Base description which applies to whole site

5.26 Tariefkorting in de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije personenauto’s

Emissievrije personenauto’s zijn door het gewicht van de accu zwaarder dan vergelijkbare fossiele auto’s. Op dit moment betalen bezitters van een emissievrij voertuig geen mrb en per 1 januari 2025 een kwarttarief. Vanaf 1 januari 2026 eindigt deze tariefkorting, waardoor vanaf dat moment de mrb van een elektrische personenauto hoger wordt dan de mrb van een vergelijkbare benzineauto. Dit komt doordat de grondslag van de mrb grotendeels is gebaseerd op het gewicht van het voertuig en elektrische personenauto’s door het gewicht van de accu zwaarder zijn dan vergelijkbare benzineauto’s. Om stagnatie van ingroei van emissievrije personenauto’s in het wagenpark te voorkomen en indachtig de aangenomen Eerste Kamermotie Holterhues c.s.133 neemt het kabinet maatregelen. Vanaf 1 januari 2026 geldt voor emissievrije personenauto’s een aangepaste tariefkorting van 25% in de mrb. Vanaf 2030 vervalt de korting. De tariefkorting geldt zowel voor het rijksdeel als voor de provinciale opcenten. Deze maatregel maakt de aanschaf van zowel nieuwe als tweedehands elektrische personenauto’s aantrekkelijker. De extra CO2-reductie bedraagt circa 0,1 Mton in 2030.

In het voorjaar van 2025 zal het kabinet opnieuw beoordelen of de maatvoering van de tariefkorting voor elektrische auto’s voldoende hoog is. Deze aanvullende weging is onderdeel van bredere besluitvorming over een nieuwe toekomstbestendige balans in de autobelastingen en het aanpalende mobiliteitsbeleid tussen het behalen van de klimaat- en energiedoelen in de mobiliteitssector, een stabiele opbrengst van de autobelasting op de lange termijn, de betaalbaarheid van de automobiliteit en waarbij de bereikbaarheid in Nederland en de regio op orde blijft. Naast de weging in het voorjaar van 2025, zal het kabinet in 2028 de tariefkorting evalueren. Hierbij betrekt het kabinet ook hoe de tariefkorting uitwerkt voor de verschillende autosegmenten.

De tariefkorting leidt voor de provincies tot lagere inkomsten uit de opcenten. De verwachte derving in de opcenten is weergegeven in onderstaande tabel. De provincies worden volledig gecompenseerd voor deze derving. Hiervoor zijn op de Aanvullende Post middelen gereserveerd, waarvan de voor de derving benodigde middelen na afronding van de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2025 zullen worden toegevoegd aan het Provinciefonds.

Tabel 5: daling inkomsten opcenten voor provincies (in mln. euro en prijspeil 2024)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Struc

cum 25–30

Derving opcenten bij tariefkorting 25%

0

0

– 98

– 122

– 152

– 191

– 563

Om het aanpassen van de gewichtscorrectie mogelijk te maken heeft het kabinet onder andere de middelen voor de subsidie van tweedehands emissievrije personenauto’s (zogenoemde SEPP-regeling) na 2024 benut, waarvoor het kabinet vorig jaar € 528 miljoen had uitgetrokken voor de periode 2025–2030.

Van de gelegenheid wordt tot slot gebruikgemaakt om een kennelijke verschrijving te herstellen. Met ingang van 1 januari 2025 geldt voor emissievrije personenauto’s een kwarttarief binnen de motorrijtuigenbelasting. Hersteld wordt dat dit kwarttarief ook binnen de provinciale opcenten wordt toegepast.

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

Met de tariefkorting wordt beoogd deels te corrigeren voor het technisch meergewicht van emissievrije personenauto’s als gevolg van het accupakket. Zonder korting zou voor deze auto’s veel meer motorrijtuigenbelasting moeten worden betaald dan voor vergelijkbare benzineauto’s. Met de voorgestelde tariefkorting wordt dit verschil verkleind, maar betaalt een emissievrije personenauto’s wel nog steeds meer motorrijtuigenbelasting dan een vergelijkbare benzineauto.

De toe te passen tariefskorting is een parameterwijziging. Dit houdt in dat de maatregel relatief makkelijk uitgevoerd kan worden door de Belastingdienst en lage uitvoeringkosten met zich meebrengt. Hierdoor is de maatregel doelmatig in het bereiken van het doel om het verschil in motorrijtuigenbelasting tussen vergelijkbare conventionele en emissievrije personenauto’s binnen de motorrijtuigenbelasting te verkleinen en de ingroei van elektrisch aangedreven personenauto’s in het wagenpark niet te laten stagneren. Verder is de korting voor een periode van vier jaar uitgewerkt om burger en bedrijven voor een langere termijn perspectief te bieden.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Toeslagen en Douane

De maatregel is door de Belastingdienst beoordeeld met een uitvoeringstoets. De impact voor de uitvoering is gering en de Belastingdienst acht de maatregelen tijdig uitvoerbaar. Voor een nadere toelichting wordt kortheidshalve verwezen naar de uitvoeringstoets in de bijlage.

133

Kamerstukken I, 2024/25, 36 410 XII, G

Licence