2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 17.405,1 | 18.893,8 | 20.047,4 | 23.211,4 | 24.266,9 | 24.827,7 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 144,0 | 133,6 | 114,7 | 105,6 | 105,6 | 105,6 | |
1 | Volksgezondheid | ||||||
Uitgaven | 781,0 | 1.040,0 | 989,8 | 921,8 | 931,3 | 915,1 | |
Ontvangsten | 11,9 | 13,9 | 13,9 | 13,9 | 13,9 | 13,9 | |
2 | Curatieve zorg | ||||||
Uitgaven | 3.139,0 | 3.122,2 | 3.224,7 | 3.309,6 | 3.421,3 | 3.526,2 | |
Ontvangsten | 3,4 | 5,1 | 5,1 | 5,1 | 5,1 | 5,1 | |
3 | Langdurige zorg en ondersteuning | ||||||
Uitgaven | 6.143,1 | 7.259,8 | 7.968,1 | 10.926,9 | 11.517,6 | 11.563,2 | |
Ontvangsten | 5,7 | 5,7 | 5,7 | 5,7 | 5,7 | 5,7 | |
4 | Zorgbreed beleid | ||||||
Uitgaven | 1.178,6 | 1.072,6 | 1.049,7 | 992,9 | 910,7 | 913,8 | |
Ontvangsten | 73,2 | 70,7 | 68,7 | 66,7 | 66,7 | 66,7 | |
5 | Jeugd | ||||||
Uitgaven | 155,2 | 95,8 | 78,3 | 71,0 | 68,3 | 68,1 | |
Ontvangsten | 4,5 | 26,1 | 9,2 | 2,1 | 2,1 | 2,1 | |
6 | Sport en bewegen | ||||||
Uitgaven | 374,2 | 436,2 | 439,7 | 440,5 | 442,5 | 442,5 | |
Ontvangsten | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | |
7 | Oorlogsgetroffenen en Herinnering Tweede Wereldoorlog | ||||||
Uitgaven | 268,6 | 254,6 | 232,5 | 216,1 | 201,3 | 187,1 | |
Ontvangsten | 0,9 | 2,9 | 2,9 | 2,9 | 2,9 | 2,9 | |
8 | Tegemoetkoming specifieke kosten | ||||||
Uitgaven | 4.936,6 | 5.238,4 | 5.706,8 | 5.994,6 | 6.440,6 | 6.877,3 | |
9 | Algemeen | ||||||
Uitgaven | 30,8 | 22,7 | 27,4 | 22,0 | 22,0 | 22,0 | |
10 | Apparaatsuitgaven | ||||||
Uitgaven | 387,4 | 332,2 | 318,7 | 305,1 | 300,5 | 301,4 | |
Ontvangsten | 43,6 | 8,6 | 8,6 | 8,6 | 8,6 | 8,6 | |
11 | Nog onverdeeld | ||||||
Uitgaven | 10,8 | 19,4 | 11,6 | 11,0 | 10,8 | 10,9 |
Artikel 1 Volksgezondheid
De hogere uitgaven op artikel 1 worden verklaard door het verstrekken van additionele subsidies aan ziektepreventie. Daarnaast is in 2019 de bijdragen aan het RIVM voor vaccinaties hoger. Het RIVM draagt onder andere zorg voor een goede uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma inclusief de uitbreiding met Meningokokken ACWY–vaccinatie, het Nationaal Programma Grieppreventie, de Pneumokkokkenvaccinatie en de Maternale kinkhoestvaccinatie. Vanaf 2020 en later worden de middelen voor de ZonMw-programma’s begroot op artikel 1 in plaats van artikel 4 (298 mln. in 2020). Na 2020 nemen de uitgaven geleidelijk af. Dit is onder andere het gevolg van lagere uitgaven aan de onderzoeksprogramma’s van ZonMw.
Artikel 2 Curatieve zorg
De oploop van de uitgaven op artikel 2 vanaf 2020 is een gevolg van een stijging van de Rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden jonger dan 18 jaar.
Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Dit artikel neemt tussen 2019 en 2024 toe door een stijging van de Rijksbijdrage Wlz (5,3 mld.) en de Bijdrage In Kosten van Kortingen (BIKK, 0,3 mld.). De Rijksbijdrage Wlz stijgt als gevolg van het stabiliseren van de Wlz-premie op 9,65% en de stijgende Wlz-uitgaven. Het verschil tussen de premieopbrengsten (samen met de BIKK) en de uitgaven wordt opgevangen met deze Rijksbijdrage. De hoogte van de BIKK hangt o.a. samen met de ontwikkeling van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting. Deze Rijksbijdrage compenseert het Wlz-fonds voor wijzigingen in de ontvangsten die ontstaan door de ontwikkeling van de heffingskortingen.
Artikel 4 Zorgbreed Beleid
Vanaf 2020 en later worden de middelen voor de ZonMw-programma’s begroot op artikel 1 in plaats van artikel 4 (298 mln. in 2020). Na 2020 nemen de uitgaven geleidelijk af. Dit is onder andere het gevolg van lagere uitgaven aan subsidies transparantie kwaliteit van zorg.
Artikel 5 Jeugd
Het artikel Jeugd laat een afname zien van de uitgaven. In 2019 is het budget hoger dan in latere jaren, doordat er tijdelijk extra middelen beschikbaar zijn gesteld voor transitiekosten van de decentralisatie van het jeugdbeleid. Daarom dalen ook de subsidies voor het jeugdstelsel.
Artikel 6 Sport en Bewegen
De oploop van 2019 naar latere jaren wordt verklaard doordat in 2019 circa 62 mln. is overgeheveld naar het Gemeentefonds voor de buurtsportcoaches, terwijl deze storting voor de latere jaren nog niet heeft plaatsgevonden. Deze 62 mln. is dus niet langer zichtbaar in de VWS begroting maar in het Gemeentefonds.
Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinneringen Tweede Wereldoorlog
Door afname van het aantal verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen dalen de uitgaven aan pensioenen en uitkeringen op dit artikel.
Artikel 8 Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten
De toename van de uitgaven op dit artikel geeft met name de ontwikkeling van de zorgtoeslag weer. De stijging van de uitgaven aan de zorgtoeslag is het gevolg van de toename van de zorgpremie, bevolkingsgroei en de economische ontwikkeling. Daarnaast is in het kader van de koopkrachtbesluitvorming over 2020 de zorgtoeslag structureel verhoogd.
Artikel 9 Algemeen
Het verschil tussen 2019 en latere jaren ontstaat door een eenmalige aflossing van een schuld van het moederdepartement aan het RIVM.
Artikel 10 Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven zijn in 2019 hoger dan de daaropvolgende jaren. Dit hangt samen met incidentele personele en materiële uitgaven, maar ook met de technische verwerking van uitgaven waar niet-belastingontvangsten tegenover staan (zogenaamde desalderingen). Bij desalderingen stijgen zowel de niet-belastingontvangsten als de uitgaven met eenzelfde bedrag, waardoor de netto uitgaven dus niet stijgen. In de begroting worden dergelijke ontvangsten en daarmee corresponderende uitgaven niet structureel geraamd.
Artikel 11 Nog onverdeeld
Het verloop op dit artikel wordt verklaard door nog niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling (10,7 mln. in 2019). Verder staat in 2020 incidenteel budget (circa 8,4 mln.) voor de invoering van het individueel keuzebudget voor Rijksambtenaren.