Base description which applies to whole site

4.1 Inleiding

Alle signalen voor de Nederlandse economie staan op groen, zo meldde het Centraal Planbureau (CPB) dit voorjaar. Dat neemt niet weg dat er risico’s blijven voor de overheidsfinanciën. Een beschrijving van de overheidsfinanciën is niet volledig zonder inzicht in de risico’s voor de overheidsbegroting.60 Door de financiële crisis is er wereldwijd meer aandacht gekomen voor risico’s en stabiliteit van zowel (de overheidsfinanciën van) landen als onzekerheden voor specifieke sectoren. Om die reden brengt De Nederlandsche Bank (DNB) als toezichthouder op de financiële sector periodiek het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS)61 uit. Ook het CPB publiceert periodiek een risicorapportage over de financiële sector.62

De overheidsfinanciën hebben te maken met risico’s in allerlei soorten en maten. Vaak denkt men daarbij alleen aan onverwachte gebeurtenissen zoals natuurrampen die tot grote schade en hoge kosten kunnen leiden. Maar de overheid moet (financieel) ook het hoofd kunnen bieden aan conjuncturele schokken en aan trendmatige ontwikkelingen als technologische innovaties en klimaatverandering.

Ramingen zijn per definitie onzeker. Dat komt door inherente onzekerheden in ramingsmodellen, maar ook door de invloed van allerlei voorspellingen over andere grote gebeurtenissen in de wereld. Zo was er lang onzekerheid over wat de uitslagen zouden worden van het EU-referendum in het Verenigd Koninkrijk en van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De ramingen van de groei van de Nederlandse economie hielden destijds geen rekening met eventuele gevolgen van de Brexit of met de effecten van het ongewisse karakter van het nieuwe Amerikaanse regeringsbeleid. Deze ontwikkelingen laten zich lastig voorspellen en zijn daarom ook moeilijk te vertalen in ramingen.

Buffers opbouwen is noodzakelijk om schokken te kunnen opvangen. De overheid moet immers het hoofd kunnen bieden aan de verschillende soorten onzekerheid. Gelukkig laat hoofdstuk 3 zien dat de overheidsfinanciën aanzienlijk zijn verbeterd sinds de crisis. De uitgangspositie voor de komende kabinetsperiode is dan ook goed. Die startpositie biedt de ruimte om buffers op te bouwen om een mogelijke toekomstige schok op te vangen. Zo boden de lage overheidsschuld en het begrotingsoverschot negen jaar geleden de overheid de kans om de effecten van de financiële crisis te dempen en de eerste klappen op te vangen.

Paragraaf 4.2 gaat in op de manier waarop de overheid haar interventies in de Nederlandse financiële sector afwikkelt. De ontwikkeling van risicoregelingen komt in paragraaf 4.3 over het voetlicht. De focus in paragraaf 4.4 ligt op de ontwikkelingen in Europees verband, zoals de toepassing van de nieuwe regels in het kader van de bankenunie en steunoperaties voor de Europese landen in de problemen. In paragraaf 4.5 ten slotte komen de tegoeden van de decentrale overheden aan bod die zij veiligheidshalve in de schatkist stallen.

Licence