Om in te spelen op de stijgende trend aan onderuitputting heeft het kabinet, net als op eerdere momenten, besloten om aanvullende onderuitputting in te boeken in de begroting. Het kabinet maakt de begroting realistischer door kasschuiven. Tegelijkertijd houdt het er rekening mee dat meer middelen in het geplande jaar niet tot besteding zullen komen door aanvullende onderuitputting in te boeken. Het inboeken van aanvullende onderuitputting heeft niet de voorkeur. Het is beter om budgetten met kasschuiven op de departementale begrotingen in een realistisch bestedingsritme te plaatsen of onderuitputting met concrete maatregelen in de begroting te zetten.
De huidige begroting houdt rekening met 3 miljard euro aan aanvullende onderuitputting in 2025 en 3,8 miljard euro in 2026, voor 2027 en 2028 is respectievelijk 1,5 miljard euro en 0,7 miljard euro ingeboekt. Daarnaast is 4,1 miljard euro aan in=uittaakstelling13 in 2025 ingeboekt. In tabel 20 is ditzelfde bedrag verondersteld aan in=uittaakstelling in de latere jaren. Dit betekent dat in de huidige begroting in totaal 7,0 miljard euro in 2025 en 7,9 miljard euro in 2026 aan onderuitputting moet worden gerealiseerd om de aanvullende onderuitputting en in=uittaakstelling geheel in te kunnen vullen. Het deel wat aan het eind van het jaar niet wordt ingevuld, leidt tot saldoverslechtering. Samen met de verwerkte kasschuiven in deze Voorjaarsnota komt het totaal aan verwachte niet bestede middelen in 2025 uit op 9 miljard euro en 15 miljard euro in 2026.
in miljarden euro, + is saldo belastend | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
1. In=uittaakstelling* | ‒ 4,1 | ‒ 4,1 | ‒ 4,1 | ‒ 4,1 |
2. Eerder geboekte aanvullende onderuitputting | ‒ 2,3 | ‒ 2,3 | ||
3. Aanvullende onderuitputting Voorjaarsnota 2025 | ‒ 0,7 | ‒ 1,5 | ‒ 1,5 | ‒ 0,7 |
Verwachte onderuitputting (1 t/m 3) | ‒ 7,0 | ‒ 7,9 | ‒ 5,6 | ‒ 4,8 |
4. Kasschuiven Voorjaarsnota 2025 | ‒ 2,0 | ‒ 7,1 | 2,8 | 1,7 |
Totaal (1 t/m 4) | ‒ 9,0 | ‒ 15,0 | ‒ 2,8 | ‒ 3,1 |
* Voor 2026, 2027 en 2028 wordt verondersteld dat de in=uittaakstelling even hoog is als in 2025. De exacte hoogte is bekend na de voorjaarsbesluitvorming in het desbetreffende jaar.