in latere jaren.
Mutatie in rekening-courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekening-couranten en deposito’s van de deelnemers aan schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van de sociale fondsen.
Rente derivaten
De rentebaten op de derivaten bestaan (nagenoeg volledig) uit baten op afgesloten renteswaps. De mutaties op deze rentebaten zijn het gevolg van de hoger geraamde rentestanden van het CPB (MEV) en van de voortijdige beëindiging van een deel van de renteswaps.
Rente vlottende schuld (ontvangsten)
Er worden minder ontvangsten geraamd op de vlottende schuld als gevolg van twee effecten. Door de verbeteringen in het kassaldo hoeft er minder geleend te worden op de geldmarkt. Door de negatieve rentes zorgt dit voor minder inkomsten, met name in de jaren 2017 tot en met 2019. Daarnaast zorgen de hoger geraamde rentestanden van het CPB (MEV) voor minder negatieve rentestanden waardoor de inkomsten naar verwachting zullen dalen in de jaren 2018 tot en met 2021.
Voortijdig beëindigen derivaten
Er is sprake geweest van het voortijdig beëindiging van een aantal rentederivaten. Bij het beëindigen van een rentederivaat wordt de actuele marktwaarde van het derivaat verrekend tussen beide partijen. De beëindigde rentederivaten hebben per saldo een voor de staat positieve marktwaarde, waardoor er sprake is van eenmalige ontvangsten. Daar staat tegenover dat op een beëindigd rentederivaat meerjarig geen rente meer wordt ontvangen.