Met ingang van 1 januari 2006 is de bijtellingsregeling voor een mede voor privédoeleinden aan een werknemer ter beschikking gestelde auto eveneens in de Wet LB 1964 opgenomen. Op grond van die regeling wordt het privévoordeel ter zake van deze auto forfaitair belast met loonbelasting. De bijtelling bedraagt in principe een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Het bijtellingspercentage is gebaseerd op een mix van verschillende benaderingswijzen van de vaststelling van het privévoordeel. In de eerste plaats is gekeken naar de besparingswaarde en in de tweede plaats is gekeken naar de kosten die feitelijk zijn gemaakt ter zake van de auto.71 De bijtelling geldt in beginsel ook voor een aan een werknemer ter beschikking gestelde bestelauto. Voor bestelauto’s zijn echter enkele wettelijke uitzonderingen van toepassing op de reguliere bijtelling voor de ter beschikking gestelde bestelauto, omdat, onder meer door de eisen die worden gesteld aan de inrichting van de bestelauto’s, privégebruik minder voor de hand ligt en in mindere mate zal plaatsvinden. Een van deze uitzonderingen is van toepassing als bestelauto’s in verband met de aard van het werk doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers en in verband daarmee lastig is vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Voor deze bestelauto’s wordt de ter zake van het eventuele privévoordeel verschuldigde belasting vastgesteld op een vast bedrag van € 300 per jaar dat door middel van een eindheffing door de werkgever wordt betaald. Dit bedrag is sinds 2006 niet gewijzigd, terwijl het bedrag van € 300 is bedoeld als een benadering van de belasting die is verschuldigd over het privévoordeel van een bestelauto die in principe zakelijk wordt gebruikt, maar waarvan privégebruik niet helemaal is uit te sluiten vanwege het doorlopende afwisselende gebruik. Het ligt daarom voor de hand om het bedrag te indexeren. Met deze maatregel wordt daaraan uitvoering gegeven door het bedrag van de eindheffing van € 300 per jaar met ingang van 1 januari 2025 te verhogen naar € 438 per jaar en laatstgenoemd bedrag met ingang van 1 januari 2026 jaarlijks te indexeren.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
Het doel van deze regeling is om op eenvoudige wijze het eventuele privévoordeel vast te stellen van bestelauto’s die doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers. In zoverre wordt dit doel ook bereikt. Door de hoogte van het forfait te indexeren, wordt meer aansluiting gevonden bij de daadwerkelijke omvang van het privévoordeel. Hierdoor wordt de doelmatigheid van de regeling vergroot. In een evaluatie van deze maatregel is niet voorzien, omdat het een kleine wijziging betreft die per definitie doeltreffend is. Wel zal de Belastingdienst de signalen van belastingplichtigen blijven monitoren.
Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen
De voorgestelde maatregel betreft een parameterwijziging die eenvoudig en uitvoerbaar is voor de Belastingdienst.