Base description which applies to whole site

Economische Zaken en Klimaat

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

2019

2020

2021

2022

2023

2024

totaal uitgaven

5.240,9

5.679,3

5.721,7

5.556,4

6.090,9

6.164,1

totaal niet-belastingontvangsten

4.114,1

4.879,0

4.435,2

4.149,3

4.601,4

4.614,3

1

Goed functionerende economie en markten

Uitgaven

205,8

212,6

217,7

212,7

212,7

212,7

Ontvangsten

31,9

31,9

31,9

31,9

31,9

31,9

2

Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Uitgaven

986,8

1.053,3

1.005,9

1.003,6

1.016,2

1.006,2

Ontvangsten

124,5

129,9

111,9

105,7

107,1

106,2

3

Toekomstfonds

Uitgaven

263,8

184,5

169,7

164,1

152,8

152,8

Ontvangsten

34,1

34,6

44,0

45,3

50,2

50,3

4

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Uitgaven

2.986,5

3.670,0

3.788,7

3.852,7

4.404,7

4.487,4

Ontvangsten

2.492,2

3.387,2

3.152,0

3.176,0

3.852,3

4.016,0

5

Een veilig Groningen met perspectief

Uitgaven

478,7

264,8

263,7

49,4

34,0

31,7

Ontvangsten

1.406,0

1.270,0

1.070,0

765,0

535,0

385,0

40

Apparaat (EZK)

Uitgaven

319,4

294,2

276,0

274,0

270,5

273,4

Ontvangsten

25,4

25,4

25,4

25,4

24,8

24,8

41

Nog onverdeeld (EZK)

Uitgaven

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

De uitgaven op dit artikel hebben met name betrekking op de bijdragen aan agentschappen (Agentschap Telecom, RVO) en bijdragen aan ZBO’s/RWT’S (Metrologie en CBS). De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op boetes die toezichthouders van EZK opleggen en waar – in het kader van het zogenaamde High Trust-beleid – een meerjarige raming voor wordt aangehouden.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

De uitgaven op dit artikel zijn met name bestemd voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties, bijdragen aan TNO en de Kamer van Koophandel en subsidies ter stimulering van innovatie en (duurzaam) ondernemen. De hogere uitgaven vanaf 2020 wordt veroorzaakt door de overheveling van de Klimaatenveloppemiddelen (maatregel E23 in het regeerakkoord) voor verduurzaming industrie. De middelen worden ingezet voor programmatische aanpak waterstof, subsidiering van pilots en demo's gericht op CO2-reductie en voor de toepassing van CO2 afvang en opslag. Deze reeks start vanaf 2020 met 55 mln. en is vanaf 2023 85 mln. structureel. De ontvangsten zijn grotendeels afkomstig uit de BMKB en Garantie Ondernemersfinanciering, de Rijksoctrooiwet en de luchtvaartkredietregeling. De afloop in de ontvangstenreeks komt met name doordat de raming van de octrooiontvangsten op korte termijn naar boven is bijgesteld.

Artikel 3 Toekomstfonds

Het Toekomstfonds kent een 100% eindejaarsmarge, waardoor overtollige middelen in enig jaar volledig meegenomen kunnen worden naar het volgende jaar. De niet benutte middelen in 2018, die bij Voorjaarsnota 2019 aan de begroting 2019 van het Toekomstfonds zijn toegevoegd, zijn voor de diverse instrumenten gespreid over de komende jaren. Dit zorgt voor een hogere raming in 2019. De verschillende instrumenten binnen het Toekomstfonds zijn geheel of gedeeltelijk revolverend. De ontvangsten komen voornamelijk uit Fund of funds, Innovatiekredieten en Seed. De oploop van de ontvangsten vanaf 2021 worden voornamelijk veroorzaakt door hogere ramingen voor Fund of funds gebaseerd op prognoses.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van klimaatverandering

De uitgaven op dit artikel stijgen door de oplopende uitgaven aan de SDE+-regeling (Stimulering Duurzame Energieproductie+). Deze uitgaven stijgen vanwege het toenemende aantal SDE+-subsidies om tegemoet te komen aan de afspraak in het Energieakkoord voor duurzame energie. Hierin is namelijk afgesproken dat Nederland in 2020 een aandeel van 14% hernieuwbare energieproductie heeft (en in 2023 16%). De stijging in de uitgaven vanaf 2020 is extra versterkt door het overhevelen van de SDE+-reeks op de Aanvullende Post (AP) naar de EZK-begroting. In het Regeerakkoord stond een ophoging voor zowel de ontvangstenreeks Opslag Duurzame Energie (ODE) als de uitgavenreeks (SDE+) vanaf 2020. In 2017 is de ODE met deze afgesproken reeks al opgehoogd. De bijbehorende uitgavenreeks werd op de Aanvullende Post (AP) geplaatst, maar is in deze begroting nu overgeheveld aan het SDE+-budget 2020 en verder.

De ontvangsten op artikel 4 vloeien voornamelijk voort uit de ODE. De ODE-ontvangsten stijgen om de toenemende uitgaven aan de SDE+ zoals vastgelegd in het Energieakkoord te financieren.

Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

De uitgaven op artikel 5 bestaan voornamelijk uit subsidies voor de verduurzamingsopgave, de betalingen van schadevergoedingen voor gedupeerden van aardbevingen door gaswinning, de bijdrage aan RVO.NL voor de uitvoering van de schadeafhandeling en de kosten voor de TCMG. De hogere uitgaven in de jaren 2019-2021 komen voort uit bijdragen van NAM aan het Nationaal Programma Groningen, de bijdragen van NAM voor schadebetalingen en de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de schadeafwikkeling die in deze jaren vallen. De schadevergoedingen en daarbij behorende uitvoeringskosten worden uitbetaald door EZK en daarna volledig verhaald op de NAM. Deze posten zijn daarom ook aan de ontvangstenkant van de EZK-begroting opgenomen. De ontvangsten worden voornamelijk bepaald door de aardgasbaten. In de raming van de gasbaten zijn o.a. de volgende wijzigingen doorgevoerd die hebben bijgedragen aan lagere ramingen: versnelling van de afbouw van de gaswinning in Groningen conform Kamerbrief van 8 februari 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 580) en onderzoek van het Kabinet hoe de gaswinning al in het gasjaar 2019-2020 onder de 12 bcm gebracht kan worden. Deze mutatie is in de begroting verwerkt.

Artikel 40 Apparaat

De uitgaven voor artikel 40 hebben betrekking op personele en materiële uitgaven. De hogere uitgaven in 2019 komen o.a. door een overboeking uit de aanvullende post voor werkzaamheden op het Groningendossier.

Licence