Enkele Europese banken kwamen afgelopen tijd in financiële problemen. Drie banken – Banco Popular Español, Banco Populare di Vicenza en Veneto Banco – kregen van de Europese Centrale Bank (ECB) het stempel failing or likely to fail, omdat ze niet meer voldeden aan de liquiditeits- of kapitaalsvereisten. Onderliggend kampten sommige van deze banken al langer met problemen. Nieuwe regels van de bankenunie hebben ervoor gezorgd dat deze problemen zijn aangepakt. De resolutieautoriteit, de Single Resolution Board (SRB), heeft bepaald of deze banken voor resolutie op Europees niveau in aanmerking komen.
Banco Popular Español kon op korte termijn niet meer aan zijn verplichtingen voldoen. Vanwege haar omvang was resolutie van Banco Popular Español volgens de SRB in het publiek belang. De aandeelhouders van Banco Popular Español hebben gedeeld in het verlies van de bank. Nadat de achtergestelde schulden waren omgezet in aandelen is de bank voor 1 euro overgedragen aan Banco Santander. In dit geval was er sprake van een zogenoemde bail-in tot en met junior obligatiehouders. Banco Santander, de grootste bank van Spanje, heeft de activiteiten van Banco Popular Español overgenomen.
Banco Populare di Vicenza en Veneto Banco beschikten over onvoldoende kapitaal. Daarmee voldeden deze twee Italiaanse banken volgens de ECB niet meer aan de gestelde eisen. De SRB vond resolutie voor deze banken niet in het publiek belang, waardoor de banken met nationale wetgeving in de hand geliquideerd werden. Hierbij heeft de Italiaanse overheid met instemming van de Europese Commissie, na een bail-in tot en met junior obligatiehouders, staatssteun verleend om de twee banken ordelijk van de markt te laten verdwijnen. Dit zonder de stabiliteit van de financiële markten te schaden en zonder dat de depositohouders er last van ondervonden.
Italië heeft Banca Monte dei Paschi di Siena preventief geherkapitaliseerd. Het was niet de eerste keer dat een Europese bank preventief een herkapitalisatie kreeg. Al in 2015 is dat instrument toegepast bij Piraeus en National Bank of Greece, twee Griekse banken.
In deze recente casussen zijn de nieuwe regels voor het eerst toegepast op Europese banken met financiële problemen. Er is dan ook veel veranderd rondom de bankensector sinds de financiële crisis. Zo kunnen aandeelhouders en verschaffers van obligaties niet langer ongehinderd mooie rendementen genieten in goede tijden en in slechte tijden gevrijwaard worden door de belastingbetaler. Wanneer banken in de problemen komen, delen ook zij in het verlies en de herkapitalisatie van een bank. Toezichthouders en resolutieautoriteiten hebben bevoegdheden en instrumenten gekregen om eventuele problemen tijdig te signaleren en aan te pakken.
Er zijn aanvullende stappen nodig om niet-presterende leningen aan te pakken. De Ministers van Financiën hebben binnen de Europese bankenunie eind juni 2017 een gezamenlijk actieplan opgesteld om niet-presterende leningen aan te pakken. Daarin is specifiek gekeken naar de rol van toezichthouders, structurele factoren waaronder insolventie, de ontwikkeling van secundaire markten voor deze leningen en herstructurering van de sector. De komende tijd voert de Europese Commissie samen met lidstaten dit actieplan verder uit. Daarvoor is ook een expertgroep opgericht.
Ontwikkelingen van EU-programmalanden
De Eurogroep heeft in juni 2017 afspraken gemaakt over het Griekse steunprogramma. 66 Die afspraken gaan bijvoorbeeld over de houdbaarheid van de Griekse schuld, deelname van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan de steun aan Griekenland en de uitkering van een volgend leningdeel. De Eurogroep gaf aan blij te zijn dat Griekenland de eerder afgesproken maatregelen voortvarend uitvoert. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om hervormingen van de pensioenen en de inkomstenbelasting, en de aanpak van leningen in de private markt waarop niet tijdig wordt afgelost of de rente niet op tijd wordt betaald.
Het doel is om de Griekse economische groei aan te wakkeren. Griekenland heeft al veel hervormingen doorgevoerd op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en ter verbetering van het ondernemingsklimaat. Het land zal daar ook in 2018 mee doorgaan. Ook zal het land privatiseringen doorvoeren, bijvoorbeeld op de energiemarkt die nu nog in handen is van een staatselektriciteitsbedrijf. Deze maatregelen moeten bedrijven makkelijker toegang geven tot deelmarkten van de economie, waardoor de concurrentiekracht en de productiviteit van de Griekse economie stijgt.
Griekenland heeft eind juli 2017 weer een obligatie op de kapitaalmarkt uitgegeven. Tegen een rentepercentage van 4,62 procent haalde Griekenland voor het eerst sinds 2014 geld van de kapitaalmarkt. In totaal leenden beleggers het land 3 miljard euro uit voor vijf jaar. Met ongeveer de helft van het bedrag heeft het land een lening afgelost die in 2019 terugbetaald moest worden, waardoor de financieringsbehoefte in dat jaar nu lager is.
Meer economische groei is nodig om de Griekse overheidsfinanciën houdbaar te maken. Zowel het programma van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) als de EU-fondsen hebben daarom veel aandacht voor de groei van de economie. De eerdere afspraken over schuldhoudbaarheid zijn bevestigd en verder uitgewerkt. Het IMF heeft aangegeven dat Griekenland kan rekenen op financiële steun vanuit het IMF als de Griekse schuld zich volgens dit fonds op een houdbaar pad bevindt.
Portugal, Cyprus en Spanje willen hun leningen vervroegd aflossen. Portugal heeft de afgelopen jaren al de helft van de IMF-lening afgelost. Dat is eerder dan noodzakelijk. Cyprus heeft eveneens vervroegd afgelost aan het IMF. Ook Spanje zal dit jaar opnieuw vervroegd een deel van de lening van het ESM aflossen, die nu nog 31,8 miljard euro groot is zoals figuur 4.4.1 toont. Het Europese Financiële Stabilisatiemechanisme (EFSM) en de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF) verstrekken sinds 2013 geen nieuwe leningen meer.
Figuur 4.4.1 Uitgekeerde, nog uitstaande leningen steunfondsen (in miljarden euro)
Bron: Europese Commissie, Europees Stabiliteitsmechanisme, Internationaal Monetair Fonds