2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2019 (excl. IS) | 8.496,4 | 9.546,0 | 9.250,0 | 9.508,3 | 9.790,9 | |
Beleidsmatige mutaties | ||||||
Rijksbegroting | ||||||
Bijstelling n.a.v. eu-begroting 2019 | ‒ 17,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Dab 1: surplus eu-begroting 2018 | ‒ 88,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Eu begroting 2020 | 0,0 | ‒ 810,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Inzet reservering voor bronnenrevisie bni | 0,0 | ‒ 100,0 | ‒ 79,9 | ‒ 82,2 | ‒ 83,9 | |
Inzet reservering voor nacalculatie | ‒ 318,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Spring forecast 2019 | ‒ 33,6 | 84,0 | 98,2 | 100,9 | 102,9 | |
Uitstel surplus 2018 | 88,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Diversen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
‒ 369,3 | ‒ 826,0 | 18,3 | 18,7 | 19,0 | ||
Technische mutaties | ||||||
Rijksbegroting | ||||||
Overboeking reservering voor bronnenrevisie bni | 0,0 | 100,0 | 79,9 | 82,2 | 83,9 | |
Overboeking reservering voor nacalculatie | 318,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
318,5 | 100,0 | 79,9 | 82,2 | 83,9 | ||
Extrapolatie | 10.183,5 | |||||
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2019 | ‒ 50,9 | ‒ 725,9 | 98,2 | 100,9 | 102,9 | |
Stand Miljoenennota 2020 (subtotaal) | 8.445,6 | 8.820,0 | 9.348,2 | 9.609,2 | 9.893,8 | 10.183,5 |
Totaal Internationale samenwerking | 1.560,8 | 1.530,6 | 1.531,2 | 1.560,2 | 1.599,2 | 1.628,4 |
Stand Miljoenennota 2020 | 10.006,4 | 10.350,7 | 10.879,4 | 11.169,4 | 11.493,0 | 11.811,9 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Miljoenennota 2019 (excl. IS) | 383,7 | 671,7 | 685,2 | 696,7 | 712,8 | |
Beleidsmatige mutaties | ||||||
Rijksbegroting | ||||||
Nacalculatie incl. bronnenrevisie | ‒ 318,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Spring forecast 2019 | ‒ 6,7 | ‒ 66,1 | 18,3 | 18,6 | 19,0 | |
Uitstel surplus 2018 | 0,0 | 88,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
Diversen | ‒ 12,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
‒ 338,1 | 21,9 | 18,3 | 18,6 | 19,0 | ||
Extrapolatie | 746,5 | |||||
Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2019 | ‒ 338,1 | 21,9 | 18,3 | 18,6 | 19,0 | |
Stand Miljoenennota 2020 (subtotaal) | 45,6 | 693,6 | 703,4 | 715,4 | 731,8 | 746,5 |
Totaal Internationale samenwerking | 99,7 | 93,3 | 78,3 | 78,3 | 78,3 | 78,3 |
Stand Miljoenennota 2020 | 145,3 | 786,9 | 781,7 | 793,7 | 810,2 | 824,8 |
Bijstelling n.a.v. EU-begroting 2019
De raming van de BNI-afdracht van Nederland in 2019 wordt met 17 mln. neerwaarts bijgesteld omdat de raming van de overige inkomsten op de Europese begroting voor 2019 hoger uitvalt dan verwacht.
Dab 1: surplus EU-begroting 2018
De Europese Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting (DAB, draft amending budget) gepresenteerd met daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus komt in totaal uit op 1,8 mld., wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van 88 mln. in 2019 als gevolg heeft.
EU-begroting 2020
Het Raadscompromis EU-begroting 2020 ligt fors onder het betalingenplafond van het MFK (Meerjarig Financieel Kader) op basis waarvan de Nederlandse afdracht voor 2020 is geraamd. Incidenteel gaat hierdoor, en door het aflopen van het MFK in 2020, de BNI-afdracht van Nederland voor 2020 omlaag. De geplande uitgaven worden op een later moment uitgevoerd, maar gezien 2020 het laatste jaar is van het huidige MFK, zullen die betalingen pas in het volgende MFK plaatsvinden.
Inzet reservering voor bronnenrevisie bni & overboeking reservering voor bronnenrevisie bni
Met de Spring Forecast 2019 worden de structurele effecten van de nacalculatie over 2018 opgenomen in de raming van het BNI voor 2019 en verder. Voor deze effecten was 100 mln. structureel gereserveerd vanaf 2020 op de aanvullende post, welke hiermee vrijvalt. De overboeking betreft de overboeking van de reservering vanaf de aanvullende post naar de begroting van BZ.
Inzet reservering voor nacalculatie, overboeking reservering voor nacalculatie & nacalculatie incl. bronnenrevisie
Naar aanleiding van de bronnenrevisie van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het Nederlandse BNI opwaarts bijgesteld. Voor 2019 leidt dit via de jaarlijkse nacalculatie van de EU-afdrachten tot ophoging van de BNI-afdracht van incidenteel 318 mln. Eerder is hiervoor in de begroting een reservering getroffen op de aanvullende post. De overboeking betreft de overboeking van de reservering vanaf de aanvullende post naar de begroting van BZ.
Spring forecast 2019
De Spring Forecast 2019 leidt per saldo voor Nederland tot incidenteel en structureel hogere afdrachten. In 2019 loopt eerst het incidentele effect van de Spring Forecast mee, waarbij de raming van de BNI- en btw-afdracht toeneemt en de raming van de invoerrechten afneemt. Het structurele effect treedt op vanaf 2020 en wordt enerzijds verklaard door een verlaging van de raming van de BNI-afdracht en anderzijds door een verhoging van de btw-afdracht en de raming van de invoerrechten. Doordat in 2019 naar verwachting wel de incidentele verlaging van de invoerrechtenafdracht plaats zal vinden, maar de verhoging van de BNI- en btw-afdracht voor 2019 zal naar verwachting pas in 2020 in de afdrachten verwerkt worden, wijken de cijfers iets af van het eerder bij Voorjaarsnota gepresenteerde beeld.
Uitstel surplus 2018
Uitstel van uitbetaling van het surplus over 2018 leidt tot een verschuiving van de neerwaartse bijstelling van de raming van de Europese afdrachten van 2019 naar 2020. Dit omdat het surplus naar verwachting niet meer in 2019 door het EP zal worden aangenomen.
Diversen – ontvangsten
Met de zesde aanvullende begroting over 2018 is de raming van het effect van de Spring Forecast 2018 op de invoerrechten op basis van nieuwe ramingen en realisaties naar beneden bijgesteld. Dit heeft compensatie vanuit de BNI-afdrachten van de lidstaten als gevolg en betekent voor Nederland een opwaartse bijstelling van deze afdracht van 13 mln. Door de late aanname van de zesde aanvullende begroting 2018 is dat effect naar 2019 doorgeschoven als negatieve overige ontvangst.