Base description which applies to whole site

2.4 Verticale toelichting EMU-saldo

Tabel 9 Verticale toelichting EMU-saldo

EMU-saldo FIN (procenten bbp, + = overschot)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-saldo Voorjaarsnota 2024

‒ 2,5%

‒ 2,8%

‒ 4,0%

‒ 2,6%

‒ 3,0%

‒ 3,0%

       

Inkomsten

0,4%

0,3%

0,7%

1,0%

1,0%

0,9%

wv. effecten hoofdlijnenakkoord (inkomsten)

0,0%

‒ 0,6%

‒ 0,3%

0,0%

0,0%

0,0%

wv. overige mutaties inkomsten

0,4%

0,9%

1,0%

1,0%

1,0%

0,9%

       

Uitgavenkader

1,2%

0,7%

0,6%

0,2%

0,6%

0,7%

wv. effecten nota's van wijzigingen

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,1%

0,1%

wv. effecten hoofdlijnenakkoord (uitgaven)

0,0%

‒ 0,1%

0,1%

0,1%

0,4%

0,5%

wv. besluitvorming netto-uitgaven binnen het kader

‒ 0,1%

0,2%

‒ 0,4%

‒ 0,2%

‒ 0,2%

‒ 0,2%

wv. Realistisch ramen

0,6%

0,3%

0,4%

‒ 0,2%

‒ 0,2%

0,0%

wv. loon- en prijsontwikkeling uitgaven

0,0%

‒ 0,3%

‒ 0,3%

‒ 0,3%

‒ 0,3%

‒ 0,4%

wv. overige uitgavenmutaties met kadercorrectie

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

wv. technische verwerking HLA (o.a. rente buiten uitgavenkader)

0,7%

0,7%

0,7%

0,8%

0,9%

0,9%

       

Niet-kaderrelevante uitgaven en correcties van EMU-saldo

‒ 0,8%

‒ 1,0%

‒ 1,2%

‒ 1,1%

‒ 1,1%

‒ 1,2%

wv. Oekraïne besluitvorming

0,0%

0,0%

‒ 0,2%

‒ 0,1%

0,0%

0,0%

wv. rente staatschuld

0,0%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

wv. correctie aansluiting premie-ontvangsten en -uitgaven

‒ 0,4%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

‒ 0,4%

wv. overige niet-kaderrelevante uitgaven en correcties van het EMU-saldo

0,2%

0,1%

0,2%

0,3%

0,3%

0,2%

wv. technische verwerking HLA (o.a. rente buiten uitgavenkader)

‒ 0,7%

‒ 0,7%

‒ 0,7%

‒ 0,8%

‒ 0,9%

‒ 0,9%

       

EMU-saldo medeoverheden

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

       

Noemereffect (ontwikkeling bbp)

0,1%

0,1%

0,2%

0,1%

0,1%

0,1%

EMU-saldo Miljoenennota 2025

‒ 1,6%

‒ 2,8%

‒ 3,7%

‒ 2,4%

‒ 2,4%

‒ 2,5%

       

Toelichting ontwikkeling saldo

Het saldo verbetert in 2024 met 0,9% bbp ten opzichte van de Voorjaarsnota. Het EMU-saldo wordt voor dit jaar geraamd op ‒ 1,6% bbp. Voor 2025 wordt het saldo geraamd op ‒ 2,8% bbp. In 2025 blijft het saldo ten opzichte van de Voorjaarsnota gelijk. Hieronder volgt een nadere toelichting.

Onder het uitgavenkader zijn er verschillende ontwikkelingen met een saldoverbetering voor 2024 en een lichte verslechtering voor de jaren erop. De nota’s van wijziging na de Voorjaarsnota en de verwerking van het hoofdlijnenakkoord leiden vanaf 2026 tot een daling van de uitgaven en daardoor verbetert het saldo. De augustusbesluitvorming heeft een saldoverbeterend effect in 2024 en 2025 en een saldoverslechterend effect vanaf 2027. Een belangrijke verklaring voor dit verloop zijn de verwerkte kasschuiven waarmee uitgaven uit 2024 en 2025 worden doorgeschoven naar latere jaren. De gestegen loon- en prijsontwikkeling in de MEV-raming van het CPB leidt tot meerjarig hogere uitgaven. Ten slotte leidt de technische verwerking van het hoofdlijnenakkoord tot lagere uitgaven binnen het kader. Dit komt doordat bij de start van het huidige kabinet onder andere de rentelasten op de staatsschuld en Oekraïne-uitgaven buiten het uitgavenkader geplaatst zijn. Daarom is bij de niet-kaderrelevante uitgaven een spiegelbeeldige reeks opgenomen.

De niet-kaderrelevante uitgaven stijgen vooral door technische verwerking van het hoofdlijnenakkoord. In 2026 en 2027 worden aanvullende uitgaven gedaan gerelateerd aan de oorlog in Oekraïne. Dit is saldoverslechterend. Hiernaast dalen de rente-uitgaven op de staatsschuld ten opzichte van de Voorjaarsnota licht, wat een saldoverbeterend effect is. Ook zijn er in 2024 een aantal technische posten die saldoverbeterend zijn: de zogeheten kas-transactie-verschillen. Ten slotte is er een technische post opgenomen als gevolg van een definitieverschil in de premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten. Als gevolg van de revisie van de nationale rekeningen door het CBS is de raming van de premie-inkomsten op een andere wijze geregisteerd dan de premiegefinancierde uitgaven in de begroting. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast. Zie bijlage 7 voor meer toelichting.

Het bbp is in de MEV-raming gestegen, vooral door de revisie van de nationale rekeningen door het CBS en door de gestegen inflatie. Dit leidt ertoe dat het EMU-tekort uitgedrukt in procenten van het bbp kleiner wordt. Dit is een saldoverbeterend effect van 0,1% bbp tot 0,2% bbp in alle jaren.

De lastenverlichtingen uit het hoofdlijnenakkoord hebben een saldoverslechterend effect in vooral 2025 en 2026. De macro-economische doorwerking van de MEV-raming van het CPB op de inkomsten heeft juist een saldoverbeterend effect. Dit komt onder andere door de gestegen inflatie en contractloonstijging. Samengenomen leidt dit ten opzichte van de Voorjaarsnota tot hogere belasting- en premieontvangsten vanaf 2026. Daarnaast stijgen de premie-ontvangsten door de hierboven genoemde technische wijziging in de registratiewijze.

Het CPB en het kabinet maken allebei een inschatting van het EMU-saldo voor de komende jaren. Beide ramingen berusten op hetzelfde macro-economische beeld, maar bepaalde uitgaven en ontvangsten zijn verschillend geraamd. In tabel 10 wordt het saldo van het kabinet vergeleken met de MEV van het CPB.

Tabel 10 Verschillen in EMU-saldo Miljoenennota en MEV CPB

In procenten bbp

2024

2025

2026

2027

2028

EMU-saldo CPB in de MEV

‒ 1,8%

‒ 2,5%

‒ 3,4%

‒ 2,1%

‒ 2,5%

Belasting- en premieontvangsten (+ is hogere inkomsten in Miljoenennota t.o.v. MEV)

‒ 0,1%

0,2%

0,2%

0,1%

0,0%

Uitgaven en overig (+ is lagere netto-uitgaven in Miljoenennota t.o.v. MEV)

0,2%

‒ 0,4%

‒ 0,5%

‒ 0,3%

0,2%

EMU-saldo kabinet deze Miljoenennota

‒ 1,6%

‒ 2,8%

‒ 3,7%

‒ 2,4%

‒ 2,4%

Het merendeel van het verschil in de ramingen wordt verklaard omdat het CPB verwacht dat een aantal uitgaven niet of pas later tot besteding komen dan op dit moment in de begroting staat. Dit komt onder andere door de combinatie van een krappe arbeidsmarkt en een expansief begrotingsbeleid. Het CPB verwacht vertraging bij verschillende uitgaven waaronder de investeringen in defensie en infrastructuur.

Licence