Base description which applies to whole site

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

2019

2020

2021

2022

2023

2024

totaal uitgaven

42.997,9

42.656,0

42.484,3

42.964,8

43.379,8

43.197,3

totaal niet-belastingontvangsten

1.312,2

1.364,3

1.416,1

1.499,6

1.574,3

1.670,8

1

Primair onderwijs

Uitgaven

11.653,5

11.685,6

11.650,8

11.588,3

11.505,7

11.455,8

Ontvangsten

12,3

27,0

10,5

9,3

9,2

9,2

3

Voortgezet onderwijs

Uitgaven

8.874,2

8.746,7

8.654,8

8.588,9

8.563,3

8.543,6

Ontvangsten

10,2

7,4

7,4

7,4

7,4

7,4

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Uitgaven

4.673,0

4.680,1

4.787,9

4.536,5

4.928,1

4.685,3

Ontvangsten

4,0

4,0

3,0

3,0

3,0

3,0

6

Hoger beroepsonderwijs

Uitgaven

3.387,5

3.413,9

3.489,3

3.523,0

3.505,1

3.520,1

Ontvangsten

2,9

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

7

Wetenschappelijk onderwijs

Uitgaven

5.078,4

5.150,2

5.265,3

5.360,9

5.419,1

5.486,2

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

8

Internationaal onderwijsbeleid

Uitgaven

12,1

12,0

10,5

10,3

10,3

10,3

Ontvangsten

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

9

Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

Uitgaven

168,2

167,5

164,3

164,4

163,2

163,2

Ontvangsten

9,0

9,0

9,0

9,0

9,0

9,0

11

Studiefinanciering

Uitgaven

5.547,6

5.221,1

4.940,5

5.665,7

5.749,6

5.774,7

Ontvangsten

885,2

936,1

1.005,8

1.076,9

1.151,6

1.223,2

12

Tegemoetkoming studiekosten

Uitgaven

80,4

77,4

75,8

74,7

73,1

71,7

Ontvangsten

4,0

3,9

3,8

3,7

3,6

3,6

13

Lesgelden

Uitgaven

12,8

13,4

13,5

13,6

13,6

13,6

Ontvangsten

231,9

226,6

231,3

238,9

244,2

248,4

14

Cultuur

Uitgaven

965,2

1.000,5

957,2

944,0

952,5

949,9

Ontvangsten

2,0

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

15

Media

Uitgaven

1.016,6

1.023,1

1.005,5

1.028,4

1.027,8

1.052,7

Ontvangsten

149,9

147,9

142,9

148,9

143,9

164,5

16

Onderzoek en wetenschappen

Uitgaven

1.238,3

1.172,0

1.163,4

1.159,8

1.159,2

1.158,6

Ontvangsten

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

25

Emancipatie

Uitgaven

15,9

15,2

15,0

15,0

15,8

15,8

91

Nominaal en onvoorzien

Uitgaven

4,0

6,0

7,8

13,8

95

Apparaatskosten

Uitgaven

274,1

277,1

286,6

285,4

285,6

282,0

Ontvangsten

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

Artikel 1 Primair onderwijs

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming en in het po wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven. De stijging in 2020 t.o.v. 2019 is het gevolg van de oploop in een aantal intensiveringen uit het Regeerakkoord zoals de middelen voor de verlaging van de werkdruk en de middelen voor de voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming en in het vo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven.

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming en in het mbo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Er is sprake van een korte stijging vanwege een hogere instroom van bbl’ers. Dit wordt uiteindelijk ingehaald door de algehele daling. De incidentele hogere uitgaven in 2023 zijn het gevolg van een kasschuif op het budget voor de kwaliteitsafspraken.

Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs en Artikel 7 Wetenschappelijk onderwijs

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. Uit de raming blijkt dat het aantal ho-studenten de komende jaren stijgt. De uitgaven op beide artikelen stijgen. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat er door de invoering van het studievoorschot extra middelen worden geïnvesteerd in het hoger onderwijs. Deze middelen lopen voor zowel het hbo als het wo op in de huidige meerjarenperiode.

Artikel 8 Internationaal onderwijsbeleid

De daling in de uitgaven in 2021 wordt met name veroorzaakt doordat de bekostiging van het Nationaal Agentschap Erasmus+ vanuit de onderwijsartikelen momenteel tot en met 2020 geregeld is.

Artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

De dalingen in de uitgaven wordt met name veroorzaakt doordat enkele subsidies aflopen, zoals de Impuls lerarentekorten en de projecten voor professionalisering.

Artikel 11 Studiefinanciering

De stijging van de uitgaven en ontvangsten komt voornamelijk doordat studenten meer lenen. De invoering van het studievoorschot heeft deze trend versterkt. Daarnaast neemt het aantal studenten in het hoger onderwijs toe, waardoor ook het aantal leningen en daarmee het totaal geleende bedrag toeneemt. De lagere uitgaven in 2020 en 2021 zijn het gevolg van kasschuiven op het OV-contract met vervoersbedrijven voor het optimaliseren van het kasritme van de rijksoverheid.

Artikel 12 Tegemoetkoming studiekosten

De daling van de uitgaven komt voornamelijk doordat in het vo een daling van het aantal leerlingen wordt geraamd. De uitgaven van dit artikel zijn hier voornamelijk van afhankelijk.

Artikel 13 Lesgelden

De ontvangsten onder dit artikel volgen voornamelijk de aantallen lesgeldplichtige studenten in het mbo en zijn redelijk constant.

Artikel 14 Cultuur

Er zijn verschillende factoren die zorgen voor dit verloop van de uitgaven. Per 2019 staat het budget op de begroting van OCW dat gemoeid is met de omvorming van de fiscale monumentenaftrek naar een uitgavenregeling. Daarnaast zijn de regeerakkoordmiddelen voor cultuur (in totaal 80 mln. structureel) overgeboekt naar de begroting van OCW. Tenslotte zorgen de incidentele regeerakkoordmiddelen voor erfgoed en monumenten in de jaren 2018–2021 voor hogere uitgaven.

Artikel 15 Media

De uitgaven blijven over de jaren gezien vrij constant doordat het kabinet structureel 40 mln. heeft vrijgemaakt om de nationale publieke omroep te compenseren voor minder reclame-inkomsten. Daarnaast is voor de periode 2019 tot en met 2021 15 mln. beschikbaar gesteld voor de versterking van de samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen.

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

De daling in de uitgaven in 2020 t.o.v. 2019 komt doordat de sectorplannen (RA-middelen) worden toegevoegd aan de eerste geldstroom in het hoger onderwijs.

Artikel 25 Emancipatie

De uitgaven blijven over de jaren heen vrij constant.

Artikel 91 Nominaal en onvoorzien

Artikel 91 bevat de oploop in de middelen voor onderhoud en vervanging van de ICT-systemen van DUO van 4 mln.in 2021 oplopend tot 13,8 mln. in 2024 die aangewend worden als de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting ordentelijk zijn geïmplementeerd.

Artikel 95 Apparaatsuitgaven

De lagere uitgaven in 2019 en 2020 worden voornamelijk veroorzaakt doordat de omvorming van de fiscale scholingsaftrek naar een uitgavenregeling op de begroting van OCW is uitgesteld. Het beschikbare budget is daarom weer van de OCW-begroting afgetrokken. De omvorming staat nu gepland voor 2021.

Licence