De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2024 is met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2024 in de Miljoenennota 2025. Ten opzichte van de totale ontvangsten is dit een zeer beperkte bijstelling. De nieuwe geraamde opbrengst bedraagt 405,5 miljard euro. De raming voorafgaand aan het jaar (uit de Miljoenennota 2024) bedroeg 402,9 miljard euro. De huidige inschatting van de totale opbrengsten ligt dus nog steeds boven dat niveau.
Stand MN2025 | Stand NJN2024 | Verschil | |
---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen op EMU-basis | 310,8 | 310,7 | ‒ 0,1 |
- waarvan belastingen | 273,9 | 273,8 | ‒ 0,1 |
- waarvan premies volksverzekeringen | 37,0 | 36,9 | ‒ 0,1 |
Premies Werknemersverzekeringen | 94,7 | 94,7 | 0,0 |
Totaal | 405,6 | 405,5 | ‒ 0,1 |
De Najaarsnotaraming van de belasting- en premieontvangsten is gebaseerd op de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand oktober. Bij het opstellen van de raming was geen geactualiseerd economisch beeld van het CPB beschikbaar ten opzichte van het beeld gebruikt bij de Miljoenennota 2025.
Tabel 1.3.2 toont de geraamde belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per belastingsoort. Op EMU-basis valt de belasting- of premieontvangst toe aan het jaar waarin de onderliggende economische transactie zich heeft voorgedaan. De belastingontvangsten op kasbasis staan vermeld in bijlage 4.
Het grootste deel van de neerwaartse bijstelling ten opzichte van de Miljoenennota 2025 zit bij de indirecte belastingen (-174 miljoen euro). Binnen de indirecte belastingen valt op dat de belastingen op milieugrondslag, overdrachtsbelasting en accijnzen neerwaarts zijn bijgesteld. Binnen de belasting op milieugrondslag is de belangrijkste verklaring een lagere opbrengst in de energiebelasting. Binnen de categorie accijnzen geldt dit voor de tabaksaccijns. Hiertegenover staan juist hogere opbrengsten bij de invoerrechten.
Bij de directe belastingen en premies volksverzekeringen is er een opwaartse bijstelling van 59 miljoen euro. Onderliggend hieraan zien we dat dit verklaard wordt door een mix van negatieve en positieve bijstellingen. De grootste bijstelling is de vennootschapsbelasting (vpb, ‒ 600 miljoen euro), ten opzichte van de Miljoenennota 2025 is dit een lichte daling (-1,3%) omdat de inkomsten in het derde kwartaal licht achterblijven. Binnen de loon- en inkomensheffing zien we juist een positieve bijstelling van 139 miljoen euro. Voor zowel de dividendbelasting (+333 miljoen euro) en de schenk- en erfbelasting (+204 miljoen euro) is sprake van opwaartse bijstellingen, die in absolute en relatieve zin groter zijn. De opbrengst van beide belastingsoorten zijn in de praktijk vaak volatiel.
MN2025 | NJN2024 | Verschil | |
---|---|---|---|
Indirecte belastingen | 117.303 | 117.129 | ‒ 174 |
Omzetbelasting | 78.778 | 78.778 | 0 |
Accijnzen | 12.281 | 12.144 | ‒ 137 |
Belastingen op een milieugrondslag | 6.612 | 6.440 | ‒ 172 |
Motorrijtuigenbelasting | 4.983 | 4.983 | 0 |
Invoerrechten | 3.929 | 4.198 | 269 |
Assurantiebelasting | 3.953 | 3.953 | 0 |
Overdrachtsbelasting | 3.723 | 3.610 | ‒ 113 |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | 1.402 | 1.402 | 0 |
Bankbelasting | 608 | 608 | 0 |
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. | 648 | 627 | ‒ 21 |
Belasting op zware motorrijtuigen | 207 | 207 | 0 |
Inframarginale heffing | 179 | 179 | 0 |
Directe belastingen en premies volksverzekeringen | 193.164 | 193.223 | 59 |
Loon- en inkomensheffing | 136.720 | 136.859 | 139 |
Vennootschapsbelasting | 46.109 | 45.509 | ‒ 600 |
Dividendbelasting | 5.810 | 6.144 | 333 |
Schenk- en erfbelasting | 3.402 | 3.606 | 204 |
Kansspelbelasting | 1.064 | 1.064 | 0 |
Bronbelasting op rente en royalty's | 59 | 41 | ‒ 18 |
Overige belastingontvangsten | 376 | 376 | 0 |
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen | 310.842 | 310.727 | ‒ 115 |
Premies werknemersverzekeringen | 94.724 | 94.724 | 0 |
waarvan zorgpremies | 56.652 | 56.652 | 0 |
Totaal belasting- en premieontvangsten | 405.567 | 405.451 | ‒ 115 |