Er wordt voorgesteld het aangrijpingspunt van het toptarief in de inkomstenbelasting te verhogen. Als het aangrijpingspunt op een hoger bedrag wordt vastgesteld, vallen belastingplichtigen minder snel in het toptarief in de inkomstenbelasting.
Deze maatregel is het resultaat van verschillende besluiten. In het Belastingplan 2019 (BP 2019) is een beleidsmatige verhoging opgenomen van het aangrijpingspunt van het toptarief tot en met het jaar 2031.7 Bij de Voorjaarsbesluitvorming dit jaar is besloten het aangrijpingspunt juist te verlagen. Per saldo blijft er een beleidsmatige verhoging van het aangrijpingspunt over, maar deze verhoging is minder groot geworden.
Naast deze beleidsmatige aanpassing, wordt het aangrijpingspunt jaarlijks geïndexeerd. Dat wil zeggen verhoogd op basis van de inflatie. Abusievelijk was deze inflatiecorrectie in het BP 2019 niet geregeld. Met deze wijziging wordt ook geregeld dat de inflatiecorrectie alsnog plaatsvindt.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
Het aanpassen van de het aangrijpingspunt in de inkomstenbelasting is doeltreffend en doelmatig. Enerzijds is er sprake van het corrigeren van de eerder niet in de wet opgenomen maar wel beoogde indexatie van de jaarlijkse beleidsmatige verhoging van het aanvangspunt van het toptarief. Deze correctie kan niet op een andere manier worden vormgegeven en de voorgestelde wetswijziging is daarom de meest doelmatige en doeltreffende wijze om de indexatie alsnog te regelen. Anderzijds wordt het aangrijpingspunt van het toptarief in de inkomstenbelasting beleidsmatig verlaagd. Het doel daarvan is belastingplichtigen vanaf een lager inkomen onder het toptarief laten vallen waarbij de budgettaire opbrengst is gebruikt ten behoeve van het behoud van de salderingsregeling. Dit doel wordt met de voorgestelde maatregel bereikt.
Evaluatie van deze specifieke maatregelen uit dit wetsvoorstel wordt niet voorzien omdat het beperkte parameterwijzigingen betreft.
Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane
De indexatie van het aangrijpingspunt van het toptarief heeft slechts een marginale impact op de uitvoering door de Belastingdienst. Wel vergt deze aanpassing meer werk dan de gemiddelde parameteraanpassing. Als tijdens het parlementaire traject nog wijzigingen moeten worden aangebracht als gevolg van een nota van wijziging of amendementen, is het afhankelijk van de in zijn totaliteit verlangde aanpassingen of deze nog tijdig kunnen worden verwerkt in de massaal opgelegde voorlopige aanslagen voor het inkomstenbelastingjaar 2025. Is dat niet het geval, dan gaat de Belastingdienst voor deze parameters in de inkomstenbelasting uit van de bedragen en percentages die medio oktober 2024 bekend waren. De wijzigingen worden sowieso wel verwerkt in het programma waarmee belastingplichtigen zelf een nieuwe voorlopige aanslag 2025 kunnen aanvragen. Belastingplichtigen die dat wensen kunnen daarmee zelf een nieuwe voorlopige aanslag aanvragen die met de nieuwe bedragen en percentages wordt berekend. Doen zij dat niet, dan past de Belastingdienst in 2026 bij de definitieve aanslagregeling 2025 alsnog de juiste bedragen en percentages toe.