Base description which applies to whole site

4.5 Decentrale overheden

Decentrale overheden stallen sinds december 2013 hun geld in de schatkist. Dit zogenoemde verplicht schatkistbankieren geldt voor al het geld dat gemeenten en provincies niet direct nodig hebben om hun publieke taken te financieren. Dit heeft twee positieve effecten: het verlaagt de EMU-schuld van Nederland en het beschermt decentrale overheden tegen kredietrisico's. Schatkistbankieren voorkomt namelijk dat decentrale overheden hun geld stallen bij marktpartijen die weliswaar hogere rendementen bieden maar ook een groter risico op wanbetaling of faillissement kennen, zoals doorgaans op financiële markten het geval is.

Decentrale overheden houden steeds meer geld aan in de schatkist. In juni 2017 stond er voor ruim 11 miljard euro aan vermogen in de schatkist. Vermoedelijk is de belangrijkste verklaring voor deze stijging dat vermogen dat eerder elders vastlag steeds vaker vrijvalt en dan moet worden aangehouden in de schatkist. Denk bijvoorbeeld aan deposito’s met een vaste looptijd die vrijkomen. Verder laat figuur 4.5.1 een seizoenspatroon zien met een piek rond de zomermaanden en een daling tegen het einde van het jaar. Wel ligt de eindstand ieder jaar weer iets hoger.

Figuur 4.5.1 Middelen decentrale overheden gestald in de schatkist (in miljarden euro)

Figuur 4.5.1 Middelen decentrale overheden gestald in de schatkist (in miljarden euro)

Bron: Ministerie van Financiën.

Licence